BMW X5 M 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 51 of 302

Naast het vergrendelen worden de ruiten enhet glazen dak gesloten en de buitenspiegelingeklapt.
Achterklepopenen
Algemeen
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstandsj
bediening te vermijden.
Als de afstandsbediening zich in het detectiej
gebied van de sensoren bevindt, kan de achj
terklep per ongeluk door een onbewuste of
vermeend herkende voetbeweging worden bej
diend.
Het detectiegebied van de sensoren strekt
zich uit tot circa 1,50 m achter de achterzijde
van de auto.
Als de achterklep via het comforttoegangssysj teem wordt geopend, worden vergrendelde portieren niet ontgrendeld.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van de
achterklep vrij is.'

Page 52 of 302

Als de afstandsbediening zich in het detectiej
gebied van de sensoren bevindt, kan de achj
terklep per ongeluk door een onbewuste of vermeend herkende voetbeweging worden gejopend of gesloten.
Het detectiegebied van de sensoren strekt
zich uit tot circa 1,50 m achter de achterzijde
van de auto.
Als de achterklep contactloos wordt geopend,
worden vergrendelde portieren niet ontgrenj
deld.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij het contactloos bedienen kunnen onj
derdelen van de auto worden geraakt, bijv. het
hete uitlaatsysteem. Er bestaat kans op letsel.
Bij de voetbeweging erop letten dat u stevig
staat en dat de auto niet wordt aangeraakt.'

Page 53 of 302

onmiddellijke omgeving van de afstandsj
bediening.
De afstandsbediening niet samen met
elektronische apparaten vervoeren.
Bij een storing de auto met de toetsen van de
afstandsbediening of met de geïntegreerde,
zie pagina 48, ontgrendelen en vergrendelen.
Achterklep Algemeen
De afstandsbediening niet in de bagageruimte
leggen om mogelijk insluiten van de afstandsj
bediening te vermijden.
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering kan ingesteld worden of ook de portieren bij
het ontgrendelen met de afstandsbediening ook ontgrendeld moeten worden. Instellingenuitvoeren, zie pagina 59.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de achterklep kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej
staat kans op letsel. Bij het openen en sluiten erop letten dat het bewegingsgebied van de
achterklep vrij is.'

Page 54 of 302

BMW X6 M:'yZonder comforttoegangssysteem: Auto
ontgrendelen.
Met comforttoegangssysteem: Auto ontj grendelen of afstandbediening meenemen.
Knop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.'yToets van de afstandsbediening circa 1 seconde indrukken.
Bij stilstand wordt de achterklep automatischtot aan de ingestelde openingshoogte geoj
pend.
Vanbinnenuit Toets in het bestuurdersportier indrukj
ken.
Bij stilstand wordt de achterklep automatisch tot aan de ingestelde openingshoogte geoj
pend.
Afbrekenvandeopeningscyclus
De openingscyclus onderbreekt in de volj
gende situaties:
'yAls de auto zich in beweging zet.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep.'yDoor het indrukken van de toets van de afj
standsbediening.'yDoor het indrukken van of trekken aan de schakelaar in het bestuurdersportier.Sluiten
Vanbuitenaf'yKnop aan de buitenzijde van de achterklep
indrukken.'yToets van de afstandsbediening ingedrukt houden tot de achterj
klep gesloten is.
Vanbinnenuit
Blijven drukken op de toets in het bej
stuurdersportier.
Voor deze functie moet de afstandsbediening
zich in het interieur bevinden.
Viadebinnenzijdevandeachterklep
Zonder comforttoegang:
Knop aan de binnenzijde van de achterklep inj
drukken.
Met comforttoegangssysteem:
'yToets aan de binnenzijde van de achterj klep indrukken, pijl 1.'yToets indrukken, pijl 2.Seite 54BedieningOpenenensluiten54
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 55 of 302

Het voertuig wordt vergrendeld zodra de
achterklep is gesloten. Hiervoor moet het bestuurdersportier gesloten zijn en de afj
standsbediening moet zich buiten de auto binnen het bereik van de achterklep bevinjden.
Afbrekenvandesluitcyclus
De sluitcyclus onderbreekt in de volgende situj
aties:
'yBij het abrupt wegrijden.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep.'yDoor het loslaten van de toets in het bej
stuurdersportier.'yDoor het loslaten van de toets van de afj
standsbediening.
BMWX5M:ondersteachterklep
Openen
Aan hendel trekken en achterklep naar onj deren zwenken.
De geopende acherklep kan met maximaal
250 kg worden belast.
Sluiten
Achterklep naar boven zwenken en dichtdrukj
ken.
Storing
Veiligheidsvoorschriften BMW X5 M:
WAARSCHUWING
Bij het neerklappen van de achterbankj
leuning bestaat inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel of schade. Voor het omklappen erop
letten dat het bewegingsgebied van de achterj bankleuning inclusief de hoofdsteunen vrij is.'

Page 56 of 302

schap of een geschikt voorwerp en verwijj
deren.3.De lus in de richting van het interieur trekj
ken.
De achterklep wordt ontgrendeld.4.De bovenste achterklep openen, de lus er opnieuw in drukken.5.De afdekking plaatsen en sluiten.
De achterklep is opnieuw vergrendeld zodra hij
wordt gesloten.
Handmatigebediening
De ontgrendelde achterklep langzaam en zonj
der abrupte beweging handmatig bedienen.
Voor het definitief sluiten de achterklep slechts
lichtjes aandrukken. Het sluiten geschiedt auj
tomatisch.
SoftCloseAutomatic Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij de bediening van de portieren kunnen
lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bestaat kans op letsel. Bij het openen en sluiten eropletten dat het bewegingsgebied van de portiejren vrij is.'

Page 57 of 302

Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bej
stuurdersprofiel kan worden ingesteld, moet de toewijzing van de herkende afstandsbediej
ning en bestuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorj
waarden is voldaan:'yDe bestuurder draagt de afstandsbediej
ning bij zich.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto.'yDe bestuurder stapt via de bestuurderj
sportier in de auto.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geactij
veerde profiel. De omvang van de instellingen die worden opgeslagen is afhankelijk van landen uitvoering.
'yOntgrendelen en vergrendelen.'yLicht.'yKlimaatregeling.'yRadio.'yInstrumentenpaneel.'yVoorkeuzetoetsen.'yVolume, klank.'yControl Display.'yNavigatie.'yTv.'yPark Distance Control PDC.'yAchteruitrijcamera.'ySide View.'yTop View.'yHead-Up Display.'yM Drive: configuraties.'yIntelligent Safety.'yRijstrookwisselmelding.'yNight Vision.Profielbeheer
Bestuurdersprofielselecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstandsjbediening kan een ander bestuurdersprofielworden opgeroepen. Hiermee kunnen de perjsoonlijke instellingen voor de auto worden opjgeroepen als de auto niet met de eigen afj
standsbediening is ontgrendeld.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"'yDe in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automaj
tisch uitgevoerd.'yHet opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte
afstandsbediening.'yAls het bestuurdersprofiel reeds aan een
andere afstandsbediening is toegewezen,
geldt dit bestuurdersprofiel voor beide afj
standsbedieningen.
Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele insteljlingen worden ingesteld die in geen van de driepersoonlijke bestuurdersprofielen worden opjgeslagen.
Dit kan nuttig zijn bij tijdelijk gebruik van de
auto door bestuurders zonder eigen bestuurj
dersprofiel.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de momenteel gebruikte afstandsbediening.
Seite 57OpenenensluitenBediening57
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 58 of 302

BestuurdersprofielhernoemenOm te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel een persoonlijkenaam worden gegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gej
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.
Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het actieve bestuurderj sprofiel worden op de fabrieksinstellingen tejruggezet.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden gejexporteerd.
Dit kan handig zijn bij de opslag en het herstel
van persoonlijke instellingen, bijvoorbeeld voor
een verblijf in de werkplaats. De opgeslagen bestuurdersprofielen kunnen worden meegejnomen naar een andere auto.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden geëxporteerd.
4."Bestuurdersprofiel exporteren"5.'y"USB-apparaat"
Eventueel USB-opslagapparaat, zie paj
gina 34, selecteren.'yConnectedDrive.
Bestuurdersprofielimporteren
Bestaande instellingen van het momenteel gejbruikte bestuurdersprofiel worden overschrej
ven met de instellingen van het geïmporteerde
bestuurdersprofiel.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren dat moet worden overschreven.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden overschreven.
4."Bestuurdersprofiel importeren"5.Medium selecteren waarmee het bestuurj dersprofiel is geëxporteerd.'yUSB-opslagapparaat: "USB-apparaat"
Eventueel USB-opslagapparaat selecj
teren.'yConnectedDrive.6.Het te importeren bestuurdersprofiel sej lecteren.
Bestuurdersprofielenbijstart
weergeven
De bestuurdersprofielen kunnen bij elke start
worden weergegeven om het gewenste profiel te kunnen selecteren.
Seite 58BedieningOpenenensluiten58
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 59 of 302

Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Best.profielen bij start tonen"
Grenzenvanhetsysteem
Een eenduidige toewijzing van de afstandsbej
diening en bestuurder is bijvoorbeeld in de onj
derstaande gevallen niet altijd mogelijk.
'yDe passagier ontgrendelt de auto met zijn
afstandsbediening, maar er rijdt iemand
anders.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto via de comforttoegang en heeft tevens meerdereafstandsbedieningen bij zich.'yBij wisselen van bestuurder zonder dat de
auto ont- en vergrendeld wordt.'yAls er zich meerdere afstandsbedieningen
in de buitenzone van de auto bevinden.
Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering zijn verschillende instellingen voor het openen en sluiten mogelijk.
De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel, zie pagina 56.
Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Bestuurdersportier" of "Alle
portieren"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgrenj deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.'y"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Achterklep Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering
wordt deze instelling mogelijk niet aangeboj den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
De achterklep wordt geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
De achterklep wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"Seite 59OpenenensluitenBediening59
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page 60 of 302

3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Automatischontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het uitschakelen van de motor door het
indrukken van de start-stop-toets wordt de
vergrendelde auto automatisch ontgrenj deld.
Laatstestoel-,spiegel-en
stuurwielstandinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitgevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld. Na inschakelen
van rijden-stand-by wordt het stuurwiel in de
laatst ingestelde positie gezet.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:'yOnbevoegd openen van een portier, de motorkap of de achterklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.'yOndeskundig gebruik van de contactdoos
voor de On-Board Diagnose.
Deze veranderingen signaleert de alarminstalj latie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-enuitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie in- en uitgeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de geïntegreerde
sleutel via het portierslot is ontgrendeld.
Alarm beëindigen, zie pagina 61.
Achterklepopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De achterklep kan ook bij ingeschakelde
alarminstallatie worden geopend.
Met het sluiten van de achterklep wordt deze
weer vergrendeld en bewaakt, mits de portiej
ren vergrendeld zijn. De waarschuwingsknipj perlichtinstallatie knippert eenmaal.
Seite 60BedieningOpenenensluiten60
Online Edition for Part no. 01 40 2 976 179 - X/16

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 310 next >