BMW X5 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 91 of 326

NaardehandbedieningwisselenIn keuzehendelstand S wordt na bediening van
een schakelpaddel permanent naar de handj bediening gewisseld.
In keuzehendelstand D wordt na bediening van
een schakelpaddel kortstondig naar de handj
bediening gewisseld.
Naardeautomatischebedieningwisselen
In keuzehendelstand D wordt teruggeschakeld
naar de automatische bediening, wanneer in
de handbediening gedurende een bepaalde
tijd voorzichtig wordt gereden, niet wordt gej accelereerd en niet via de schakelpaddelswordt geschakeld.
Afhankelijk van de transmissieuitvoering kan
als de keuzehendel nog steeds in keuzehenj
delstand D staat, naar automatische bediening
worden omgeschakeld:'yLang aan rechter schakelpaddel trekken.'yNaast het kort aan de rechter schakelpadj del trekken, tevens kort aan de linker schaj
kelpaddel trekken.
Schakelen
'yOpschakelen: kort aan de rechter schakelj
paddel trekken.'yTerugschakelen: kort aan de linker schaj
kelpaddel trekken.'yAfhankelijk van de versnellingsbakuitvoej ring kan door lang aan de linker schakeljpaddel te trekken naar de laagst mogelijke
versnelling worden teruggeschakeld.Op het instrumentenpaneel wordt kort de gej
kozen versnelling en vervolgens de ingeschaj
kelde versnelling weergegeven.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel De keuzehendelstand wordt gej
toond, bijv.: P.
Parkeervergrendelingelektronisch
ontgrendelen
Algemeen
De parkeervergrendeling elektronisch ontgrenj
delen om de auto uit de gevarenzone te maj
noeuvreren.
Ontgrendeling is alleen mogelijk wanneer de startmotor de motor kan doordraaien.
Voor het ontgrendelen van de parkeervergrenj deling de parkeerrem aantrekken, om te verjhinderen dat de auto wegrolt.
KeuzehendelstandNinschakelen1.De rem indrukken en ingedrukt houden.2.Start/stop-knop indrukken. De starter moet hoorbaar aanslaan.3.De toets op de keuzehendel indrukken,
pijl 1, en de keuzehendel naar keuzehenj delstand N drukken en vasthouden, pijl N,
tot de keuzehendelstand N in het instruj
mentenpaneel wordt weergeven.Seite 91RijdenBediening91
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 92 of 326

Er wordt een Check-Control-melding
weergegeven.4.De keuzehendel loslaten.5.Rem loslaten zodra de startmotor stopt.6.De auto uit de gevarenzone manoeuvreren en vervolgens tegen wegrollen beveiligen.
Meer informatie, zie hoofdstuk Aan- en wegj
slepen.
SteptronicSportversnellingsbak:
LaunchControl
Principe Launch Control maakt bij droge omgevingsj
omstandigheden een optimale acceleratie op
stroef wegdek mogelijk.
Algemeen
Het gebruik van Launch Control leidt tot vroegj
tijdige slijtage van onderdelen, omdat deze
functie een zeer hoge belasting voor de auto
vormt.
Launch Control niet tijdens het inrijden, zie paj gina 226, gebruiken.
Bij het wegrijden met Launch Control niet stuj ren.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Launch Control is beschikbaar bij bedrijfsj
warme motor, dus na een ononderbroken rit van minstens 10 km.
WegrijdenmetLaunchControl
Bij draaiende motor:1. Toets indrukken of met de rijbelej
vingsschakelaar SPORT+ kiezen.
Het instrumentenpaneel geeft TRACTION weer en het controlelampje voor DSC OFF
gaat aan.2.Keuzehendelstand S inschakelen.3.Met de linkervoet krachtig het rempedaal indrukken.4.Gaspedaal tot voorbij de weerstand van devolgasstand indrukken en ingetrapt houj
den, kickdown.
Op het instrumentenpaneel verschijnt een
vlagsymbool.5.Het wegrijtoerental wordt geregeld. Binnen 3 seconden de rem loslaten.
Opnieuwgebruikenbinneneenrit
Na het gebruik van Launch Control moet de
versnellingsbak circa 5 minuten afkoelen, voorj
dat Launch Control opnieuw kan worden gej
bruikt.
Launch Control stelt zich bij het opnieuw gej bruiken op de omgevingsomstandigheden in.
NahetgebruikvanLaunchControl
Ter ondersteuning van de rijstabiliteit de dynaj mische stabiliteitscontrole DSC weer inschajkelen.
Grenzenvanhetsysteem
Een geoefende bestuurder kan in de modus
DSC OFF mogelijk betere acceleratiewaarden
realiseren.
Seite 92BedieningRijden92
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 93 of 326

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Brandstofmeter\_ 1022Snelheidsmeter3Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control4Toerenteller\_1025Motorolietemperatuur\_ 1026Momenteel verbruik7Elektronische weergaven\_ 938Kilometers resetten\_103
Elektronischeweergaven
'ySelectielijsten, zie pagina 108.'yBuitentemperatuur, zie pagina 103.'yAutomatische start-stop-functie, zie paj
gina 79.'yBoordcomputer, zie pagina 108.Seite 93WeergavenBediening93
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 94 of 326

'yDatum, zie pagina 103.'yEnergieterugwinning, zie pagina 104.'yVersnellingsbakaanduiding, zie pagina 91.'yGordelwaarschuwing voor achterbank, zie
pagina 61.'yKilometer/dagteller, zie pagina 103.'yMeldingen, bijvoorbeeld Check-Control,
zie pagina 98.'yMomenteel verbruik, zie pagina 104.'yNavigatieweergave, zie Handleiding bij naj
vigatie-, entertainment- en communicatiej
systeem.'yActieradius, zie pagina 103.'yStatus, rijbelevingsschakelaar, zie paj
gina 161.'yBenodigd onderhoud, zie pagina 104.'ySpeed Limit Info, zie pagina 106.'yTijd, zie pagina 103.
Multifunctioneelinstrumentendisplay
Principe
Het instrumentendisplay is een variabele weerj
gave. Wanneer van programma wordt gewisj seld via de rijbelevingsschakelaar, past deweergave zich aan het desbetreffende projgramma aan.
Algemeen
De verandering van de weergave kan via iDriveworden gedeactiveerd.De weergaven op het instumentendisplay kunjnen gedeeltelijk van de weergaven in deze
handleiding afwijken.Seite 94BedieningWeergaven94
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 95 of 326

Overzicht1Brandstofmeter\_1022Controle- en waarschuwingslampjes\_ 983Snelheidsmeter4Variabele weergaven5Toerenteller\_102Selectielijsten\_ 108
ECO PRO-weergaven\_ 2396Motorolietemperatuur\_ 1027Boordcomputer\_1088Kilometers resetten\_ 103Veranderingvandeweergavenin-/
uitschakelen
Er kan ingesteld worden of het instrumentenj
display bij een verandering van het rijproj gramma naar de ECO PRO- of SPORT-weerj
gave automatisch wisselt naar de
overeenkomstige weergave.
Op het Control Display:1."Instellingen"2."Info-display"3."ECO PRO info"of "Rijmodusweergave"
MetnavigatiesysteemProfessional:
vergrootglasfunctiein-/uitschakelen
U kunt instellen of de actuele snelheid in de
snelheidsmeter vergroot moet worden weerj
gegeven.
Op het Control Display:
1."Instellingen"2."Info-display"3."Loepfunctie"Seite 95WeergavenBediening95
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 96 of 326

ECOPROweergeven1Snelheidsmeter2Variabele weergaven: ECO PRO-tips, Aanj
wijzingen vertragingsassistent, Weergaven bestuurdersassistentiesystemen3Efficiëntieweergave\_ 2394Transmissie-aanduiding5'yBlauw: bonusactieradius'yGrijs: reikwijdteIn het programma ECO PRO schakelt het inj
strumentendisplay om naar de ECO PRO-
weergaven. Deze weergaven ondersteuneneen zuinige rijstijl door een duidelijkere voorj stelling van de efficiëntieweergave en verschilj
lende ECO PRO-tips.Seite 96BedieningWeergaven96
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 97 of 326

Sport-weergaven1Snelheidsmeter2Toerenteller\_1023Transmissie-aanduiding4Shift Lights, bij overeenkomstige uitrusting5Vermogensweergave6Variabele weergavenIn de rijmodus Sport en Sport+ schakelt het inj
strumentendisplay naar de sportweergaven. Deze weergaven ondersteunen een sportieverijstijl door een duidelijkere weergave van de
toerenteller, de transmissie-aanduidingen en
de snelheid.
ShiftLights
Principe
Bij overeenkomstige uitrusting geven Shift
Lights het optimale schakeltijdstip in de toej renteller aan. Daarmee wordt bij sportieve rijstjijl de best mogelijke acceleratie van de auto
behaald.
Algemeen
Steptronic Sport versnellingsbak: shift Lights worden weergegeven, als het rijprogramma SPORT+ geactiveerd is.ShiftLightsinschakelen
Steptronic Sport versnellingsbak:1.SPORT+ selecteren via de rijbelevingsj
schakelaar.2.Handbediening M/S van de transmissie acj tiveren.
Weergave
Seite 97WeergavenBediening97
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 98 of 326

'yHet huidige toerental wordt op de toerenjteller weergegeven.'yPijl 1: achter elkaar geel brandende velden
wijzen op de verhoging van het toerental.'yPijl 2: achter elkaar oranje brandende
velden wijzen op het aanstaande schakelj tijdstip.'yPijl 3: velden branden rood. Uiterlijk op datmoment schakelen.
Bij het bereiken van het toegestane maximale
toerental knippert de gehele weergave. Bij het overschrijden van het maximale toerental
wordt ter bescherming van de motor de brandj
stoftoevoer verminderd.
Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systejmen een storing is opgetreden.
Algemeen
Op het instrumentenpaneel en op het Head-
Up Display wordt een Check-Control-melding weergegeven als een combinatie van controle-of waarschuwingslampjes en textuele meldinj
gen.
Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigj naal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj
mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is niet omgedaan. De gordelherinnering kan ookin werking treden als er voorwerpen op de pasjsagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Rood: De veiligheidsgordel van de bejtreffende zitplaats op de achterbank is
niet vastgemaakt.
Groen: De veiligheidsgordel van de betrefj
fende zitplaats op de achterbank is vastgej
maakt.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laj
ten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 81.
Remsysteem Remsysteem vertoont een storing.
Voorzichtig doorrijden.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gejSeite 98BedieningWeergaven98
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 99 of 326

kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijj
voorbeeld bij een dreigend botsingsgej vaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relaj
tief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Symbool op het instrumentendisplay.Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Oranjelampjes Actievesnelheidsregeling De gekozen afstand tot het voorligj
gende voertuig wordt aangegeven door
het aantal dwarsbalken.
Actieve snelheidsregeling met Stop&Go-funcj
tie, ACC, zie pagina 165.
Voertuigherkenning,actieve
snelheidsregeling
Controlelampje brandt: Voorligger gej
detecteerd.Controlelampje knippert: Aan de voorwaarden
voor het gebruik van het systeem wordt niet meer voldaan.
Het systeem is gedeactiveerd, maar remt af tot uw actieve overname door indrukken van het
rempedaal of het rijpedaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.
Direct door een Service Partner van de fabrij kant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen. Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 157.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerdofdynamische
tractiecontroleDTCgeactiveerd
Dynamische stabiliteitscontrole DSC is
gedeactiveerd of dynamische tractiej controle DTC is geactiveerd.
Dynamische stabiliteitscontrole DSC, zie paj
gina 157, en dynamische tractiecontrole DTC,
zie pagina 158.Seite 99WeergavenBediening99
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 100 of 326

BandenpechwaarschuwingRPADe bandenpechwaarschuwing meldtspanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 130.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt.
De bandenspanningscontrole meldt een lage bandenspanning of bandenj
pech.
De informatie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Het controlelampje knippert en brandt vervolj gens continu.
Er kan geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend worden.'yStoring door installaties of apparaten met dezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: Evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 126.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het stuursysteem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Emissiewaarden Storing in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 277.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een waarschuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 147.
Mistachterlicht Mistachterlichten zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht, zie pagina 119.
Groenelampjes Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.Ongewoon snel knipperen van de conj
trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 83.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.
Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling,
zie pagina 115.Seite 100BedieningWeergaven100
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 ... 330 next >