BMW X5 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 316

'xNa een aanpassing van de bandenspanning.'xNa het verwisselen van een band of wiel.
Initialisatieuitvoeren
Met de initialisatie worden de ingestelde banj
denspanningen als referentie voor de herkenning
van een lekke band overgenomen. De initialisatie
wordt gestart door bevestiging van de spanning van de banden.
Bij het rijden met sneeuwkettingen het systeem niet initialiseren.
Via iDrive:
1."Auto-info"2."Autostatus"3. "Reset uitvoeren"4.Motor starten en niet wegrijden.5.Met "Reset uitvoeren" het initialiseren starj
ten.6.Wegrijden.
Het afsluiten van de initialisatie gebeurt tijdens het rijden, de rit kan te allen tijde worden onderj broken.
Tijdens een volgende rit wordt de initialisatie auj tomatisch voortgezet.
Meldingen
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een beschadigde normale band met een gej
ringe bandenspanning of spanningsverlies heeft een negatieve invloed op de rijeigenj
schappen, bijvoorbeeld het stuur- en remgej
drag. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Niet
verder rijden Bandenpech verhelpen of wiel
vervangen.
Meldingvanbandenpech
Een geel waarschuwingslampje in het inj
strumentenpaneel gaat branden.
Bovendien verschijnt een symbool met een Check-Control-melding op het Control Display.SymboolMogelijkeoorzakenEr is een lekke band of een band
met een aanzienlijk spanningsverj
lies aanwezig.
Maatregel
1.Snelheid verminderen en voorzichtig stopj pen. Heftige rem- en stuurbewegingen verj
mijden.2.Beschadigd wiel identificeren. Bovendien de luchtdruk in alle vier banden controleren, bijj
voorbeeld met de bandenspanningsmeter
van een bandenreparatieset. Is de bandenj spanning in alle banden in orde, dan is de
bandenpechwaarschuwing waarschijnlijk niet
ge

Page 152 of 316

IntelligentSafety
PrincipeIntelligent Safety maakt de centrale bediening
van de hulpsystemen mogelijk. Afhankelijk van de uitrusting bestaat Intelligent Safety uit een of
meer systemen, die kunnen helpen om een dreij gende botsing te voorkomen.
'xBotsingswaarschuwing met City-remfunctie,
zie pagina 153.'xPersoonswaarschuwing, zie pagina 156.'xWaarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 163.'xRijstrookwisselmelding, zie pagina 165.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Erbestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
In-/uitschakelen
Sommige Intelligent Safety systemen worden bij
iedere start automatisch geactiveerd. Sommige
Intelligent Safety-systemen worden geactiveerd
overeenkomstig de laatste instelling.
Toets kort indrukken:
'xHet menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven. De
systemen worden afhankelijk van de
individuele instelling afzonderlijk uitj
geschakeld.'xLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van de
individuele instelling.
Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De inj dividuele instellingen voor het momenteel gej
bruikte profiel worden opgeslagen.
Seite 152BEDIENINGVeiligheid152
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 153 of 316

Toets opnieuw indrukken:'xAlle Intelligent Safety-systemen worj
den ingeschakeld.'xDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
'xAlle Intelligent Safety-systemen worj
den uitgeschakeld.'xDe LED dooft.
Botsingswaarschuwing
metCity-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen te voorjkomen. Indien een ongeval niet vermeden kan
worden, helpt het systeem om de botsingssnelj heid te beperken.
Het systeem waarschuwt voor mogelijk botj singsgevaar en remt de auto zo nodig zelfstandig
af.
De automatische remingreep vindt plaats met
beperkte kracht en duur.
Het systeem wordt gestuurd via een camera bij
de binnenspiegel.
De botsingswaarschuwing is ook bij gedeactij
veerde snelheidsregeling beschikbaar.
Bij het bewust naderen van een voertuig vinden
de botsingswaarschuwing en de remingreep laj ter plaats om onjuiste systeemreacties te voorj
komen.
Algemeen Het systeem waarschuwt vanaf circa 5 km/h in
twee fasen voor eventueel botsingsgevaar met
andere voertuigen. Het moment van deze waarj schuwingen kan afhankelijk van de actuele rijsij
tuatie variëren.
Tot circa 60 km/h vindt eventueel een reminj greep plaats.
Detectiegebied
Er wordt rekening gehouden met objecten, mits
gedetecteerd door het systeem.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden
en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemj
beperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej
pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
Seite 153VeiligheidBEDIENING153
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 154 of 316

ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets kort indrukken:
'xHet menu naar de Intelligent Safety-systej
men wordt weergegeven. De systemen worj den afhankelijk van de individuele instelling
afzonderlijk uitgeschakeld.'xLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van de
individuele instelling.
Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De inj dividuele instellingen worden opgeslagen voorhet momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Toets opnieuw indrukken:
'xAlle Intelligent Safety-systemen worj
den ingeschakeld.'xDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
'xAlle Intelligent Safety-systemen worj
den uitgeschakeld.'xDe LED dooft.
Waarschuwingstijdstipinstellen
Het moment van waarschuwing kan ingesteldworden.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Botswaarschuwing"3.Gewenst tijdstip op het Control Display instelj
len.
Bij uitrusting met Night Vision met Dynamic
Light Spot:
1."Instellingen"2."Intelligent Safety"3."Botswaarschuwing"4.Gewenst tijdstip op het Control Display instelj
len.
Het geselecteerde tijdstip wordt opgeslagen voor het momenteel gebruikte bestuurdersproj
fiel.
Seite 154BEDIENINGVeiligheid154
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 155 of 316

Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Als er een botsing met een waargenomen ander
voertuig dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
en in het Head-Up Display een waarschuwingsj symbool weergegeven.SymboolMaatregelSymbool brandt rood: vooralarm.
Remmen en afstand vergroten.Symbool knippert rood en er klinkt
een signaal: acute waarschuwing.
Remmen en evt. uitwijken.
Vooralarm Een vooralarm wordt bijv. gegeven bij een dreij
gend botsingsgevaar of bij zeer geringe afstand tot een voorligger.
De bestuurder moet bij een vooralarm zelf ingrijj pen.
Acutewaarschuwingmet
afremfunctie
Een acute waarschuwing wordt gegeven bij dij
rect botsingsgevaar als de auto met een relatief
groot snelheidsverschil een ander object nadert.
De bestuurder moet bij acute waarschuwing zelf ingrijpen. Bij botsingsgevaar wordt de bestuurder
evt. door een kleine automatische remingreep ondersteund.
Een acute waarschuwing kan ook zonder voorafj
gaand vooralarm worden geactiveerd.
Remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de remj bekrachtiging is het snel en krachtig indrukken
van het rempedaal. Daarnaast kan het systeem
bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door
een beperkte remingreep. De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilstand.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstabilij
teit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactij vering van de dynamische stabiliteitscontroleDSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging
worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detectiej
gebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj
geren. Er bestaat kans op een ongeval of
schade. De aanwijzingen over de grenzen van
het systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Detectiegebied
Het detectievermogen van het systeem is bej
perkt.
Daarom kan het gebeuren dat de systeemreacj
ties niet of te laat plaatsvinden.
Het volgende wordt bijv. mogelijkerwijs niet herj
kend:
'xLangzaam voertuig bij het naderen met hoge
snelheid.'xPlotseling invoegende of sterk afremmende
voertuigen.'xVoertuigen met ongebruikelijke achterzijde.'xVooroprijdende tweewielers.Seite 155VeiligheidBEDIENING155
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 156 of 316

Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt zijn:'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xBij beperking of deactivering van de rijstabilij
teitsregelsystemen, bijvoorbeeld DSC OFF.'xWanneer het zichtveld van de camera in de
spiegel verontreinigd of bedekt is.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.
Gevoeligheidvande
waarschuwingen
Hoe gevoeliger de waarschuwingen worden inj
gesteld, bijvoorbeeld het moment van waarschuj wing, hoe meer waarschuwingen worden gejtoond. Het kan daardoor ook meer tot te vroegeof ongegronde waarschuwingen en reacties koj
men.
Persoonswaarschuwing
De functie waarschuwt afhankelijk van de uitrusj ting overdag of 's nachts voor een dreigende
botsing met personen.
De functie is onderverdeeld in de volgende sysj temen:
'xOverdag:
Persoonswaarschuwing met City-remfunctie, zie pagina 156'xIn de nacht: Night Vision, zie pagina 159Persoonswaarschuwing
metCity-remfunctie
Principe Het systeem kan helpen om ongevallen metvoetgangers te voorkomen.
Het systeem waarschuwt binnen de bebouwde
kom voor mogelijk botsingsgevaar met voetganj gers en bevat een remfunctie.
Het systeem wordt gestuurd via de camera bij de
binnenspiegel.
Algemeen
Het systeem waarschuwt in voldoende heldere
omstandigheden vanaf circa 10 km/h tot circa 60 km/h voor eventueel botsingsgevaar metvoetgangers en grijpt in met bediening van de
remmen kort voor een botsing.
Daarbij wordt gelet op personen die zich in het
detectiegebied van het systeem bevinden.
Detectiegebied
Het detectiegebied voor de auto bestaat uit twee delen:
'xCentraal gebied, pijl 1, direct v

Page 157 of 316

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Erbestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Systeembeperkingen kunnen bij het aan-/afslej pen met geactiveerde Intelligent Safety-systej
men leiden tot verkeerd gedrag van de afzonj derlijke functies. Er bestaat gevaar voor
ongevallen. Voor het slepen/wegslepen alle Inj
telligent Safety-systemen uitschakelen.
Overzicht
Toetsindeauto
Intelligent Safety-toets
Camera
De camera bevindt zich bij de binnenspiegel. Voorruit voor de binnenspiegel schoon en vrij
houden.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek automatisch geacj
tiveerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets kort indrukken:
'xHet menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven. De
systemen worden afhankelijk van de
individuele instelling afzonderlijk uitj
geschakeld.'xLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van de
individuele instelling.
Er kunnen instellingen uitgevoerd worden. De inj dividuele instellingen worden opgeslagen voorhet momenteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Toets opnieuw indrukken:
'xAlle Intelligent Safety-systemen worj
den ingeschakeld.'xDe LED brandt groen.
Toets lang indrukken:
Seite 157VeiligheidBEDIENING157
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 158 of 316

'xAlle Intelligent Safety-systemen worden uitj
geschakeld.'xDe LED dooft.
Waarschuwingmetremfunctie
Weergave Als er een botsing met een waargenomen ander
persoon dreigt, wordt in het instrumentenpaneel
en in het Head-Up Display een waarschuwingsj symbool weergegeven.
Rood symbool wordt weergegeven en er
klinkt een signaal.
Direct zelf ingrijpen door remmen of uitwijken.
Remingreep
De waarschuwing is een dringend verzoek om
zelf in te grijpen. Tijdens een waarschuwing wordt de maximale remkracht toegepast. Een
voorwaarde voor de ondersteuning van de remj
bekrachtiging is het snel en krachtig indrukken
van het rempedaal. Daarnaast kan het systeem
bij botsingsgevaar ondersteuning bieden door
een beperkte remingreep. De auto kan bij lage snelheid afgeremd worden tot stilstand.
De remingreep volgt alleen wanneer de rijstabilij
teit niet beperkt werd, bijvoorbeeld door deactij vering van de dynamische stabiliteitscontroleDSC.
De remingreep kan door het indrukken van het
gaspedaal of door een actieve stuurbeweging worden afgebroken.
Het herkennen van objecten kan beperkt zijn.
Houd rekening met de grenzen van het detectiej
gebied en de functionele beperkingen.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem kan door beperkingen van het
systeem niet, te laat, onjuist of ongegrond reaj geren. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De aanwijzingen over de grenzen vanhet systeem in acht nemen en eventueel actief
ingrijpen.
Detectiegebied
Het detectievermogen van de camera is beperkt.
Daarom kan het gebeuren dat er niet of te laat
wordt gewaarschuwd.
Het volgende wordt bijv. mogelijkerwijs niet herj
kend:
'xDeels niet-zichtbare voetgangers.'xVoetgangers die wegens de gezichtshoek of
contour niet als zodanig herkend worden.'xVoetgangers buiten het detectiegebied.'xVoetgangers kleiner dan ca. 80 cm.
Beperktewerking
De werking kan bijvoorbeeld in de volgende situj
aties beperkt of niet beschikbaar zijn:
'xBij dichte mist en hevige regen of sneeuwval.'xIn scherpe bochten.'xBij deactivering van de rijstabiliteitsregelsysj temen, bijvoorbeeld DSC OFF.'xWanneer het gezichtsveld van de camera of
de voorruit vervuild of afgedekt is.'xTot 10 seconden na het starten van de motor
via de start-/stopknop.'xTijdens de kalibratieprocedure van de camera
direct na aflevering van de auto.'xBij aanhoudende verblindende werking door
tegenlicht, bijvoorbeeld door laaghangende zon.Seite 158BEDIENINGVeiligheid158
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 159 of 316

'xIn het donker.
NightVisionmetherkenningvanpersonenendieren
Principe
Night Vision met herkenning van personen en
dieren is een nachtzichtsysteem.
Een infraroodcamera detecteert het gebied voor de auto en waarschuwt voor personen en dierenop de straat. Warme objecten waarvan de vormlijkt op die van mensen of dieren worden herkenddoor het systeem. Het warmtebeeld kan indien
nodig op het Control Display worden weergegej ven.
Afhankelijk van de uitrusting wordt er voor een betere herkenning met een lichtspot, Dynamic
Light Spot, op de waargenomen objecten gej
schenen.
Warmtebeeld
De warmteuitstraling van objecten in het gej zichtsveld van de camera wordt weergegeven.
Warme objecten worden licht weergeven en koude objecten donker.
De herkenbaarheid hangt af van het temperaj
tuurverschil met de achtergrond en van de eigen
straling van het object. Objecten met gering temj
peratuurverschil ten aanzien van de omgeving of
met geringe warmteuitstraling zijn beperkt herj
kenbaar.
Om veiligheidsredenen wordt het beeld vanaf circa 5 km/h en geringe helderheid van de omgej
ving alleen bij ingeschakeld dimlicht weergegej
ven.
Met bepaalde intervallen wordt gedurende een fractie van een seconde een stilstaand beeld
weergegeven.
Herkenningvanpersonenendieren
De objectherkenning en objectwaarschuwingwerken alleen in het donker.
Objecten met een menselijke vorm en volj
doende warmteuitstraling worden herkend.
Daarnaast herkent het systeem ook dieren vanaf
een bepaalde grootte, bijv. reeën.
Weergave op het Control Display bij ingeschaj keld warmtebeeld:
'xDoor het systeem herkende personen: in heljdergeel.'xDoor het systeem herkende dieren: in donjkergeel.
Reikwijdte van de objectherkenning bij goedeomgevingsomstandigheden:
'xPersoonsherkenning: tot ca. 100 m'xHerkenning van grotere dieren: tot ca. 150 m'xHerkenning van middelgrote dieren: tot ca. 70 m
Invloeden van het milieu kunnen de beschikbaarj
heid van de objectherkenning beperken.
Wanneer de voertuigsystemen herkennen dat het voertuig zich in een bebouwde kom bevindt,wordt de herkenning van dieren tijdelijk uitgej
schakeld.
Seite 159VeiligheidBEDIENING159
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 160 of 316

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonlijke verj
antwoordelijkheid om de zichtomstandigheden en de verkeerssituatie juist in te schatten. Erbestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ontslaan u niet van uw eigen verantwoording. Door systeemjbeperkingen kunnen waarschuwingen of reacj
ties van het systeem niet, te laat, onjuist of onj
gegrond worden afgegeven. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie
aanpassen. Verkeerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.
Overzicht
Toetsenindeauto
Intelligent Safety-toets
Warmtebeeld in-/uitschakelen
Camera
Bij lage buitentemperaturen wordt de camera auj
tomatisch verwarmd.
Bij het reinigen van de koplampen wordt de caj
meralens automatisch mee gereinigd.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Het systeem wordt bij vertrek in het donker autoj
matisch geactiveerd.
Handmatigin-/uitschakelen Toets kort indrukken:
'xHet menu naar de Intelligent Safety-
systemen wordt weergegeven. De
systemen worden afhankelijk van de
individuele instelling afzonderlijk uitj
geschakeld.'xLED brandt oranje of dooft, afhankelijk van de
individuele instelling.Seite 160BEDIENINGVeiligheid160
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 320 next >