BMW X5 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 241 of 326

ECOPRObesparingspotentieelEr wordt weergegeven hoeveel procent vanhet mogelijke besparingspotentieel met de acjtuele configuratie kan worden bereikt.
Weergaveophetinstrumentenpaneel
Weergaveophetinstrumentendisplay Bij het activeren van de rijmodus ECO PROwisselt de weergave naar een speciale weerj
gave.
De weergaven kunnen gedeeltelijk van de
weergave in het instrumentenpaneel afwijken.
Blauwe balksegmenten symboliseren per etappe de bijkomende bonusactieradius.
Bovendien wordt op het display de totale acj
tieradius van het aandeel van de bonusactieraj
dius blauw gemarkeerd.
ECOPRO-bonusactieradius Aanpassing van de rijstijl maakt
een verlenging van de actieraj dius mogelijk.
Dit kan als bonusactieradius in
het instrumentenpaneel worden
weergegeven.
De weergave van de actieradius bevat de boj nusactieradius.
Na het tanken wordt de bonusactieradius autoj
matisch gereset.
ECOPROefficiëntieweergaveWeergave op instrumentenpaneelWeergave op het instrumentendisplay
Een markering op de efficiëntieweergave inforj
meert over de momentele rijstijl.
Markering in het bereik pijl 1: weergave voor
energieterugwinning door uitrollen of bij het remmen.
Markering in het bereik pijl 2: weergave bij het
accelereren.
De efficiëntie van de rijstijl wordt door de kleur
van de balk weergegeven:
'yBlauwe weergave: efficiënte rijstijl, zolang de markering zich binnen het blauwe bej
reik beweegt.'yGrijze weergave: rijstijl aanpassen, bijvoorj
beeld door gas terugnemen.
De weergave wisselt naar blauw zodra alle
voorwaarden voor rijden met een optimaal verj
bruik zijn vervuld.
ECOPROtip-Rijaanwijzing De pijl geeft aan, dat de rijstijl bijvoorj
beeld door gas terugnemen gunstig voor het verbruik kan worden aangej
past.
WeergaverijstijlenECOPRO-tipsactiveren
De efficiëntieweergave en de ECO PRO tips in
het instrumentenpaneel worden weergegeven,
als de weergave ECO PRO geactiveerd is.
Weergave via iDrive activeren:
1."Instellingen"Seite 241BrandstofbesparenRijtips241
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 242 of 326

2."Info-display"3."ECO PRO info"
Bij instrumentendisplay:
1."Instellingen"2."Info-display"3."Rijmodusweergave"
ECOPROtip-SymbolenEr worden een extra symbool en een tekstaanj
wijzing weergegeven.
SymboolMaatregelVoor het efficiënt rijden minder gas
geven of anticiperend vertragen.Snelheid tot geselecteerde ECO
PRO-snelheid reduceren.Steptronic versnellingsbak: van
M/S naar D schakelen.
WeergavenophetControlDisplay
EfficientDynamics-infoweergeven Tijdens de rit kan informatie over verbruik en
techniek worden weergegeven.
Via iDrive:
1."Auto-info"2."EfficientDynamics"
EfficientDynamics-infoweergeven De momentele werking kan worden weergegejven.
"EfficientDynamics Info"
De volgende systemen worden weergegeven:
'yAutomatische start-stop-functie.'yEnergieterugwinning.'yVermogen van de airconditioning.'yUitrollen.ECOPRO-tipsweergeven
"ECO PRO tips"
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Anticipeerhulp
Principe
Het systeem helpt om brandstof te besparen en bevordert een anticiperende rijstijl. Aan de
hand van de navigatiegegevens worden bej
paalde vooruitliggende routegedeeltes vroegj
tijdig herkend worden. Er wordt een bijbehoj
rende tip weergegeven.
De gesignaleerde routegedeeltes zoals een naderende bebouwde kom of afslag vereisen
snelheidsvermindering.
Algemeen
De aanwijzing wordt gegeven zelfs als het naj
derende routegedeelte bij het rijden nog niet kan worden waargenomen.
De aanwijzing wordt weergegeven totdat het
routegedeelte is bereikt.
Bij een aanwijzing kan de snelheid verbruiksj
vriendelijk worden verminderd door het gas tej
rug te nemen en de auto te laten uitrollen tot
het bereiken van het traject.
Afhankelijk van de situatie maakt het systeem
automatisch gebruik van de motorrem door het onderbreken van de functie uitrollen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie is afhankelijk van de actualiteit en
kwaliteit van de navigatiegegevens.
De navigatiegegevens kunnen worden geacj
tualiseerd.
Seite 242RijtipsBrandstofbesparen242
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 243 of 326

Weergave
Hetcontrolelampjeophet
instrumentenpaneel
De aanwijzing voor een naderend rouj
tegedeelte wordt gegeven als ECO
PRO-tip voor anticiperend vertragen.
In de toerentalmeter geeft de
lange pijl tot het nulpunt van de
efficiëntieweergave aan, dat een
naderend routegedeelte herj
kend werd.
Op het instrumentendisplay
geeft de lange pijl in de efficiënj
tieweergave aan, dat een nadej
rend routegedeelte herkend werd.
WeergaveinhetHead-Up-Display De aanwijzing voor een naderend rouj
tegedeelte kan ook op het Head-Up- Display weergegeven worden.
WeergavenophetControlDisplay Een extra symbool geeft het herkende routej
gedeelte aan:SymboolNaderend routegedeelteSnelheidslimiet, resp. begin van de
bebouwde kom.Kruising resp. afslaan, afrit van een snelweg.Bocht.Rotonde.Anticipeerhulpgebruiken
Er wordt een naderend routegedeelte weergej
geven:1.Gas terugnemen.2.Auto laten uitrollen totdat het weergegej
ven routegedeelte is bereikt.3.Eventueel de snelheid aanpassen door te remmen.
Grenzenvanhetsysteem
De functie is in de volgende situaties niet bej
schikbaar:
'yDe snelheid ligt onder 50 km/h.'yBij tijdelijke en variabele snelheidsbegrenj zingen, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamhejden.'yBij onvoldoende kwaliteit van de navigatiejgegevens.'yBij actieve snelheidsregeling.'yBij het rijden met een aanhangwagen.
Uitrollen
Principe De functie helpt bij het besparen van brandjstof.
Daarvoor wordt onder bepaalde voorwaarden in de keuzehendelstand D de motor automajtisch van de transmissie ontkoppeld. De autorolt met minder verbruik stationair verder. De
keuzehendelstand D blijft daarbij ingeschakeld.
Deze rijmodus wordt uitrollen genoemd.
Zodra het rem- of gaspedaal wordt ingedrukt, wordt de motor automatisch weer aangekopj
peld.
Algemeen
Uitrollen maakt deel uit van de rijmodus ECO PRO.
Bij het inschakelen van de rijmodus ECO PRO met de rijbelevingsschakelaar wordt de uitrol-
functie automatisch geactiveerd.
Seite 243BrandstofbesparenRijtips243
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 244 of 326

De functie is een bepaald snelheidsbereik bejschikbaar.
Een anticiperende rijstijl helpt om de functie zo
vaak mogelijk te gebruiken en ondersteunt de
verbruiksverlagende werking van het uitrollen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie is in de rijmodus ECO PRO in het
snelheidsbereik van circa 50 km/h tot 160 km/h beschikbaar, als aan de volgendevoorwaarden is voldaan:'yGaspedaal en rempedaal worden niet bejdiend.'yKeuzehendel in keuzehendelstand D.'yMotor en transmissie op bedrijfstemperaj
tuur.
Bedieningviaschakelpaddels
Principe
Afhankelijk van de uitvoering kan de rijtoej stand uitrollen via de schakelpaddels worden
beïnvloed.
Uitrollenviadeschakelpaddelsactiveren, deactiveren
1.Door aan de rechter schakelpaddel te trekj
ken naar de hoogst mogelijke versnelling schakelen.2.De rechter schakelpaddel voor het activej
ren van de rijtoestand uitrollen nogmaals bedienen.
Voor het deactiveren de linker schakelpaddel
bedienen.
Weergave Weergaveinhetinstrumentenpaneel De markering in de efficiëntiej
weergave onder de toerenteller
heeft een blauwe achtergrond
en staat op nul. De toerenteller
geeft ongeveer stationair toerental aan.
De weergave van het zeilpunt wordt tijdens het
uitrollen verlicht in het nulpunt.
Weergaveophetinstrumentendisplay De markering in de efficiëntiej
weergave is blauw gemarkeerd
en bevindt zich op het nulpunt.
De weergave van het zeilpunt
wordt tijdens het uitrollen verj
licht in het nulpunt.
WeergavenophetControlDisplay
In het EfficientDynamics-venster wordt weerj
gegeven als de uitrol-functie actief is.
Kleur blauw, pijl 1, en symbool, pijl 2: uitrollen.
EfficientDynamics-infoweergeven
1."Auto-info"2."EfficientDynamics"3. "EfficientDynamics Info"
Functiehandmatigdeactiveren De functie kan in het menu ECO PRO configujreren gedeactiveerd worden, bijvoorbeeld omde remwerking van de motor bij afdalingen tegebruiken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Grenzenvanhetsysteem
De functie is niet beschikbaar, als aan een van
de volgende voorwaarden is voldaan:
Seite 244RijtipsBrandstofbesparen244
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 245 of 326

'yDSC OFF of TRACTION geactiveerd.'ySnelheidsregeling geactiveerd.'yBij het rijden in het dynamische grensgejbied.'yBij het rijden op steile hellingen of afdalinj
gen.'yBij het rijden met een aanhangwagen.'yAls de laadtoestand van de accu tijdelijk te
laag is.'yAls de stroombehoefte in het boordnet te
groot is.Seite 245BrandstofbesparenRijtips245
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 246 of 326


Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 247 of 326

Mobiliteit
Om uw mobiliteit altijd te garanderen, krijgt u
hier belangrijke informatie over brandstoffen, wielen en banden, onderhoud en pechhulp.Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 248 of 326

TankenUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Algemeen Voor het tanken eerst de aanwijzingen over debrandstofkwaliteit, zie pagina 250, lezen.
Bij auto's met een dieselmotor is de vulopej
ning uitgevoerd voor het tanken van diesel.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de
brandstoftoevoer naar de motor in gevaar koj
men. Het functioneren van de motor is niet gej
waarborgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijd tanken.'

Page 249 of 326

SluitenWAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan
bij het vastdraaien worden ingeklemd en platj gedrukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word ingeklemd of platgedrukt.'

Page 250 of 326

BrandstofUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Brandstofkwaliteit Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast
aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de winter wordt aangeboden vereenvoudigtbijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj verbruik zwavelvrij of zo mogelijk zwavelarm
zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej
taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worj
den gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethanolgehalte van 10 %, dus E10, worden gej
tankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar
dat verschillende benzinekwaliteiten kunnen
worden getankt.Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niet
tanken of aan de brandstof toevoegen:'yLoodhoudende benzine.'yMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist.'

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 330 next >