BMW X6 M 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 151 of 300

Overzicht
De koplampen bevinden zich in de voorste
bumper.
Koplampen schoon en vrij houden.
Voorwaarden
'yLichtschakelaar in stand: 'yDimlicht, grootlicht of gedeeltelijk grootjlicht brandt.'yGeen lichtbronnen of verlichte verkeersjdeelnemers in het waarschuwingsgebied.'yIntelligent Safety-systemen: persoonsj
waarschuwing is actief.
Inschakelen/uitschakelen
Op het Control Display:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Intelligent Safety"4."Dynamic Light Spot"
Tijdens de waarschuwing:
Lichtsignaal bedienen, om de Dynamic Light Spot voor de actuele waarschuwing uit te
schakelen.
Grenzenvanhetsysteem
Principiëlegrenzen
De werking kan bijv. in de volgende situaties
beperkt zijn:
'yBij steile hellingen of afdalingen en in
scherpe bochten.'yBij vuile of beschadigde camera.'yBij dichte mist en hevige regen of sneeuwj val.'yBij zeer hoge buitentemperaturen.
Grenzenvandeherkenningvan
personenendieren
In sommige situaties kan het voorkomen dat personen als dieren herkend worden, of dieren
als personen.
Kleine dieren worden door de objectherkenj ning niet herkend, hoewel zij in het beeld goed
te zien zijn.
Beperkte herkenning, bijv. in de volgende gej
vallen:
'yNiet-zichtbare of deels zichtbare personen
of dieren, in het bijzonder niet-zichtbaar
hoofd/kop.'yPersonen in een niet staande houding, bijv.
liggend.'yFietsers op niet-gebruikelijke fietsen, bijv. ligfietsen.'yNa een mechanische inwerking op het sysjteem, bijv. na een ongeval.
Geenweergaveophetscherm
achterin
Op het scherm achterin kan het beeld van de
Night Vision niet worden afgebeeld.
LaneDepartureWarningPrincipe
Dit systeem waarschuwt vanaf een bepaald
snelheidsbereik, als de auto op wegen met rijj
baanbegrenzingslijnen op het punt staat om de
rijstrook te verlaten. Deze snelheid ligt afhanj
kelijk van de landuitvoering tussen 55 km/h en
70 km/h .
Het stuur begint bij waarschuwingen licht te
trillen. Het moment van deze waarschuwing
Seite 151VeiligheidBediening151
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 152 of 300

kan afhankelijk van de actuele rijsituatie variëj
ren.
Het systeem waarschuwt niet wanneer voor het verlaten van de rijstrook richting wordt aanjgegeven.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om het wegverloop en de verkeerssituatie juist in te schatten. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen. Bij waarschuwingen het stuurwiel niet onnodig heftig bewegen.'

Page 153 of 300

WeergevenvaneenwaarschuwingBij het verlaten van de rijstrook boven een herj
kende rijbaanbegrenzingslijn begint het stuurj
wiel te trillen.
Als voor het veranderen van rijbaan de richj
tingaanwijzer wordt ingeschakeld, wordt er
geen waarschuwing gegeven.
Onderbrekingvandewaarschuwing De waarschuwing wordt in de volgende situj
aties afgebroken:'yAutomatisch na ca. 3 seconden.'yBij terugkeer naar de eigen rijbaan.'yBij krachtig remmen.'yBij richting aangeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 154 of 300

VeiligheidsaanwijzingWAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van persoonj
lijke verantwoordelijkheid om de zichtomstanj
digheden en de verkeerssituatie juist in te
schatten. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rijstijl aan de verkeerssituatie aanpassen. Verj
keerssituatie observeren en in de betreffende situaties actief ingrijpen.'

Page 155 of 300

'yAlle Intelligent Safety-systemen worden
uitgeschakeld.'yDe LED dooft.
Weergave
Lampinbuitenspiegelbehuizing
Vooralarm
De gedimde lamp in de buitenspiegelbehuizing geeft aan dat zich voertuigen in de dode hoek
bevinden of van achteren naderen.
Acutewaarschuwing Als de richtingaanwijzer wordt ingeschakeld
terwijl er zich een voertuig in het kritieke gej
bied bevindt, gaat het stuurwiel kort trillen en
begint de lamp in de buitenspiegelbehuizing
fel te knipperen.
De waarschuwing wordt beëindigd, als de richj tingaanwijzer wordt uitgeschakeld of als het
andere voertuig het kritieke gebied heeft verlaj
ten.
Kortopflitsen
Het kort opflitsen van het lampje bij het ontj
grendelen van de auto dient voor de zelftest
van het systeem.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem kan in verband met de sysj
teemgrenzen onjuist of niet reageren. Er bej
staat kans op een ongeval of schade. De aanj
wijzingen over de grenzen van het systeem in
acht nemen en eventueel actief ingrijpen.'

Page 156 of 300

Overschrijdingvandesnelheidslimiet
In bijzondere situaties kunt u de snelheidslij miet bewust overschrijden door krachtig gas tegeven.
Als de rijsnelheid de ingestelde snelheidslimiet
overschrijdt, wordt een waarschuwing gegej
ven.
Geenremingreep Als de ingestelde snelheidslimieten wordt bej
reikt of onbewust wordt overschreden, bijvoorj
beeld bij bergaf rijden, wordt er niet actief afj
geremd.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto zolang uit tot de rijsnelheid onder de ingej stelde snelheidslimiet komt.
Overzicht
ToetsenopstuurwielToetsFunctieSysteem in-/uitschakelen, zie paj
gina 156Tuimelschakelaar:
Snelheidslimiet wijzigen, zie paj
gina 156
Bediening
Inschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
De actuele rijsnelheid wordt overgenomen als snelheidslimiet.
Bij inschakelen tijdens stilstand wordt bij een lage snelheid 30 km/h als snelheidslimiet ingej steld.
Markering op de snelheidsmeter wordt op de betreffende snelheid ingesteld.
Bij het inschakelen van de snelheidslimietwordt mogelijk de dynamische stabiliteitsconj
trole DSC ingeschakeld.
Uitschakelen Toets op het stuurwiel indrukken.
Het systeem schakelt zich automatisch uit in
bijvoorbeeld de volgende situaties:'yBij het inschakelen van de achteruitverj
snelling.'yBij het afzetten van de motor.'yBij het inschakelen van de snelheidsregej ling.
De weergaven verdwijnen.
Snelheidslimietwijzigen
Tuimelschakelaar zo vaak naar boven of benej den drukken tot de gewenste snelheidslimiet is
ingesteld.
'yDrukken van de tuimelschakelaar tot het drukpunt verhoogt of verlaagt de sneljheidslimiet telkens met 1 km/h.'yDrukken op de tuimelschakelaar door het
drukpunt heen verhoogt of verlaagt de snelheidslimiet op het volgende tiental van
de km/h snelheidsmeter.
Als er tijdens de rit een snelheidslimiet wordt
ingesteld die onder de rijsnelheid ligt, rolt de
auto uit tot de ingestelde snelheidslimiet.
Seite 156BedieningVeiligheid156
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 157 of 300

Overschrijdingvandesnelheidslimiet
De snelheidslimiet kan bewust worden overj schreden. In deze situatie wordt geen akoestijsche waarschuwing weergegeven.
Druk het gaspedaal volledig in om de ingejstelde snelheidslimiet bewust te overschrijden.
De beperking wordt automatisch weer geactij
veerd, zodra de actuele snelheid onder de inj gestelde snelheidslimiet komt.
Waarschuwingbijoverschrijdingvan
desnelheidslimiet
Optischewaarschuwing Bij het overschrijden van de ingestelde
snelheidslimiet knippert het controlej
lampje in het instrumentenpaneel, zoj
lang er harder wordt gereden dan de ingej stelde snelheidslimiet.
Akoestischewaarschuwing'yBij onbedoeld overschrijden van de ingejstelde snelheidslimiet is na circa 5 seconjden een signaal te horen.'yAls de snelheidslimiet tijdens de rit onderde rijsnelheid komt, is het signaal na circa30 seconden te horen.'yAls de snelheidslimiet bewust wordt overj
schreden door het gaspedaal volledig in te
drukken, is er geen signaal te horen.
Weergaveninhetinstrumentenpaneel
Markeringvandesnelheidslimiet
Weergave op snelheidsmeter:
'yMarkering brandt groen:
systeem is actief.'yMarkering brandt niet: sysj
teem is uitgeschakeld.Controlelampje'yControlelampje brandt: het sysj
teem is ingeschakeld.'yControlelampje knippert: de ingej
stelde snelheidslimiet wordt overj schreden.
Kortestatusweergave
Korte weergave van de ingestelde snelj
heidslimiet.
Dynamischeremlichten
Principe Achteropkomende verkeersdeelnemers worj
den door het knipperen van de remlichten voor
een noodremsituatie gewaarschuwd. Daardoor
kan het gevaar van een botsing worden gerej
duceerd.
Algemeen
BMW X5 M:Seite 157VeiligheidBediening157
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page 158 of 300

BMW X6 M:'yNormaal remmen: remlichten branden.'yHard remmen: remlichten knipperen.
Kort voor de stilstand wordt de waarschuj
wingsknipperlichtinstallatie geactiveerd.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie deactij
veren:
'yAccelereren.'yToets waarschuwingsknipperlichtinstallaj tie indrukken.
ActiveProtection
Algemeen
Het veiligheidspakket Active Protection bej staat uit van elkaar onafhankelijke systemen:
'yWaakzaamheidshulp.'yPreCrash.'yPostCrash.
Waakzaamheidshulp
Principe Het systeem kan toenemende onoplettendj
heid of vermoeidheid van de bestuurder bij lange eentonige ritten, bijv. op snelwegen, herjkennen. In deze situatie wordt aanbevolen omeen pauze in te lassen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Het systeem ontlast u niet van de perj
soonlijke verantwoordelijkheid om uw lichamej lijke gesteldheid juist in te schatten. Toenej
mende onoplettendheid of vermoeidheid
worden mogelijk niet of niet op tijd herkend. Er
bestaat gevaar voor ongevallen. Erop letten dat
de bestuurder uitgerust en oplettend is. Rijstijl
aan de verkeerssituatie aanpassen.'

Page 159 of 300

'yAls de tijd verkeerd is ingesteld.'yAls de gereden snelheid overwegend onj
der ca. 70 km/h ligt.'yBij sportieve rijstijl, bijv. bij sterke acceleraj
tie of snel rijden door bochten.'yIn actieve rijsituaties, bijv. vaak veranderen van rijbaan.'yBij slechte toestand van het wegdek.'yBij sterke zijwind.
Het systeem wordt ca. 45 minuten na het afjzetten van het voertuig teruggezet, bijv. bij een pauze op een langere snelwegrit.
PreCrash
Principe Met het systeem kunnen vanaf 30 km/h kritijsche rijsituaties herkend worden die tot een ongeval zouden kunnen leiden. In deze situj
aties worden automatisch preventieve veiligj
heidsmaatregelen getroffen, om de risico's bij
een ongeval zo gering mogelijk te houden.
Kritieke rijsituaties zijn bijv.:
'yNoodstops.'ySterk ondersturen.'ySterk oversturen.
Bij uitrusting met botsingswaarschuwing met
of zonder remfunctie kunnen, binnen de sysj
teemgrenzen, bovendien dreigende botsingen
met voorliggende of stilstaande voertuigen
herkend worden.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Het systeem ontslaat u niet van uw eigen
verantwoording. Vanwege systeembeperkinj
gen is het mogelijk dat kritieke situaties niet
betrouwbaar of tijdig herkend worden. Er bej staat gevaar voor ongevallen. Rijstijl aan de
verkeerssituatie aanpassen. Verkeerssituatie
observeren en in de betreffende situaties actief
ingrijpen.'

Page 160 of 300

AutomatischremmenafbrekenIn bepaalde situaties kan het nodig zijn het auj
tomatisch remmen af te breken, bijvoorbeeld voor een uitwijkmanoeuvre.
Automatisch remmen afbreken:'yDoor het indrukken van het rempedaal.'yDoor het indrukken van het gaspedaal.
Bijstilstand Na het bereiken van de stilstand wordt de rem
automatisch gelost.
Seite 160BedieningVeiligheid160
Online Edition for Part no. 01402978535 - II/17

Page:   < prev 1-10 ... 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 ... 300 next >