BMW X5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 281 of 376

LED in de toets brandt rood als de kogelkopniet correct vergrendeld is.
Kogelkopnaarbuitendraaien1.Bagageruimte openen.2.Niet in het zwenkbereik van de kogelkop achj ter de auto gaan staan.3. Toets in de bagageruimte indrukken.
Kogelkop draait naar buiten. LED in de toets
knippert groen.4.Wachten tot de kogelkop de eindpositie bej
reikt heeft.
Kogelkopnaarbinnendraaien
1.Aanhangwagen of bagagedrager afkoppelen,
eventuele componenten koersstabiliseringsj
systeem verwijderen en de stekker voor de stroomvoorziening van de aanhangwagen
alsook evt. adapter uit de contactdoos verwijj
deren.2. Toets in de bagageruimte indrukken.
Kogelkop draait naar binnen. LED in de toets knippert groen.3.Wachten tot de kogelkop de eindpositie bej
reikt heeft.
Automatischonderbrekenof
omkerenvandezwenkbeweging
Algemeen
Het naar buiten of binnen zwenken wordt autoj
matisch onderbroken of omgekeerd of niet uitgej
voerd als de stroomlimietwaarde overschreden
wordt, bijvoorbeeld bij zeer lage temperaturen of bij mechanische weerstanden.
Zwenkprocedurebijdraaiende
motorherhalen
1.Motor starten met de Start-/stopknop.2. Toets in de bagageruimte zo lang inj
drukken, tot de kogelkop volledig is in- of uitj
geklapt.
Zo nodig zwenkprocedure bij ingedrukte toets en
draaiende motor herhalen.
De LED in de toets brandt groen als de kogelkop een eindstand heeft bereikt.
Als het probleem zich herhaalt, contact opnemen met een Service Partner van de fabrikant of een
andere gekwalificeerde Service Partner of specij
alist.
Aanhangwagencontactdoos
De aanhangwagencontactdoos bevindt zich aan
de trekhaak.
Afdekking naar beneden klappen.
Oogvoorborgkabel
Er bevindt zich een oog aan de trekhaak voor het
vergrendelen van de aanhangwagen-borgkabel.
Voor meer veiligheid de aanhangwagen-borgkaj
bel tijdens het rijden met aanhangwagen in het oog bevestigen.
Seite 281RijdenmeteenaanhangwagenRIJTIPS281
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 282 of 376

Let erop dat de beveiligingskabel vrij kan bewej
gen en niet over de grond sleept.Seite 282RIJTIPSRijdenmeteenaanhangwagen282
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 283 of 376

BrandstofbesparenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Algemeen
Uw auto bevat geavanceerde technologie

Page 284 of 376

Hiervoor voldoende afstand tot voorliggers houjden.
Hogemotortoerentallen vermijden
Bij rijden met een lager motortoerental nemenhet brandstofverbruik en de slijtage af.
Evt. de schakelpuntindicator, zie pagina 147, van
de auto in acht nemen.
Afremmenopdemotor
Ga bij het naderen van een rood verkeerslicht van het gaspedaal en laat de auto uitrollen.
Bij hellingafwaarts rijden het gaspedaal loslaten
en de auto laten uitrollen.
De brandstoftoevoer wordt bij vaart minderen onderbroken.
Motorbijlangerstoppenafzetten
Motorafzetten Motor bij langere stops, bijvoorbeeld bij verj
keerslichten, overwegen of in de file, afzetten.
Automatischestart-stop-functie De automatische start-stop-functie van de auto
zet de motor tijdens een stop automatisch af.
Indien de motor uitgezet en aansluitend opnieuw
gestart wordt, dalen het brandstofverbruik en de
uitstoot in vergelijking met een continu draaiende
motor. Al bij een motorstop van enkele seconden
zijn besparingen mogelijk.
Het brandstofverbruik hangt bovendien af van
andere factoren zoals rijstijl, toestand van de
weg, onderhoud en omgevingsomstandigheden.
Schakelniet-gebruikte
functiesuit
Functies als bijvoorbeeld stoel- of achterruitverj
warming vragen veel energie en verkleinen de actieradius, met name in het stadsverkeer en bij
stilstaand en langzaamrijdend verkeer.
Deze functies uitschakelen wanneer zij niet worj den gebruikt.
De rijmodus ECO PRO ondersteunt het energiej zuinige gebruik van comfortfuncties. Deze funcj ties worden automatisch gedeeltelijk of volledig
gedeactiveerd.
Onderhoudlatenuitvoeren
Auto regelmatig laten onderhouden om een optij
maal rendement en een lange levensduur te bej
reiken. BMW adviseert onderhoudswerkzaamhej
den door een BMW Service Partner te laten
uitvoeren.
Hiervoor ook het BMW onderhoudssysteem, zie
pagina 325, in acht nemen.
ECOPRO
Principe
ECO PRO ondersteunt een rijstijl die het verbruik verbetert. Hiervoor worden de motorregeling en
comfortfuncties, zoals het vermogen van de airj conditioning, aangepast.
Onder bepaalde omstandigheden wordt in keuj
zehendelstand D de motor van de transmissie
ontkoppeld. De auto rolt in dat geval met statioj nair lopende motor uit om het verbruik te optimaj
liseren. De keuzehendelstand D blijft ingeschaj keld.
Bovendien kunnen afhankelijk van de situatie
aanwijzingen worden weergegeven, die helpen
met een optimaal verbruik te rijden.
Seite 284RIJTIPSBrandstofbesparen284
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 285 of 376

De verkregen afstandswinst kan in het instruj
mentenpaneel als bonusactieradius worden
weergegeven.
Algemeen
Het systeem omvat de volgende functies en
weergaven van EfficientDynamics:'xECO PRO-bonusactieradius, zie pagina 286.'xWeergave activeren/deactiveren, zie paj
gina 286.'xECO PRO-klimaatregeling, zie pagina 285.'xAnticipeerhulp, zie pagina 287.'xRijtoestand uitrollen, zie pagina 289.
Overzicht
Rijbelevingsschakelaar
ECOPROactiveren Toets zo vaak indrukken tot in het inj
strumentenpaneel ECO PRO wordt
weergegeven.
ECOPROconfigureren
Viarijbelevingsschakelaar
1.ECO PRO activeren.2."ECO PRO configureren"3.Gewenste instelling selecteren.ViaiDrive1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3.Evt. "Rijmodus"4."ECO PRO configureren"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Functiesactiveren/deactiveren De volgende functies kunnen geactiveerd/
gedeactiveerd worden:
'x"ECO PRO limiet"'x"ECO PRO klimaatbediening"'x"Uitrollen in vrijloop"'x"Anticipeerhulp"
De instellingen worden opgeslagen voor het moj
menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
ECOPROLimit
'xECO PRO-limiet activeren:
"ECO PRO limiet":
Een ECO PRO-tip verschijnt als de snelheid van de ingestelde ECO PRO-limiet wordt
overschreden.'xSnelheid ECO PRO-limiet instellen:
"Aanwijzing bij:"
Gewenste snelheid selecteren.
ECOPRO-klimaatregeling
"ECO PRO klimaatbediening"
De klimaatregeling wordt ten gunste van een
laag verbruik aangepast.
Hierdoor is er sprake van een geringe afwijking t.o.v. de ingestelde temperatuur, d.w.z. het langj
zamer verwarmen of afkoelen van het interieur vindt daarom mogelijk plaats ten gunste van het
verbruik.
Bovendien wordt het vermogen van de stoel- en
spiegelverwarming verminderd.
Seite 285BrandstofbesparenRIJTIPS285
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 286 of 376

UitrollenMet de ECO PRO-rijmodus Uitrollen, is het moj
gelijk de auto met stationair lopende motor te laj ten uitrollen om het verbruik te optimaliseren.
Om de remwerking van de motor bij hellingen te
kunnen gebruiken, de functie deactiveren.
ECOPRObesparingspotentieel Er wordt weergegeven hoeveel procent van het
mogelijke besparingspotentieel met de actuele configuratie kan worden bereikt.
Weergaveinhet
instrumentenpaneel
Weergaveophet
instrumentendisplay
Bij het activeren van de rijmodus ECO PRO wisj
selt de weergave naar een speciale weergave.
Blauwe balksegmenten symboliseren per etappe
de bijkomende bonusactieradius.
Bovendien wordt op het display de totale actieraj
dius van het aandeel van de bonusactieradius blauw gemarkeerd.
ECOPRO-bonusactieradius Aanpassing van de rijstijl maakt
een verlenging van de actieradius
mogelijk.
Dit kan als bonusactieradius in het
instrumentenpaneel worden
weergegeven.
De weergave van de actieradius bevat de bonusj
actieradius.
Na het tanken wordt de bonusactieradius autoj matisch gereset.
ECOPROeffici

Page 287 of 376

ECOPROtip-SymbolenEr worden een extra symbool en een tekstaanjwijzing weergegeven.SymboolMaatregelVoor het effici

Page 288 of 376

De aanwijzing wordt weergegeven totdat het
routegedeelte is bereikt.
Bij het geven van een aanwijzing kan de door gas terugnemen en uitrollen vaart worden geminderdtot het betreffende routegedeelte wordt bereikt,om zo het verbruik te verbeteren.
Afhankelijk van de situatie maakt het systeem
automatisch gebruik van de motorrem door het onderbreken van de functie uitrollen, zie paj
gina 289.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie is beschikbaar in de modus ECO
PRO.
De functie is afhankelijk van de actualiteit en
kwaliteit van de navigatiegegevens.
De navigatiegegevens kunnen worden geactualij
seerd.
WeergaveWeergaveinhetinstrumentenpaneel De aanwijzing voor een naderend routej
gedeelte wordt gegeven als ECO PRO-
tip voor anticiperend vertragen.
Weergave activeren, zie pagina 286.
In de toerenteller geeft de lange
pijl tot het nulpunt van de effici

Page 289 of 376

Anticipeerhulpgebruiken
Er wordt een naderend routegedeelte weergegej
ven:1.Gas terugnemen.2.Auto laten uitrollen totdat het weergegeven routegedeelte is bereikt.3.Eventueel de snelheid aanpassen door te
remmen.
Grenzenvanhetsysteem
De functie is in de volgende situaties niet bej
schikbaar:
'xDe snelheid ligt onder 50 km/h.'xBij tijdelijke en variabele snelheidsbegrenzinj
gen, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden.'xBij onvoldoende kwaliteit van de navigatiegej
gevens.'xBij actieve snelheidsregeling.'xBij het rijden met een aanhangwagen.
Uitrollen
Principe De functie helpt bij het besparen van brandstof.
Daarvoor wordt onder bepaalde voorwaarden in de keuzehendelstand D de motor automatischvan de transmissie ontkoppeld. De auto rolt met
minder verbruik stationair verder. De keuzehenj
delstand D blijft daarbij ingeschakeld.
Deze rijmodus wordt uitrollen genoemd.
Zodra het rem- of gaspedaal wordt ingedrukt, wordt de motor automatisch weer aangekoppeld.
Algemeen
Uitrollen maakt deel uit van de rijmodus ECO PRO.
Bij het inschakelen van de rijmodus ECO PRO met de rijbelevingsschakelaar wordt de uitrol-
functie automatisch geactiveerd.
Een anticiperende rijstijl helpt om de functie zo
vaak mogelijk te gebruiken en ondersteunt de
verbruiksverlagende werking van het uitrollen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
De functie staat in het snelheidsbereik van ongej
veer 50 km/h tot 160 km/h ter beschikking.
De functie is actief als aan de volgende voorj
waarden is voldaan:'xGaspedaal en rempedaal niet ingetrapt.'xKeuzehendel in keuzehendelstand D.'xMotor en transmissie op bedrijfstemperatuur.
Bedieningviaschakelpaddels
Principe
Afhankelijk van de uitvoering kan de rijtoestand uitrollen via de schakelpaddels worden be

Page 290 of 376

Het afgelegde traject tijdens de rijtoestand uitrolj
len wordt weergegeven in de verbruikshistorie.
De tellerstand wordt voor het begin van elke rit teruggezet.
Instelling blauw: rijtoestand uitrollen.
EfficientDynamics-informatieweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
Grenzenvanhetsysteem
De functie is niet beschikbaar, als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
'xDSC OFF of TRACTION geactiveerd.'xSnelheidsregeling geactiveerd.'xBij het rijden in het dynamische grensgebied.'xBij het rijden op steile hellingen of afdalingen.'xBij het rijden met een aanhangwagen.'xAls de laadtoestand van de accu tijdelijk te
laag is.'xAls de stroombehoefte in het boordnet te groot is.Seite 290RIJTIPSBrandstofbesparen290
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 ... 380 next >