BMW X5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 301 of 376

WielenenbandenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Bandenspanning
Algemeen
De bandenspanning en de conditie van de banj den zijn van invloed op:
'xLevensduur van de banden.'xRijveiligheid.'xRijcomfort.'xRijdynamiek.'xBrandstofverbruik.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een band met te lage of ontbrekende bandenj
spanning kan sterk verhitten en beschadigd worden. De rijeigenschappen, bijv. het stuur-
en remgedrag, worden hierdoor be

Page 302 of 376

Banden vertonen een natuurlijk, gelijkmatig verj
lies van bandenspanning.
Vulsystemen kunnen max. 0,1 bar te weinig aanj
geven.
Controlerenviade
bandenspanningsindicatiesopde
deurstijl
De bandenspanningsindicaties op het brandenj
spanningsplaatje aan de portierstijlen gelden alj
leen voor koude banden of banden die even
warm zijn als de omgevingstemperatuur.
Bandenspanning alleen bij koude banden controj
leren, d.w.z.:'xRijafstand van max. 2 km werd niet overj
schreden.'xAls de auto na een rit minstens 2 uur niet
meer bestuurd werd.
Bovendien bandenspanning van noodwiel in baj
gageruimte regelmatig controleren en eventueel
corrigeren.
1.Voorgeschreven bandenspanning voor gej
monteerde banden bepalen, zie pagina 301.2.De bandenspanning in alle vier banden conj
troleren, bijv. met een compressorpistool.3.De bandenspanning van een band corrigerenals een waarde tussen de actuele en aangej
geven bandenspanning afwijkt.4.Controleren of alle ventieldopjes van de
bandventielen zijn afgeschroefd.
Naaanpassingvanbandenspanning
Bij bandenpechtwaarschuwing RPA: bandenj pechtwaarschuwing RPA opnieuw initialiseren.
Bij bandenspanningscontrole RDC; bandenspanjningscontrole RDC resetten.
Snelheidsletter Q  tot 160 km/h
R  tot 170 km/h
S  tot 180 km/h
T  tot 190 km/h
H  tot 210 km/h
V  tot 240 km/h
W  tot 270 km/h
Y  tot 300 km/h
Bandenprofiel
Zomerbanden Bandenprofieldiepte mag niet minder zijn dan
3 mm, anders is er gevaar op aquaplaning.
Winterbanden
Niet onder bandenprofieldiepte van 4 mm laten
komen, anders worden de rij-eigenschappen in de winter beperkt.
Minimaleprofieldiepte
Slijtagemarkeringen zijn verdeeld over de omtrek van de band en hebben de wettelijke minimale
hoogte van 1,6 mm.
De posities van de slijtagemarkeringen zijn op de
zijkant van de band met TWI, Tread Wear Indicaj
tor, gemarkeerd.
Bandbeschadiging
Algemeen De banden regelmatig op beschadigingen, ingejdrongen voorwerpen en slijtage controleren.
Seite 302MOBILITEITWielenenbanden302
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 303 of 376

Aanwijzingen voor bandenbeschadiging of ovej
rige defecten aan de auto:'xAbnormale trillingen.'xAbnormale rolm of loopgeluiden.'xOngebruikelijk rijgedrag, zoals sterk naar links
of rechts trekken.
Schade kan o.a. door de volgende situaties ontj
staan:
'xOver stoepranden rijden.'xBeschadigd wegdek.'xTe lage bandenspanning.'xOverbelading van het voertuig.'xBanden zijn verkeerd bewaard.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden kan de bandenspanj
ning afnemen, waardoor de controle over de auto verloren kan gaan. Er bestaat gevaar voorongevallen. Indien een beschadiging van de
band wordt vermoed tijdens het rijden direct
snelheid minderen en stoppen. Wielen en banj den laten controleren. Daartoe voorzichtig naar
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of speciaj list rijden. De auto indien nodig daarheen laten
slepen of transporteren. Beschadigde banden
niet repareren, maar laten vervangen.
WAARSCHUWING
Door snel over obstakels, bijvoorbeeld stoej
pranden of schade aan de weg, heen te rijden,
kunnen banden beschadigd raken. Grotere
banden hebben een kleinere banddoorsnede.
Bij kleinere banddoorsnede neemt het gevaar
voor beschadiging van de band toe. Er bestaat
kans op een ongeval of schade. Obstakels inj dien mogelijk vermijden of er langzaam en
voorzichtig over rijden.
Leeftijdvandebanden
Aanbeveling
Ongeacht de profieldiepte van de banden, moej
ten de banden ten laatste na 6 jaar worden verj
vangen.
Productiedatum De productiedatum van de band bevindt zich op
de wang van de band.
AanduidingProductiedatumDOT 

Page 304 of 376

door de fabrikant van de auto als geschikt zijn
aangemerkt voor het betreffende type auto.
WAARSCHUWING
Door verkeerde wiel-bandcombinaties worden
de rijeigenschappen van de auto en verschilj lende systemen be

Page 305 of 376

Voor-enachterwielenvervangenOp de voor- en achteras ontstaan vanwege deverschillende rijomstandigheden verschillende
slijtagepatronen. Voor gelijkmatige slijtage kunj nen de voor- en achterwielen onderling worden
verwisseld. Meer informatie is bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist verkrijgbaar. Na het verwisselen de bandenspanning controlej
ren en eventueel corrigeren.
Bij auto's met verschillende bandenmaten of velgmaten op de voor- en achteras is het verwisj
selen van de wielen tussen de assen niet toegej
staan.
Bandenbewaren Luchtdruk
De op de zijkant van de band weergegeven maxij
mumbandenspanning niet overschrijden.
OpslagVerwijderde wielen of banden moeten koel,
droog en in het donker worden bewaard.
Bescherm banden tegen olie, vet en oplosmidj
delen.
Banden niet in plastic zakken bewaren. Wielen of banden reinigen van vuil.
Bandenmetnoodloopeigenschappen
Principe De banden met noodloopeigenschappen makenhet mogelijk om beperkt door te rijden bij vollej
dig verlies van de bandenspanning.
Algemeen
De wielen bestaan uit runflat banden en speciale
velgen.
Door de versteviging van de zijwand kan er met de band bij verlies van bandenspanning nog bej perkt worden doorgereden.
Aanwijzingen voor het verder rijden met bandenj
pech in acht nemen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij beschadigde banden met noodloopeigenj schappen zonder of met een geringe bandenj
spanning of spanningsverlies veranderen de rij-
eigenschappen, bijvoorbeeld verminderde
koersstabiliteit bij het remmen, langere remweg
en een ander stuurgedrag. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Gematigd rijden en een snelheid van 80 km/h niet overschrijden.
WAARSCHUWING
Als wordt doorgereden met bandenpech, kunj
nen zware aanhangwagens gaan slingeren. Er
bestaat kans op een ongeval of schade. Bij het rijden met een aanhangwagen en bandenpecheen snelheid van 60 km/h niet overschrijden. Bijslingerbewegingen direct remmen en de noj
dige stuurcorrecties zo voorzichtig mogelijk uitj
voeren.
Aanduiding
Op de wang van de banden staat de markering RSCmRunflat System Component.
Seite 305WielenenbandenMOBILITEIT305
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 306 of 376

Bandenpechverhelpen
Veiligheidsmaatregelen
'xAuto zo ver mogelijk uit de buurt van de verjkeersstroom en op een vaste ondergrond
parkeren.'xAlarmknipperlichten inschakelen.'xAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.'xStuurwielvergrendeling laten vastklikken in
rechtuitstand van de wielen.'xAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'xEventueel gevarendriehoek op de juiste afj
stand neerzetten.
MobilitySystem
Principe
Met het Mobility System kan beperkte schadeaan een band kortstondig worden afgedicht, zoj dat verder kan worden gereden. Daartoe wordteen vloeibaar afdichtmiddel in de banden gej
pompt dat bij het uitharden de beschadiging van
binnenuit afdicht.
Algemeen
'xAanwijzingen voor de toepassing van het Moj bility System op de compressor en het afjdichtmiddelhouder in acht nemen.'xBij beschadiging van de band vanaf eengrootte van 4 mm werkt het gebruik van het
Mobility System mogelijk niet.'xContact opnemen met een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist als de
band niet rijklaar kan worden gemaakt.'xVreemde voorwerpen die in de band zijn tej rechtgekomen, zo mogelijk laten zitten.Vreemde deeltjes alleen verwijderen als ze
zichtbaar uit de banden uitsteken.'xStickers voor de snelheidsbegrenzing van de
afdichtmiddelhouder lostrekken en op het
stuurwiel plakken.'xDoor de toepassing van afdichtmiddel kan de
RDC-wielelektronica beschadigd raken. In dat
geval de RDC-wielelektronica bij de volgende
gelegenheid laten vervangen.'xDe compressor kan gebruikt worden om de bandenspanning te controleren.
Locatie
Het Mobility System bevindt zich in de bagagej
ruimte achter de linkerzijbekleding.
Afdichtmiddelreservoir
'xAfdichtmiddelreservoir, pijl 1.'xVulslang, pijl 2.
Houdbaarheidsdatum op afdichtmiddelhouder
controleren.
Seite 306MOBILITEITWielenenbanden306
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 307 of 376

Compressor1Bevestiging afdichtmiddelhouder2Compressor3Stekker/bedrading voor contactdoos4Verbindingsslang5Aan/uit-schakelaar6Bandenspanningsweergave7Knop bandenspanning verlagen
Veiligheidsmaatregelen
'xAuto zo ver mogelijk uit de buurt van de verjkeersstroom en op een vaste ondergrond
parkeren.'xAlarmknipperlichten inschakelen.'xAuto beveiligen tegen wegrollen, daarvoor de parkeerrem vastzetten.'xStuurwielvergrendeling laten vastklikken in
rechtuitstand van de wielen.'xAlle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijvoorbeeld
achter de vangrails.'xEventueel gevarendriehoek op de juiste afj
stand neerzetten.Afdichtmiddelindeband
brengen
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvoldoende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de auto binj nendringen, die schadelijk voor de gezondheidzijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukj
loze schadelijke stoffen. In gesloten ruimten
kunnen de uitlaatgassen zich ook buiten de
auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitj
laatpijp vrijhouden en voor voldoende ventilatie zorgen.
OPMERKING
Als de compressor te lang in werking is kan
deze oververhit raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Compressor niet langer dan 10 minuj
ten laten draaien.
Vullen
1.Afdichtmiddelverpakking schudden.Seite 307WielenenbandenMOBILITEIT307
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 308 of 376

2.Verbindingsslang volledig uit de compressorj
behuizing trekken. Slang niet buigen.3.Verbindingsslang op de aansluiting van de afj dichtmiddelhouder schroeven.4.Afdichtmiddelhouder rechtop in de behuizing
van de compressor steken.5.Ventieldop van het bandventiel verwijderen en vulslang van de afdichtmiddelbus op het
ventiel van het defecte wiel schroeven.6.Bij een uitgeschakelde compressor de stekj ker in de contactdoos in het interieur van de
auto aanbrengen.7.Bij ingeschakeld contact of draaiende motor
de compressor inschakelen.
Compressor maximaal 10 minuten aan laten
staan om de lekkage met afdichtmiddel te vullen
en een bandenspanning van circa 2,5 bar te verj
krijgen.
Bij het aanbrengen van het afdichtmiddel kan de bandenspanning tijdelijk oplopen tot circa 5 bar. Compressor in deze fase niet uitschakelen.
Seite 308MOBILITEITWielenenbanden308
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 309 of 376

Indien er geen bandenspanning van 2 bar kan
worden bereikt:1.Compressor uitschakelen.2.Stekker uit de contactdoos in het interieur van de auto trekken.3.Vulslang van het bandenventiel afdraaien.4.10 m voor- en achteruitrijden om het afdichtj
middel in de band te verdelen.5.Banden opnieuw oppompen met de comj
pressor.
Contact opnemen met een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalifij ceerde Service Partner of specialist als de
bandenspanning lager dan 2 bar blijft.
MobilitySystemopbergen
1.Vulslang van afdichtmiddelhouder van het
bandenventiel af schroeven.2.Stekker van de compressor uit de contactj
doos in het interieur van de auto trekken.3.Verbindingsslang van de compressor van de afdichtmiddelhouder schroeven.4.De zojuist met het ventiel verbonden vulslang
van de afdichtmiddelhouder verbinden met
de vrije aansluiting op de afdichtmiddelhouj der.
Hierdoor kan worden verhinderd dat resten
van het afdichtmiddel uit de afdichtmiddelj houder lekken.5.Lege afdichtmiddelhouder inpakken en opjbergen om vervuiling van de bagageruimte te
vermijden.6.Mobility System weer in de bagageruimte opj bergen.
Afdichtmiddelverdelen
Direct circa 10 km rijden, zodat het afdichtmiddel zich gelijkmatig in de banden verdeelt.
Toegelaten maximale snelheid van 80 km/h niet
overschrijden.
Indien mogelijk niet langzamer rijden dan 20 km/h.
Bandenspanningcorrigeren1.Op een geschikte plaats stoppen.2.Verbindingsslang van de compressor direct
op het ventiel van de band schroeven.3.Stekker in de contactdoos in het interieur van de auto aanbrengen.4.Bandenspanning corrigeren tot 2,5 bar.'xBandenspanning verhogen: bij ingeschaj
keld contact of draaiende motor de comj
pressor inschakelen.'xBandenspanning verlagen: knop op de compressor indrukken.
Ritvoortzetten
Toegestane maximumsnelheid van 80 km/h niet overschrijden.
Bandenpechwaarschuwing RPA opnieuw initialij
seren.
Reset van de bandenspanningscontrole RDC uitj voeren.
De defecte band en de afdichtmiddelhouder van het Mobility System bij de volgende gelegenheid
zo snel mogelijk laten vervangen.
Sneeuwkettingen
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Door de montage van sneeuwkettingen op banden die niet daarvoor geschikt zijn kunnen
de sneeuwkettingen met delen van de auto in
contact komen. Er bestaat kans op een ongeval
of schade. De sneeuwkettingen alleen op banj den monteren, die door de fabrikant zijn ingejdeeld als geschikt voor het gebruik van sneej
uwkettingen.
Seite 309WielenenbandenMOBILITEIT309
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 310 of 376

WAARSCHUWING
Onvoldoende aangespannen sneeuwkettingen
kunnen banden en voertuigonderdelen beschaj digen. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. Controleer of de sneeuwkettingen alj
tijd voldoende aangespannen zijn. Zo nodig de sneeuwkettingen naspannen overeenkomstig
de opgaven van de fabrikant.
Sneeuwkettingenmetfijne
schakels
De fabrikant van uw auto adviseert het gebruik
van sneeuwkettingen met fijne schakels. Bej
paalde sneeuwkettingen met fijne schakels zijn
door de fabrikant van de auto getest en als verj
keersveilig en geschikt aangemerkt.
Informatie over geschikte sneeuwkettingen is bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of specialist verkrijgbaar.
Gebruik
Het gebruik is uitsluitend paarsgewijs toegestaan
op de achterwielen voor de volgende wielmaten:
'x255/55 R 18.'x255/50 R 19.
Aanwijzingen van de sneeuwkettingfabrikant in
acht nemen.
Met sneeuwkettingen de bandenpechwaarschuj
wing RPA niet initialiseren, omdat dit tot onjuiste weergaven kan leiden.
Met sneeuwkettingen geen reset van de banj denspanningscontrole RDC uitvoeren, omdat dit
tot onjuiste weergaven kan leiden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen eventueel de
dynamische tractiecontrole DTC voor korte tijd
activeren.
Maximalesnelheidmet
sneeuwkettingen
Met sneeuwkettingen niet harder rijden dan
50 km/h.
Wielenvervangen
Algemeen
Bij banden met noodloopeigenschappen of gej bruik van bandenafdichtmiddel is het niet noodjzakelijk om de band direct te wisselen bij spanj
ningsverlies in geval van pech.
Zo nodig vindt u het juiste gereedschap voor het
verwisselen van wielen als toebehoren bij een Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist.
Veiligheidsvoorschriften
GEVAAR
De krik is alleen bedoeld voor het kort opkrikj ken van de auto voor het verwisselen van een wiel. Ook als de veiligheidsmaatregelen in acht
worden genomen is het gevaar aanwezig dat
de auto kan vallen door het omkiepen van de krik. Er bestaat kans op letsel of levensgevaar.
Wanneer de auto met de krik opgetild is, niet
hieronder gaan liggen en de motor niet starten.
GEVAAR
Als er onderleggers, bijv. houtblokken of iets dergelijks, onder de krik worden gebruikt, kan
deze zijn draagkracht niet bereiken omwille van
de beperkte hoogte. De draagkracht van het
houtblok kan worden overschreden, waardoor het voertuig kan kantelen. Er bestaat kans opletsel of levensgevaar. Geen onderleggers onj
der de krik leggen.
Seite 310MOBILITEITWielenenbanden310
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 261-270 271-280 281-290 291-300 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 ... 380 next >