BMW X5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 376

Gemiddeldewaardenresetten
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar ingej
drukt houden.
Afstandtotreisdoel Afhankelijk van de uitrusting wordt nog de restej
rende afstand tot het reisdoel wordt weergegej ven als er voor het begin van de rit een bestemjming in het navigatiesysteem is ingevoerd.
De afstand tot het reisdoel wordt automatisch
overgenomen.
Aankomsttijd Afhankelijk van de uitrustingwordt de verwachte aankomsttijd
wordt weergegeven als voor bej
gin van de rit een bestemming in
het navigatiesysteem is ingej
voerd.
Voorwaarde is een correct ingestelde tijd.
SpeedLimitInfo Speed Limit Info toont in het instrumentenpaneel
de actueel herkende snelheidsbeperking.
Kompas Met navigatiesysteem: kompasj
weergave t.o.v. de rijrichting.
BoordcomputerophetControl
Display
PrincipeDe boordcomputer toont verschillende gegevensvan de auto op het Control Display, zoals de gej
middelde waarden.
Algemeen Op het Control Display staan twee verschillendeboordcomputers ter beschikking:'x"Boordcomputer": Er worden gemiddeldewaarden, zoals het verbruik, weergegeven.
De waarden kunnen afzonderlijk teruggezet worden.'x"Reiscomputer": Waarden geven een overj
zicht van een bepaald traject en kunnen willej
keurig vaak teruggezet worden.
Boordcomputerofreis-
boordcomputeroproepen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
Boordcomputerterugzetten Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer"4."Verbruik" of "Snelheid"5."OK"
Reis-boordcomputerresetten Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Reiscomputer"Seite 151WeergavenBEDIENING151
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 152 of 376

4.Controller eventueel naar links kantelen.'x "Terugzetten": alle waarden worden
teruggezet.'x "Automatische reset": alle waarden
worden na circa 4 uur stilstand van de
auto teruggezet.5.Evt. "OK"
Sportweergaven
Algemeen
In het Control Display kunnen bij overeenkomj
stige uitrusting de actuele waarden voor vermoj
gen en koppel worden weergegeven.
Sportweergavenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Sportdisplays"
Snelheidswaarschuwing
Principe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gewaarj
schuwd.
Algemeen
Er wordt opnieuw gewaarschuwd als de ingej
stelde snelheidslimiet na een onderschrijding van 5 km/h opnieuw wordt overschreden.
Snelheidswaarschuwing
weergeven,instellenofwijzigen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Waarschuwing bij:"5.Controller draaien tot de gewenste snelheid
wordt weergegeven.6.Controller indrukken.
Snelheidswaarschuwing
activeren/deactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Snelheidswaarschuwing"
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Huidige snelheid overnemen"
Head-UpDisplay
Principe Het systeem projecteert belangrijke informatie in
het gezichtsveld van de bestuurder, bijvoorbeeld
de snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich opj nemen zonder de blik van de weg af te wenden.
Seite 152BEDIENINGWeergaven152
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 153 of 376

Overzicht
In-/uitschakelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Head-up display"
Weergave
Overzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj
formatie weergegeven:
'xSnelheid.'xNavigatieaanwijzingen.'xCheck-Control-meldingen.'xKeuzelijst uit het instrumentenpaneel.'xRijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen indien nodig kortstondig weergegeven.
WeergaveninhetHead-UpDisplay
selecteren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Weergegeven informatie"6.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Helderheidinstellen De helderheid wordt automatisch aan het omgej
vingslicht aangepast.
De basisinstelling kan handmatig worden ingej
steld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helderj heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid vanhet Head-Up Display ook met behulp van de injstrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel gej
bruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogte is
bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Seite 153WeergavenBEDIENING153
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 154 of 376

De hoogte van het Head-Up display kan ook metde Geheugenfunctie, zie pagina 103, opgeslagen
worden.
Rotatieinstellen Het beeld van het Head-Up Display kan om zijneigen as worden gedraaid.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instelling bereikt is.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Zichtbaarheidvanhetdisplay De zichtbaarheid van de weergaven in het Head-Up Display wordt be

Page 155 of 376

VerlichtingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Overzicht
Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het stuurj
wiel.
SymboolFunctieMistachterlicht.Mistlamp.Automatische verlichtingsregeling.
Adaptieve lichtfuncties.SymboolFunctieLicht uit.
Dagrijlicht.Parkeerlicht.Dimlicht.Handmatige koplampverstelling.Instrumentenverlichting.
Stads-,dim-en
parkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitgej
schakeld als bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd ingej
schakeld laten, anders wordt de accu ontladen en kan de motor eventueel niet meer worden gej
start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht, zie
pagina 156, inschakelen.
Dimlicht Schakelaarstand:

Seite 155VerlichtingBEDIENING155
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 156 of 376

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan

Page 157 of 376

Bij tunneluitritten overdag wordt het dimlicht nietdirect, maar pas na circa 2 min uitgeschakeld.
Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang het misj
tlicht ingeschakeld is.
Activeren
Schakelaarstand:

Het controlelampje in het instrumentenpaneel brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem Het inschatten van de verlichting valt, ondanksde automatische verlichtingsregeling, onder de
verantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nevelig weer niet herkennen. In dergelijke situaties moet
de verlichting handmatig worden ingeschakeld
om veiligheidsrisico's te voorkomen.
Dagrijlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Adaptieve
verlichtingsfuncties
Principe Adaptive verlichtingsfuncties zorgen voor een
dynamische verlichting van de weg.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering bestaan de adapj tieve verlichtingsfuncties uit

Page 158 of 376

StadslichtHet verlichtingsbereik van het dimlicht wordt uitjgebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting
De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Hoekverlichting In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeldbochjten, of bij het afslaan wordt tot een bepaald sneljheidsbereik een hoekverlichting ingeschakeld datde binnenbocht beter verlicht.
De hoekverlichting wordt afhankelijk van de
stuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch inj
geschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag autoj
matisch ingeschakeld.
Handmatige koplampverstelling
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering moet u de lichtbunj del van het dimlicht handmatig aanpassen aan de belading van de auto, om het tegemoetkojmend verkeer niet te verblinden.
Zonderniveauregeling:
instellingen
De waarden na het / gelden bij het trekken van
een aanhangwagen.
'x0/1  1 tot 2 personen zonder bagage.'x1/1  5 personen zonder bagage.'x1/2  5 personen met bagage.'x2/2  1 persoon, bagageruimte vol.
Metniveauregeling:instellingen
De waarden na het / gelden bij het trekken van
een aanhangwagen.
'x0/1  1 tot 2 personen zonder bagage.'x0/0  5 personen zonder bagage.'x0/1  5 personen met bagage.
Met twee zitrijen:
'x1/2  1 persoon, bagageruimte vol.
Met drie zitrijen:
'x1/2  7 personen met bagage.'x2/2  1 persoon, bagageruimte vol.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseertacceleraties en afremmen, om het tegemoetkoj
mend verkeer niet te verblinden en te zorgen voor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent
Principe De grootlichtassistent herkent vroegtijdig andereverkeersdeelnemers en schakelt afhankelijk van
de verkeerssituatie het grootlicht automatisch in of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het grootj
licht wordt ingeschakeld als de verkeerssituatie
dit toelaat. Bij lage snelheden wordt het grootj licht door het systeem niet ingeschakeld.
Het systeem reageert op de verlichting van tej
genliggers en voorliggers alsook op de omgej vingsverlichting, bijvoorbeeld in de bebouwde
kom.
Het grootlicht kan altijd manueel worden in- en
uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt het
grootlicht bij tegenliggers of voorliggers niet uitj
geschakeld, maar worden alleen de gedeeltes
uitgeschakeld die het tegemoetkomend of voorj
Seite 158BEDIENINGVerlichting158
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 159 of 376

liggend verkeer kunnen verblinden. In dit gevalblijft het blauwe controlelampje gewoon branden.
Als de koplampen worden veranderd, is degrootlichtassistent eventueel slechts beperkt bej
schikbaar.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand afhankelijk van de uitrusting:
,
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukj ken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het conjtrolelampje in het instrumentenpaneel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het instruj
mentenpaneel brandt, als het grootlicht
door het systeem wordt ingeschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het
grootlicht, zie pagina 124, wordt de grootlichtasj
sistent gedeactiveerd.
Om de grootlichtassistent opnieuw te activeren,
de toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke beslisj
sing over het gebruik van het grootlicht niet verj
vangen. In situaties waarin dit nodig is daarom
handmatig het grootlicht uitschakelen.
In de volgende situaties werkt het systeem niet of slechts beperkt en kan een persoonlijke hanj
deling nodig zijn:'xBij extreem ongunstige weersomstandighej den zoals dichte mist of hevige neerslag.'xBij de waarneming van verkeersdeelnemers
met slechte eigen verlichting, zoals voetganj
gers, fietsers, ruiters, karren, bij trein- of
scheepsverkeer nabij de weg en bij wildoverj steekplaatsen.'xIn scherpe bochten, op steile hellingen, bijkruisend verkeer of half verdekt tegemoetkojmend verkeer op de snelweg.'xIn slecht verlichte dorpen en bij sterk reflectejrende borden.'xAls de voorruit in het gebied voor de binnenjspiegel beslagen, verontreinigd of door sticj
kers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp
Principe
De mistlamp zorgt samen met het dimlicht voor
een bredere verlichting van de weg.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het groene controlelampje brandt bij inj
geschakelde mistlampen.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie paj gina 156, is ingeschakeld, wordt het dimlicht bij
het inschakelen van de mistlampen automatisch
ingeschakeld.
Seite 159VerlichtingBEDIENING159
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 160 of 376

Geleidingsmistlamp
Schakelaarstand:

De lichtspreiding van het dimlicht wordt eventuj
eel afhankelijk van de rijsnelheid aangepast bij mist.
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moeten het dimlicht of de mistlampen ingeschaj
keld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het gele controlelampje brandt als het
mistachterlicht is ingeschakeld.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie paj
gina 156, is ingeschakeld, wordt het dimlicht bij
het inschakelen van het mistachterlicht automaj tisch ingeschakeld.
Rechts-/linksrijdendverkeer
Algemeen Bij rijden in landen waarin niet aan dezelfde kantvan de weg wordt gereden als in het land van toelating, dienen de volgende maatregelen te
worden genomen om verblinding door de kopj lampen te voorkomen.
Halogeenkoplampen
Bij de Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of specialist is afplakfolie verkrijgbaar. Voor het aanbrengenvan de folie de bijgevoegde gebruiksaanwijzing inacht nemen.
LED-koplampen,
xenonkoplampen
Koplampenomschakelen Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Rechts-/linksrijdend verkeer"6.Gewenste instelling selecteren.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent is eventueel alleen beperkt
beschikbaar.
De adaptieve verlichtingsfuncties zijn mogelijk alj
leen beperkt beschikbaar.
Instrumentenverlichting
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor de instelling van de lichtsterkte moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
Instellen De lichtsterkte kan met de gekarjtelde knop worden ingesteld.
Interieurverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden de interij eurverlichting, de beenruimteverlichting en de
omgevingsverlichting automatisch aangestuurd.
Seite 160BEDIENINGVerlichting160
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 380 next >