BMW X5 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 326

SnelheidswaarschuwingPrincipe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gej
waarschuwd.
Algemeen
Herhaalde waarschuwing wanneer de ingej stelde snelheid eenmaal met ten minste
5 km/h wordt onderschreden.
Snelheidswaarschuwingweergeven,
instellenofwijzigen
Via iDrive:1."Instellingen"2."Snelheid"3."Waarsch. bij:"4.Controller draaien tot de gewenste snelj
heid wordt weergegeven.5.Controller indrukken.
Snelheidswaarschuwingactiveren/
deactiveren
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Snelheid"3."Waarschuwing"4.Controller indrukken.
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Snelheid"3."Huid. snelheid overnemen"4.Controller indrukken.InstellingenophetControl
Display
Tijd
Tijdzoneinstellen1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Tijdzone:"4.Selecteer de gewenste tijdzone.
De tijdzone wordt opgeslagen.
Tijdinstellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Tijd:"4.Controller draaien tot de gewenste uren
worden weergegeven.5.Controller indrukken.6.Controller draaien tot de gewenste minuj
ten worden weergegeven.7.Controller indrukken.
De tijd wordt opgeslagen.
Weergavevormvandetijdinstellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Formaat:"4.Gewenste vorm selecteren.
Weergavevorm van de tijd wordt opgeslagen.
Automatischetijdinstelling
Afhankelijk van de uitrusting worden de tijd,
datum en evt. de tijdzone automatisch geacj tualiseerd.
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Klok autom. zetten"Seite 111WeergavenBediening111
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 112 of 326

Datum
Datuminstellen1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Datum:"4.Controller draaien tot de gewenste dag
wordt weergegeven.5.Controller indrukken.6.Instelling voor maand en jaar overeenkomj stig uitvoeren.
Datum wordt opgeslagen.
Weergavevormvandedatuminstellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Formaat:"4.Gewenste vorm selecteren.
Datumvorm wordt opgeslagen.
Taal
Taalinstellen
1."Instellingen"2."Taal/eenheden"3."Taal:"4.Gewenste taal selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Spraakdialooginstellen
Spraakdialoog voor het spraakgestuurd sysj teem, zie pagina 26.
Maateenheden
Maateenhedeninstellen
Maateenheden voor verbruik, weg/afstanden en temperatuur instellen:1."Instellingen"2."Taal/eenheden"3.Gewenst menupunt selecteren.4.Gewenste eenheid selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Helderheid
Helderheidinstellen
Helderheid van het Control Display instellen:
1."Instellingen"2."Control-display"3."Helderheid"4.Controller draaien tot de gewenste helderj
heid bereikt is.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Naargelang de lichtverhoudingen kan de regej
ling van de lichtsterkte eventueel niet direct
worden herkend.
Weergavevandehuidige
voertuigpositieactiveren/deactiveren
Is de GPS-plaatsbepaling geactiveerd, dan kan de actuele voertuigpositie op de BMW i ConjnectedDrive app of op het ConnectedDrive-klantenportaal worden weergegeven.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."GPS-tracking"3."GPS-tracking"Seite 112BedieningWeergaven112
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 113 of 326

Head-UpDisplayPrincipe
Het systeem projecteert belangrijke informatie
in het gezichtsveld van de bestuurder, bijvoorj
beeld de snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich
opnemen zonder de blik van de weg af te wenj den.
Overzicht
In-/uitschakelen
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Head-Up-display"
Weergave
Overzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj formatie weergegeven:
'ySnelheid.'yNavigatiesysteem.'yCheck-Control-meldingen.'yKeuzelijst uit het instrumentenpaneel.'yRijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen injdien nodig kortstondig weergegeven.
WeergaveninhetHead-UpDisplay
selecteren
Via iDrive:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Weergegeven informatie"4.De gewenste weergaven in het Head-Up
Display selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Helderheidinstellen
De helderheid wordt automatisch aan het omj
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan worden ingesteld. Via iDrive:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Helderheid"4.Controller draaien tot de gewenste helderj
heid bereikt is.5.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid
van het Head-Up Display ook met behulp van de instrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Hoogte"4.Controller draaien tot de gewenste hoogte is bereikt.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Seite 113WeergavenBediening113
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 114 of 326

De hoogte van het Head-Up display kan ookmet de Geheugenfunctie, zie pagina 64, opgej
slagen worden.
Rotatieinstellen Het beeld van het Head-Up Display kan om zijneigen as worden gedraaid.
Via iDrive:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Rotatie"4.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling bereikt is.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Zichtbaarheidvanhetdisplay
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt beïnvloed door de volj
gende factoren:
'yBepaalde stoelposities.'yVoorwerpen op de afdekking van het Head-Up Display.'yZonnebrillen met bepaalde polarisatiefiljters.'yNat wegdek.'yOngunstige lichtverhoudingen.
Als het beeld vervormd wordt weergegeven,de basisinstellingen door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Aanwijzingen voor het reinigen van het Head-
Up Display in acht nemen, zie pagina 296.
Specialevoorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
Daarom wordt dringend geadviseerd, de specij
ale voorruit indien nodig door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist te laten
vervangen.Seite 114BedieningWeergaven114
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 115 of 326

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingSymboolFunctieLicht uit
DagrijlichtStadslichtDimlichtHandmatige koplampverstelling bij
halogeenkoplampenInstrumentenverlichting
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
Wanneer bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend, wordt de buijtenverlichting bij deze schakelaarstanden aujtomatisch uitgeschakeld.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor evt. niet meer worden gej start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 116, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 115VerlichtingBediening115
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 116 of 326

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan één zijde als parj
keerlicht worden ingeschakeld.
Inschakelen
Bij uitgeschakeld contact de hendel circa 2 sej
conden door het drukpunt heen naar boven of
naar beneden drukken.
Uitschakelen
De hendel in tegengestelde richting kort tot
het drukpunt drukken.
Begroetings-en
thuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting bij het parkeren
van de auto schakelaarstand
of .
Sommige verlichtingsfuncties worden bij het
ontgrendelen van de auto eventueel afhankej lijk van de omgevingslichtsterkte kort ingejschakeld.
Inschakelen/uitschakelen Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Begroetingsverlichting"
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Thuiskomverlichting
Algemeen
Dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als bij uitgeschakelde standby-modus van de radio
het lichtsignaal wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Thuiskomv.:"4.Duur instellen.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Automatische
verlichtingsregeling
Principe
Het dimlicht wordt afhankelijk van de omgej
vingslichtsterkte automatisch in- of uitgeschaj keld, bijvoorbeeld in een tunnel, bij schemering
of neerslag.
Algemeen
Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden.
Bij tunneluitritten overdag wordt het dimlichtniet direct, maar pas na circa 2 min uitgeschaj
keld.
Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang het mistlicht ingeschakeld is.
Activeren Schakelaarstand:

Seite 116BedieningVerlichting116
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 117 of 326

Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nej velig weer niet herkennen. In dergelijke situj
aties moet de verlichting handmatig worden inj
geschakeld om veiligheidsrisico's te
voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Dagrijlicht"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Adaptievebochtverlichting
Principe
De adaptieve bochtverlichting is een variabele
koplampregeling, die een dynamische verlichj ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verjblinden, draait de adaptieve bochtverlichting bij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Bij grensovergangen naar landen waar aan de
andere kant van de weg wordt gereden dan in het land van toelating, kunnen de koplampenworden aangepast. De adaptieve bochtverlichjting is eventueel alleen beperkt beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adapj
tieve bochtverlichting uit een of meer systej
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 117.'yHoekverlichting, zie pagina 117.
Activeren
Schakelaarstand
bij ingeschakeld contact.
Variabelelichtverdeling De variabele lichtverdeling maakt een nog bejtere verlichting van de weg mogelijk, afhankejlijk van de snelheid.
'yStadslicht: het verlichtingsbereik van het
dimlicht wordt uitgebreid aan de zijkanten.
Het stadslicht wordt ingeschakeld wanneer
bij het accelereren niet sneller wordt gerej
den dan 50 km/h of bij het remmen langzaj
mer wordt gereden dan 40 km/h.'yAutosnelweglicht: de reikwijdte van het
dimlicht wordt vergroot. De snelwegverj
lichting wordt ingeschakeld wanneer de
snelheid gedurende 30 seconden boven
110 km/h ligt of zodra de snelheid hoger is
dan 140 km/h. De snelwegverlichting wort
uitgeschakeld langzamer wordt gereden dan 80 km/h.
Hoekverlichting
In nauwe bochten, bijvoorbeeld haarspeldj
bochten, of bij het afslaan wordt tot een bej
paald snelheidsbereik de hoekverlichting ingej
schakeld. Daardoor wordt de binnenzijde van
de bocht beter verlicht.
Seite 117VerlichtingBediening117
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 118 of 326

De hoekverlichting wordt afhankelijk van destuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch
ingeschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting
eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag auj tomatisch ingeschakeld.
Storing Er wordt een Check-Control-melding weergej
geven.
De adaptieve bochtverlichting heeft een funcj tiestoring of is uitgevallen. Het systeem door
een Service Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of specijalist laten controleren.
Handmatige
koplampverstelling
Algemeen
Bij halogeenkoplampen de lichtbundel van het dimlicht handmatig aanpassen aan de wagenj belasting om het tegemoetkomend verkeerniet te verblinden.
Zonderniveauregeling:instellingen
De waarden na het / gelden bij het trekken van
een aanhangwagen.'y0 / 1  1 tot 2 personen zonder bagage.'y1 / 1  5 personen zonder bagage.'y1 / 2  5 personen met bagage.'y2 / 2  1 persoon, bagageruimte vol.
Metniveauregeling:instellingen
De waarden na het / gelden bij het trekken van
een aanhangwagen.
'y0 / 1  1 tot 2 personen zonder bagage.'y0 / 0  5 personen zonder bagage.'y0 / 1  5 personen met bagage.
Met twee zitrijen:
'y1 / 2  1 persoon, bagageruimte vol.Met drie zitrijen:'y1 / 2  7 personen met bagage.'y2 / 2  1 persoon, bagageruimte vol.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert het optrekken en afremmen, om het tegemoetj
komend verkeer niet te verblinden en te zorgen
voor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent Principe
De grootlichtassistent herkent vroegtijdig anj dere verkeersdeelnemers en schakelt afhankej
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht autoj matisch in of uit. De functie zorgt ervoor dat
het grootlicht wordt ingeschakeld als de verj
keerssituatie dit vereist. Bij lage snelheden wordt het grootlicht door het systeem niet inj
geschakeld.
Algemeen
Het systeem reageert op de verlichting van het tegemoetkomende en voorliggende verkeeralsook op voldoende verlichting in bijvoorbeeldde bebouwde kom.
Het grootlicht kan altijd zoals gewend worden in- en uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers niet uitgeschaj
keld, maar worden alleen de gedeeltes uitgej
schakeld die het tegemoetkomend verkeer kunnen verblinden. In dit geval blijft het blauwe
controlelampje gewoon branden.
Bij grensovergangen naar landen waar aan de
andere kant van de weg wordt gereden dan in
het land van toelating, kunnen de koplampen
worden aangepast. De grootlichtassistent is
eventueel alleen beperkt beschikbaar.
Seite 118BedieningVerlichting118
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 119 of 326

Inschakelen/uitschakelen1.Afhankelijk van de uitrusting lichtschakej
laar in stand
of draaien.
2.Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukken, pijl.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpaj
neel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het inj
strumentenpaneel brandt, als het
grootlicht door het systeem wordt inj
geschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht, zie pagina 84, wordt de grootlichtj
assistent gedeactiveerd. Om de grootlichtasj sistent opnieuw te activeren, de toets op de
richtingaanwijzerschakelaar indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke bej slissing over het gebruik van het grootlicht niet
vervangen. In situaties waarin dit nodig is
daarom handmatig het grootlicht uitschakelen,
anders bestaat er een veiligheidsrisico.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke
handeling nodig zijn:
'yBij extreem ongunstige weersomstandigj heden zoals dichte mist of hevige neerslag.'yBij de waarneming van verkeersdeelnejmers met slechte eigen verlichting, zoalsvoetgangers, fietsers, ruiters, karren, bijtrein- of scheepsverkeer nabij de weg en
bij wildoversteekplaatsen.'yIn scherpe bochten, op steile hellingen, bij
kruisend verkeer of half verdekt tegemoetj
komend verkeer op de snelweg.'yIn slecht verlichte dorpen en bij sterk rej flecterende borden.'yAls de voorruit in het gebied voor de binj
nenspiegel beslagen, verontreinigd of door stickers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Stads- of dimlicht moet ingeschakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken. Het groene controlejlampje brandt bij ingeschakelde misj
tlampen.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 116, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van de mistlampen automaj
tisch ingeschakeld.
Geleidingsmistlamp
In schakelaarstand
wordt een geleiding-
mistverlichting ingeschakeld voor een bredere
verlichting tot een snelheid van 110 km/h.
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Dimlicht of mistlampen moeten ingeschakeldzijn.
Seite 119VerlichtingBediening119
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 120 of 326

In-/uitschakelenToets indrukken. Het gele controlejlampje brandt, bij ingeschakeld misj
tachterlicht.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 116, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van het mistachterlicht auj
tomatisch ingeschakeld.
Rechts-/linksrijdendverkeer
Algemeen
Bij de grensovergang naar landen waarin niet aan dezelfde kant van de weg wordt geredenals in het land van toelating, dienen de volj
gende maatregelen te worden genomen om
verblinding door de koplampen te voorkomen.
Halogeenkoplampen Bij de Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist is afplakfolie verkrijgbaar. Voor het aanj
brengen van de folie de bijgevoegde gebruiksj
aanwijzing in acht nemen.
LED-koplampen,xenonkoplampen
Koplampenomschakelen
Via iDrive:1."Instellingen"2."Licht"3."Koplampen"4."Koplampen bijstellen"
De grootlichtassistent is eventueel alleen
beperkt beschikbaar.
De adaptieve bochtverlichting is eventueel
alleen beperkt beschikbaar.Instrumentenverlichting
Instellen Voor de instelling van de lichtj
sterkte moet het stads- of dimj
licht ingeschakeld zijn.
De lichtsterkte kan met de gej
kartelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden de interij eurverlichting, de beenruimteverlichting en de omgevingsverlichting automatisch aangej
stuurd.
De helderheid wordt bij enkele uitrustingsvarij
anten door de gekartelde knop voor de instruj
mentenverlichting beïnvloed.
Overzicht1Interieurverlichting2Leeslampjes
Interieurverlichtinghandmatigaan-/
uitschakelen
Toets indrukken.
Permanent uitschakelen: toets gedurende
circa 3 seconden indrukken.
Weer inschakelen: toets indrukken.
Seite 120BedieningVerlichting120
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 330 next >