BMW X5 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 211 of 316

InterieuruitrustingUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landspejcifieke en speciale uitrustingen beschreven die inde modelserie aangeboden worden. Er worden
daarom ook uitrustingen beschreven die in een
auto, bijvoorbeeld vanwege de landspecifieke of
gekozen speciale uitrusting niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsrelevante functies
en systemen. Bij gebruik van deze functies en systemen moeten de geldende wetten en voorj
schriften worden nageleefd.
Ge

Page 212 of 316

De beide buitenste toetsen op de binnenj
spiegel tegelijkertijd circa 20 seconden lang
ingedrukt houden, totdat de LED aan de binj nenspiegel gaat knipperen. Alle programmej
ringen van de toetsen op de binnenspiegel
worden gewist.3.De handzender van de te bedienen installatie op een afstand van circa 5 tot 30 cm bij de
toetsen op de binnenspiegel houden. De
noodzakelijke afstand is afhankelijk van de handzender.4.De toets van de gewenste functie op de
handzender en de te programmeren toets op de binnenspiegel tegelijkertijd indrukken en
ingedrukt houden. De LED op de binnenspiej gel knippert eerst langzaam.5.Zodra de LED sneller knippert beide toetsenloslaten. Het snellere knipperen geeft aan, dat
de toets op de binnenspiegel geprogramj
meerd werd.
Knippert de LED na uiterlijk 60 seconden niet
sneller, de afstand tussen binnenspiegel en handzender veranderen en de stap herhalen.
Evt. zijn meerdere pogingen met verschilj
lende afstanden nodig. Tussen de pogingen
minimaal 15 seconden wachten.6.Voor het programmeren van verdere functies
op andere toetsen de stappen 3 t/m 5 herhaj
len.
De installaties kunnen met de toetsen op de binj nenspiegel bediend worden.
Bijzonderheidbijwisselcode-
radiosystemen
Als de installatie na herhaald programmeren niet
bediend kan worden, controleer dan of de te bej dienen installatie met een wisselcode-systeem isuitgerust.
Daarvoor de handleiding van de installatie nalej zen of de geprogrammeerde toets op de binnenj spiegel langer indrukken. Als de LED op de binjnenspiegel eerst snel knippert en dan2 seconden constant brandt, is de installatie met
een wisselcode-systeem uitgerust. Het knippej
ren en branden van de LED wordt circa 20 sej conden lang herhaald.
Bij installaties met een wisselcode-systeem
moeten de ge

Page 213 of 316

4.De toets van de gewenste functie op de
handzender indrukken en eveneens ingej
drukt houden.5.Zodra de LED op de binnenspiegel sneller knippert beide toetsen loslaten. Het snellere
knipperen geeft aan, dat de toets op de binj
nenspiegel geprogrammeerd werd. Vervolj gens kan de installatie met de toets op debinnenspiegel bediend worden.
Knippert de LED na uiterlijk 60 seconden niet
sneller, de afstand veranderen en de proj
grammering vanaf stap 4 herhalen. Evt. zijn
meerdere pogingen met verschillende afstanj den nodig. Tussen de pogingen minimaal
15 seconden wachten.
Bediening
WAARSCHUWING
Bij de bediening van radiografisch bediende inj stallaties met de ge

Page 214 of 316

LegenAsbak verwijderen.
Aansteker
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Het aanraken van het hete verwarmingselej
ment of de hete fitting van de aansteker kan
verbrandingen veroorzaken. Ontvlambare majterialen kunnen ontbranden als de aansteker
valt of tegen overeenkomstige voorwerpen wordt gehouden. Er bestaat brandgevaar enkans op letsel. De aansteker aan de greep vastjpakken. Controleren, dat kinderen de aanstekerniet kunnen gebruiken en zich zouden verbranjden.
OPMERKING
Als metalen voorwerpen in de contactdoos
kunnen vallen, kunnen deze kortsluiting veroorj
zaken. Er bestaat gevaar voor schade. Na gej
bruik van de contactdoos de aansteker of de
contactdoosafdekking weer aanbrengen.
Voorin
Overzicht
De aansteker bevindt zich naast de asbak.
Bediening Aansteker indrukken.
Zodra de aansteker terugspringt kan hij worden uitgenomen.
Achterin
Overzicht
De aansteker bevindt zich in de middenconsole
achterin.
Bediening Aansteker indrukken.
Zodra de aansteker terugspringt kan hij worden uitgenomen.
Contactdozen
Algemeen
De aanstekeringang kan bij lopende motor of inj
geschakeld contact als contactdoos voor elektrij
sche apparaten gebruikt worden.
Het totale vermogen van alle contactdozen mag
140 watt bij 12 volt niet overschrijden.
Fitting niet met ongeschikte stekker beschadij gen.
Seite 214BEDIENINGInterieuruitrusting214
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 215 of 316

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Apparaten en kabels in het activeringsgebied
van de airbags, zoals draagbare navigatiesystej men, kunnen het activeren van de airbag bejlemmeren of bij het activeren door het interieur
worden geslingerd. Er bestaat kans op letsel. Erop letten dat er zich geen apparaten en kajbels in het activeringsgebied van de airbags bej
vinden.
OPMERKING
Bij acculaders voor de voertuigaccu kunnen
hoge spanningen en stromen optreden, waarj door het 12V-boordnet overbelast of beschaj
digd kan raken. Er bestaat gevaar voor schade.
Acculaders voor de voertuigaccu alleen op de
starthulp-aanklempunten in de motorruimte
aansluiten.
OPMERKING
Als metalen voorwerpen in de contactdoos
kunnen vallen, kunnen deze kortsluiting veroorj zaken. Er bestaat gevaar voor schade. Na gej
bruik van de contactdoos de aansteker of de
contactdoosafdekking weer aanbrengen.
Middenconsolevoorin
De afdekking naar voren schuiven.
Afdekking of aansteker verwijderen.
Middenarmsteun
Afdekking verwijderen.
Middenconsoleachterin
Afdekking of aansteker verwijderen. Indebagageruimte
Afdekking openklappen.
Seite 215InterieuruitrustingBEDIENING215
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 216 of 316

USB-aansluiting/AUX-In-aansluiting
Principe Op de USB-aansluiting kunnen mobiele apparaj
ten met USBjaansluiting aangesloten worden.
Via de AUX-In-aansluiting kan een mobiel audio-
apparaat aangesloten worden, bijvoorbeeld een
MP3-speler.
Algemeen
De volgende apparaten kunnen aangesloten worden:
'xMobiele telefoons die door de USB-aansluij
ting worden ondersteund.
De snap-in-adapter beschikt over een eigen USBjaansluiting, die bij het aanbrengen van
een geschikte mobiele telefoon automatisch verbonden is.'xAudio-apparatuur met USBjaansluiting, bijv.MP3-speler.'xUSB-opslagapparatuur.
De gangbare bestandssystemen worden onj
dersteund. Aanbevolen worden de FAT32- en exFAT-formaten.
Informatie over compatibele USB-apparaten
vindt u op www.bmw.com/bluetooth.
De volgende toepassingen zijn mogelijk:
'xExporteren en importeren van bestuurderj
sprofielen, zie pagina 67.'xAudiobestanden beluisteren via USB-audio.'xMuziekbestanden aan de muziekcollectie
toevoegen en de muziekcollectie opslaan.'xVideofilms bekijken via USB-video.'xInstalleren van software-updates.'xImporteren van reisroutes.Overzicht
De USB-aansluiting en de AUX-In-aansluiting
bevinden zich in de middenarmsteun.
Externapparaataansluiten
Bij het aansluiten het volgende in acht nemen:
'xDe stekker niet geforceerd in de USB-aanj
sluiting steken.'xFlexibele adapterkabel gebruiken.'xUSB-apparaat tegen mechanische beschadij gingen beschermen.'xIn verband met de grote keuze aan verkrijgjbare USB-apparaten kan niet elk apparaat via
de auto worden bediend.'xUSB-apparaten niet blootstellen aan extreme
omgevingsomstandigheden, bijvoorbeeld zeer hoge temperaturen, zie handleiding vanhet apparaat.'xIn verband met het grote aantal comprimej
ringstechnieken kunnen mogelijk niet alle op
het USB-apparaat opgeslagen media correct
worden weergegeven.'xEen aangesloten USB-apparaat wordt via de USB-aansluiting van laadstroom voorzien, alshet apparaat dit ondersteunt. Bij hogere temj
peraturen kan de laadstroom afnemen door het USB-apparaat.'xOm de probleemloze overdracht van de opj
geslagen gegevens te waarborgen, een USB- apparaat niet via de boordcontactdoos oplaj
den, wanneer het op de USB-aansluiting
aangesloten is.Seite 216BEDIENINGInterieuruitrusting216
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 217 of 316

'xAfhankelijk van hoe het USB-apparaat wordtgebruikt, zijn eventueel instellingen aan het
USB-apparaat nodig, zie de handleiding van het apparaat.
Niet-compatibele USB-apparaten:
'xUSB harde schijf.'xUSB hubs.'xUSB-geheugenkaartlezers met meerdere inj
schuifeenheden.'xHFS-geformatteerde USB-apparaten.'xApparaten zoals ventilatoren of lampen.
Bagageruimte
BMWX5M:
Bagageruimteafdekking
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Losse voorwerpen of apparaten met een stekj kerverbinding naar de auto, bijv. mobiele telej
foons, kunnen tijdens het rijden door het interij
eur worden geslingerd bij bijv. een ongeval of
bij rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans
op letsel. Losse voorwerpen of apparaten met
een stekkerverbinding naar de auto in het intej rieur vastzetten.
WAARSCHUWING
Een terugschietende bagageruimteafdekking
kan lichaamsdelen inklemmen of tot beschadij gingen leiden. Er bestaat kans op letsel ofschade. De bagageruimteafdekking niet latenterugschieten.
OPMERKING
Een verkeerd bevestigde bagageruimteafdekj king kan tot beschadigingen leiden. Er bestaat
gevaar voor schade. De bagageruimteafdekking
aan beide zijden bevestigen.
Inhangen
1.Bagageruimteafdekking eruit trekken, pijl 1.2.Bagageruimteafdekking aan beide zijden in de houders, pijlen 2, hangen.
Verwijderen
Voor het opbergen van volumineuze bagage kan
de afdekking worden verwijderd.
1.Druk op de toets, pijl 1, om de afdekking te
ontgrendelen.2.Afdekking naar achteren trekken, pijl 2.
Aanbrengen
Afdekking in beide houders aan de zijkant horij
zontaal naar voren schuiven tot deze hoorbaar vastklikt. Hierbij verdwijnen de rode waarschuj
Seite 217InterieuruitrustingBEDIENING217
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 218 of 316

wingsvelden. Door met korte rukjes te trekken,
controleren of de afdekking goed vastgeklikt is.
BMWX6M:
Bagageruimteafdekking
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Losse voorwerpen of apparaten met een stekj
kerverbinding naar de auto, bijv. mobiele telej
foons, kunnen tijdens het rijden door het interij
eur worden geslingerd bij bijv. een ongeval of
bij rem- en uitwijkmanoeuvres. Er bestaat kans
op letsel. Losse voorwerpen of apparaten met
een stekkerverbinding naar de auto in het intej
rieur vastzetten.
Algemeen
Bagageruimteafdekking naar achteren toe ontj vouwen.
Verwijderen Voor het opbergen van volumineuze bagage kan
de afdekking worden verwijderd.
1.Samengevouwen bagageruimteafdekking onj der de bovenste vouw aan beide zijden pakj
ken.2.Afdekking naar achteren uit de zijhouders trekken.
Aanbrengen
Bij het inbouwen handelt u in omgekeerde volgj
orde als bij het uitbouwen.
1.Bagageruimteafdekking links en rechts neerj leggen.2.Afdekking achter licht opheffen en naar vorenschuiven, totdat ze aan beide zijhouders vastj
klikt.
BMWX5M:
Bagageruimteafscheidingsnet
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het terugschieten van het bagageruimtenet kunnen er letsel of beschadigingen ontstaan. Er
bestaat kans op letsel of schade. Het bagagej ruimteafscheidingsnet niet laten terugschieten.
Inhaken
1.Klap de achterste afdekkingen in de dakhejmel op.2.Bagageruimteafscheidingsnet aan de lus uitde cassette trekken.Seite 218BEDIENINGInterieuruitrusting218
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 219 of 316

3.Steek de stangen aan beide kanten in dehouders in de dakhemel, zie pijlen.
Neerlaten
1.De stang aan weerszijden vastnemen en losj
maken uit de houders.2.Het bagageruimteafscheidingsnet langzaam
in de cassette laten glijden.
Bagageruimtevergroten
PrincipeDe bagageruimte kan door het kantelen van de
achterbankleuning worden vergroot.
Algemeen
De achterbankleuning is in 3 delen inklapbaar in
de verhouding 40-20-40. De achterbankleuninj
gen aan de zijkanten kunnen afzonderlijk of het middelste gedeelte kan apart worden neergej
klapt.
De achterbankleuningen kunnen vanuit het achj tercompartiment worden neergeklapt.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij het neerklappen van de achterbankleuning
bestaat inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel
of schade. Voor het omklappen erop letten dat het bewegingsgebied van de achterbankleunj
ing inclusief de hoofdsteunen vrij is.
WAARSCHUWING
Als de rugleuning niet is vastgezet kunnen niet-
vastgezette voorwerpen bijvoorbeeld bij een
ongeval, rem- of uitwijkmanoeuvre door het inj terieur worden geslingerd. Er bestaat kans op
letsel. Controleer of de rugleuning na het terugj
klappen vergrendeld is.
WAARSCHUWING
Als de achterbankleuning niet is vergrendeld, is
de beschermende werking van de middelste
veiligheidsgordel niet gewaarborgd. Er bestaat
kans op letsel of levensgevaar. Bij gebruik van de middelste veiligheidsgordel de breedsteachterbankleuning vergrendelen.
WAARSCHUWING
Bij een verkeerde stoelinstelling of onjuiste
montage van het kinderzitje is de stabiliteit van
het kinderveiligheidssysteem verminderd of volledig afwezig. Er bestaat kans op letsel of lej
vensgevaar. Erop letten dat het kinderveiligj
heidssysteem strak tegen de leuning aan ligt.
Bij alle betreffende rugleuningen zo mogelijk de
rugleuninghoek aanpassen en de stoelen corj
rect instellen. Erop letten dat de stoelen en de
leuningen correct ingeklikt of vergrendeld zijn.
Indien mogelijk de hoogte van de hoofdsteunen
aanpassen of deze verwijderen.
OPMERKING
Bij het neerklappen van de achterbankleuning kunnen delen van de auto worden beschadigd.Er bestaat gevaar voor schade. Bij het neerj
klappen erop letten dat het bewegingsgebied van de achterbankleuning inclusief de hoofdjsteunen vrij is.
Seite 219InterieuruitrustingBEDIENING219
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page 220 of 316

Achterleuningvanuithetinterieur
achterinomklappen
In de uitsparing grijpen en de achterbankleuning
naar voren trekken.
Middengedeelteomklappen
1.Evt. middelste hoofdsteun naar onderen
schuiven.2.In de uitsparing grijpen en het middendeel
naar voren trekken.
Ski-ensnowboardzak
De ski- en snowboardzak vindt u in een bej schermhoes in de bagageruimte.
Neem de met de beschermhoes meegeleverde montage- en gebruiksaanwijzing in acht.
Seite 220BEDIENINGInterieuruitrusting220
Online Edition for Part no. 01402662496 - II/18

Page:   < prev 1-10 ... 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 ... 320 next >