BMW X6 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 305

Tevens klinkt er eventueel een akoestisch sigjnaal en verschijnt er een tekstbericht op het
Control Display.
Controle-enwaarschuwingslampjes
Algemeen
Controle- en waarschuwingslampjes op het inj
strumentenpaneel kunnen in verschillende combinaties en kleuren gaan branden.
Van sommige lampen wordt bij het starten van de motor of inschakelen van het contact dewerking gecontroleerd, waarbij deze even kortbranden.
Rodelampjes
Gordelherinnering De veiligheidsgordel aan de bestuurj
derszijde is niet omgedaan. Bij somj mige landuitvoeringen: passagiersgorj
del niet omgegespt of voorwerpen herkend op
de passagiersstoel.
Controlelampje knippert of brandt: Veiligheidsj
gordel aan bestuurders- of passagierszijde is
niet omgedaan. De gordelherinnering kan ook
in werking treden als er voorwerpen op de pasj
sagiersstoel liggen.
Controleren of de veiligheidsgordel correct is
omgedaan.
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffende
plaats op de achterbank is niet ingestoj
ken.
Airbagsysteem Airbagsysteem en gordelspanner zijn
mogelijk defect.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gejkwalificeerde Service Partner of specialist laj ten controleren.
Parkeerrem Parkeerrem is vastgezet.
Parkeerrem vrijzetten, zie pagina 97.
Remsysteem Remsysteem vertoont een storing.
Voorzichtig doorrijden.
De auto zo snel mogelijk door een Serj
vice Partner van de fabrikant of een andere gej kwalificeerde Service Partner of specialist lajten controleren.
Botsingswaarschuwing Controlelampje brandt: Vooralarm, bijjvoorbeeld bij een dreigend botsingsgejvaar of bij zeer geringe afstand tot een
voorligger.
Afstand vergroten.
Controlelampje knippert: Acute waarschuwing bij direct botsingsgevaar, als de auto met relajtief hogere, andere snelheid een andere auto
nadert.
Ingrijpen door te remmen en eventueel uit te
wijken.
Persoonswaarschuwing Symbool op het instrumentenpaneel.
Dreigt er een botsing met een herkent
persoon, dan licht het symbool op en
klinkt er een signaal.
Gelelampjes
AntiblokkeersysteemABS Rembekrachtiger mogelijk defect. Plotj
seling remmen vermijden. Houd rekej ning met een langere remweg.Seite 111WeergavenBediening111
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 112 of 305

Direct door een Service Partner van de fabrijkant of een andere gekwalificeerde ServicePartner of specialist laten controleren.
DynamischestabiliteitscontroleDSC Controlelampje knippert: DSC regelt de
aandrijf- en remkrachten. De auto
wordt gestabiliseerd. Snelheid verlagen
en rijstijl aan de wegomstandigheden aanpasj sen.
Controlelampje brandt: DSC is uitgevallen.
Het systeem door een Service Partner van de
fabrikant of een andere gekwalificeerde Serj
vice Partner of specialist laten controleren.
DSC, zie pagina 166.
DynamischestabiliteitscontroleDSC
gedeactiveerd
DSC is gedeactiveerd.
DSC, zie pagina 166.
MDynamicModeMDM M Dynamic Mode MDM is ingeschajkeld.
M Dynamic Mode, zie pagina 167.
Controlelampje knippert eveneens:
MDM regelt de aandrijf- en remkrachj
ten. De auto wordt gestabiliseerd.
Controlelampje brandt: MDM is uitgej
vallen. Het systeem door een Service
Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of spej
cialist laten controleren.
M Dynamic Mode, zie pagina 167.BandenpechwaarschuwingRPA
De bandenpechwaarschuwing meldtspanningsverlies in een band.
Snelheid verminderen en voorzichtig
stoppen. Heftige rem- en stuurbewegingen
vermijden.
Bandenpechwaarschuwing, zie pagina 142.
BandenspanningscontroleRDC Het controlelampje brandt: de bandenjspanningscontrole meldt een lage banj
denspanning of bandenpech. De inforj
matie in de Check-Control-melding in acht nemen.
Controlelampje knippert en brandt vervolgens continu: er wordt geen bandenpech of geen verlies van bandenspanning herkend.'yStoring door installaties of apparaten metdezelfde zendfrequentie: na verlaten van
het storingsgebied wordt het systeem auj tomatisch weer actief.'yRDC kan de reset niet voltooien: voer de
reset van het systeem opnieuw uit.'yWiel zonder RDC-elektronica is gemonj
teerd: evt. laten controleren door een Serj vice Partner van de fabrikant of een anderegekwalificeerde Service Partner of speciajlist.'yStoring: het systeem door een ServicePartner van de fabrikant of een andere gej
kwalificeerde Service Partner of specialist
laten controleren.
Bandenspanningscontrole, zie pagina 139.
Stuursysteem Stuursysteem mogelijk defect.
Het systeem door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwalij
ficeerde Service Partner of specialist laten
controleren.
Seite 112BedieningWeergaven112
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 113 of 305

EmissiewaardenStoring in werking van de motor.
De auto door een Service Partner van
de fabrikant of een andere gekwalifij
ceerde Service Partner of specialist laten conj troleren.
Aansluiting voor On-Board Diagnose, zie paj
gina 266.
LaneDepartureWarning Als het systeem is ingeschakeld, wordt
er bij het verlaten van een herkende rijj baan zonder eerst de richting aan te
geven onder bepaalde omstandigheden een waarschuwing gegeven.
Waarschuwing rijbaan verlaten, zie paj
gina 155.
Mistachterlicht Mistachterlicht is ingeschakeld.Mistachterlicht, zie pagina 133.
Groenelampjes
Gordelwaarschuwingvoorachterbank Veiligheidsgordel op de betreffende
plaats op de achterbank is niet ingestoj
ken.
Richtingaanwijzers Richtingaanwijzers ingeschakeld.
Ongewoon snel knipperen van de conj trolelampje duidt op een uitgevallen
richtingaanwijzerlampje.
Richtingaanwijzers, zie pagina 99.
Stadslicht,rijlicht Stadslicht of rijlicht is ingeschakeld.Parkeer-/dimlicht, verlichtingsregeling, zie pajgina 129.
Mistlamp Mistlampen zijn ingeschakeld.
Mistlamp, zie pagina 133.
Grootlichtassistent Grootlichtassistent is ingeschakeld.
Het grootlicht wordt afhankelijk van de
verkeerssituatie automatisch in- en uitj
geschakeld.
Grootlichtassistent, zie pagina 132.
Snelheidsregeling Systeem is ingeschakeld. De snelheid
die met de bedieningselementen op
het stuurwiel is ingesteld wordt aangej
houden.
Handmatigesnelheidsbegrenzer Controlelampje brandt: Het systeem is
ingeschakeld.
Controlelampje knippert: De ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden. Er klinkt
eventueel een signaal.
Verminder de snelheid of deactiveer het sysj
teem.
AutomaticHold Automatic Hold is ingeschakeld. De
auto wordt bij stilstand automatisch op
zijn plaats gehouden.
Automatic Hold, zie pagina 97.Seite 113WeergavenBediening113
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 114 of 305

BlauwelampjesGrootlicht Grootlicht is ingeschakeld.
Grootlicht, zie pagina 100.
Check-Control-meldingen
onderdrukken
Toets op de richtingaanwijzerschakelaar inj
drukken.
Permanenteweergave Enkele Check-Control-meldingen worden perj
manent weergegeven en blijven zichtbaar, totj dat de storing is opgelost. Bij meerdere gelijkjtijdige storingen worden de meldingen na
elkaar weergegeven.
De meldingen kunnen ca. 8 seconden worden
verborgen. Hierna worden deze weer automaj tisch weergegeven.
Tijdelijkeweergave
Sommige Check-Control-meldingen worden
automatisch na ca. 20 seconden verborgen. De Check-Control-meldingen blijven opgeslajgen en kunnen opnieuw worden weergegeven.
OpgeslagenCheck-Control-
meldingenweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Check Control"4.Tekstmelding selecteren.
Weergave
Check-Control Minimaal één Check-Control-melding
wordt weergegeven of is opgeslagen.
Tekstmeldingen Tekstmeldingen in combinatie met een symjbool in het instrumentenpaneel geven uitlegover een Check-Control-melding en de betejkenis van de controle- en waarschuwingslampjjes.
Aanvullendetekstmeldingen Meer informatie, bijvoorbeeld over de oorzaak
van een storing en de noodzaak tot ingrijpen,
kan worden opgeroepen via Check-Control.
Bij dringende meldingen wordt de aanvullende
tekst automatisch op het Control Display gej
toond.
Functies
Afhankelijk van de Check-Control-melding kunnen de volgende functies geselecteerd worden.
'y"Handleiding"
Bijkomende informatie over de Check-
Control-melding weergeven in de ge

Page 115 of 305

Meldingenaanheteindevanderit
Bepaalde meldingen die tijdens het rijden zijn weergegeven worden na het uitschakelen van
het contact opnieuw weergegeven.
Brandstofmeter Een pijl naast het benzinepompjsymbool laat zien aan welke kantvan de auto de klep van de tankj
dop zit.
Het hellen van de auto kan tot
schommelingen in de weergave leiden.
Aanwijzingen voor tanken in acht nemen.
Toerenteller Vermijd beslist toerentallen in
het rode waarschuwingsgebied.
In dit gebied wordt ter bescherj ming van de motor de brandjstoftoevoer verminderd.
Motorolietemperatuur'yKoude motor: de wijzer staat
op de laagste temperatuurj
waarde. Rij met gering toej
rental en matige snelheid.'yNormale bedrijfstemperaj
tuur: de wijzer bevindt zich in
het midden of in de linkerj
helft van de temperatuurmej
ter.'yHete motor: de wijzer staat op de hoogste temperatuurwaarde. Bovendien wordt eenCheck-Control-melding weergegeven.Koelvloeistoftemperatuur
Indien de koelvloeistof en daarmee de motor te heet wordt, verschijnt er een Check-Control-
melding.
Koelvloeistofpeil controleren.
Kilometer-endagteller Weergave'yKilometerteller, pijl 1.'yDagteller, pijl 2.
Kilometersweergeven/resetten Toets indrukken.
'yBij uitgeschakeld contact
worden de tijd, buitentemj
peratuur en kilometerteller
weergegeven.'yBij ingeschakeld contact wordt de dagteller teruggezet.
Buitentemperatuur
Algemeen Daalt de weergave tot +3 

Page 116 of 305

rijstijl aanpassen aan de weersomstandighejden.'

Page 117 of 305

'yEr wordt kort een Check-Control-melding
weergegeven.'yOp de boordcomputer wordt de resterende
actieradius weergegeven.'yBij een dynamische rijstijl, bijvoorbeeld snel rijden in een bocht, is het functionerenvan de motor niet gewaarborgd niet altijdgegarandeerd.
Bij een actieradius van minder dan circa 50 kmwordt de Check-Control-melding voortdurend
weergegeven.
Metnavigatiesysteem:reikwijdtebij
actieveroutebegeleiding
Bij desbetreffende uitvoeringwordt bij actieve routebegeleij
ding de verwachte brandstofverj bruik tot het reisdoel weergegej
ven.
Momenteelverbruik Weergave Afhankelijk van de uitrusting kan
het huidige brandstofverbruik op
het instrumentenpaneel worden
weergegeven. Er kan worden gecontroleerd hoe zuinig en mij
lieubewust wordt gereden.
Momenteelverbruikweergeven
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor momenteel verbruik
is actief.
Weergave van de rijdynamieksystej
men, zie pagina 118.
De weergavebalk voor het momenteel verbruik
wordt in het instrumentenpaneel weergegej
ven.
Energieterugwinning Weergave Bewegingsenergie van de auto
wordt tijdens accelaratie omgej
zet in elektrische energie. De
accu wordt gedeeltelijk geladen
en het brandstofverbruik kan
worden verlaagd.
Energieterugwinningweergeven
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor energieterugwinning
is actief.
Weergave van de rijdynamieksystej
men, zie pagina 118.
WeergaveEfficientDynamics
EfficientDynamicsafbeelden Tijdens de rit kan informatie over verbruik entechniek worden weergegeven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"Seite 117WeergavenBediening117
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 118 of 305

VerbruiksgeschiedenisweergevenHet gemiddelde verbruik kan binnen een injstelbare periode worden weergegeven.1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
Routelengteselecteren
1. Toets indrukken.2.Gewenste routelengte of schaalindelingselecteren.
Verbruiksgeschiedenisresetten
1. Toets indrukken.2."Verbruiksgegevens terugzetten"
EfficientDynamics-infoweergeven
De momentele werking kan worden weergegejven.
1."Mijn auto"2."Techniek beleven"3."EfficientDynamics"4. Symbool selecteren.
De volgende systemen worden weergegeven:
'yAutomatische start-stop-functie.'yEnergieterugwinning.'yVermogen van de airconditioning.
Rijdynamieksystemen
Weergave De systeemtoestanden van de
rijdynamiek worden in het inj
strumentenpaneel weergegej
ven.
SymbolenBeschrijvingM motordynamiekcontrole, zie
pagina 109.Vertical Dynamic Control, zie paj
gina 170.Servotronic, zie pagina 170.
Weergaveactiveren
1."Mijn auto"2."iDrive instellingen"3."Displays"4."Instrumentencombinatie"5.Evt. "M rijdynamieksystemen"
De weergave voor de rijdynamieksysj
temen is actief.
Afbeelding Huidig verbruik, zie paj
gina 117, en Energieterugwinning, zie paj
gina 117.
Benodigdonderhoud
Principe De functie geeft het benodigde onderhoud ende overeenkomstige onderhoudsomvang aan.
Algemeen
Afstand of tijd tot het volgende onderhoud wordt na inschakelen van het contact kortweergegeven in het instrumentenpaneel.
De actuele servicebehoefte kan door een serj
viceadviseur worden uitgelezen uit de afj
standsbediening.
Seite 118BedieningWeergaven118
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 119 of 305

Weergave
Gedetailleerdeinformatieoverhet
benodigdeonderhoud
Nadere informatie over de omvang van het onjderhoud kan op het Control Display worden
weergegeven.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"
Noodzakelijke omvang van het onderhoud
en zo nodig wettelijk voorgeschreven keuj ringen worden weergegeven.4.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.
Symbolen
SymbolenBeschrijvingOnderhoud is op dit moment
niet noodzakelijk.Auto is aan een onderhoudsj
beurt of een wettelijke keuring
toe.Termijn voor het onderhoud is
overschreden.
Afsprakeninvoeren
Afspraken voor voorgeschreven keuringen van
de auto invoeren.
Ervoor zorgen dat datum en tijd van de auto juist zijn ingesteld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4."Autokeuring (APK)"5."Datum:"6.Gewenste instelling selecteren.7.Bevestigen.
Datuminvoer wordt opgeslagen.
Automatischeservicewaarschuwing De gegevens over de onderhoudstoestand of
over wettelijk voorgeschreven keuringen van de auto worden automatisch voor de vervaldaj
tum doorgegeven aan de Service Partner.
Er kan worden gecontroleerd, wanneer de Serj
vice Partner werd ingelicht.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Teleservice oproep"
Onderhoudsgeschiedenis
Principe Uitgevoerd onderhoud kan op het Control Disjplay worden weergegeven. De functie is bej schikbaar zodra er een onderhoudsbeurt in deautogegevens is ingevoerd.
Algemeen
Onderhoudswerkzaamheden bij een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwaj lificeerde Service Partner of specialist laten uitjvoeren. De uitgevoerde onderhoudswerkzaamjheden worden ingevoerd in de
voertuiggegevens.
Onderhoudsgeschiedenisweergeven Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Autostatus"3. "Servicebehoefte"4. "Service historie"Seite 119WeergavenBediening119
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 120 of 305

Uitgevoerd onderhoud wordt weergegejven.5.Vermelding selecteren om nadere informajtie te laten weergeven.
Symbolen
SymbolenBeschrijvingGroen: onderhoud is tijdig uitj
gevoerd.Geel: onderhoud is te laat uitj
gevoerd.Onderhoud is niet uitgevoerd.
Schakelpuntindicator
Principe
Het systeem geeft de meest energiezuinige versnelling voor de actuele rijsituatie aan.
Algemeen
De schakelpuntindicator is actief in de sequenj tiële modus van de M Steptronic Sport-verj snellingsbak.
Aanwijzingen voor op- of terugschakelen worj
den in het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij voertuigen zonder schakelpuntindicatorwordt de ingeschakelde versnelling weergegejven.
Weergaven
SymboolBeschrijvingOpschakelen naar meest energiej
zuinige versnelling.Terugschakelen naar meest enerj giezuinige versnelling.SpeedLimitInfomet
weergaveinhaalverbod
SpeedLimitInfo
Principe
Speed Limit Info toont in het instrumentenpaj neel de actueel herkende snelheidsbeperking.
Algemeen
De camera bij de binnenspiegel registreert de verkeersborden aan de rand van de weg, evenj
als de variabele weergaven van matrixborj
den.Verkeersborden met aanvullende informaj
tie, bijvoorbeeld bij nat wegdek, worden ook herkend en met voertuiginterne gegevens, bijjvoorbeeld de regensensor, afgestemd en afj
hankelijk van de situatie weergegeven.Het sysj
teem houdt rekening met de in het
navigatiesysteem opgeslagen informatie en
geeft ook op trajecten zonder borden de bej
kende snelheidsbeperkingen weer.
Snelheidsbeperkingen voor het rijden met een
aanhangwagen worden niet aangegeven.
Inhaalverbodaanduiding
Principe
Door de camera herkende inhaalverboden en
hun opheffingen worden met overeenkomstige symbolen in het instrumentenpaneel weergej
geven.
Algemeen Het systeem houdt alleen rekening met inhaalj
verboden en opheffingen die herkenbaar gej maakt zijn door borden.
In de volgende situaties vindt er geen weerj
gave plaats:'yIn landen waarin inhaalverboden hoofdzaj kelijk door straatmarkeringen kenbaar gej
maakt zijn.'yOp trajecten zonder borden.Seite 120BedieningWeergaven120
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 310 next >