BMW X5 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 376

schap of een geschikt voorwerp en verwijdej
ren.3.De lus in de richting van het interieur trekken.
De achterklep wordt ontgrendeld.4.De bovenste achterklep openen, de lus er
opnieuw in drukken.5.De afdekking plaatsen en sluiten.
De achterklep is opnieuw vergrendeld zodra hij
wordt gesloten.
Handmatigebediening De ontgrendelde achterklep langzaam en zonder
abrupte beweging handmatig bedienen.
Voor het definitief sluiten de achterklep slechtslichtjes aandrukken. Het sluiten geschiedt autoj
matisch.
SoftCloseAutomatic
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij de bediening van de portieren kunnen lij
chaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat kans op letsel. Bij het openen en sluiten eropletten dat het bewegingsgebied van de portiejren vrij is.
Sluiten
De portieren en eventueel de achterklep licht
aandrukken.
Het sluiten geschiedt automatisch.
Bestuurdersprofielen
Principe
In de bestuurdersprofielen kunnen individuele inj stellingen van meerdere bestuurders worden opj geslagen en zo nodig op een later tijdstip weerworden opgeroepen.
Algemeen
Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar
waarin persoonlijke instellingen voor de auto worden opgeslagen. Aan iedere afstandsbediejning is

Page 82 of 376

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bestuurjdersprofiel kan worden ingesteld, moet de toejwijzing van de herkende afstandsbediening enbestuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorwaarj
den is voldaan:'xDe bestuurder draagt de afstandsbediening
bij zich.'xDe bestuurder ontgrendelt de auto.'xDe bestuurder stapt via de bestuurdersportier
in de auto.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geactiveerde
profiel. De omvang van de instellingen die worj
den opgeslagen is afhankelijk van land en uitvoej
ring.
'xOntgrendelen en vergrendelen.'xLicht.'xKlimaatregeling.'xRadio.'xInstrumentenpaneel.'xVoorkeuzetoetsen.'xVolume, klank.'xControl Display.'xNavigatie.'xTV.'xPark Distance Control PDC.'xAchteruitrijcamera.'xSide View.'xTop View.'xHead-Up Display.'xRijbelevingsschakelaar.'xStoelpositie, spiegelpositie, evt. stuurwielj stand.De via het stoelgeheugen opgeslagen posij
ties en de laatst ingestelde positie worden
opgeslagen.'xIntelligent Safety.'xRijstrookwisselmelding.'xNight Vision.
Profielbeheer
Bestuurdersprofielselecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstandsbej
diening kan een ander bestuurdersprofiel worden
opgeroepen. Daardoor wordt oproepen van de
persoonlijke instellingen voor de auto mogelijk,
ook als de auto niet met de eigen afstandsbediej
ning is ontgrendeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"'xDe in het opgeroepen bestuurdersprofiel opj
geslagen instellingen worden automatisch uitgevoerd.'xHet opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte afj
standsbediening.'xAls het bestuurdersprofiel reeds aan een anj dere afstandsbediening is toegewezen, geldtdit bestuurdersprofiel voor beide afstandsbejdieningen.
Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele instellinj
gen worden uitgevoerd die in geen van de drie
persoonlijke bestuurdersprofielen zijn opgeslaj
gen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"Seite 82BEDIENING0penenensluiten82
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 83 of 376

3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"
De naam van het gastprofiel kan niet worden gejwijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de mojmenteel gebruikte afstandsbediening.
Bestuurdersprofielhernoemen Om te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gej
bruikte bestuurdersprofiel een persoonlijke naam worden gegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gemarj
keerde bestuurdersprofiel kan worden gewijj zigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het momenteel gebruikte bej
stuurdersprofiel worden teruggezet op de faj brieksinstellingen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden ge

Page 84 of 376

Bestuurdersprofielenbijstart
weergeven
De bestuurdersprofielen kunnen bij elke start
worden weergegeven om het gewenste profiel
te kunnen selecteren.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Best.profielen bij start tonen"
Grenzenvanhetsysteem
Een eenduidige toewijzing van de afstandsbediejning en bestuurder is bijvoorbeeld in de onderj
staande gevallen niet altijd mogelijk.
'xDe passagier ontgrendelt de auto met zijn afj standsbediening, maar er rijdt iemand anders.'xDe bestuurder ontgrendelt de auto via decomforttoegang en heeft tevens meerdere
afstandsbedieningen bij zich.'xBij wisselen van bestuurder zonder dat de auto ont- en vergrendelt wordt.'xAls er zich meerdere afstandsbedieningen
aan in buitenzone van de auto bevinden.
Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting en landuitvoering
zijn verschillende instellingen voor het openen en sluiten mogelijk.
De instellingen worden opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel, zie pajgina 81.
Ontgrendelen
Portieren Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:'x"Alleen bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de klep van de tankdop worden ontgrendeld. Bij
het opnieuw indrukken wordt de gehele
auto ontgrendeld.'x"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Achterklep Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoeringwordt deze instelling mogelijk niet aangeboden.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.
De tekst naast het symbool geeft de actuele
instelling aan.5.Gewenste instelling selecteren:'x"Achterklep"
De achterklep wordt geopend.'x"Achterklep en portier(en)"
De achterklep wordt geopend en de porj tieren worden ontgrendeld.Seite 84BEDIENING0penenensluiten84
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 85 of 376

Laatstestoel-,spiegel-en
stuurwielstandinstellen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitj
gevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld. Na inschakelen van rijden-stand-by wordt het stuurwiel in de laatst
ingestelde positie gezet.
De laatste positie is onafgankelijk van de via het stoelgeheugen opgeslagen posities.
Bevestigingssignalenvande
auto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen door
eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'x"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto automaj
tisch vergrendeld als na het ontgrendelen geen portier wordt geopend.'x"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch verj grendeld.
Automatischontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het uitschakelen van de motor door het
indrukken van de start-stop-toets wordt de vergrendelde auto automatisch ontgrendeld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrendelde
auto op de volgende veranderingen:
'xOnbevoegd openen van een portier, de moj
torkap of de achterklep.'xBewegingen in het interieur.'xVeranderen van de hellingshoek van de auto,
bijvoorbeeld bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.'xOnderbreking van de accuspanning.'xOndeskundig gebruik van de contactdoosvoor de On-Board Diagnose.
Deze veranderingen signaleert de alarminstallatie
optisch en akoestisch:
'xAkoestisch alarm:
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen wordt het akoestische alarm eventueel onj
derdrukt.'xOptisch alarm:
Door het knipperen van de buitenverlichting.Seite 850penenensluitenBEDIENING85
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 86 of 376

In-/uitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en verj
grendelen van de auto via de afstandsbediening of via het comforttoegangssysteem de alarminj
stallatie uit- en ingeschakeld.
Portierenopenenbij
ingeschakeldealarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van een
portier, als deze met de ge

Page 87 of 376

Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen
10 seconden opnieuw indrukken, zodra de
auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj deld uitgeschakeld.
Alarmbe

Page 88 of 376

Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie paj
gina 76.
Nahetuitschakelenvanhet
contact
De ruiten kunnen nog worden bediend:'xIn standby-modus van de radio gedurende
langere tijd.'xBij uitgeschakeld contact gedurende circa
1 minuut.
Inklembeveiliging
Algemeen Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een ruiteen bepaalde waarde, dan wordt het sluiten onjderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld antenj
nes, kunnen de inklembeveiliging nadelig be

Page 89 of 376

Panoramadak
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kunnen lij
chaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat kans op letsel. Bij het openen en sluiten eropletten dat het bewegingsgebied van het glazendak vrij is.
Overzicht
Glazendakoptillenenopgetild
glazendaksluiten
Schakelaar kort naar boven drukjken.
'xHet gesloten glazen dak komt
omhoog en het zonnescherm
opent zich een stukje.'xHet geopende glazen dak wordt tot de opgej heven positie gesloten. Het zonnescherm bejweegt niet.'xHet opgeheven glazen dak wordt gesloten.Glazendakenzonnescherm
apartopenen/sluiten'xSchakelaar tot het drukpunt in
de gewenste richting schuiven
en houden.
Het zonnescherm wordt gej opend, zolang de schakelaar
ingedrukt wordt gehouden.
Als het zonnescherm al vollej
dig is geopend, wordt het glaj
zen dak geopend.
Het glazen dak wordt gesloj
ten, zolang de schakelaar inj
gedrukt wordt gehouden. Als
het glazen dak al is gesloten of
in de opgeheven positie is,
wordt het zonnescherm gesloj
ten.'xSchakelaar door het drukpunt heen in de gej wenste richting drukken.
Het zonnescherm wordt automatisch gej
opend. Als het zonnescherm al volledig is gej opend, wordt het glazen dak automatisch gej
opend.
Het glazen dak wordt automatisch gesloten.
Als het glazen dak al is gesloten of in de opj
geheven positie is, wordt het zonnescherm
automatisch gesloten.
Naar boven drukken op de schakelaar stopt
de beweging.
Glazendakenzonnescherm
gezamenlijkopenen/sluiten
Schakelaar tweemaal kort na elj
kaar door het drukpunt heen in de
gewenste richting schuiven.
Glazen dak en zonnescherm bej
wegen samen. Naar boven drukj
ken op de schakelaar stopt de beweging.
Comfortopening met de afstandsbediening, zie pagina 71.
Seite 890penenensluitenBEDIENING89
Online Edition for Part no. 01402988817 - II/18

Page 90 of 376

Comfortsluiten met de afstandsbediening, ziepagina 72.
Sluiten via het comforttoegangssysteem, zie paj
gina 75.
Comfortpositie
Bij sommige modellen zijn de windgeluiden in
het interieur het minst als het glazen dak nog niet
volledig geopend is. Bij deze modellen wordt het
glazen dak door de automatische functie eerst
slechts tot deze comfortstand geopend.
Door de schakelaar nog eens te bedienen, wordt het glazen dak volledig geopend.
Nahetuitschakelenvanhet
contact
Het glazen dak kan bij uitgeschakeld contact nog circa 1 minuut lang worden bediend.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overschrijdt bij het sluiten van het glazen dak de
sluitkracht een bepaalde waarde, dan wordt het sluiten onderbroken vanaf het midden van dedakopening of bij het sluiten uit opgeheven posijtie. Het glazen dak wordt geopend.
Sluitenzonderinklembescherming
uitgeopendepositie
Bij gevaar van buitenaf als volgt te werk gaan:1.Schakelaar door het drukpunt heen naar voj
ren schuiven en houden.
Het glazen dak wordt met beperkte inklemj beveiliging gesloten. Overtreft bij het sluiten
van een ruit de sluitkracht een bepaalde
waarde, dan wordt het sluiten onderbroken.2.Schakelaar opnieuw door het drukpunt heen naar voren schuiven en ingedrukt houden, tothet glazen dak zonder inklembeveiliging gejsloten wordt. Let erop dat het sluitbereik vrij
is.
Sluitenzonderinklembescherming
uitverhoogdepositie
Bij gevaar van buiten de schakej
laar door het drukpunt heen naar voor schuiven en zo houden.
Het glazen dak wordt zonder inj
klembeveiliging gesloten.
Initialiserenna
stroomonderbreking
Algemeen
Na een stroomonderbreking tijdens het openen
of sluiten is het glazen dak mogelijk slechts bej
perkt te bedienen.
Het systeem kan onder volgende voorwaarden
ge

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 380 next >