BMW X6 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 71 of 316

1Rijrichting2Hoofdsteun3Haak van bovenste bevestigingsriem4Bevestigingspunt/-oog5Rugleuning6Bovenste bevestigingsriem
Bovenstebevestigingsriemop
bevestigingspuntaanbrengen
1.Bovenste bevestigingsriem over de hoofdj
steun leiden.2.Bevestigingsriem evt. tussen rugleuning
en afdekking bagageruimte door halen.3.Haken van de bevestigingsriem in het bej
vestigingsoog bevestigen.4.Bevestigingsriem strak omlaag trekken.
Aanbevolenkinderzitjes
Voor elke leeftijds- en gewichtsklasse zijn bij
een Service Partner van de fabrikant of een anj
dere gekwalificeerde Service Partner of een
specialist geschikte kinderveiligheidssysteem
verkrijgbaar.
'yBMW Baby Seat groep 0+'yBMW Junior Seat groep 1'yBMW Junior Seat groep 2/3'yISOFIX BaseBeveiligingvanportierenen
ruitenachterin
Achterportieren
Vergrendelingshendel aan de achterportieren
naar boven schuiven.
Het betreffende portier kan alleen van buitenaf worden geopend.
Veiligheidsschakelaarvoorachterin Toets van het bestuurdersportier inj
drukken.
LED licht bij ingeschakelde veiligheidsfunctie.
Verschillende functies worden geblokkeerd en kunnen achterin niet worden bediend, Veiligjheidsschakelaar.
Seite 71KinderenveiligvervoerenBediening71
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 72 of 316

RijdenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Start/stop-knop Principe Door indrukken van de start/
stop-knop wordt het contact in-
of uitgeschakeld en wordt de
motor gestart.
De motor start als bij het indrukj
ken van de start/stop-knop het rempedaal
wordt ingedrukt.
Contactaan Start/stop-knop indrukken, rem daarbij niet inj
drukken.
Alle systemen zijn gebruiksklaar.
De controle- en waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel branden niet allemaal even lang.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om leeglopen van de accu te voorkomen.
Contactuit
Start/stop-knop opnieuw indrukken, rem daarj bij niet indrukken.Alle controlelampjes in het instrumentenpaj
neel doven.
Bij afgezette motor het contact en niet-benoj
digde stroomverbruikers uitschakelen om
leeglopen van de accu te voorkomen.
Veiligheidsmaatregelen
Bij het uitschakelen van het contact wordt auj
tomatisch keuzehendelstand P ingeschakeld,
als keuzehendelstand D of R ingeschakeld is.
Het contact wordt bij stilstaande auto en afgej
zette motor onder de volgende omstandighej
den automatisch uitgeschakeld:'yBij het vergrendelen, ook bij ingeschakeld
dimlicht.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.'yBij het openen of sluiten van het bestuurj dersportier, wanneer de veiligheidsgordel
van de bestuurder is afgedaan en het dimj
licht is uitgeschakeld.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel van de bestuurder, wanneer het bestuurdersjportier is geopend en het dimlicht is uitgej
schakeld.'yBij het openen van de voorportieren, als niemand op de voorstoelen zit.
Na enkele minuten zonder verdere bediening
wordt van dimlicht op stadslicht omgeschaj
keld.
Standby-modusvanderadio
Algemeen
Bij standby-modus van de radio blijven een aantal stroomverbruikers gebruiksklaar.
Activeren Bij draaiende motor de start/stop-knop indrukjken.
Seite 72BedieningRijden72
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 73 of 316

Bij stilstaande motor en ingeschakeld contact:
bij openen van het portier wordt de standby- modus van de radio automatisch geactiveerd
als het licht uitgeschakeld is of de dagrijverj
lichting ingeschakeld is.
De standby-modus van de radio blijft ingej
schakeld als het contact bijvoorbeeld wegens
de volgende redenen automatisch wordt uitgej
schakeld:'yOpenen en sluiten van het bestuurdersporj tier.'yBij het afdoen van de veiligheidsgordel.'yBij automatisch omschakelen van het dimj
licht naar stadslicht.
Automatischuitschakelen
De standby-modus van de radio wordt in de
volgende situaties automatisch uitgeschakeld:
'yAls bij het verlaten van de auto, bij handj
matig uitgeschakelde motor, het bestuurj ders- of passagiersportier wordt geopend.'yAls het contact met de start-/stopknophandmatig wordt uitgeschakeld.'yNa circa 8 minuten.'yBij het vergrendelen van de auto met decentrale vergrendeling.'yKort voordat de accu ontladen raakt, zodat
het starten van de motor nog mogelijk is.
Startenvandemotor
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR
Bij een geblokkeerde uitlaatpijp of onvolj
doende ventilatie kunnen uitlaatgassen in de
auto binnendringen, die schadelijk voor de gej
zondheid zijn. De uitlaatgassen bevatten kleur- en reukloze schadelijke stoffen. In gesloten
ruimten kunnen de uitlaatgassen zich ook buij
ten de auto ophopen. Er bestaat levensgevaar. De uitlaatpijp vrijhouden en voor voldoende
ventilatie zorgen.'

Page 74 of 316

AfzettenvandemotorVeiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Kinderen of dieren die zonder toezicht in
de auto worden achtergelaten kunnen de auto in beweging zetten en zichzelf of het verkeer ingevaar brengen, bijv. door de volgende handejlingen:'yIndrukken van de start/stop-knop.'yParkeerrem vrijzetten.'yPortieren of ruiten openen en sluiten.'yKeuzehendelstand N inschakelen.'yUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 75 of 316

WeergaveninhetinstrumentenpaneelDe weergave geeft aan dat de
automatische start-stop-functie
klaar is voor het automatisch
starten van de motor.
De weergave geeft aan dat niet voldaan is aan de voorwaarden
voor het automatisch stoppen
van de motor.
Beperktewerking De motor wordt in de volgende situaties niet
automatisch afgezet:'yBuitentemperatuur te laag.'yHoge buitentemperatuur en airconditioj ning ingeschakeld.'yInterieur nog niet zoals gewenst verwarmdof gekoeld.'yMotor is nog niet op bedrijfstemperatuur.'ySterke stuuruitslag of stuurhandeling.'yNa het achteruitrijden.'yRuiten beslaan terwijl de automatische airj
conditioning is ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'yOp grotere hoogten.'yMotorkap is ontgrendeld.'yHill Descent Control HDC is geactiveerd.'yInparkeersysteem is geactiveerd.'yStilstaand en langzaam rijdend verkeer.'yKeuzehendel in stand N, M/S of R.'yGebruik van brandstof met hoog ethanolj
gehalte.
Startenvandemotor
Voor het wegrijden start de motor onder de
volgende voorwaarden automatisch:
'ySteptronic transmissie: door loslaten van het rempedaal.Bij geactiveerde Automatic Hold: gaspej
daal indrukken.
Na motorstart zoals op de gebruikelijke wijze accelereren.
Veiligheidsfunctie
De motor start na een automatische uitschakej
ling niet automatisch, wanneer aan een van de volgende voorwaarden voldaan is:
'yVeiligheidheidsgordel bestuurder afgedaan
en bestuurdersportier geopend.'yDe motorkap werd ontgrendeld.
Sommige controlelampjes branden verschilj
lend lang.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop gej
start worden.
Beperktewerking Ook wanneer niet moet worden weggereden,
start de afgezette motor in de volgende situj
aties automatisch:
'ySterk opwarmend interieur terwijl de koelj
functie is ingeschakeld.'yTijdens het sturen.'ySteptronic versnellingsbak: wisselen van de keuzehendelstand van D naar N, R of
M/S.'ySteptronic versnellingsbak: wisselen van de keuzehendelstand van P naar N, D, R of
M/S.'yRuiten beslaan terwijl de automatische airj
conditioning is ingeschakeld.'yAccu is zwaar ontladen.'ySterk afkoelend interieur terwijl de verwarj
ming is ingeschakeld.Seite 75RijdenBediening75
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 76 of 316

Systeemhandmatigdeactiveren/
activeren
Mettoetsen
Toets indrukken.
'yLED brandt: automatische start-stop-funcj
tie is gedeactiveerd.
Tijdens een automatische motorstop wordt
de motor gestart.
De motor kan alleen via de Start/stop-knop
worden afgezet of gestart.'yLED dooft: automatische start-stop-functie is geactiveerd.
Autouitzettentijdensautomatische
motorstop
Bij een automatische motorstop kan de auto
veilig stilgezet/geparkeerd worden, bijvoorj beeld om deze te kunnen verlaten.
Steptronic versnelling:
1.Start/stop-knop indrukken. Het contact wordt uitgeschakeld. De automatische
start-stop-functie is gedeactiveerd.
De keuzehendelstand P wordt automatisch
ingeschakeld.2.Parkeerrem bedienen.
Motorstart zoals gewoonlijk via de start/stop-
knop.
Automatischedeactivering In bepaalde situaties wordt de automatischestart-stop-functie automatisch gedeactiveerd
om de veiligheid te garanderen, bijv. wanneerwordt herkend dat de bestuurder niet aanwejzig is.
Storing De automatische start-stop-functie schakelt
de motor niet meer automatisch uit. Er wordt een Check-Control-melding weergegeven.Verder rijden is niet mogelijk. Het systeem
door een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Parkeerrem Principe
De parkeerrem dient om de stilstaande auto te
beschermen tegen wegrollen.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar
voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page 77 of 316

'yKeuzehendelstand N inschakelen.'yUitrustingen van de auto bedienen.
Er bestaat gevaar voor ongevallen of kans opletsel. Kinderen of dieren niet zonder toezicht
in de auto laten. Bij het verlaten van de auto de
afstandsbediening meenemen en de auto verj
grendelen.'

Page 78 of 316

'yDe motor wordt afgezet.'yIn stilstand wordt een portier geopend en
de veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.'yTijdens het rijden wordt met de parkeerj
rem geremd, totdat de auto stilstaat.
Controlelampje wisselt van groen naar
rood en de tekst AUTO H dooft.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Een onbeveiligde auto kan vanzelf in bej
weging komen en wegrollen. Er bestaat gevaar voor ongevallen. De auto voor het verlaten tej
gen wegrollen beveiligen.
Om ervoor te zorgen dat de auto tegen wegrolj
len beveiligd is, het volgende in acht nemen:
'yParkeerrem bedienen.'yOp hellingen de voorwielen in de richting
van de stoeprand draaien.'yOp hellingen de auto extra beveiligen, bijv. met een wielkeg.'

Page 79 of 316

Rijden
Automatic Hold is ingeschakeld: de auto wordt
na het remmen tot stilstand automatisch tegen
wegrollen beveiligd.
Controlelampje brandt groen.
Voor het wegrijden het gaspedaal inj
drukken.
Rem komt automatisch los.
Controlelampje dooft.
Parkeren
Parkeerrem wordt automatisch vastgezet als de auto door Automatic Hold op zijn plaatswordt gehouden en de motor wordt afgezet.
Controlelampje wisselt van groen naar
rood.
Parkeerrem wordt niet vastgezet, als bij
het uitrollen van de auto de motor werd afgej
zet. Automatic Hold wordt uitgeschakeld.
Tijdens de motorstop door de automatische
start-stop-functie blijft Automatic Hold geactij veerd.
Storing
Auto bij uitval of storing van de parkeerrem
met bijv. een wielkeg tegen wegrollen beveilij
gen wanneer hij wordt verlaten.
Naeenstroomonderbreking
Ingebruikneming1.Contact inschakelen.2. Schakelaar bij ingedrukt rempedaal of
ingeschakelde keuzehendelstand P indrukj
ken.
Het in bedrijf stellen kan enkele seconden duj ren. Eventuele geluiden zijn normaal.
Het controlelampje in het instrumenj
tenpaneel dooft zodra de parkeerrem
weer gebruiksklaar is.
Richtingaanwijzers,
grootlicht,lichtsignaal
Richtingaanwijzers
Knipperlichtindebuitenspiegel Bij het rijden en tijdens het gebruik van deknipperlichten of de waarschuwingsknipperjlichtinstallatie de buitenspiegels niet inklapj
pen, zodat de knipperlichten in de buitenspiej
gels goed te herkennen zijn.
Knipperen
De schakelaar door het drukpunt heen indrukj
ken.
De schakelaar keert na de bediening in de uitj gangspositie terug. Om handmatig uit te schajkelen de schakelaar tot aan het drukpunt aanjtippen.
Kortknipperen
De hendel licht omhoog of omlaag aantippen.
Richtingaanwijzer knippert driemaal. De functie kan geactiveerd of gedeactiveerdworden.
Via iDrive:
1."Instellingen"2."Licht"3."Driemaal knipperen"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Seite 79RijdenBediening79
Online Edition for Part no. 01402977606 - II/17

Page 80 of 316

KortstondigknipperenDe hendel tot door het drukpunt drukken en inj
gedrukt houden zolang er geknipperd moet
worden.
Storing
Ongewoon snel knipperen van de controlej
lampje duidt op een uitgevallen richtingaanwijj
zerlampje.
Bij rijden met aanhanger wijst de lamp evt. ook
op een uitgevallen knipperlicht van de aanj hangwagen.
Grootlicht,lichtsignaal
De hendel naar voren drukken of naar achteren trekken.'yGrootlicht aan, pijl 1.'yGrootlicht uit/lichtsignaal, pijl 2.
Ruitenwisserinstallatie
Algemeen
De wissers niet bij een droge voorruit gebruij ken, anders kunnen de wisserbladen snellerslijten of beschadigd raken.
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten
wanneer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsj delen worden ingeklemd of delen van de auto
worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of schade. Erop letten dat het contact is afgej
zet als de wissers worden opgeklapt en dat de
wissers bij het inschakelen zijn neergeklapt.'

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 320 next >