BMW X6 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 305

Uitschakelenenkortwissen
De hendel naar beneden drukken.
'yUitschakelen van snelle wissersnelheid:
tweemaal omlaag drukken.'yUitschakelen van normale wissersnelheid: eenmaal omlaag drukken.'yKort wissen: eenmaal omlaag drukken.
Na het loslaten keert de hendel in de basisjstand terug.
Intervalmodusofregensensor
Principe
De regensensor stuurt de wisserwerking autoj matisch afhankelijk van de regenintensiteit.
Algemeen
De sensor bevindt zich aan de voorruit, direct
voor de binnenspiegel. Zonder regensensor is
de interval voor de wisserwerking op een vaste
waarde ingesteld.
Veiligheidsaanwijzing OPMERKING
In wasstraten kunnen de wissers ongej
wild gaan bewegen als de regensensor geactij
veerd is. Er bestaat gevaar voor schade. Rej gensensor in wasstraten deactiveren.'

Page 102 of 305

Ruit-enkoplampreinigingsinstallatie
Veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de sproeierj
vloeistof op de ruit bevriezen en het zicht bej perken. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Wasstraten alleen gebruiken als het bevriezen van de sproeiervloeistof uitgesloten is. Indien
nodig antivries gebruiken.'

Page 103 of 305

VeiligheidsvoorschriftenWAARSCHUWING
Als de wissers zich in beweging zetten
wanneer ze uitgeklapt zijn, kunnen lichaamsj delen worden ingeklemd of delen van de auto
worden beschadigd. Er bestaat kans op letsel of schade. Erop letten dat het contact is afgej
zet als de wissers worden opgeklapt en dat de
wissers bij het inschakelen zijn neergeklapt.'

Page 104 of 305

OPMERKING
Het mengen van verschillende ruitenj
sproeiervloeistofconcentraten of antivries kan tot schade aan het sproeiersysteem leiden. Er
bestaat gevaar voor schade. Verschillende ruij
tensproeiervloeistofconcentraten of antivries
niet mengen. De aanwijzingen en mengverj
houdingen op de verpakkingen in acht nej
men.'

Page 105 of 305

Keuzehendelstandinschakelen
Bij omgegespte veiligheidsgordel voor de bej
stuurder het rempedaal indrukken en de keuj zehendel in de overeenkomstige richting trekjken of drukken.
Zodra de keuzehendel losgelaten wordt, gaat deze terug naar de middenstand. In stand R arj rêteert de keuzehendel.
De ingeschakelde keuzehendelstand wordt in
het instrumentenpaneel en op de keuzehendel
afgebeeld.
Na het schakelen in een keuzehendelstand kan de wagen na het loszetten van de rem wegrolj
len, bijvoorbeeld op een helling. Daarom mej
teen na het loszetten van de rem wegrijden.
Voor het manoeuvreren of tijdens stilstaand en
langzaam rijdend verkeer Low Speed Assistent
gebruiken.
LowSpeedAssistent
Principe
De Low Speed Assistent ondersteunt bij zeer lage snelheden. De auto rijdt met looptempo.
Kan ook gebruikt worden om in sneeuw vrij terijden. Daarvoor omschakelen tussen achterjuitversnelling en vooruitstand zonder daarbij
de rem in te drukken.
Activeren1.Een rijstand inschakelen.2.Gaspedaal kort aantippen.
In de 1e en 2e versnelling en in de achteruitj
versnelling rolt het voertuig met minimale snelj
heid.
Uitschakelen
Auto afremmen tot stilstand.
Knipperendeindicatoropde
keuzehendel
In sommige situaties kan de feitelijke ingej voerde versnellingspositie van de keuzehenj
delstand afwijken. De indicator in de keuzej
hendel knippert.
In deze gevallen op de op de indicator op het instrumentenpaneel letten.
DDrive-modusIn de Drive-modus worden alle vooruitversnelj
lingen automatisch gewisseld.
Kickdown: voor maximale acceleratie, bijvoorj
beeld bij inhaalmanoeuvres. Daarvoor het gasj pedaal verder dan het drukpunt indrukken.
Naar sequentiële modus omschakelen: via deschakelpaddels of de keuzehendel schakelen
of de keuzehendel richting D/S indrukken.
SSequenti

Page 106 of 305

RAchteruit
Alleen bij stilstaande auto inschakelen.
Voor vrij rijden ook tot 10 km/h mogelijk. Daarj
voor omschakelen tussen vooruit- en achterj uitversnelling zonder daarbij de rem in te drukjken.
NNeutraal,Stationair Bij keuzehendelstand N kan de auto rollen, bijj
voorbeeld in wasstraten, zie pagina 279.
PParkeren
De aangedreven wielen worden geblokkeerd.
P wordt automatisch ingeschakeld:'yNa het afzetten van de motor in standby-
modus van de radio, zie pagina 92, of conj
tact uit, zie pagina 92, als stand R of D inj
geschakeld is.'yBij contact uit, als stand N ingeschakeld is.'yAls tijdens stilstand bij geselecteerde stand D of R de gordel van de bestuurdersj
stoel wordt afgedaan, het bestuurdersporj
tier geopend wordt en de rem niet losgezet is.
Voertuiglatenrollenofduwen
Algemeen
In sommige gevallen moet het voertuig zonder
aandrijving een afstandje rollen, bijv. in een wasstraat of om het voertuig voort te duwen.
KeuzehendelstandNinschakelen
1.Bij ingedrukt rempedaal de motor starten.2.Eventueel de parkeerrem lossen.3.Evt. Automatic Hold deactiveren, zie paj
gina 97.4.Rempedaal indrukken.5.Keuzehendelstand N inschakelen.6.Motor afzetten.Het contact blijft op deze manier ingeschaj
keld en een Check-Control-melding wordt weergegeven.
De auto kan vrij rollen.
OPMERKING
Keuzehendelstand P wordt automatisch
ingeschakeld bij het uitschakelen van het conj
tact. Er bestaat gevaar voor schade. Contact in
wasstraten niet uitschakelen.'

Page 107 of 305

Wisselenvanversnelling
Algemeen
Schakelen naar sequentiële modus mogelijk.
Schakelen in de Drive-modus zorgt voor een
wissel naar de sequentiële modus.
Viadekeuzehendel'yOpschakelen: keuzehendel naar achteren
trekken.'yTerugschakelen: keuzehendel naar voren drukken.
Viadeschakelpaddelsophet
stuurwiel
'yOpschakelen: rechter schakelpaddel naar voren drukken.'yTerugschakelen: linker schakelpaddel naarvoren drukken.
Drivelogic
Algemeen
Verschillende rijprogramma's zijn beschikbaar.
Na iedere wissel tussen sequentiële modus en
Drive-modus is telkens het laatst geselecj teerde programma actief.
Uitzondering: na iedere motorstart is rijproj gramma 1 in de Drive-modus actief.
IndeDrive-modus
Er kan gekozen worden uit drie rijprogramma's:
'yD1: efficiënt rijden.'yD2: ontspannen rijden.'yD3: sportief rijden.
Indesequenti

Page 108 of 305

'y'y
WAARSCHUWING
Afhankelijk van de instelling kan DSC bij
geactiveerde M Drive beperkt of niet beschikj baar zijn. Er bestaat kans op een ongeval ofschade. De instellingen voor DSC in de M
Drive in acht nemen en evt. zelf actief reagej
ren. De rijstijl aanpassen en zo nodig zelf reaj
geren.'

Page 109 of 305

Het wegrijtoerental wordt geregeld.5.Binnen 3 seconden de rem loslaten. De
auto accelereert.
Er wordt automatisch naar een hogere verj
snelling geschakeld, zo lang het vlagsymj
bool weergegeven en het gaspedaal niet
losgelaten wordt.
Launch Control is pas na een bepaalde afkoej
ling van de versnellingsbak weer beschikbaar.
MMotordynamiekcontrole Principe
De M Motordynamiekcontrole be

Page 110 of 305

WeergavenUitrustingvandeauto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, landsj
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er worden daarom ook uitrustingen beschrevendie in een auto, bijvoorbeeld vanwege delandspecifieke of gekozen speciale uitrusting
niet beschikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligj heidsrelevante functies en systemen. Bij gej
bruik van deze functies en systemen moeten
de geldende wetten en voorschriften worden
nageleefd.
Overzicht,instrumentenpaneel
1Brandstofmeter\_ 1152Snelheidsmeter3Meldingen, bijvoorbeeld Check-Control4Toerenteller\_1155Motorolietemperatuur\_ 1156Momenteel verbruik7Elektronische weergaven8Kilometers resetten\_115Check-Control
Principe Check-Control controleert functies in de autoen geeft een melding als in de bewaakte systej men een storing is opgetreden.Algemeen
Op het instrumentenpaneel en op het Head-
Up Display wordt een Check-Control-melding
weergegeven als een combinatie van controle- of waarschuwingslampjes en textuele meldinj
gen.Seite 110BedieningWeergaven110
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 310 next >