BMW X4 M 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 201 of 388

WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
DerijbaanbegrenzingenmoetendoordecameraherkendwordenomdeLaneDepartureWarning
teactiveren.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen DeWaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij
wordtautomatischgeactiveerdnahetvertrek,als defunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitingeschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurjdersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctieswordenbasisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.Seite201VeiligheidBEDIENING201
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 202 of 388

ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Acutewaarschuwing
Bijaanrijdingsgevaarknipperthetlampjeinde
buitenspiegelentrilthetstuurwiel.
Vervolgensvindteenactievestuuringreepplaats
omdebotsingtevermijdenendeautoveiligop
deeigenrijbaantehouden.
Destuuringreepisinhetstuurwielvoelbaaren
kanopelkmomenthandmatigoverstuurdworj den.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan
hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.'xRadarsensoren,ziepagina 44.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkebegrenzingslijnenzoalsbijvoorbeeldbij
wegwerkzaamheden.'xAlsbegrenzingslijnendoorsneeuw,ijs,vuilof
waterbedektzijn.'xAlsdebegrenzingslijnennietwitzijn.'xAlsdebegrenzingslijnendoorobjectenbej
dektzijn.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.Seite202BEDIENINGVeiligheid202
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 203 of 388

Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck-Control-meldingweergegeven.
Alsdecontactdoosvooraanhangwagensingej
bruikisofdeaanhangwagenmodusingeschaj
keldis,bijvoorbeeldbijhetrijdenmeteenaanj
hangwagenoffietsendrager,kanhetsysteem
nietwordeningeschakeld.ErwordteenCheck-
Control-meldingweergegeven.
Preventieaanrijdingvan achteren
Principe
Hetsysteemreageertopvoertuigendievanachj
terennaderen.
Algemeen
Radarsensorenbewakendehetgebiedachter hetvoertuig.
Alservanachtereneenautometeenovereenj
komstigesnelheidnadert,reageerthetsysteem alsvolgt:
'xOmhetachteropkomendeverkeertewaarj
schuwenwordtbijeendreigendeaanrijding vanachterendealarmlichtinstallatieingej
schakeld.'xActiveProtection:alseenaanrijdingonverj mijdbaarblijkt,wordenPreCrash-functiesgej
activeerd.Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Hetsysteemwordtindevolgendesituatiesautoj
matischgedeactiveerd:
'xBijachteruitrijden.'xAlshetstopcontactvandeaanhangwagenin
gebruikisofdeaanhangwagenmodusisgej
activeerd,bijv.alsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld.Seite203VeiligheidBEDIENING203
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 204 of 388

Grenzenvanhetsysteem
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:'xRadarsensoren,ziepagina 44.
Beperktewerking
Dewerkingkanindevolgendevoorbeeldsituaj
tiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuigzeerlaagis.
Voorrangswaarschuwing
Principe
Hetsysteemhelptinsituatieswaarbijvolgensde verkeersbordenvoorrangverleendmoetworden.
Algemeen
Hetsysteembepaaldmetbehulpvaneencaj
meradeverkeerstekens.
Hetnavigatiensysteemleidtinformatieoverhet
tracédooraanhetsysteem.
Erwordtbijvoorbeeldeenwaarschuwinggegej
venalsdebestuurderhetvoorrangsbordmogej lijknietheeftgezien,bijv.indevolgendesitujaties:
'xBijeenkruising.'xBijeenoverweg.'xBijeenuitrit.'xBijeenrotonde.
Hetsysteemwaarschuwtbinnenhetsnelheidsjbereikvan10km/htot65km/h.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendevoorrangssituatiemoetonj
miskenbaarmetverkeersbordenzijngemarj
keerd.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Seite204BEDIENINGVeiligheid204
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 205 of 388

Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Devoorrangswaarschuwingwordtautomatisch
geactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbej eindigingvandelaatsteeinderitingeschakeld
was.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Voorrangswaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat:erwordenalleenacutewaarschuj
wingenweergegeven.'xUit:erwordtgeenwaarschuwingweerj gegeven.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie Algemeen
Hetsysteemwaarschuwtoptweeniveaus:
'xVoorwaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neel.Seite205VeiligheidBEDIENING205
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 206 of 388

'xAcutewaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neeleneengeluidssignaal.
Hetmomentvandewaarschuwingenvarieert
daarbijenisafhankelijkvandeactuelerijsituatie enhetingesteldemomentvanwaarschuwing.
Devoorwaarschuwinghoudtrekeningmetde
volgendeverkeerstekens:
TekensBetekenisVoorrangsborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwinggej
geven.Stopborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwingen
eenacutewaarschuwing
gegeven.
Vooralarm
Alsdebestuurdereenvoorrangsborddreigtte
negeren,wordtophetinstrumentenpaneeleen vandevolgendesymbolenweergegeven:
SymboolBetekenisVoorrangverlenen.Stop.
Bijeenvoorwaarschuwinginovereenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remmen.
Acutewaarschuwing
Bijeenacutedreigingvaneenvoorrangsfout weerklinktereensignaalenwordthetvolgendesymboolophetinstrumentenpaneelweergegej
ven:SymboolBetekenisStop.
Bijeenacutewaarschuwingonmiddellijkinoverj
eenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remj
men.
WeergaveinhetHead-UpDisplay
Afhankelijkvandeuitrustingwordtdewaarschuj wingwordtgelijktijdiginhetHead-UpDisplayen
inhetinstrumentenpaneelweergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijvoorbeeldnietinde
volgendesituaties:
'xBijvoorrangssituatieszondervoorrangs-of
stopborden.'xBijkruisingenmetingeschakeldelichtsignaalj installaties,bijvoorbeeldverkeerslichten.Seite206BEDIENINGVeiligheid206
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 207 of 388

Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:'xCamerass,ziepagina 43.
Functiebeperking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj atiesbeperktzijn:
'xBijnieteenduidigemarkeringdoorborden.'xBijgeheelofdeelsbedekteofvervuildeverjkeerstekens.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeerstej
kens.'xBijtekleineoftegroteverkeerstekens.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.nietinallelandengej
bruiktworden.
Dynamischeremlichten
Principe
Achteropkomendeverkeersdeelnemersworden
doorhetknipperenvanderemlichtenvooreen
noodremsituatiegewaarschuwd.Daardoorkan
hetgevaarvaneenbotsingwordengereduceerd.
Algemeen
'xNormaalremmen:remlichtenbranden.'xHardremmen:remlichtenknipperen.
Kortvoordestilstandwordtdealarmlichtinstallaj
tieingeschakeld.
Alarmlichtinstallatieuitschakelen:
'xAccelereren.'xToetsalarmlichtinstallatieindrukken.
ActiveProtection
Principe
ActiveProtectionbereidtdeinzittendenende
autoinkritiekerijsituatiesofalseenaanrijding
dreigtvooropeeneventueelongeval.
Algemeen ActiveProtectionbestaatuitverschillendePrej
Crash-functies,dieafhankelijkvandeuitrusting kunnenvariëren.
Metditsysteemkunnenkritiekerijsituatiesherj kendworden,dietoteenongevalzoudenkunj
nenleiden.Daartoebehorendevolgendekritiekerijsituaties:
'xNoodstops.'xSterkondersturen.'xSterkoversturen.
Bepaaldefunctiesvanenkelesystemenkunnenbinnendesysteemgrenzentoteenactivering
vanActiveProtectionleiden:
'xBotswaarschuwingmetremfunctie:automatij
scheremingreep.'xBotsingswaarschuwingmetremfunctie:remj krachtondersteuning.'xPreventieaanrijdingvanachteren:herkennenvaneendreigendeaanrijdingvanachteren.Seite207VeiligheidBEDIENING207
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 208 of 388

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemontslaatunietvanuweigenverj antwoording.Vanwegesysteembeperkingenis
hetmogelijkdatkritiekesituatiesnietbetrouwj baaroftijdigherkendworden.Erbestaatgej
vaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssij
tuatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren
enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Functie
Bijgeslotengordelwordtnahetwegrijdende gordelbandvandebestuurderendevoorpassajgiereenmaligautomatischstrakaangetrokken.
Insituatieswaarbijeenaanrijdingdreigtworden
devolgendeafzonderlijkefunctiesactief,afhanj
kelijkvandebehoefte:
'xAutomatischevoorspanningvandevoorste
veiligheidsgordels.'xDeruitenwordenautomatischtotopeen
spleetgesloten.'xAutomatischsluitenvanhetglazenpanoraj madak,inclusiefzonnescherm.
Naeenkritiekerijsituatiezonderongevalworden
devoorstegordelsweerlossergemaakt.
Alsdegordelspanningnietautomatischlosser
wordt,moetustoppenendegordelmetderode
toetsinhetslotopenen.Alvorensverderterijj den,degordelopnieuwsluiten.
Alleanderesystemenkunnenweerindegewenj
steinstellinggebrachtworden.
PostCrash-iBrake
Principe
Hetsysteemkandeautoinbepaaldeongevalsij
tuatieszonderingreepvandebestuurderautoj
matischtotstilstandbrengen.Hetrisicovannog
eenbotsingendegevolgendaarvankandaarj
doorverlaagdworden.
Bijstilstand
Nahetbereikenvandestilstandwordtderem
automatischgelost.
Autosterkerafremmen
Inbepaaldesituatieskanhetnodigzijnomde autosnellertotstilstandtebrengendandoorde
automatischeremming.
Daarvoorsnelenkrachtigremmen.Deremdruk wordtgedurendeeenkortetijdhogerdanderemdrukdiedoordeautomatischeremdrukwordtbereikt.Deautomatischeremmingwordt
afgebroken.
AutomatischremmenafbrekenInbepaaldesituatieskanhetnodigzijnhetautoj
matischremmenaftebreken,bijvoorbeeldvoor
eenuitwijkmanoeuvre.
Automatischremmenafbreken:'xDoorhetintrappenvanhetrempedaal.'xDoorhetintrappenvanhetrijpedaal.
Waakzaamheidshulp
Algemeen
Hetsysteemkantoenemendeonoplettendheid ofvermoeidheidvandebestuurderbijlangeeenj
tonigeritten,bijvoorbeeldopsnelwegen,herkenj nen.Indezesituatiewordtaanbevolenomeenpauzeintelassen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvandepersoonlijke verantwoordelijkheidomuwlichamelijkegejsteldheidjuistinteschatten.Toenemendeonjoplettendheidofvermoeidheidwordenmogejlijknietofnietoptijdherkend.Erbestaat
gevaarvoorongevallen.Eroplettendatdebej
Seite208BEDIENINGVeiligheid208
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 209 of 388

stuurderuitgerustenoplettendis.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.
Functie
Hetsysteemwordtelkekeerbijhetinschakelen vanrijden-stand-bygeactiveerd.
Nabeginvanhetrijdenwordthetsysteemopde
bestuurderafgestemd,zodateentoenemende
onoplettendheidofvermoeidheidherkendkan
worden.
Dezeprocedurehoudtrekeningmetdevolj
gendecriteria:'xPersoonlijkerijstijl,bijvoorbeeldstuurgedrag.'xRijomstandigheden,bijvoorbeeldtijdstip,duur vanderit.
Hetsysteemisvanafongeveer70km/hactiefen
kaneenaanbevelingvoorpauzeweergeven.
Aanbevelingvoorpauze Instellen
Dewaakzaamheidshulpwordtelkekeerbijhet
inschakelenvanrijden-stand-byautomatischgej
activeerdenkandaarmeeeenaanbevelingvoor
pauzeweergeven.
DeaanbevelingvoorpauzekanookviaiDrivein-
ofuitgeschakeldeningesteldworden.
1.CAR2.Instellingen3.Algemeneinstellingen4.Aandachtassistent5.Gewensteinstellingselecteren:'xStandaard:deaanbevelingvoorpauze
wordtmeteenbepaaldewaardegegeven.'xGevoelig:deaanbevelingvoorpauze wordtvroegergegeven.'xUit:erwordtgeenaanbevelingvoor
pauzegegeven.Weergave
Bijtoenemendeonoplettendheidofvermoeidj
heidvandebestuurderwordteenmeldingop hetControlDisplaymetdeaanbevelingweergej
geven,eenpauzeintelassen.
Tijdensdeweergavekunnenverschillendeinj
stellingenwordengeselecteerd.
Naeenpauzekanopz'nvroegstnacirca45mij
nutenweereenaanbevelingvoorpauzeworden weergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijnenwordtergeenofeenverj keerdewaarschuwinggegeven:'xAlsdetijdverkeerdisingesteld.'xAlsdegeredensnelheidoverwegendondercirca70km/hligt.'xBijsportieverijstijl,bijvoorbeeldbijsterkeacj
celeratieofsnelrijdendoorbochten.'xInactieverijsituaties,bijvoorbeeldvaakveranj
derenvanrijbaan.'xBijslechtetoestandvanhetwegdek.'xBijsterkezijwind.
Hetsysteemwordtcirca45minutennahetafj
zettenvandeautoteruggezet,bijvoorbeeldbij eenpauzeopeenlangeresnelwegrit.
Seite209VeiligheidBEDIENING209
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page 210 of 388

RijstabiliteitsregelsystemenUitrustingvandeauto
Indithoofdstukwordenallestandaard,landspejcifiekeenspecialeuitrustingenbeschrevendieindemodelserieaangebodenworden.Daarom
wordenerookuitrustingenenfunctiesbeschrej vendienietineenvoertuigbeschikbaarzijn,bijv.omwillevandegeselecteerdespecialeoptiesof
landuitvoering.Datgeldtookvoorveiligheidsrelej vantefunctiesensystemen.Bijgebruikvandeze
functiesensystemenmoetendegeldendewetj
tenenvoorschriftenwordennageleefd.
AntiblokkeersysteemABS
ABSvoorkomthetblokkerenvandewielentijj
denshetremmen.
Debestuurbaarheidblijftookbijnoodstopsbej
houdenwaardoordeactieveveiligheidwordtverj
hoogd.
HetABSisnahetstartenvandemotorbedrijfsj
klaar.
Remassistent
Bijsnelintrappenvanhetrempedaalveroorzaakt ditsysteemautomatischeenzohoogmogelijkerembekrachtiging.Deremwegwordtbijnoodj
stopsderhalvezokortmogelijkgehouden.Daarj bijwordenookdevoordelenvanhetantiblokjkeersysteemABSgebruikt.
Hetrempedaalingetrapthoudenzolangremmen noodzakelijkis.
Adaptieveremassistent
Incombinatiemetdeactievesnelheidsregeling
ACCzorgthetsysteemervoordatderembijhet
afremmeninkritiekesituatiesnogsnellerreaj
geert.
Wegrijassistent
Principe
Hetsysteemondersteuntbijhethellingopwaarts
wegrijden.
Wegrijden
1.Autometrempedaalopzijnplaatshouden.2.Rempedaalloslatenenvlotwegrijden.
Nahetloslatenvanhetrempedaalwordtdeauto
gedurendecirca2secondenopzijnplaatsgej
houden.
Naargelangdebeladingofbijrijdenmetaanj hangwagenkandeautoeenkleinstukjeachterjuitrollen.
MSetup
Principe
ViadetoetsM1ofM2ophetstuurkunnenindij vidueleinstellingenvoordeautowordenopgejslagenenindiennodigopnieuwwordenopgejroepen.
Algemeen
Detoetsenzijnbezetmeteenconfiguratiediebij
deautopastenkunnenindividueelwordenaanj
gepast.
Alsderijden-stand-bynaderuststandisingej
schakeld,iserstandaardeenefficiëntevoertuigj
toestandactief.Deconfiguratieviadetoetsenis
gedeactiveerd.
Seite210BEDIENINGRijstabiliteitsregelsystemen210
OnlineEditionforPartno.01405A1F5C9-X/20

Page:   < prev 1-10 ... 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 ... 390 next >