BMW X5 M 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 171 of 302

wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 172 of 302

SurroundView
Principe Surround View bevat verschillende camera-asjsistentsystemen die bij het parkeren en maj
noeuvreren en bij onoverzichtelijke uitritten en
kruispunten ondersteuning bieden.'yAchteruitrijcamera, zie pagina 172.'yTop View, zie pagina 175.'ySide View, zie pagina 177.
Achteruitrijcamera
Principe De achteruitrijcamera helpt bij het achterj
waarts inparkeren en manoeuvreren. Hiertoe
wordt het gebied achter de auto op het Control Display weergegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 173 of 302

WeergaveviaiDrivewisselen
Bij geactiveerd PDC of ingeschakeld Top View:1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt
weergegeven.
WeergaveophetControlDisplay
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'yAchteruitrijcamera is ingeschakeld.'yAchterklep is volledig gesloten.'yHet detectiegebied van de camera vrijhouj
den. Uitstekende bagage of dragersystej
men en aanhangwagens, die niet op een aanhangwagencontactdoos aangeslotenzijn, kunnen tot storingen leiden.
Assistentiefunctiesactiveren
Er kunnen meerdere assistentiefuncties tegej lijkertijd actief zijn.
De zoomfunctie voor aanhangergebruik kan alj leen afzonderlijk worden geactiveerd.
Controller eventueel naar links kantelen.
'yParkeerhulplijnen
"Parkeerhulplijnen"
Rijstrook- en draaicirkellijnen worden
weergegeven.
'yObstakelmarkering
"Obstakelmarkering"
Ruimtelijk gevormde markeringen worden
weergegeven.
'yTrekhaak
"Zoom trekhaak"
Zoom op trekhaak wordt weergegeven.
Manoeuvreerlijnen
Manoeuvreerlijnen kunnen in het beeld van de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
De manoeuvreerlijnen helpen u de benodigde ruimte bij het parkeren en manoeuvreren op
vlak wegdek in te schatten.
De manoeuvreerlijnen zijn afhankelijk van de actuele stuuruitslag en worden bij stuurwielbej
wegingen continu aangepast.
Bochtlijnen
De bochtlijnen kunnen alleen samen met maj
noeuvreerlijnen in het beeld van de achteruitrijj camera worden geprojecteerd.
De bochtlijnen geven het verloop van de
kleinst mogelijke draaicirkel op een vlak wegj
dek aan.
Vanaf een bepaalde stuurwieluitslag wordt alj leen een bochtlijn getoond.
Seite 173RijcomfortBediening173
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 174 of 302

Obstakelmarkering
Obstakels achter de auto worden geregij
streerd door de PDC-sensoren en, bij overeenj
komstige uitrusting, door de achteruitrijcaj mera.
Obstakelmarkeringen kunnen in het beeld van
de achteruitrijcamera worden geprojecteerd.
Het kleurpatroon van de obstakelmarkeringen
komt overeen met de markeringen van de
PDC.
Zoomoptrekhaak
Om het aankoppelen van een aanhangwagen
te vergemakkelijken, kan het camerabeeld van
de trekhaak vergroot worden weergegeven.
De afstand van de aanhanger tot de aanhangej rkoppeling kan met behulp van twee statischecirkelsegmenten worden geschat.
Een van de stuuruitslag afhankelijke koppej
lingslijnen helpt de aanhangwagen in lijn te
brengen met uw trekhaak.
De zoomfunctie kan bij ingeschakelde camera
worden geactiveerd.
Inparkerenaandehandvan
manoeuvreer-enbochtlijnen1.Auto zodanig opstellen, dat de bochtlijnen binnen de begrenzing van de parkeerplaats
vallen.2.Stuurwiel dusdanig draaien dat de rijspoorj
lijn de betreffende draaicirkellijn overdekt.
Instellingenvandeweergave
Helderheid
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde achteruitrijcamera:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.Seite 174BedieningRijcomfort174
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 175 of 302

Grenzenvanhetsysteem
Herkenningvanobjecten Zeer lage obstakels of hoger liggende, vooruitj
stekende objecten, bijvoorbeeld uitspringende muren, kunnen niet door het systeem worden
waargenomen.
Assistentiefuncties houden ook rekening met PDC-gegevens.
Aanwijzingen in het hoofdstuk PDC in acht nej
men.
De op het Control Display getoonde objecten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. Schat de afstand tot de objecj
ten daarom niet vanaf het display.
TopView
Principe Top View biedt ondersteuning bij het inparkej
ren en manoeuvreren. Hiertoe wordt het gej
bied rondom uw auto op het Control Display weergegeven.
Algemeen
Voor de detectie worden twee in de buitenj spiegels geïntegreerde camera's gebruikt, deachteruitrijcamera en een camera aan de voorj
zijde van de auto.
De reikwijdte bedraagt zijdelings, voor- en achj
teraan ca. 2 m.
Obstakels binnen dit bereik worden zo in een
vroeg stadium weergegeven op het Control
Display.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj
tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond deauto door goed kijken extra controleren en in
de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 176 of 302

Camera's onder in de spiegelhuizen.Door vuil kan de beeldkwaliteit minder worden.Zo nodig de cameralens reinigen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
In de volgende situaties kan Top View slechts
beperkt worden gebruikt:
'yBij geopend portier.'yBij geopende achterklep.'yBij ingeklapte buitenspiegel.'yBij slechte lichtomstandigheden.
Het niet beschikbare camerabereik wordt gej
arceerd weergegeven.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
wanneer bij draaiende motor keuzehendelj stand R wordt ingeschakeld.
Het beeld van de achteruitrijcamera wordt
weergegeven. Om naar Top View te schakelen:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Automatischuitschakelenbij
vooruitrijden
Het systeem wordt bij overschrijding van een bepaalde afstand of een bepaald snelheidsbej
reik uitgeschakeld.
Indien nodig het systeem weer inschakelen.
Handmatigin-/uitschakelen
Toets parkeerassistent indrukken.'yAan: LED brandt.'yUit: LED dooft.
Top View wordt weergegeven.Als de toets parkeerassistent wordt ingedrukt,
terwijl de achteruitversnelling is ingeschakeld,
wordt het beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
Weergave
WeergaveophetControlDisplay De omgeving van het voertuig kan wordenweergegeven op het Control Display.
Weergave verschijnt, zodra Top View wordt injgeschakeld.
Als het beeld van de achteruitrijcamera wordt
afgebeeld kan naar Top View worden omgej
schakeld:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Achteruitrijcamera"
Helderheid
Bij ingeschakelde Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Top View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.Seite 176BedieningRijcomfort176
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 177 of 302

Draaicirkel-enmanoeuvreerlijn
weergeven'yDe statische, rode draaicirkellijn toont de
benodigde ruimte naast de auto bij vollej
dige stuuruitslag.'yDe variabele, groene manoeuvreerlijn helpt
de werkelijk benodigde ruimte naast de auto in te schatten.
De manoeuvreerlijn hangt af van de ingej
schakelde versnelling en van de actuele
stuuruitslag. De manoeuvreerlijn wordt bij stuurbeweging continu aangepast.1.Controller eventueel naar links kantelen.2. "Parkeerhulplijnen"
Draaicirkel- en manoeuvreerlijn worden weerjgegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Bij defecte camera wordt een Check-Control-
melding weergegeven.
SideViewPrincipe
Met Side View hebt u bij onoverzichtelijke uitjritten en kruisingen een vroegtijdig overzicht
van het kruisend verkeer. Verkeersdeelnemers die door obstakels langs de weg niet zichtbaar
zijn, worden vanaf de bestuurdersstoel slechts
zeer laat waargenomen. Om het zicht te verbej
teren, detecteren een camera aan de voorzijde
en een aan de achterzijde van de auto de wegj
gedeelten schuin voor de auto.
Op de bovenste schermrand wordt getoond
welke camera actief is.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voorongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanj
passen. Verkeerssituatie en gebied rond de
auto door goed kijken extra controleren en in de betreffende situatie actief ingrijpen.'

Page 178 of 302

Camera achteraan
Voor de detectie worden twee camera's gej bruikt.
Door vuil kan de beeldkwaliteit minder worden. Cameralenzen reinigen, zie pagina 273.
In-/uitschakelen
Handmatigin-/uitschakelen Toets indrukken.
Afhankelijk van de schakelpositie wordt het
beeld van de voorste of achterste camera
weergegeven.
Automatischuitschakelen
Door het omschakelen naar een andere functie of bij het wisselen van versnelling.
Side View voor: bij het overschrijden van een
bepaalde afstand of snelheid.
Weergave
Algemeen
Weggedeelten aan de voor- of achterzijde van
de auto wordt weergegeven op het Control
Display.
Helderheid
Bij ingeschakelde Side View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Contrast
Bij ingeschakelde Side View:
1.Controller eventueel naar links kantelen.2. Symbool selecteren.3.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling is bereikt en controller indrukken.
Waarschuwingbijkruisendverkeer
Principe Wanneer de voorste of de achterste camera
een van opzij naderend object waarneemt, wordt het in de Side View getoond door middel
van een symbool.
Voorwaarden
'ySide View ingeschakeld.'yEigen auto beweegt maximaal stapvoets.'yTer herkenning van naderende objecten is voldoende helderheid, bijv. daglicht, noodj
zakelijk.
Weergave
Een geel symbool wordt getoond wanj
neer een naderend voertuig waargenoj
men wordt door de camera.
Een grijs symbool wordt getoond wanj
neer waarneming van het kruisende verkeer niet mogelijk is.
Grenzenvanhetsysteem
In de volgende situaties kan de waarschuwing
bij kruisend verkeer beperkt zijn:
'yBij slechte licht- en zichtomstandigheden.'yBij vuile of bedekte camera.Seite 178BedieningRijcomfort178
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 179 of 302

Grenzenvanhetsysteem
De op het Control Display getoonde objekten
kunnen in bepaalde omstandigheden dichterbij
zijn dan het lijkt. De afstand tot de objekten
daarom niet schatten op het display.
De gezichtshoek bedraagt ca. 180p.
Parkeerassistent
Principe
Het systeem biedt ondersteuning bij zijdelings
inparkeren parallel aan de weg.
Algemeen
Bij het gebruik van de parkeerassistent wordt
onderscheid gemaakt tussen drie stappen:
'yInschakelen en activeren.'yHet zoeken naar een parkeerruimte.'yHet inparkeren.
Ultrasone sensoren meten de parkeerruimte
aan beide zijden van de auto op.
De parkeerassistent berekent de optimale inj parkeerlijn en neemt tijdens het parkeren de
besturing, het accelereren en het remmen over en wisselt zo nodig van versnelling. Gedurende
het parkeren de parkeerhulptoets ingedrukt
houden.
De status van het systeem en de noodzakelijke
handelingsaanwijzingen worden op het Control
Display weergegeven.
De parkeerassistent maakt gebruik van de senj
soren van de Park Distance Control, PDC.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de verkeerssituaj tie juist in te schatten. Wegens systeembeperjkingen kan het systeem niet in alle
verkeerssituaties zelfstandig op gepaste wijze
reageren. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 180 of 302

Ultrasonesensoren
De ultrasone sensoren voor het opmeten vanparkeerruimte bevinden zich aan de zijkant van
de auto.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Ultrasonesensoren De correcte werking waarborgen:
'ySensoren niet afdekken, bijvoorbeeld metstickers.'ySensoren schoon en vrij houden.
Voorhetopmetenvanparkeerruimten
'yRecht vooruitrijden tot circa 35 km/h.'yMaximale afstand tot de rij geparkeerdeauto's: 1,5 m.
Geschikteparkeerruimte
'yRuimte tussen twee objecten die telkens
minstens 1,5 m lang zijn.'yMinimumlengte van de ruimte: eigen voerj
tuiglengte plus circa 1,2 m.'yMinimumdiepte: circa 1,5 m.
Bijhetparkeren
'yPortieren en achterklep zijn gesloten.'yParkeerrem is vrijgezet.'yAutogordel is omgedaan.Inschakelenenactiveren
Inschakelenmetdetoets Toets parkeerassistent indrukken.
LED brandt.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj gegeven.
Parkeerassistent wordt automatisch geacj
tiveerd.
Inschakelenmetde
achteruitversnelling
Achteruitversnelling inschakelen.
De actuele status van het zoeken naar een parj
keerruimte wordt op het Control Display weerj
gegeven.
Activeren:
"Parkeerassistent"
WeergaveophetControlDisplay
Systeemgeactiveerd/gedeactiveerd
Symj
boolBetekenis Grijs: systeem niet beschikbaar.
Wit: systeem beschikbaar, maar
niet geactiveerd. Systeem geactiveerd.
Zoekennaareenparkeerruimteen
statusvanhetsysteem
Seite 180BedieningRijcomfort180
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 ... 310 next >