BMW X6 M 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 121 of 300

Gemiddeldewaardenresetten
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar ingej
drukt houden.
Afstandtotreisdoel
Afhankelijk van de uitrusting wordt nog de resj
terende afstand tot het reisdoel wordt weergej
geven als er voor het begin van de rit een bej
stemming in het navigatiesysteem is
ingevoerd.
De afstand tot het reisdoel wordt automatisch overgenomen.
Aankomsttijd Afhankelijk van de uitrusting
wordt de verwachte aankomstj
tijd wordt weergegeven als voor
begin van de rit een bestemj
ming in het navigatiesysteem is
ingevoerd.
Voorwaarde is een correct ingestelde tijd.
SpeedLimitInfo
Zie voor meer informatie het hoofdstuk Speed
Limit Info.
Kompas Met navigatiesysteem: kompasj
weergave t.o.v. de rijrichting.
BoordcomputerophetControl
Display
Principe De boordcomputer toont verschillende gegejvens van de auto op het Control Display, zoalsde gemiddelde waarden.
Algemeen
Op het Control Display staan twee verschilj
lende boordcomputers ter beschikking:'y"Boordcomputer": Er worden gemiddelde
waarden, zoals het verbruik, weergegeven. De waarden kunnen afzonderlijk teruggej
zet worden.'y"Reiscomputer": Waarden geven een overj
zicht van een bepaald traject en kunnen
willekeurig vaak teruggezet worden.
Boordcomputerofreis-
boordcomputeroproepen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer" of "Reiscomputer"
BoordcomputerterugzettenVia iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Boordcomputer"4."Verbruik" of "Snelheid"5."OK"
Reis-boordcomputerresetten
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Rij informatie"3."Reiscomputer"4.Controller eventueel naar links kantelen.Seite 121WeergavenBediening121
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 122 of 300

'y "Terugzetten": alle waarden worj
den teruggezet.'y "Automatische reset": alle waarj
den worden na circa 4 uur stilstand van de auto teruggezet.
Sportweergaven
Algemeen
In het Control Display kunnen bij overeenkomj stige uitrusting de actuele waarden voor verj mogen en koppel worden weergegeven.
Sportweergavenweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."Sportdisplays"
Snelheidswaarschuwing
Principe
Er kan een snelheidsgrens ingesteld worden,
waarna er bij het bereiken hiervan wordt gej
waarschuwd.
Algemeen
Herhaalde waarschuwing wanneer de ingej stelde snelheid eenmaal met ten minste
5 km/h wordt onderschreden.
Snelheidswaarschuwingweergeven,
instellenofwijzigen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Waarschuwing bij:"5.Controller draaien tot de gewenste snelj
heid wordt weergegeven.6.Controller indrukken.
Snelheidswaarschuwingactiveren/
deactiveren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Snelheidswaarschuwing"5.Controller indrukken.
Actuelesnelheidovernemenals
snelheidswaarschuwing
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Snelheidswaarschuwing"4."Huidige snelheid overnemen"5.Controller indrukken.
Head-UpDisplay
Principe
Het systeem projecteert belangrijke informatie
in het gezichtsveld van de bestuurder, bijvoorj
beeld de snelheid.
De bestuurder kan deze informatie zo in zich
opnemen zonder de blik van de weg af te wenj den.
Seite 122BedieningWeergaven122
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 123 of 300

Overzicht
In-/uitschakelen
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Head-up display"
Weergave
Standaardaanzicht
Op het Head-Up Display wordt de volgende inj formatie weergegeven:
'ySnelheid.'yNavigatiesysteem.'yCheck-Control-meldingen.'yKeuzelijst uit het instrumentenpaneel.'yRijhulpsystemen.
Een deel van deze informatie wordt alleen injdien nodig kortstondig weergegeven.
M-aanzicht1Actueel toerental, licht gemarkeerd2Shift Lights3Veld vooralarm, toerentalaanduiding4Rood waarschuwingsveld, toerentalaanj
duiding5Snelheid6Versnellingsaanduiding/waarschuwingsj
meldingen7Speed Limit Info met inhaalverbodsweerj
gave
M-aanzicht activeren:
Weergaven in het Head-Up Display selecteren.
WeergaveninhetHead-UpDisplay selecteren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Weergegeven informatie"6.De gewenste weergaven in het Head-Up
Display selecteren.
Helderheidinstellen
De helderheid wordt automatisch aan het omj
gevingslicht aangepast.
De basisinstelling kan worden ingesteld.
Seite 123WeergavenBediening123
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 124 of 300

Via iDrive:1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Helderheid"6.Controller draaien tot de gewenste helderj
heid bereikt is.7.Controller indrukken.
Bij ingeschakeld dimlicht kan de helderheid
van het Head-Up Display ook met behulp van de instrumentenverlichting worden aangepast.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Hoogteinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Hoogte"6.Controller draaien tot de gewenste hoogte is bereikt.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gejbruikte profiel opgeslagen.
De hoogte van het Head-Up display kan ook met de Geheugenfunctie, zie pagina 77, opgej
slagen worden.
Rotatieinstellen Het beeld van het Head-Up Display kan om zijneigen as worden gedraaid.
De rotatie alleen bij stilstand en ingeschakeld
contact instellen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Head-up display"5."Rotatie"6.Controller draaien tot de gewenste instelj
ling bereikt is.7.Controller indrukken.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Zichtbaarheidvanhetdisplay
De zichtbaarheid van de weergaven in het
Head-Up Display wordt beïnvloed door de volj
gende factoren:
'yBepaalde stoelposities.'yVoorwerpen op de afdekking van het Head-Up Display.'yZonnebrillen met bepaalde polarisatiefiljters.'yNat wegdek.'yOngunstige lichtverhoudingen.
Als het beeld vervormd wordt weergegeven,de basisinstellingen door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalificeerde Service Partner of specialist laten controleren.
Aanwijzingen voor het reinigen van het Head-
Up Display in acht nemen, zie pagina 274.
Specialevoorruit
De voorruit is een onderdeel van het systeem.
De vorm van de voorruit laat een nauwkeurige projectie toe.
Een folie in de voorruit voorkomt dat het beeld
dubbel wordt weergegeven.
Daarom wordt dringend geadviseerd, de specij
ale voorruit indien nodig door een Service Partj
ner van de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist te laten
vervangen.
Seite 124BedieningWeergaven124
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 125 of 300

ShiftLights
Algemeen
De weergave wordt in het Head-Up-Display afj
gebeeld.
ShiftLightswordtafgebeeldophet
Head-UpDisplay
Inschakelen
Shift Lights worden op het Head-Up Display alleen op het M-aanzicht, zie pagina 123, afgej
beeld.1.Head-Up Display, zie pagina 123, inschaj
kelen.2."Mijn auto"3."iDrive instellingen"4."Displays"5."Head-up display"6."Weergegeven informatie"7."M View"
Weergave
'yHet huidige toerental wordt op de toerenj teller weergegeven.'yPijl 1: Achter elkaar geel brandende veldenduiden op het aanstaande opschakeltijdjstip.'yPijl 2: velden branden rood. Uiterlijk op datmoment schakelen.
Bij het bereiken van het toegestane maximale
toerental knippert de gehele weergave.
Bij het overschrijden van het maximale toerenj
tal wordt ter bescherming van de motor de
brandstoftoevoer verminderd.
Voertuigstatus
Algemeen
Er kunnen voor enkele systemen de toestanj den worden weergegeven of acties worden uitj gevoerd.
Voertuigstatusoproepen Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"
Overzichtvandeinformatie
'y "Indicatie lekke band (RPA)": Status
van de bandenpechwaarschuwing, zie paj gina 139.'y "Bandenspanningscontrole": Status
van de bandenspanningscontrole, zie paj
gina 136.'yTerugzetten van de bandenspanningsconj
trole, zie pagina 137.'y "Motoroliepeil": Elektronische oliej
peilcontrole, zie pagina 253.'y "Check Control": Check-Control-melj
dingen worden op de achtergrond opgej slagen en kunnen op het Control Display
worden weergegeven. Weergave opgeslaj gen Check-Control-meldingen, zie paj
gina 111.'y "Servicebehoefte": Weergave van de
servicebehoefte, zie pagina 115.'y "Teleservice oproep": Teleservice Call.Seite 125WeergavenBediening125
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 126 of 300

VerlichtingUitrustingvandeautoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege de
landspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht Schakelaarsindeauto
De lichtschakelaar bevindt zich naast het
stuurwiel.
SymboolFunctieMistachterlichtMistlampAutomatische verlichtingsregeling
Adaptieve bochtverlichtingSymboolFunctieLicht uit
DagrijlichtStadslichtDimlichtInstrumentenverlichting
Stads-,dim-enparkeerlicht
Algemeen
Schakelaarstand:
, ,
De buitenverlichting wordt automatisch uitgej
schakeld als bij uitgeschakeld contact het bej stuurdersportier wordt geopend.
Stadslicht
Schakelaarstand:

De auto is rondom verlicht.
Stadslicht niet gedurende een langere tijd inj geschakeld laten, anders wordt de accu ontlaj
den en kan de motor eventueel niet meer worj den gestart.
Voor het parkeren het eenzijdige parkeerlicht,
zie pagina 127, inschakelen.
Dimlicht
Schakelaarstand:

Het dimlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Seite 126BedieningVerlichting126
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 127 of 300

Parkeerlicht
Principe De stadslichten kunnen aan één zijde als parj
keerlicht worden ingeschakeld.
Inschakelen
Bij uitgeschakeld contact de hendel circa 2 sej
conden door het drukpunt heen naar boven of
naar beneden drukken.
Uitschakelen
De hendel in tegengestelde richting kort tot
het drukpunt drukken.
Begroetings-en
thuiskomverlichting
Begroetingsverlichting
Algemeen
Afhankelijk van de uitvoering worden sommige verlichtingsfuncties bij het ontgrendelen vande auto eventueel afhankelijk van de omgej
vingslichtsterkte kort ingeschakeld.
Inschakelen/uitschakelen Schakelaarstand:
,
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Begroetingsverlichting"
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Thuiskomverlichting
Algemeen
Dimlicht brandt nog een bepaalde tijd, als bij uitgeschakelde standby-modus van de radiohet lichtsignaal wordt geactiveerd.
Duurinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Thuiskomverl."6.Duur instellen.
De instelling wordt opgeslagen voor het moj menteel gebruikte bestuurdersprofiel.
Automatische
verlichtingsregeling
Principe
Het dimlicht wordt afhankelijk van de omgej
vingslichtsterkte automatisch in- of uitgeschaj keld, bijvoorbeeld in een tunnel, bij schemering
of neerslag.
Algemeen
Een blauwe hemel met laagstaande zon kan tot inschakelen van de verlichting leiden.
Bij tunneluitritten overdag wordt het dimlichtniet direct, maar pas na circa 2 min uitgeschaj
keld.
Dimlicht blijft altijd ingeschakeld, zolang het mistlicht ingeschakeld is.
Seite 127VerlichtingBediening127
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 128 of 300

ActiverenSchakelaarstand:

Het controlelampje in het instrumentenpaneel
brandt bij ingeschakeld dimlicht.
Grenzenvanhetsysteem
Het inschatten van de verlichting valt, ondanks de automatische verlichtingsregeling, onder deverantwoording van de bestuurder.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld mist of nej velig weer niet herkennen. In dergelijke situj
aties moet de verlichting handmatig worden inj
geschakeld om veiligheidsrisico's te
voorkomen.
Dagrijlicht Algemeen
Schakelaarstand:
,
Het dagrijlicht brandt bij ingeschakeld contact.
Inschakelen/uitschakelen
In sommige landen is dagrijlicht verplicht, daarom kan dit licht mogelijk niet uitgezet worj
den.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5.Gewenste instelling selecteren.
De instelling wordt voor het momenteel gej bruikte profiel opgeslagen.
Adaptievebochtverlichting
Principe
De adaptieve bochtverlichting is een variabele koplampregeling, die een dynamische verlichj
ting van het wegdek mogelijk maakt.
Algemeen
Afhankelijk van de stuuruitslag en van andere
parameters volgt het koplamplicht het verloop van de weg.
Om het tegemoetkomend verkeer niet te verj blinden, draait de adaptieve bochtverlichtingbij stilstand niet naar de bestuurderszijde.
Als de koplampen worden veranderd, is de
adaptieve bochtverlichting eventueel slechts
beperkt beschikbaar.
Afhankelijk van de uitvoering bestaat de adapj
tieve bochtverlichting uit een of meer systej
men:'yVariabele lichtverdeling, zie pagina 128.'yHoekverlichting, zie pagina 128.
Activeren
Schakelaarstand:

De adaptieve bochtverlichting is bij draaiende motor actief.
Variabelelichtverdeling
Principe De variabele lichtverdeling maakt een nog bejtere verlichting van de weg mogelijk.
Algemeen
De lichtverdeling wordt automatisch aan de snelheid aangepast.
Stadslicht
Het verlichtingsbereik van het dimlicht wordt
uitgebreid aan de zijkanten.
Snelwegverlichting
De reikwijdte van het dimlicht wordt vergroot.
Hoekverlichting
In scherpe bochten, bijvoorbeeld haarspeldj
bochten, of bij het afslaan wordt tot een bej paald snelheidsbereik een hoekverlichting injgeschakeld dat de binnenbocht beter verlicht.
Seite 128BedieningVerlichting128
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 129 of 300

De hoekverlichting wordt afhankelijk van destuuruitslag of richtingaanwijzers automatisch
ingeschakeld.
Bij het achteruitrijden wordt de hoekverlichting
eventueel onafhankelijk van de stuuruitslag auj tomatisch ingeschakeld.
Adaptieve
koplampverstelling
De adaptieve koplampverstelling compenseerthet optrekken en afremmen, om het tegemoetjkomend verkeer niet te verblinden en te zorgenvoor een optimale verlichting van de weg.
Grootlichtassistent
Principe De grootlichtassistent herkent vroegtijdig anjdere verkeersdeelnemers en schakelt afhankej
lijk van de verkeerssituatie het grootlicht autoj
matisch in of uit.
Algemeen
De grootlichtassistent zorgt ervoor dat het
grootlicht wordt ingeschakeld als de verkeersj situatie dit toelaat. Bij lage snelheden wordt
het grootlicht door het systeem niet ingeschaj
keld.
Het systeem reageert op de verlichting van het
tegemoetkomende en voorliggende verkeer
alsook op voldoende verlichting in bijvoorbeeld
de bebouwde kom.
Het grootlicht kan altijd zoals gewend worden
in- en uitgeschakeld.
Bij een uitvoering met Selective Beam wordt
het grootlicht bij tegenliggers niet uitgeschaj keld, maar worden alleen de gedeeltes uitgej
schakeld die het tegemoetkomend verkeer kunnen verblinden. In dit geval blijft het blauwecontrolelampje gewoon branden.Als de koplampen worden veranderd, is de
grootlichtassistent eventueel slechts beperkt
beschikbaar.
Inschakelen/uitschakelen
Schakelaarstand afhankelijk van de uitrusting:
,
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Bij ingeschakeld dimlicht brandt het
controlelampje in het instrumentenpaj
neel.
De verandering tussen dimlicht en grootlicht
wordt automatisch uitgevoerd.
Het blauwe controlelampje in het inj
strumentenpaneel brandt, als het
grootlicht door het systeem wordt inj
geschakeld.
Bij het handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht, zie pagina 97, wordt de grootlichtj
assistent gedeactiveerd.
Om de grootlichtassistent opnieuw te activej
ren, de toets op de richtingaanwijzerschakelaar indrukken.
Grenzenvanhetsysteem
De grootlichtassistent kan de persoonlijke bej slissing over het gebruik van het grootlicht niet
vervangen. In situaties waarin dit nodig is
daarom handmatig het grootlicht uitschakelen.
In de volgende situaties werkt het systeem niet
of slechts beperkt en kan een persoonlijke
handeling nodig zijn:
Seite 129VerlichtingBediening129
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 130 of 300

'yBij extreem ongunstige weersomstandigjheden zoals dichte mist of hevige neerslag.'yBij de waarneming van verkeersdeelnejmers met slechte eigen verlichting, zoalsvoetgangers, fietsers, ruiters, karren, bijtrein- of scheepsverkeer nabij de weg en
bij wildoversteekplaatsen.'yIn scherpe bochten, op steile hellingen, bij
kruisend verkeer of half verdekt tegemoetj
komend verkeer op de snelweg.'yIn slecht verlichte dorpen en bij sterk rej flecterende borden.'yAls de voorruit in het gebied voor de binj
nenspiegel beslagen, verontreinigd of door stickers, vignetten enz. bedekt is.
Mistlamp
Mistlamp
Principe De mistlamp zorgt samen met het dimlichtvoor een bredere verlichting van de weg.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moet het stads- of dimlicht ingeschakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het groene controlelampje brandt bij
ingeschakelde mistlampen.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie pagina 127, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van de mistlampen automaj tisch ingeschakeld.
Geleidingsmistlamp
Schakelaarstand:

De lichtverdeling van het dimlicht wordt tot een
snelheid van 110 km/h aangepast aan de misj
tomstandigheden.
Mistachterlicht
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Voor het inschakelen van het mistachterlicht
moeten het dimlicht of de mistlampen ingej
schakeld zijn.
In-/uitschakelen Toets indrukken.
Het gele controlelampje brandt, bij inj
geschakeld mistachterlicht.
Als de automatische verlichtingsregeling, zie
pagina 127, is ingeschakeld, wordt het dimlicht
bij het inschakelen van het mistachterlicht auj
tomatisch ingeschakeld.
Rechts-/linksrijdendverkeer
Algemeen
Bij rijden in landen waarin niet aan dezelfde
kant van de weg wordt gereden als in het land van toelating, dienen de volgende maatregelen
te worden genomen om verblinding door de
koplampen te voorkomen.
LED-koplampen
Koplampenomschakelen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Verlichting"4."Buitenverlichting"5."Rechts-/linksrijdend verkeer"6.Gewenste instelling selecteren.Seite 130BedieningVerlichting130
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 ... 300 next >