BMW X5 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 71 of 326

zijn. Indien mogelijk de hoogte van de hoofdj
steunen aanpassen of deze verwijderen.'

Page 72 of 326

KinderzitjesbevestigingISOFIXAlgemeenVoor het aanbrengen en gebruiken van ISOj
FIX-kinderveiligheidssystemen de bedienings-en veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem opvolgen.
GeschikteISOFIXkinderveiligheidssystemen
De volgende ISOFIX-kinderveiligheidssystej
men mogen op de daartoe geschikte zitplaatj sen worden gebruikt. De betreffende groottejklasse en groottecategorie wordt op eensticker op het kinderzitje aangegeven als letter
of ISO-specificatie. GroepGewicht
van het
kindLeeftijd bij
benaderingKlasse/categoj
rie m a)Pasj
saj
giers
stoel,
airj
bag
ONPasj
saj
giers
stoel,
airj
bag
OFFAchterj
bank,
buitenj
ste zitj
plaatsen
2e zitj
tingrijAchj
terj
bank,
midj
den
2e zitj
tingrijAchj
terj
bank
3e zitj
tingrijBabydraagtasF - ISO/L1
G - ISO/L2X
XIL
ILIL
ILX
XX
X0Tot 10 kgTot
9 maandenE - ISO/R1XILILXX0+Tot 13 kgTot
18 maanj
denE - ISO/R1
D - ISO/R2
C - ISO/R3X
X
XIL
IL
ILIL
IL
ILX
X
XX
X
XI9 - 18 kgTot 4 jaarD - ISO/R2
C - ISO/R3
B - ISO/F2
B1 - ISO/F2X
A - ISO/F3X
X
X
X
XIL
IL
IL,IU
F
IL,IU
F
IL,IU
FIL
IL
IL,IUF
IL,IUF
IL,IUFX
X
X
X
XX
X
X
X
Xa) Bij gebruik van kinderzitjes op de achterbank eventueel de lengte-instelling van de voorstoel
aanpassen en de hoofdsteunen van de achterbank aanpassen of verwijderen.IL: geschikt voor ISOFIX kinderveiligheidssystemen in de categorie semi-universeel, als de auto
en de zitplaats in de voertuigtypelijst van de fabrikant van het kinderveiligheidssysteem zijn verj
meld.Seite 72BedieningKinderenveiligvervoeren72
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 73 of 326

GroepGewicht
van het
kindLeeftijd bij
benaderingKlasse/categoj
rie m a)Pasj
saj
giers
stoel,
airj
bag
ONPasj
saj
giers
stoel,
airj
bag
OFFAchterj
bank,
buitenj
ste zitj
plaatsen
2e zitj
tingrijAchj
terj
bank,
midj
den
2e zitj
tingrijAchj
terj
bank
3e zitj
tingrijIUF: geschikt voor naar voren gerichte ISOFIX-kinderveiligheidssystemen in de categorie Unij versal die voor toepassing in deze gewichtsklasse geschikt zijn.X: de stoel is niet met bevestigingspunten voor het ISOFIX-systeem uitgerust of goedgekeurd.BevestigingenvoorondersteISOFIX-verankeringen
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Als de ISOFIX-kinderveiligheidssystej
men niet correct vergrendeld zijn, kan de bej schermende werking van de ISOFIX-kinderveijligheidssystemen verminderd zijn. Er bestaatkans op letsel of levensgevaar. Erop letten datde onderste verankering correct vergrendeld isen dat het ISOFIX-kinderveiligheidssysteemstrak tegen de leuning aan ligt.'

Page 74 of 326

Voor de bovenste bevestigingsriem van ISOj
FIX-kinderzitjes zijn er twee bevestigingspunj
ten.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
De bevestigingspunten voor de bovenste
bevestigingsriemen van een kinderveiligheidsj
systeem zijn alleen bedoeld voor deze bevestij
gingsriemen. Bij het bevestigen van andere
voorwerpen kunnen de bevestigingspunten worden beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. Alleen kinderveiligheidssystemen aan
de bovenste bevestigingsriemen bevestigen.'

Page 75 of 326

'yBMW Junior Seat groep 2/3'yISOFIX Base
Beveiligingvanportierenen
ruitenachterin
Achterportieren
Vergrendelingshendel aan de achterportieren
naar boven schuiven.
Het betreffende portier kan alleen van buitenaf worden geopend.
Veiligheidsschakelaarvoorachterin Toets van het bestuurdersportier inj
drukken.
LED licht bij ingeschakelde veiligheidsfunctie.
Verschillende functies worden geblokkeerd en kunnen achterin niet worden bediend, Veiligjheidsschakelaar.
Seite 75KinderenveiligvervoerenBediening75
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 76 of 326

RijdenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt het contact in-
of uitgeschakeld en wordt de
motor gestart.
De motor start als bij het indrukj
ken van de start/stop-knop het rempedaal
wordt ingedrukt.
Contactaan Start/stop-knop indrukken, rem daarbij niet inj
drukken.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.
De controle- en waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel branden niet allemaal even lang.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om leeglopen van de accu te voorkomen.
Contactuit
Start/stop-knop opnieuw indrukken, rem daarj bij niet indrukken.Alle controlelampjes in het instrumentenpaj
neel doven.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Veiligheidsmaatregelen
Bij het uitschakelen van het contact wordt auj
tomatisch keuzehendelstand P ingeschakeld,
als keuzehendelstand D of R ingeschakeld is.
Het contact wordt bij stilstaande auto en afgej
zette motor onder de volgende omstandighej
den automatisch uitgeschakeld:'yBij het vergrendelen, ook bij ingeschakeld
dimlicht.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.'yBij het openen of sluiten van het bestuurj dersportier, wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder is afgedaan en het dimj
licht is uitgeschakeld.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel van de bestuurder, wanneer het bestuurderj
sportier is geopend en het dimlicht is uitj
geschakeld.'yBij het openen van de voorportieren, als niemand op de voorstoelen zit.
Na circa 15 minuten zonder verdere bediening
wordt van dimlicht op stadslicht omgeschaj
keld.
Standby-modusvanderadio
Algemeen
Bij standby-modus van de radio blijven een aantal stroomverbruikers gebruiksklaar.
Activeren Bij draaiende motor de start/stop-knop indrukjken.
Seite 76BedieningRijden76
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 77 of 326

Bij stilstaande motor en ingeschakeld contact
wordt de radio bij het openen van het portier automatisch in stand-by geschakeld, als het
licht uitgeschakeld is, of met specifieke uitrusj ting, de dagrijverlichting ingeschakeld is.
De standby-modus van de radio blijft ingej
schakeld als het contact bijvoorbeeld wegens
de volgende redenen automatisch wordt uitgej
schakeld:'yOpenen en sluiten van het bestuurdersporj tier.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.'yBij automatisch omschakelen van het dimj
licht naar stadslicht.
Automatischuitschakelen
De standby-modus van de radio wordt in de
volgende situaties automatisch uitgeschakeld:
'yNa circa 8 minuten.'yBij het vergrendelen van de auto met de centrale vergrendeling.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.
Startenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de
auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. In het uitlaatgas bevindt zich het
kleur- en reukloze, maar giftige koolmonoxide. In gesloten ruimten kunnen de uitlaatgassen
zich ook buiten de auto ophopen. Er bestaat
levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor
voldoende ventilatie zorgen.'

Page 78 of 326

AfzettenvandemotorVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto in beweging zetten en zichzelf of het verkeer ingevaar brengen, bijv. door de volgende handejlingen:'yIndrukken van de start/stop-knop.'yParkeerrem vrijzetten.'yPortieren of ruiten openen en sluiten.'yKeuzehendelstand N inschakelen.'yUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 79 of 326

WeergaveninhetinstrumentenpaneelDe weergave geeft aan dat de
automatische start-stop-functie
klaar is voor het automatisch
starten van de motor.
De weergave geeft aan dat niet voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Beperktewerking De motor wordt in de volgende situaties niet
automatisch afgezet:'yBuitentemperatuur te laag.'yHoge buitentemperatuur en airconditioj ning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yMotor is nog niet op bedrijfstemperatuur.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yNa het achteruitrijden.'yRuiten beslaan terwijl de automatische airj
conditioning is ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yHill Descent Control HDC is geactiveerd.'yInparkeersysteem is geactiveerd.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'yKeuzehendel in stand N, M/S of R.'yGebruik van brandstof met hoog ethanolj
gehalte.
Startenvandemotor
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:
'ySteptronic transmissie: door loslaten van het rempedaal.Bij geactiveerde Automatic Hold: gaspej
daal indrukken.
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitschakej
ling niet automatisch, wanneer aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
'yVeiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.'yDe motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschilj
lend lang.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop gej
start worden.
Beperktewerking Ook wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situj
aties automatisch:
'ySterk opwarmend interieur terwijl de koelj
functie is ingeschakeld.'yTijdens het sturen.'ySteptronic versnellingsbak: wisselen van de keuzehendelstand van D naar N, R of
M/S.'ySteptronic versnellingsbak: wisselen van de keuzehendelstand van P naar N, D, R of
M/S.'yRuiten beslaan terwijl de automatische airj
conditioning is ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'ySterk afkoelend interieur terwijl de verwarj
ming is ingeschakeld.Seite 79RijdenBediening79
Online Edition for Part no. 01 40 2 915 504 - X/16

Page 80 of 326

Systeemhandmatigdeactiveren/
activeren
Mettoetsen
Toets indrukken.
'yLED brandt: automatische start-stop-funcj
tie is gedeactiveerd.
Tijdens een automatische motorstop wordt
de motor gestart.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop
worden afgezet of gestart.'yLED dooft: automatische start-stop-functie is geactiveerd.
Autouitzettentijdensautomatische
motorstop
Bij een automatische motorstop kan de auto
veilig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoorj beeld om deze te kunnen verlaten.
Steptronic versnelling:
1.Start/stop-knop indrukken. Het contact wordt uitgeschakeld. De automatische
start-stop-functie is gedeactiveerd.
De keuzehendelstand P wordt automatisch
ingeschakeld.2.Parkeerrem bedienen.
Motorstart zoals gewoonlijk via de start/stop-
knop.
Automatischedeactivering In bepaalde situaties wordt de automatischestart-stop-functie automatisch gedeactiveerd
om de veiligheid te garanderen, bijv. wanneerwordt herkend dat de bestuurder niet aanwejzig is.
Storing De automatische start-stop-functie schakelt
de motor niet meer automatisch uit. Er wordt een Check-Control-melding weergegeven.Verder rijden is niet mogelijk. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Parkeerrem Principe
De parkeerrem dient om de stilstaande auto te
beschermen tegen wegrollen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 330 next >