BMW X5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 291 of 376

Seite 291BrandstofbesparenRIJTIPS291
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 292 of 376

292
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 293 of 376

MOBILITEIT
Tanken 294 Brandstof 296
Wielenenbanden301
.otorruimte 316 .otorolie319,oelvloeistof323 0nderhoud 325
Vervangenvanonderdelen 328
Hulpingevalvanpech 337
Verzorging 344293
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 294 of 376

TankenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Algemeen
Voor het tanken eerst de aanwijzingen over de brandstofkwaliteit, zie pagina 296, lezen.
Bij auto's met een dieselmotor is de vulopening uitgevoerd voor het tanken van diesel.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Bij een actieradius onder 50 km kan de brandj
stoftoevoer naar de motor in gevaar komen.
Het functioneren van de motor is niet gewaarj borgd. Er bestaat gevaar voor schade. Op tijdtanken.
Tankdop
Openen
1.Tankdopklep bij de achterste rand aanraken.2.Tankdop tegen de wijzers van de klok in
draaien.3.Tankdop in de houder op de klep aanbrenj gen.Seite 294MOBILITEITTanken294
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 295 of 376

Sluiten
WAARSCHUWING
De bevestigingsband van de tankdop kan bij
het vastdraaien worden ingeklemd en platgej
drukt. De dop kan dan niet correct gesloten
worden. Er kunnen brandstof of brandstofdamj
pen naar buiten komen. Er bestaat kans op letj
sel of schade. Erop letten dat de bevestigingsj
band bij het sluiten van de dop niet word
ingeklemd of platgedrukt.
1.Tankdop aanbrengen en rechtsom vastj
draaien tot duidelijk een klik hoorbaar is.2.Tankdopklep sluiten.
Tankdopklephandmatig
ontgrendelen
Bijv. bij een elektrisch defect.
De tankdopklep door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of specialist laten ontgrendelen.
Bijhettankenopletten
Algemeen
Bij het tanken het vulpistool in de vulhals plaatj sen. Het optillen van het vulpistool tijdens het tanken leidt tot:
'xVoortijdig afslaan.'xVerminderde terugvoer van brandstofdamjpen.
De brandstoftank is vol wanneer het vulpistool
voor de eerste keer afslaat.
De bij tankstations geldende veiligheidsregels in acht nemen.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Brandstoffen zijn giftig en agressief. Als de
brandstoftank te ver wordt gevuld, kan het
brandstofsysteem worden beschadigd. Bij conj
tact met gespoten oppervlakken kunnen deze
worden beschadigd. Schadelijk voor het milieu.
Er bestaat gevaar voor schade. Te ver vullen
vermijden.
Seite 295TankenMOBILITEIT295
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 296 of 376

BrandstofUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Brandstofkwaliteit
Algemeen
Afhankelijk van de regio wordt bij diverse tankj
stations brandstof verkocht die is aangepast aan het winter- of zomerseizoen. Brandstof die in de
winter wordt aangeboden vereenvoudigt bijv. de koude start.
Benzine
Algemeen
De benzine moet voor een optimaal brandstofj
verbruik zwavelvrij of zo mogelijk zwavelarm zijn.
Brandstoffen die bij de brandstofpomp als mej
taalhoudend zijn aangegeven, mogen niet worj
den gebruikt.
Er kunnen brandstoffen met een maximaal ethaj nolgehalte van 10 %, dus E10, worden getankt.
De motor heeft een pingelregeling. Vandaar dat
verschillende benzinekwaliteiten kunnen worden
getankt.
Veiligheidsvoorschriften
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej schadigen. Bovendien wordt de katalysator blijjvend beschadigd. Er bestaat gevaar voorschade. Bij benzinemotoren het volgende niettanken of aan de brandstof toevoegen:
'xLoodhoudende benzine.'xMetaalachtige toevoegingen, bijvoorbeeld
mangaan of ijzer.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet
de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant
of een andere gekwalificeerde Service Partner
of specialist.
OPMERKING
Verkeerde brandstoffen kunnen het brandstofj
systeem en de motor beschadigen. Er bestaat
gevaar voor schade. Geen brandstoffen met
een hoger ethanolgehalte dan geadviseerd tanj
ken. Geen methanolhoudende brandstoffen
tanken, bijv. M5 tot M100.
OPMERKING
Brandstof onder de aangegeven minimumkwaj
liteit kan de werking van de motor nadelig be

Page 297 of 376

MinimumkwaliteitLoodvrije benzine met RON 91.
Diesel
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
Al kleine hoeveelheden van de verkeerde
brandstof of verkeerde brandstofadditieven
kunnen het brandstofsysteem en de motor bej
schadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Bij dieselmotoren het volgende in acht nemen:
'xGeen pure methylester tanken.'xAlleen biodiesel met maximaal B7/7 % volj
gens EN590 tanken.'xGeen benzine tanken.'xDe fabrikant van het voertuig raadt aan om
alleen dieseladditieven te gebruiken die als geschikt zijn geclassificeerd.
Na het tanken van de verkeerde brandstof niet
de start-stop-toets indrukken. Contact opnej
men met een Service Partner van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partnerof specialist.
Kwaliteitvandedieselbrandstof
De motor is geschikt voor dieselbrandstof DIN EN 590 en ASTM D975.
BMWDieselmet
BluePerformance
Principe BMW Diesel met BluePerformance verminderende stikstofoxide in de dieseluitlaatgassen, doorhet reductiemiddel AdBlue in het uitlaatsysteem
te spuiten. In de katalysator vindt een chemische reactie plaats die de stikstofoxide minimaliseert.
Algemeen
De auto heeft een tank die in de motorruimte bijj gevuld kan worden.
Om de motor zoals gewoonlijk te kunnen starten,
moet voldoende reductiemiddel voorhanden zijn.
AdBlue is een geregistreerd handelsmerk van
Verband der Automobilindustrie e. V. (VDA).
Reductiemiddel is bij veel tankstations verkrijgj
baar.
AdBluebijlagetemperaturen
Door de fysische eigenschappen is het mogelijk
om het reductiemiddel bij te vullen bij temperatuj
ren onder -5 

Page 298 of 376

WeergavenophetControl
Display
Actieradius
Het bereik tot het uiterste tijdstip van bijvulling wordt weergegeven. Eventueel wordt de bij tevullen hoeveelheid weergegeven.
Reductiemiddel kan op ieder moment bijgevuld
worden.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3."AdBlue"
Weergaveninhet
instrumentenpaneel
Reserve-weergave
Het controlelampje in het instrumentenpaneel inj
formeert over het resterende traject dat nog afj gelegd kan worden met het huidige vulpeil.
Het aangegeven traject niet volledig afleggen. De motor kan na het afzetten niet opnieuw wordengestart.
'xWit lampje: bij de volgende
gelegenheid reductiemiddel
bijvullen.'xGeel lampje: te weinig reducj
tiemiddel aanwezig. De restej
rend actieradius wordt weerj
gegeven in het
instrumentenpaneel. Dadelijk
reductiemiddel bijvullen.
AdBlueopminimum
De resterend actieradius wordt
weergegeven in het instrumenj
tenpaneel. Reductiemiddel bijvulj
len. De motor draait, zolang hij niet wordt afgezet en aan alle verj
dere bedrijfsvoorwaarden is voldaan, bijvoorbeeld
voldoende brandstof.
Systeemdefect
Bij een systeemdefect wordt een Check-Conj trol-melding weergegeven.
De dichtstbijzijnde Service Partner van de fabrij
kant of een andere gekwalificeerde Service Partj ner of een specialist opzoeken.
AdBluelatenbijvullenBMW adviseert het reductiemiddel te laten bijj
vullen door een Service Partner in het kader van
het regelmatige onderhoud.
Wanneer dit onderhoud wordt uitgevoerd, is in principe een eenmalige bijvulling vereist tussende onderhoudstermijnen.
In bepaalde omstandigheden, bijv. door zeer
sportief rijgedrag of bij het rijden met aanhangj
wagen, kan het wel nodig zijn om meermaals bij te vullen tussen de onderhoudstermijnen.
Zodra de reserve-weergave in het instrumentenjpaneel getoond wordt, reductiemiddel laten bijj
vullen om te voorkomen dat de motor niet meer
gestart kan worden.
AdBluezelfbijvullen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij het openen van het reductiemiddelreservoir
kunnen kleine hoeveelheden ammoniakdamj
pen vrijkomen. Ammoniakdampen hebben een prikkelende geur en irriteren huid, slijmvliezen
en ogen. Er bestaat kans op letsel. Vrijkomende
ammoniakdampen niet inademen. Kleding, huid
of ogen mogen niet met reductiemiddel in aanj
raking komen en dit mag niet worden ingeslikt.
Kinderen uit de buurt van reductiemiddelen houden.
Seite 298MOBILITEITBrandstof298
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 299 of 376

WAARSCHUWING
Bedrijfsstoffen, bijv. olie, vet, koelvloeistof en
brandstof, kunnen stoffen bevatten die schadej lijk zijn voor de gezondheid. Er bestaat kans op
letsel of levensgevaar. Aanwijzingen op de verj
pakkingen in acht nemen. Ervoor zorgen dat
kleding, huid of ogen niet met bedrijfsstoffen in contact komen. Bedrijfsstoffen niet in andere
flessen overgieten. Bedrijfsstoffen buiten het
bereik van kinderen bewaren.
OPMERKING
Bestanddelen van het reductiemiddel zijn zeer
agressief. Er bestaat gevaar voor schade. Conj
tact van reductiemiddel met oppervlakken van
het voertuig vermijden.
GeschikteAdBlue
'xAdBlue volgens de norm ISO 22241-1
AdBlue is in verschillende verpakkingen verkrijgj
baar. Bij voorkeur de door BMW aanbevolen spej
ciale fles gebruiken. Met deze fles en de speciale adapter kan AdBlue eenvoudig bijgevuld worden.
Bijvulhoeveelheid Bij het starten van de reserveaanduiding minjstens 5 l bijvullen.
Bijvulhoeveelheidweergeven De exacte bijvulhoeveelheid wordt weergegevenop het Control Display.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3."AdBlue"Tankvoorreductiemiddel
De tankdop van de tank voor het reductiemiddel
bevindt zich in de motorruimte.
Reductiemiddelbijvullen
Reductiemiddel bij ingeschakelde ontsteking bijj
vullen.
1.Motorkap openen, zie pagina 317.2.Tankdop tegen de klok in draaien en verwijj
deren.3.Fles aanbrengen en tot de aanslag draaien,
zie pijl.4.Fles omlaag duwen, zie pijl.
De tank van de auto wordt gevuld.Seite 299BrandstofMOBILITEIT299
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 300 of 376

De tank is gevuld als de vulstand zich nietmeer wijzigt. Het overmatig vullen is niet mojgelijk.5.Fles terugtrekken, zie pijl, en afschroeven.6.Tankdop opzetten en in de richting van deklok draaien.7.Motorkap sluiten.
Vullenmetverkeerdevloeistof
Algemeen
Als er met een verkeerde vloeistof wordt gevuld,
wordt een Check-Control-melding aangegeven.
Na het vullen met een verkeerde vloeistof conjtact opnemen met een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Service
Partner of een specialist.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Na het bijvullen van een verkeerde vloeistof kan
het systeem oververhit raken en ontbranden. Er
bestaat brandgevaar en kans op letsel. Alleen
vloeistoffen bijvullen die voor de tank bedoeld
zijn. Na het vullen met een verkeerde vloeistof
niet de motor starten.
Nahetvullenmetreductiemiddel Reserve-weergave Na het bijvullen wordt de reserve-
weergave met de resterende acj
tieradius nog steeds getoond.
De motor kan gestart worden.
Na enkele minuten gaat de rej
serve-weergave dan uit.
AdBlueopminimum Na het bijvullen wordt de weerj
gave nog steeds getoond.
De motor kan pas gestart worden
nadat de weergave verdwijnt.1.Contact inschakelen.
Weergave verdwijnt circa 1 minuut.2.De motor kan gestart worden.
Flessenverwijderen
Flessen voor AdBlue kunnen bij een Serj
vice Partner van de fabrikant of een anj dere gekwalificeerde Service Partner of
specialist worden ingeleverd.
Lege flessen alleen bij het huisvuil gooien indien
de plaatselijke voorschriften dit toestaan.
Seite 300MOBILITEITBrandstof300
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 251-260 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 ... 380 next >