BMW X5 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 131 of 316

BoordcomputerophetControl
Display
PrincipeDe boordcomputer toont verschillende gegevensvan de auto op het Control Display, zoals de gej
middelde waarden.
Algemeen Er staan twee verschillende boordcomputers ter
beschikking.'x"Boordcomputer": Er worden gemiddelde waarden, zoals het verbruik, weergegeven.
De waarden kunnen afzonderlijk teruggezet worden.'x"Reiscomputer": Waarden geven een overj
zicht van een bepaald traject en kunnen willej
keurig vaak teruggezet worden.
Boordcomputerofreis-
boordcomputeroproepen
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
Boordcomputerterugzetten Via iDrive:
1."Auto-info"2."Boordcomputer"3."Verbruik" of "Snelheid"4."Ja"
Reis-boordcomputerresetten Via iDrive:
1."Auto-info"2."Reiscomputer"3."Terugzetten": alle waarden worden teruggejzet."Automatisch terugzetten": alle waarden worjden na circa 4 uur dat de auto stilstaat, terugj
gezet.
Sportmeldingen
Algemeen
In het Control Display kunnen bij overeenkomj
stige uitrusting de actuele waarden voor vermoj
gen en koppel worden weergegeven.
Sportweergavenweergeven
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Sportweergave"
Snelheidswaarschuwing
Principe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gewaarj
schuwd.
Algemeen
Er wordt opnieuw gewaarschuwd als de ingej
stelde snelheidslimiet na een onderschrijding van 5 km/h opnieuw wordt overschreden.
Snelheidswaarschuwing
weergeven,instellenofwijzigen
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Snelheid"3."Waarsch. bij:"4.Controller draaien tot de gewenste snelheid
wordt weergegeven.5.Controller indrukken.Seite 131WeergavenBEDIENING131
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 132 of 316

Snelheidswaarschuwing
activeren/deactiveren
Via iDrive:1."Instellingen"2."Snelheid"3."Waarschuwing"
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Snelheid"3."Huid. snelheid overnemen"
InstellingenophetControl
Display
Tijd
Tijdzoneinstellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Tijdzone:"4.Selecteer de gewenste tijdzone.
De tijdzone wordt opgeslagen.
Tijdinstellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Tijd:"4.Controller draaien tot de gewenste uren worj
den weergegeven.5.Controller indrukken.6.Controller draaien tot de gewenste minuten worden weergegeven.7.Controller indrukken.
De tijd wordt opgeslagen.
Weergavevormvandetijdinstellen1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Formaat:"4.Gewenste vorm selecteren.
Weergavevorm van de tijd wordt opgeslagen.
Automatischetijdinstelling Afhankelijk van de uitrusting worden de tijd, dajtum en evt. de tijdzone automatisch geactualijseerd.
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Klok autom. zetten"
Datum
Datuminstellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Datum:"4.Controller draaien tot de gewenste dag wordt
weergegeven.5.Controller indrukken.6.Instelling voor maand en jaar uitvoeren.
Datum wordt opgeslagen.
Weergavevormvandedatum
instellen
1."Instellingen"2."Tijd/datum"3."Formaat:"4.Gewenste vorm selecteren.
Datumvorm wordt opgeslagen.
Seite 132BEDIENINGWeergaven132
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 133 of 316

Taal
Taalinstellen1."Instellingen"2."Taal/eenheden"3."Taal:"4.Gewenste taal selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Spraakdialooginstellen Spraakdialoog voor het spraakgestuurd systeem,
zie pagina 47.
Maateenheden
Maateenhedeninstellen
Maateenheden voor verbruik, weg/afstanden en
temperatuur instellen:
1."Instellingen"2."Taal/eenheden"3.Gewenst menupunt selecteren.4.Gewenste eenheid selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Helderheid
Helderheidinstellen Helderheid van het Control Display instellen:
1."Instellingen"2."Control-display"3."Helderheid"4.Controller draaien tot de gewenste helderjheid bereikt is.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Naargelang de lichtverhoudingen kan de regelingvan de lichtsterkte eventueel niet direct worden
herkend.
Weergavevandehuidige
voertuigpositieactiveren/
deactiveren
Principe
Als de locatiebepaling is geactiveerd, kan de huij dige voertuigpositie in de BMW Connected Appof ConnectedDrive-klantenportal worden weerjgegeven.
Inschakelen/uitschakelen
Via iDrive:1."Instellingen"2."GPS-tracking"3."GPS-tracking"
Head-UpDisplay
Principe
Het systeem projecteert belangrijke informatie in
het gezichtsveld van de bestuurder, bijvoorbeeld
de snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich opj nemen zonder de blik van de weg af te wenden.
Overzicht
Seite 133WeergavenBEDIENING133
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 134 of 316

In-/uitschakelen1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Head-Up-display"
WeergaveStandaardaanzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj
formatie weergegeven:
'xSnelheid.'xNavigatieaanwijzingen.'xCheck-Control-meldingen.'xKeuzelijst uit het instrumentenpaneel.'xRijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen indien nodig kortstondig weergegeven.
M-aanzicht
1Actueel toerental, licht gemarkeerd2Shift Lights3Veld vooralarm, toerentalaanduiding4Rood waarschuwingsveld, toerentalaanduij ding5Snelheid6Versnellingsaanduiding/waarschuwingsmelj
dingen7Speed Limit Info met inhaalverbodsweergave
M-aanzicht activeren:
Weergaven in het Head-Up Display selecteren.
WeergaveninhetHead-UpDisplay
selecteren
Via iDrive:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Weergegeven informatie"4.Gewenste instelling selecteren.
Helderheidinstellen De helderheid wordt automatisch aan het omgej
vingslicht aangepast.
De basisinstelling kan handmatig worden ingej steld.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Helderheid"4.Controller draaien tot de gewenste helderj heid bereikt is.5.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid vanhet Head-Up Display ook met behulp van de injstrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel gej
bruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen Via iDrive:
1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Hoogte"4.Controller draaien tot de gewenste hoogte is
bereikt.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
De hoogte van het Head-Up display kan ook met de Geheugenfunctie, zie pagina 84, opgeslagen
worden.
Seite 134BEDIENINGWeergaven134
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 135 of 316

RotatieinstellenHet beeld van het Head-Up Display kan om zijn
eigen as worden gedraaid.
De rotatie alleen bij stilstand en ingeschakeld contact instellen.
Via iDrive:1."Instellingen"2."Head-Up-display"3."Rotatie"4.Controller draaien tot de gewenste instelling bereikt is.5.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
Zichtbaarheidvanhetdisplay De zichtbaarheid van de weergaven in het Head-Up Display wordt be

Page 136 of 316

'xPijl 1: achter elkaar geel brandende veldenduiden op het aanstaande opschakeltijdstip.'xPijl 2: velden branden rood. Uiterlijk op dat
moment schakelen.
Bij het bereiken van het toegelaten maximale toerental knippert de hele meter en wordt ter bej
scherming van de motor de brandstoftoevoer
verminderd.
Seite 136BEDIENINGWeergaven136
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 137 of 316

VerlichtingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Overzicht
Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het stuurj
wiel.
SymboolFunctieMistachterlicht.Mistlamp.Automatische verlichtingsregeling.
Adaptieve verlichtingsfuncties.SymboolFunctieVerlichting uit.
Dagrijlicht.Stadslicht.Dimlicht.Instrumentenverlichting.
Stads-,dim-en
parkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitgej
schakeld als bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd ingej
schakeld laten, anders wordt de accu ontladen en kan de motor eventueel niet meer worden gej
start.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht, zie
pagina 138, inschakelen.
Dimlicht Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 137VerlichtingBEDIENING137
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 138 of 316

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan één zijde als parj
keerlicht worden ingeschakeld.
Inschakelen
Bij uitgeschakelde standby-modus van de radiode hendel circa 2 seconden over het drukpunt
heen naar boven of naar beneden drukken.
Uitschakelen De hendel in tegengestelde richting kort tot hetdrukpunt drukken.
Begroetings-enthuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden sommige verlichtingsfuncties bij het ontgrendelen van deauto eventueel afhankelijk van de omgevingsjlichtsterkte kort ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand:
,
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Begroetingsverlichting"
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Thuiskomverlichting
Algemeen
Dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als bij uitj
geschakelde standby-modus van de radio het
lichtsignaal wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Thuiskomv.:"4.Duur instellen.
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Automatischeverlichtingsregeling
Principe Het dimlicht wordt afhankelijk van de omgevingsj
lichtsterkte automatisch in- of uitgeschakeld, bijj voorbeeld in een tunnel, bij schemering of neerjslag.
Algemeen
Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden.
Bij tunneluitritten overdag wordt het dimlicht niet direct, maar pas na circa 2 min uitgeschakeld.
Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang het misj
tlicht ingeschakeld is.
Activeren
Schakelaarstand:

Seite 138BEDIENINGVerlichting138
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 139 of 316

Het controlelampje in het instrumentenpaneelbrandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem Het inschatten van de verlichting valt, ondanksde automatische verlichtingsregeling, onder de
verantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nevelig weer niet herkennen. In dergelijke situaties moet
de verlichting handmatig worden ingeschakeld
om veiligheidsrisico's te voorkomen.
Dagrijlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worden.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Dagrijlicht"
De instelling wordt opgeslagen voor het momenj
teel gebruikte bestuurdersprofiel.
Adaptieveverlichtingsfuncties
Principe Adaptive verlichtingsfuncties zorgen voor een
dynamische verlichting van de weg.
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering bestaan de adapj tieve verlichtingsfuncties uit één of meerderesystemen:
'xAdaptieve bochtverlichting, zie pagina 139.'xVariabele lichtverdeling, zie pagina 139.'xHoekverlichting, zie pagina 139.
Activeren
Schakelaarstand:

De adaptieve verlichtingsfuncties zijn actief als de motor draait.
Adaptievebochtverlichting Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere pajrameters volgt het koplamplicht het verloop van
de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verblinj den, draait de adaptieve bochtverlichting bij stilj
stand niet naar de tegemoetkomende baan.
Als de koplampen worden veranderd, is de adapj
tieve bochtverlichting eventueel slechts beperkt
beschikbaar.
Variabelelichtverdeling Principe
De variabele lichtverdeling maakt een nog betere
verlichting van de weg mogelijk.
Algemeen
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelj
heid aangepast.
Stadslicht
Het verlichtingsbereik van het dimlicht wordt uitj
gebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Hoekverlichting In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeldbochj
ten, of bij het afslaan wordt tot een bepaald snelj heidsbereik een hoekverlichting ingeschakeld datde binnenbocht beter verlicht.
Seite 139VerlichtingBEDIENING139
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 140 of 316

De hoekverlichting wordt afhankelijk van de
stuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch inj
geschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag autoj
matisch ingeschakeld.
Adaptieve koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseert
acceleraties en afremmen, om het tegemoetkoj
mend verkeer niet te verblinden en te zorgen
voor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent
Principe De grootlichtassistent herkent vroegtijdig andereverkeersdeelnemers en schakelt afhankelijk van
de verkeerssituatie het grootlicht automatisch in
of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het grootj
licht wordt ingeschakeld als de verkeerssituatie
dit toelaat. Bij lage snelheden wordt het grootj
licht door het systeem niet ingeschakeld.
Het systeem reageert op de verlichting van tej
genliggers en voorliggers alsook op de omgej vingsverlichting, bijvoorbeeld in de bebouwde
kom.
Het grootlicht kan altijd manueel worden in- en
uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt het
grootlicht bij tegenliggers of voorliggers niet uitj
geschakeld, maar worden alleen de gedeeltes
uitgeschakeld die het tegemoetkomend of voorj liggend verkeer kunnen verblinden. In dit geval
blijft het blauwe controlelampje gewoon branden.
Als de koplampen worden veranderd, is de
grootlichtassistent eventueel slechts beperkt bej
schikbaar.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand afhankelijk van de uitrusting:
,
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukj ken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het conjtrolelampje in het instrumentenpaneel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het instruj
mentenpaneel brandt, als het grootlicht
door het systeem wordt ingeschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het
grootlicht, zie pagina 105, wordt de grootlichtasj
sistent gedeactiveerd.
Om de grootlichtassistent opnieuw te activeren,
de toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke beslisj
sing over het gebruik van het grootlicht niet verj
vangen. In situaties waarin dit nodig is daarom
handmatig het grootlicht uitschakelen.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke hanj
deling nodig zijn:
Seite 140BEDIENINGVerlichting140
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 ... 320 next >