BMW X6 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 41 of 316

schade. Randen afdekken en erop letten dat
spitse voorwerpen niet tegen de achterruit stoj
ten.'

Page 42 of 316

Viadebinnenzijdevandeachterklep
Zonder comforttoegang:
Knop aan de binnenzijde van de achterklep inj
drukken.
Met comforttoegangssysteem:
'yToets aan de binnenzijde van de achterj klep indrukken, pijl 1.'yToets indrukken, pijl 2.
Het voertuig wordt vergrendeld zodra de
achterklep is gesloten. Hiervoor moet het bestuurdersportier gesloten zijn en de afj
standsbediening moet zich buiten de auto binnen het bereik van de achterklep bevinjden.
Afbrekenvandesluitcyclus
De sluitcyclus onderbreekt in de volgende situj
aties:
'yBij het abrupt wegrijden.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep.'yDoor het loslaten van de toets in het bej
stuurdersportier.'yDoor het loslaten van de toets van de afj
standsbediening.
Storing
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Bij het handmatig bedienen van een gej
blokkeerde achterklep kan deze onverwacht
loskomen uit de blokkering. Er bestaat kans op
letsel of schade. Geblokkeerde achterklep niet handmatig bedienen. Door een Service Partnervan de fabrikant of een andere gekwalificeerdeService Partner of specialist laten controlejren.'

Page 43 of 316

PersonalProfile
Principe Via het persoonlijke profiel kunnen individuele
instellingen van meerdere bestuurders worden
opgeslagen en zo nodig op een later tijdstip
weer worden opgeroepen.
Algemeen
Er zijn drie bestuurdersprofielen beschikbaar waarin persoonlijke instellingen voor de auto
worden opgeslagen. Aan iedere afstandsbej
diening is één van deze bestuurdersprofielen
toegewezen.
Als de auto met een afstandsbediening wordt
ontgrendeld, wordt het bijbehorende bestuurj dersprofiel geactiveerd. Alle in het bestuurderj
sprofiel opgeslagen instellingen worden autoj
matisch uitgevoerd.
Als meerdere bestuurders ieder een eigen afj
standsbediening hebben, past de auto zich bij het ontgrendelen aan de persoonlijke instellinjgen aan. Deze instellingen worden ook herjsteld als de auto tussendoor door een persoonwerd gebruikt met een andere afstandsbediejning.
Wijzigingen aan de instellingen worden autoj
matisch opgeslagen in het op dat moment gej
bruikte bestuurdersprofiel.
Als via iDrive een ander bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, worden de daarin opgej slagen instellingen automatisch uitgevoerd.
Het nieuwe bestuurdersprofiel wordt toegewej zen aan de momenteel gebruikte afstandsbej
diening.
Bovendien is er een gastprofiel beschikbaar
dat niet aan een afstandsbediening wordt toej
gekend. Dit kan worden gebruikt om instellinj
gen aan de auto te kunnen uitvoeren zonder de
persoonlijke bestuurdersprofielen te wijzigen.Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bej
stuurdersprofiel kan worden ingesteld, moet de toewijzing van de herkende afstandsbediej
ning en bestuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorj
waarden is voldaan:'yDe bestuurder draagt de afstandsbediej
ning bij zich.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto.'yDe bestuurder stapt via de bestuurdersj portier in de auto.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geactij
veerde profiel. De omvang van de instellingen die worden opgeslagen is afhankelijk van landen uitvoering.
'yOntgrendelen en vergrendelen.'yLicht.'yKlimaatregeling.'yRadio.'yInstrumentenpaneel.'yVoorkeuzetoetsen.'yVolume, klank.'yControl Display.'yNavigatie.'yTv.'yPark Distance Control PDC.'yAchteruitrijcamera.'ySide View.'yTop View.'yHead-Up Display.'yRijbelevingsschakelaar.'yPositie bestuurdersstoel, buitenspiegel,stuurwiel.'yIntelligent Safety.'yRijstrookwisselmelding.Seite 43OpenenensluitenBediening43
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 44 of 316

'yNight Vision.
Profielbeheer
Profielenoproepen Onafhankelijk van de gebruikte afstandsbediej
ning kan een ander profiel worden opgeroej pen. Daardoor wordt oproepen van de perj
soonlijke instellingen voor de auto mogelijk,
ook als de auto niet met de eigen afstandsbej diening is ontgrendeld.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Profielen"3.Profiel selecteren.
De volgende functies worden uitgevoerd:
'yHet in het opgeroepen profiel opgeslagen instellingen worden automatisch uitgejvoerd.'yHet opgeroepen profiel wordt toegewezenaan de op dat moment gebruikte afstandsj
bediening.'yAls het profiel reeds aan een andere afj standsbediening is toegewezen, geldt dit
profiel voor beide afstandsbedieningen.
Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele insteljlingen worden uitgevoerd die in geen van dedrie persoonlijke profielen zijn opgeslagen.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Gast"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de actuele afstandsbediening.
Profielenherbenoemen
Om te voorkomen dat de profielen worden verjwisseld, kan aan iedere profiel een persoonlijke
naam worden gegeven.
Via iDrive:1."Instellingen"2."Profielen"
Actief profiel is geselecteerd.3."Opties" oproepen.4."Huidige profiel wijzigen"
Profielenresetten De instellingen van het momenteel gebruikte
profiel worden op de fabrieksinstellingen tej ruggezet.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Huidige profiel terugzetten"
Profielenexporteren De meeste instellingen van het momenteel gejbruikte profiel kunnen worden ge

Page 45 of 316

Op een USB-medium opgeslagen profielen
kunnen geïmporteerd worden via de USB-aanj sluiting.
Bestaande instellingen worden met het geïmj porteerde profiel overschreven.
Via iDrive:1."Instellingen"2."Profielen"3."Profiel importeren"4.BMW Online: "BMW Online"
USB-aansluiting: "USB"
Profiellijstbijstartweergeven
De profiellijst kan bij elke start worden weergej geven voor de keuze van het gewenste profiel.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Profielen"3."Opties" oproepen.4."Gebruikerslijst bij start"
Grenzenvanhetsysteem
Een eenduidige toewijzing van de afstandsbej
diening en bestuurder is bijvoorbeeld in de onj
derstaande gevallen niet altijd mogelijk.
'yDe passagier ontgrendelt de auto met zijn
afstandsbediening, maar er rijdt iemand
anders.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto via de comforttoegang en heeft tevens meerdereafstandsbedieningen bij zich.'yBij wisselen van bestuurder zonder dat de
auto ont- en vergrendelt wordt.'yAls er zich meerdere afstandsbedieningen
aan in buitenzone van de auto bevinden.Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering en landuitvoering zijn verschillende instellingen voor het openen en sluiten mogelijk.
De instellingen worden opgeslagen voor het
momenteel gebruikte bestuurdersprofiel, zie pagina 43.
Ontgrendelen
Portieren
Via iDrive:1."Instellingen"2."Portieren/sleutels"3. Symbool selecteren.4.Gewenste functie selecteren:'y"Bestuurdersportier"
Alleen het bestuurdersportier en de
klep van de tankdop worden ontgrenj deld. Bij het opnieuw indrukken wordt
de gehele auto ontgrendeld.'y"Alle portieren"
Gehele auto wordt ontgrendeld.
Achterklep Via iDrive:
1."Instellingen"2."Portieren/sleutels"3. Symbool selecteren.4.Gewenste functie selecteren:'y"Achterklep"
De achterklep wordt geopend.'y"Achterklep + portier(en)"
De achterklep wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.Seite 45OpenenensluitenBediening45
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 46 of 316

Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:1."Instellingen"2."Portieren/sleutels"3."Knipperen ver-/ontgrend."
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.
Automatischvergrendelen
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Portieren/sleutels"3.Gewenste functie selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrend. bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Laatstestoel-,spiegel-en
stuurwielstandinstellen
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Portieren/sleutels"3."Laatst opgesl. zitpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersj
stoel, buitenspiegels en stuurwiel ingesteld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj delde auto op de volgende veranderingen:
'yOnbevoegd openen van een portier, demotorkap of de achterklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.'yOndeskundig gebruik van de contactdoos
voor de On-Board Diagnose.
Deze veranderingen signaleert de alarminstalj latie optisch en akoestisch:
'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-enuitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie in- en uitgeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de geïntegreerde
sleutel via het portierslot is ontgrendeld.
Alarm be

Page 47 of 316

Controlelampjeopdebinnenspiegel'yControlelampje knippert om de 2 seconjden:
De alarminstallatie is ingeschakeld.'yHet controlelampje knippert circa 10 sej conden en gaat daarna elke 2 secondenflitsen:
De interieurbeveiliging en hellingshoekj
sensor zijn niet actief, omdat de portieren,
motorkap of achterklep niet correct gesloj
ten zijn. Correct gesloten toegangen zijn
geblokkeerd.
Wordt de nog geopende toegang gesloten,
dan worden de interieurbeveiliging en helj lingshoeksensor ingeschakeld.'yControlelampje dooft na het ontgrendelen:
Aan de auto zijn geen ongeoorloofde hanj
delingen uitgevoerd.'yControlelampje blijft na het ontgrendelen
knipperen tot het contact wordt ingeschaj
keld, maximaal echter circa 5 minuten:
Alarm is geactiveerd.
Hellingshoeksensor
De hellingshoek van de auto wordt bewaakt.
De alarminstallatie reageert bijv. bij een poging van diefstal van de wielen of bij het wegslepen.
InterieurbeveiligingVoor een optimale werking moeten ruiten englazen dak gesloten zijn.
Ongewildalarmvermijden
Algemeen
De hellingshoeksensor en de interieurbeveilij ging kunnen een alarm activeren, hoewel geen onbevoegde handelingen zijn uitgevoerd.
Mogelijke situaties voor een ongewild alarm:'yIn wasinstallatie of wasstraten.'yIn stapelgarages.'yBij het transport op autotreinen, op zee of op een aanhangwagen.'yBij dieren in de auto.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en
gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj deld uitgeschakeld.
Alarmbeëindigen
'yVoertuig met afstandsbediening ontgrenj
delen of contact inschakelen, eventueel door noodherkenning van afstandsbediejning, zie pagina 35.'yMet comforttoegangssysteem:
Bij meegevoerde afstandsbediening porj
tiergreep van het bestuurders- of passaj
giersportier volledig omvatten.Seite 47OpenenensluitenBediening47
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 48 of 316

RuitbedieningVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij de bediening van de ruiten kunnen lij
chaamsdelen of voorwerpen worden ingej
klemd. Er bestaat kans op letsel of schade. Bij
het openen en sluiten erop letten dat het bej
wegingsgebied van de ruiten vrij is.'

Page 49 of 316

Inklembeveiliging
Algemeen
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het sluij ten onderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld
antennes, kunnen de inklembeveiliging nadelig
beïnvloeden. Er bestaat kans op letsel. Geen
accessoires in het bewegingsgebied van de
ruiten bevestigen.'

Page 50 of 316

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Bij de bediening van het glazen dak kunj
nen lichaamsdelen worden ingeklemd. Er bej staat kans op letsel. Bij het openen en sluitenerop letten dat het bewegingsgebied van het
glazen dak vrij is.'

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 320 next >