BMW X5 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 181 of 326

'yDoor andere ultrasone bronnen, bijvoorj
beeld veegmachines, stoomstraalreinigers of tl-lampen.
Om onterechte waarschuwingen te beperken,het automatisch inschakelen van de PDC bij
herkende obstakels eventueel uitschakelen,
bijvoorbeeld in de wasstraat.
Storing
Er wordt een Check-Control-melding weergej geven.
Op het Control Display wordt het detectiegej bied van de sensoren gearceerd weergegeven.
PDC is uitgevallen. Het systeem door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
SurroundView
Principe
Surround View bevat verschillende camera-asj sistentsystemen die bij het parkeren en maj noeuvreren en bij onoverzichtelijke uitritten enkruispunten ondersteuning bieden.
'yAchteruitrijcamera, zie pagina 181.'yTop View, zie pagina 184.'ySide View, zie pagina 186.
Achteruitrijcamera
Principe De achteruitrijcamera helpt bij het achterj
waarts inparkeren en manoeuvreren. Hiertoe
wordt het gebied achter de auto op het Control Display weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 182 of 326

In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
wanneer bij draaiende motor keuzehendelj stand R wordt ingeschakeld.
Automatischuitschakelenbij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een
bepaalde afstand of een bepaald snelheidsbej
reik uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Handmatigin-/uitschakelen Toets parkeerassistent indrukken.'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Op het Control Display wordt PDC weergegej
ven.
Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt,
terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld,
wordt het beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
WeergaveviaiDrivewisselen
Bij geactiveerd PDC of ingeschakeld Top View:
"Achteruitrijcamera"
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt
weergegeven.
WeergaveophetControlDisplay
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yAchteruitrijcamera is ingeschakeld.'yAchterklep is volledig gesloten.'yHet detectiegebied van de camera vrijhouj
den. Uitstekende bagage of dragersystej
men en aanhangwagens, die niet op eenaanhangwagencontactdoos aangesloten zijn, kunnen tot storingen leiden.
Hulpfunctiesactiveren
Er kunnen meerdere hulpfuncties tegelijkertijd
actief zijn.
De zoomfunctie voor aanhangergebruik kan alj leen afzonderlijk geactiveerd worden.
'yParkeerhulplijnen
"Parkeerhulplijnen"
Rijstrook- en draaicirkellijnen worden
weergegeven.
'yObstakelmarkering
"Obstakelmarkering"
Ruimtelijk gevormde markeringen worden
weergegeven.
'yTrekhaak
"Zoom trekhaak"
Zoom op trekhaak wordt weergegeven.
Manoeuvreerlijnen
Manoeuvreerlijnen kunnen in het beeld van de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het parkeren en manoeuvreren op
vlak wegdek in te schatten.
De manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de actuele stuuruitslag en worden bij stuurwielbej
wegingen continu aangepast.
Seite 182BedieningRijcomfort182
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 183 of 326

Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met maj
noeuvreerlijnen in het beeld van de achteruitrijj camera worden geprojecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de
kleinst mogelijke draaicirkel op een vlak wegj
dek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt alj leen een bochtlijn getoond.
Obstakelmarkering
Obstakels achter de auto worden geregij
streerd door de PDC-sensoren en, bij overeenj
komstige uitrusting, door de achteruitrijcaj mera.
Obstakelmarkeringen kunnen in het beeld van
de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
Zoomoptrekhaak
Om het aankoppelen van een aanhangwagente vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhanger tot de aanhangej rkoppeling kan met behulp van twee statischecirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppej
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
De zoomfunctie kan bij ingeschakelde camera
worden geactiveerd.
Inparkerenaandehandvanmanoeuvreer-enbochtlijnen
1.Auto zodanig opstellen, dat de bochtlijnenbinnen de begrenzing van de parkeerplaats
vallen.Seite 183RijcomfortBediening183
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 184 of 326

2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de rijspoorj
lijn de betreffende draaicirkellijn overdekt.
Instellingenvandeweergave
Helderheid
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Assistentiefuncties houden ook rekening met PDC-gegevens.
Aanwijzingen in het hoofdstuk PDC in acht nej
men.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecj
ten daarom niet vanaf het display.
TopView
Principe Top View biedt ondersteuning bij het inparkej
ren en manoeuvreren. Hiertoe wordt het gej
bied rondom uw auto op het Control Display weergegeven.
Algemeen
Voor de detectie worden twee in de buitenj
spiegels geïntegreerde camera's gebruikt, de
achteruitrijcamera en een camera aan de voorj
zijde van de auto.
De reikwijdte bedraagt zijdelings, voor- en achj
teraan ca. 2 m.
Obstakels binnen dit bereik worden zo in een
vroeg stadium weergegeven op het Control
Display.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 185 of 326

Camera's
Camera vooraan
Achteruitrijcamera
Camera's onder in de spiegelhuizen.Door vuil kan de beeldkwaliteit minder worden.Zo nodig de cameralens reinigen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
In de volgende situaties kan Top View slechts
beperkt worden gebruikt:
'yBij geopend portier.'yBij geopende achterklep.'yBij ingeklapte buitenspiegel.'yBij slechte lichtomstandigheden.
Het niet beschikbare camerabereik wordt gej
arceerd weergegeven.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
wanneer bij draaiende motor keuzehendelj stand R wordt ingeschakeld.
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt
weergegeven. Om naar Top View te schakelen:
"Achteruitrijcamera"
Automatischuitschakelenbij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een
bepaalde afstand of een bepaald snelheidsbej reik uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Handmatigin-/uitschakelen Toets parkeerassistent indrukken.
'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Top View wordt weergegeven.Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt,
terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld,
wordt het beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
Weergave
WeergaveophetControlDisplay De omgeving van het voertuig kan weergegej
ven worden op het Control Display.
Weergave verschijnt, zodra Top View wordt inj
geschakeld.
Als het beeld van de achteruitrijcamera wordt
afgebeeld kan naar Top View worden omgej schakeld:
Seite 185RijcomfortBediening185
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 186 of 326

"Achteruitrijcamera"
Helderheid
Bij ingeschakelde Top View:1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Top View:
1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Draaicirkel-enmanoeuvreerlijn
weergeven
'yDe statische, rode draaicirkellijn toont de
benodigde ruimte naast de auto bij vollej
dige stuuruitslag.'yDe variabele, groene manoeuvreerlijn helpt
de werkelijk benodigde ruimte naast de auto in te schatten.
De manoeuvreerlijn hangt af van de ingej
schakelde versnelling en van de actuele
stuuruitslag. De manoeuvreerlijn wordt bij stuurbeweging continu aangepast.
"Parkeerhulplijnen"
Draaicirkel- en manoeuvreerlijn worden weerj gegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Bij defecte camera wordt een Check-Control-
melding weergegeven.
SideView
Principe
Met Side View hebt u bij onoverzichtelijke uitjritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht
van het kruisend verkeer. Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de weg niet zichtbaar
zijn, worden vanaf de bestuurdersstoel slechts
zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbej
teren, detecteren een camera aan de voorzijde
en een aan de achterzijde van de auto de wegj
gedeelten schuin voor de auto.
Op de bovenste schermrand wordt getoond
welke camera actief is.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voorongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 187 of 326

Overzicht
Toetsindeauto
Side View
Camera's
Camera vooraan
Camera achteraan
Voor de detectie worden twee camera's gej bruikt.
Door vuil kan de beeldkwaliteit minder worden. Cameralenzen reinigen, zie pagina 296.
In-/uitschakelen
Handmatigin-/uitschakelen Toets indrukken.
Afhankelijk van de schakelpositie wordt het beeld van de voorste of achterste camera
weergegeven.
Automatischuitschakelen
Door het omschakelen naar een andere functie of bij het wisselen van versnelling.
Side View voor: bij het overschrijden van een
bepaalde afstand of snelheid.
Weergave
Algemeen
Weggedeelten aan de voor- of achterzijde van
de auto wordt weergegeven op het Control Display.
Helderheid
Bij ingeschakelde Side View:1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Side View:
1. Symbool selecteren.2.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Waarschuwingbijkruisendverkeer
Principe Wanneer de voorste of de achterste camera
een van opzij naderend object waarneemt, wordt het in de Side View getoond door middel
van een symbool.
Seite 187RijcomfortBediening187
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 188 of 326

Voorwaarden'ySide View ingeschakeld.'yEigen auto beweegt maximaal stapvoets.'yTer herkenning van naderende objecten isvoldoende helderheid, bijv. daglicht, noodj
zakelijk.
Weergave
Een geel symbool wordt getoond wanj
neer een naderend voertuig waargenoj
men wordt door de camera.
Een grijs symbool wordt getoond wanj
neer waarneming van het kruisende verkeer niet mogelijk is.
Grenzenvanhetsysteem
In de volgende situaties kan de waarschuwing
bij kruisend verkeer beperkt zijn:
'yBij slechte licht- en zichtomstandigheden.'yBij vuile of bedekte camera.
Grenzenvanhetsysteem
De op het Control Display getoonde objekten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. De afstand tot de objekten
daarom niet schatten op het display.
De gezichtshoek bedraagt ca. 180p.
Parkeerassistent
Principe
Het systeem biedt ondersteuning bij zijdelings
inparkeren parallel aan de weg.
Algemeen
Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt
onderscheid gemaakt tussen drie stappen:'yInschakelen en activeren.'yHet zoeken naar een parkeerruimte.'yHet inparkeren.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte
aan beide zijden van de auto op.
De parkeerassistent berekent de optimale inj parkeerlijn en neemt tijdens het parkeren de
besturing, het accelereren en het remmen over en wisselt zo nodig van versnelling. Gedurende
het parkeren de parkeerhulptoets ingedrukt
houden.
De status van het systeem en de noodzakelijke
handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
De parkeerassistent maakt gebruik van de senj
soren van de Park Distance Control, PDC.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 189 of 326

OPMERKING
De parkeerassistent kan eventueel tegen
of over stoepranden sturen. Er bestaat gevaar voor schade. Verkeerssituatie observeren en in
de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 190 of 326

WeergaveophetControlDisplay
Systeemgeactiveerd/gedeactiveerdSymj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar
niet geactiveerd. Systeem geactiveerd.
Zoekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
'yGekleurde symbolen, zie Pijlen, aan de zijj kant bij de autoweergave: Parkassistent is
geactiveerd en het zoeken naar een parj
keerruimte is actief.'yGeschikte parkeerruimten worden op het Control Display aan de rand van de weg
naast het autosymbool weergegeven. Bij actieve parkeerassistent worden de gej
schikte parkeerruimten gekleurd geaccenj
tueerd.'yParkeerprocedure actief.
Besturing is overgenomen.'yZoeken naar parkeerruimten is bij langj zaam recht vooruitrijden altijd actief, ook bijgedeactiveerd systeem. Bij gedeactiveerd
systeem worden de weergaven op het
Control Display grijs weergegeven.Inparkerenmetdeparkeerassistent
Inparkeren1. Parkeerhulptoets indrukken of achj
teruitversnelling inschakelen om de parj
keerassistent in te schakelen, zie paj gina 189. Parkeerassistent eventueel
activeren.
Parkeerassistent is geactiveerd.
2.Met een snelheid tot circa 35 km/h en een
afstand van maximaal 1,5 m langs de rij gej parkeerde voertuigen rijden.
De status van het zoeken naar een parj
keerruimte en mogelijke parkeerruimtes
worden op het Control Display weergegej ven, zie pagina 190.3.Aanwijzingen op het Control Display opvolj
gen.
Gedurende het parkeren de parkeerhulpj toets ingedrukt houden. Als de auto is gejparkeerd, wordt versnelling in keuzehenjdelstand P gezet.
De voltooiing van de parkeerprocedure wordt op het Control Display weergegej
ven.4.De parkeerstand eventueel zelf aanpassen.
Handmatigafbreken
De parkeerassistent kan op elk gewenst mojment worden afgebroken:
'yToets parkeerassistent indrukken.'y "Parkeerassistent" Symbool op het
Control Display selecteren.
Automatischafbreken
De werking van systeem wordt in de volgende
situaties automatisch afgebroken:
'yBij vasthouden van het stuur of als er zelf
gestuurd wordt.'yEventueel bij besneeuwde of gladde wej
gen.Seite 190BedieningRijcomfort190
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 ... 330 next >