BMW X5 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 316

Motorstopverhinderenviahet
rempedaal
De motorstop laat zich actief verhinderen binnen
een seconde na tot stilstand komen van de auto:'xTrap het rempedaal meteen na het tot stilj stand komen van de auto kort en krachtig in.'xRem meteen daarna weer met de normaleremkracht.
Systeemhandmatigdeactiveren/
activeren
Mettoetsen
Toets indrukken.
'xLED brandt: automatische start-stop-functie is gedeactiveerd.
Tijdens een automatische motorstop wordt
de motor gestart.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop worden afgezet of gestart.'xLED dooft: automatische start-stop-functie isgeactiveerd.
Autouitzettentijdensautomatische
motorstop
Bij een automatische motorstop kan de auto veij
lig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoorbeeld om
deze te kunnen verlaten.
1.Start/stop-knop indrukken. Het contact wordt
uitgeschakeld. De automatische start-stop-
functie is gedeactiveerd.De keuzehendelstand P wordt automatisch
ingeschakeld.2.Parkeerrem bedienen.
Motorstart zoals gewoonlijk via de start/stop-
knop.
Automatischedeactivering In bepaalde situaties wordt de automatische
start-stop-functie automatisch gedeactiveerd om de veiligheid te garanderen, bijv. wanneer wordt
herkend dat de bestuurder niet aanwezig is.
Storing
De automatische start-stop-functie schakelt de
motor niet meer automatisch uit. Er wordt een
Check-Control-melding weergegeven. Verder rijj
den is niet mogelijk. Het systeem door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Parkeerrem
Principe De parkeerrem dient om de stilstaande auto tebeschermen tegen wegrollen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in beweging
komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De auto voor het verlaten tegen
wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'xParkeerrem bedienen.'xOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'xOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.Seite 101RijdenBEDIENING101
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 102 of 316

WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in de auto worden achtergelaten kunnen de auto inbeweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door de volgende
handelingen:
'xIndrukken van de start/stop-knop.'xParkeerrem vrijzetten.'xPortieren of ruiten openen en sluiten.'xKeuzehendelstand N inschakelen.'xUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht in
de auto laten. Bij het verlaten van de auto de afj
standsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.
Overzicht
Parkeerrem
Vastzetten Bijstilstaandeauto Aan schakelaar trekken.
LED brandt.
Controlelampje gaat rood branden. Parjkeerrem is vastgezet.
Tijdenshetrijden
Gebruik tijdens het rijden is bedoeld als noodj
remfunctie:
Schakelaar naar achteren drukken en ingedrukt
houden. De auto remt krachtig zolang de schaj
kelaar wordt uitgetrokken.
Controlelampje gaat rood branden, er
klinkt een signaal en de remlichten gaan branden.
Er wordt een Check-Control-melding weergegej
ven.
Als de auto tot circa 3 km/h wordt afgeremd, wordt de parkeerrem vastgezet.
Vrijzetten
Handbediendvrijzetten1.Contact inschakelen.2. Schakelaar bij ingedrukt rempedaal inj
drukken.
LED en controlelampje doven.
Parkeerrem is vrijgezet.
Automatischloszetten Gaspedaal bedienen voor het automatisch vrijjzetten.
LED en controlelampje doven.
Onder de volgende voorwaarden wordt de parj keerrem door het bedienen van het gaspedaalautomatisch vrijgezet:
'xMotor aan.'xKeuzestand ingeschakeld.'xBestuurder heeft veiligheidsgordel omgedaanen portier is gesloten.Seite 102BEDIENINGRijden102
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 103 of 316

AutomaticHold
Principe Het systeem is behulpzaam door automatischvastzetten en losmaken van de rem, bijv. bij stiljstaand en langzaam rijdend verkeer.
De auto wordt bij stilstand automatisch op zijn
plaats gehouden.
Op hellingen wordt bij het wegrijden achteruitrolj
len verhinderd.
Algemeen
Onder de volgende voorwaarden wordt Automaj tic Hold automatisch gedeactiveerd en de parj keerrem wordt vastgezet:'xDe motor wordt afgezet.'xIn stilstand wordt een portier geopend en de
veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.'xTijdens het rijden wordt met de parkeerremgeremd, totdat de auto stilstaat.
Controlelampje wisselt van groen naar
rood en de tekst AUTO H dooft.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in beweging
komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De auto voor het verlaten tegen
wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'xParkeerrem bedienen.'xOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'xOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.
OPMERKING
Automatic Hold schakelt bij stilstaande auto de
parkeerrem in en verhindert in wasstraten dat
de auto gaat rollen. Er bestaat gevaar voor
schade. Voor het binnenrijden van de wasstraat
Automatic Hold deactiveren.
WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in de auto worden achtergelaten kunnen de auto inbeweging zetten en zichzelf of het verkeer in
gevaar brengen, bijvoorbeeld door de volgende
handelingen:
'xIndrukken van de start/stop-knop.'xParkeerrem vrijzetten.'xPortieren of ruiten openen en sluiten.'xKeuzehendelstand N inschakelen.'xUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans op letsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht in
de auto laten. Bij het verlaten van de auto de afj
standsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.
Overzicht
Automatic Hold
Activeren Activering is mogelijk bij gesloten bestuurderporjtier, bevestigde veiligheidsgordel en motor.
Seite 103RijdenBEDIENING103
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 104 of 316

Toets indrukken.
LED en de aanduiding AUTO H branj
den.
Controlelampje brandt.
Automatic Hold is ingeschakeld.
Uitschakelen Bij deactiveren tevens het rempedaal indrukken,
als de auto door Automatic Hold wordt tegengej
houden.
Toets opnieuw indrukken.
LED en de aanduiding AUTO H gaan
uit.
Automatic Hold is uitgeschakeld.
Bij het handmatig vastzetten van de parkeerrem
wordt Automatic Hold automatisch gedeactij
veerd.
Rijden Automatic Hold is ingeschakeld: de auto wordt
na het remmen tot stilstand automatisch tegen
wegrollen beveiligd.
Controlelampje brandt groen.
Voor het wegrijden het gaspedaal indrukj
ken.
Rem komt automatisch los.
Controlelampje dooft.
Parkeren
Parkeerrem wordt automatisch vastgezet als de auto door Automatic Hold op zijn plaats wordtgehouden en de motor wordt afgezet.
Controlelampje wisselt van groen naar
rood.
Parkeerrem wordt niet vastgezet, als bij
het uitrollen van de auto de motor werd afgezet. Automatic Hold wordt uitgeschakeld.Tijdens de motorstop door de automatischestart-stop-functie blijft Automatic Hold geactij
veerd.
Storing Auto bij uitval of storing van de parkeerrem metbijv. een wielkeg tegen wegrollen beveiligen wanneer hij wordt verlaten.
Naeenstroomonderbreking Ingebruikneming1.Contact inschakelen.2. Schakelaar bij ingedrukte rem of ingej
schakelde transmissiestand P indrukken.
Het in bedrijf stellen kan enkele seconden duren. Eventuele geluiden zijn normaal.
Het controlelampje in het instrumentenj
paneel dooft zodra de parkeerrem weer gebruiksklaar is.
Richtingaanwijzers, grootlicht,lichtsignaal
Richtingaanwijzers
Knipperlichtindebuitenspiegel Bij het rijden en tijdens het gebruik van de knipj
perlichten of de waarschuwingsknipperlichtinj
stallatie de buitenspiegels niet inklappen, zodat
de knipperlichten in de buitenspiegels goed te herkennen zijn.
Seite 104BEDIENINGRijden104
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 105 of 316

Knipperen
De schakelaar door het drukpunt heen indrukjken.
De schakelaar keert na de bediening in de uitj
gangspositie terug. Om handmatig uit te schakej
len de schakelaar tot aan het drukpunt aantippen.
Kortknipperen De hendel licht omhoog of omlaag aantippen.
Richtingaanwijzer knippert driemaal.
De functie kan geactiveerd of gedeactiveerd worden.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Driemaal knipperen"
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Kortstondigknipperen
De hendel tot door het drukpunt drukken en inj
gedrukt houden zolang er geknipperd moet worj den.
Storing Ongewoon snel knipperen van de controlelampjeduidt op een uitgevallen richtingaanwijzerlampje.
Bij rijden met aanhanger wijst de lamp evt. ook op een uitgevallen knipperlicht van de aanhangjwagen.
Grootlicht,lichtsignaal
De hendel naar voren drukken of naar achteren
trekken.'xGrootlicht aan, pijl 1.'xGrootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2.
Ruitenwisserinstallatie
Algemeen
De wissers niet bij een droge voorruit gebruiken,
anders kunnen de wisserbladen sneller slijten of
beschadigd raken.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten wanj
neer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsdelen
worden ingeklemd of delen van de auto worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of
schade. Erop letten dat het contact is afgezet
als de wissers worden opgeklapt en dat de wisj
sers bij het inschakelen zijn neergeklapt.
OPMERKING
Bij vastgevroren wissers kunnen de wisserblaj
den bij het inschakelen losscheuren of kan de
wissermotor oververhit raken. Er bestaat gevaar
voor schade. Voor het inschakelen van de wisj
sers de ruit ontdooien.
Seite 105RijdenBEDIENING105
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 106 of 316

Inschakelen
De hendel naar boven aantippen of door hetdrukpunt heen drukken.
'xNormale wissersnelheid: eenmaal naar boven
drukken.
Bij stilstand wordt naar de intervalstand overj geschakeld.'xSnelle wissersnelheid: twee keer naar boven of één keer door het drukpunt heen drukken.
Bij stilstand wordt naar de normale snelheid
overgeschakeld.
Na het loslaten keert de hendel in de basisstand terug.
Uitschakelenenkortwissen
De hendel naar beneden drukken.
'xUitschakelen van snelle wissersnelheid: tweejmaal omlaag drukken.'xUitschakelen van normale wissersnelheid:
eenmaal omlaag drukken.'xKort wissen: eenmaal omlaag drukken.
Na het loslaten keert de hendel in de basisstand terug.
Intervalmodusofregensensor
Principe
De regensensor stuurt de wisserwerking autoj
matisch afhankelijk van de regenintensiteit.
Algemeen
De sensor bevindt zich aan de voorruit, direct voor de binnenspiegel. Zonder regensensor is de interval voor de wisserwerking op een vastewaarde ingesteld.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
In wasstraten kunnen de wissers ongewild gaan
bewegen als de regensensor geactiveerd is. Er
bestaat gevaar voor schade. Regensensor in wasstraten deactiveren.
Inschakelen/uitschakelen
De toets op de ruitenwisserschakelaar indrukken.
Een wisprocedure wordt gestart.
Bij uitrusting met regensensor: de LED in de ruij tenwisserschakelaar brandt.
Bij vorst wordt het wissen mogelijk niet gestart.
Bij onderbreking van de rit met ingeschakelde rej
gensensor: als de rit binnen ongeveer 15 minuj
ten wordt voortgezet, wordt de regensensor
weer automatisch geactiveerd.
Seite 106BEDIENINGRijden106
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 107 of 316

Intervaltijdofgevoeligheidvan
regensensorInstellen
De gekartelde knop draaien om de intervaltijd of
gevoeligheid van de regensensor in te stellen.
Naar boven: kort interval of hoge gevoeligheid van de regensensor.
Naar beneden: lang interval of geringe gevoeligj heid van de regensensor.
Ruit-en
koplampreinigingsinstallatie
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de sproeiervloeistof
op de ruit bevriezen en het zicht beperken. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Wasstraten aljleen gebruiken als het bevriezen van de sproeijervloeistof uitgesloten is. Indien nodig antivriesgebruiken.
OPMERKING
Als het ruitensproeierreservoir leeg is, kan de
sproeierpomp niet zoals bedoeld werken. Er
bestaat gevaar voor schade. Ruitensproeiers
niet gebruiken als het ruitensproeierreservoir
leeg is.
Voorruitreinigen
Aan de hendel trekken.
Sproeiervloeistof wordt op de voorruit gesproeid
en de wissers worden kort ingeschakeld.
Bij ingeschakelde verlichting worden in zinvolle
intervallen automatisch tegelijkertijd ook de kopj
lampen gereinigd.
Ruitensproeiermonden De ruitensproeiermonden worden bij ingeschajkeld contact automatisch verwarmd.
BMWX5M:achterruitwisser Overzicht
Achterruitenwisserinschakelen
De buitenste schakelaar naar boven draaien.
'xRustpositie van de wisser, stand 0.'xIntervalstand, pijl 1. Bij ingeschakelde achterj uitversnelling vindt continuwerking plaats.Seite 107RijdenBEDIENING107
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 108 of 316

Achterruitreinigen
De buitenste schakelaar in de gewenste richting
draaien.'xIn ruststand: de schakelaar naar onderen draaien, pijl 3. De schakelaar gaat na loslaten
terug in ruststand.'xIn intervalstand: de schakelaar doordraaien,
pijl 2. De schakelaar gaat na loslaten terug in
intervalstand.
Uitgeklaptestandvande
ruitenwissers
PrincipeIn de opklapstand kunnen de wissers van devoorruit worden opgeklapt.
Algemeen Belangrijk voor bijvoorbeeld het vervangen van
de wisserbladen of voor het uitklappen bij vorst.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten wanj
neer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsdelen
worden ingeklemd of delen van de auto worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of
schade. Erop letten dat het contact is afgezet
als de wissers worden opgeklapt en dat de wisj
sers bij het inschakelen zijn neergeklapt.
OPMERKING
Bij vastgevroren wissers kunnen de wisserblaj den bij het inschakelen losscheuren of kan de
wissermotor oververhit raken. Er bestaat gevaar
voor schade. Voor het inschakelen van de wisj
sers de ruit ontdooien.
Wissersopklappen1.Contact in- en opnieuw uitschakelen.2.Let er bij gevaar voor vorst op, dat de wisserj bladen niet vastgevroren zijn.3.Ruitenwisserschakelaar naar boven tot doorhet drukpunt drukken en circa 3 seconden inj
gedrukt houden tot de wissers ongeveer in
verticale stand stilstaan.4.Wissers volledig optillen van de voorruit uitj klappen.
Wissersinklappen
Na het inklappen van de wissers moet de ruitenj
wisserinstallatie opnieuw worden geactiveerd.
1.Ruitenwissers volledig tegen voorruit aanj
klappen.2.Contact inschakelen.3.Ruitenwisserschakelaar omlaag drukken. De
ruitenwissers gaan in de rustpositie en zijn weer gebruiksklaar.
Sproeiervloeistof
Algemeen
Alle ruitensproeiers maken gebruik van hetzelfde
reservoir.
Voor de ruitensproeierinstallatie een mengsel uit leidingwater, reinigingsvloeistofconcentraat en
eventueel antivries gebruiken.
Aanbevolen minimale vulhoeveelheid: 1 liter.
Seite 108BEDIENINGRijden108
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 109 of 316

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Sommige antivriesmiddelen kunnen stoffen bej
vatten die schadelijk voor de gezondheid zijn en brandbaar zijn. Er bestaat brandgevaar of kansop letsel. Aanwijzingen op de verpakkingen in
acht nemen. Antivries uit de buurt van ontstej kingsbronnen houden. Bedrijfsstoffen niet in
andere flessen overgieten. Bedrijfsstoffen buij
ten het bereik van kinderen bewaren.
WAARSCHUWING
Sproeiervloeistof kan bij contact met hete moj
toronderdelen ontbranden. Er bestaat kans op letsel of schade. Sproeiervloeistof alleen bij afj
gekoelde motor bijvullen. Vervolgens de dop van het sproeiervloeistofreservoir dichtdrukken.
OPMERKING
Siliconenhoudende toevoegingen in de sproeij ervloeistof die ervoor zorgen dat het water van
de ruiten parelt kunnen de sproeierinstallatie beschadigen. Er bestaat gevaar voor schade.
Geen siliconenhoudende toevoegingen aan de
sproeiervloeistof toevoegen.
OPMERKING
Het mengen van verschillende ruitensproeierj
vloeistofconcentraten of antivries kan tot
schade aan het sproeiersysteem leiden. Er bej
staat gevaar voor schade. Verschillende ruitenj
sproeiervloeistofconcentraten of antivries niet
mengen. De aanwijzingen en mengverhoudinj
gen op de verpakkingen in acht nemen.
Overzicht
Het reservoir voor de sproeiervloeistof bevindt
zich in de motorruimte.
Storing Als onverdund ruitensproeierconcentraat uit alj
cohol wordt gebruikt, kunnen er bij lage temperaj turen onder -15 

Page 110 of 316

Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in beweging
komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. De auto voor het verlaten tegen
wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'xParkeerrem bedienen.'xOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'xOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv.
met een wielkeg.
Keuzehendel,
keuzehendelstanden
Overzicht
'xR: achteruitversnelling.'xN: neutraal, stationair.'x Middenstand, vooruitstand.'x+: handmatig opschakelen.'x-: handmatig terugschakelen.'xD/S: tussen Drive-modus en sequentiële moj dus wisselen.
Keuzehendelstandinschakelen
Bij omgegespte veiligheidsgordel voor de bej stuurder het rempedaal indrukken en de keuzej
hendel in de overeenkomstige richting trekken of
drukken.
Zodra de keuzehendel losgelaten wordt, gaat
deze terug naar de middenstand. In stand R arrêj teert de keuzehendel.
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt in
het instrumentenpaneel en op de keuzehendel
afgebeeld.
Na het schakelen in een keuzehendelstand kan
de wagen na het loszetten van de rem wegrollen,
bijvoorbeeld op een helling. Daarom meteen na
het loszetten van de rem wegrijden.
Voor het manoeuvreren of tijdens stilstaand en
langzaam rijdend verkeer Low Speed Assistent
gebruiken.
LowSpeedAssistent
Principe
De Low Speed Assistent ondersteunt bij zeer lage snelheden. De auto rijdt met looptempo.
Kan ook gebruikt worden om in sneeuw vrij te rijj
den. Daarvoor omschakelen tussen achteruitverj
snelling en vooruitstand zonder daarbij de rem in
te drukken.
Activeren1.Een rijstand inschakelen.2.Gaspedaal kort aantippen.
In de 1e en 2e versnelling en in de achteruitverj
snelling rolt het voertuig met minimale snelheid.
Uitschakelen
Auto afremmen tot stilstand.
Knipperendeindicatoropde
keuzehendel
In sommige situaties kan de feitelijke ingevoerde
versnellingspositie van de keuzehendelstand afj
wijken. De indicator in de keuzehendel knippert.
In deze gevallen op de op de indicator op het inj
strumentenpaneel letten.
Seite 110BEDIENINGRijden110
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 320 next >