BMW X6 M 2018 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 61 of 305

Knop aan de binnenzijde van de achterklep inj
drukken.
Met comforttoegangssysteem:
'yToets aan de binnenzijde van de achterj klep indrukken, pijl 1.'yToets indrukken, pijl 2.
Het voertuig wordt vergrendeld zodra de
achterklep is gesloten. Hiervoor moet het bestuurdersportier gesloten zijn en de afj
standsbediening moet zich buiten de auto binnen het bereik van de achterklep bevinjden.
Afbrekenvandesluitcyclus
De sluitcyclus onderbreekt in de volgende situj
aties:
'yBij het abrupt wegrijden.'yDoor indrukken van de toets aan de binj nenzijde van de achterklep. Door nog eens
te drukken, opent het kofferdeksel weer.'yDoor indrukken van de knop aan de binj
nenzijde van de achterklep. Door nog eens
te drukken, opent het kofferdeksel weer.'yDoor het loslaten van de toets in het bej
stuurdersportier.'yDoor het loslaten van de toets van de afj
standsbediening. Door nog eens te drukj ken en ingedrukt te houden, loopt de sluitj
cyclus verder.
BMWX5M:ondersteachterklep
Openen
Hendel trekken en achterklep naar beneden zwenken.
De geopende achterklep kan met maximaal
250 kg worden belast.
Sluiten
Achterklep naar boven zwenken en dichtdrukj
ken.
Storing
Veiligheidsvoorschriften BMW X5 M:
WAARSCHUWING
Bij het neerklappen van de achterbankj
leuning bestaat inklemgevaar. Er bestaat kans op letsel of schade. Voor het omklappen erop
letten dat het bewegingsgebied van de achterj bankleuning inclusief de hoofdsteunen vrij is.'

Page 62 of 305

WAARSCHUWING
Als de rugleuning niet is vastgezet kunj
nen niet-vastgezette voorwerpen bijvoorbeeld
bij een ongeval, rem- of uitwijkmanoeuvre door
het interieur worden geslingerd. Er bestaat
kans op letsel. Controleer of de rugleuning na
het terugklappen vergrendeld is.'

Page 63 of 305

Als meerdere bestuurders ieder een eigen afj
standsbediening hebben, past de auto zich bij het ontgrendelen aan de persoonlijke instellinjgen aan. Deze instellingen worden ook herj
steld als de auto tussendoor door een persoon werd gebruikt met een andere afstandsbediej
ning.
Wijzigingen aan de instellingen worden autoj
matisch opgeslagen in het op dat moment gej
bruikte bestuurdersprofiel.
Als via iDrive een ander bestuurdersprofiel
wordt geselecteerd, worden de daarin opgej
slagen instellingen automatisch uitgevoerd.
Het nieuwe bestuurdersprofiel wordt toegewej
zen aan de momenteel gebruikte afstandsbej
diening.
Bovendien is er een gastprofiel beschikbaar
dat niet aan een afstandsbediening wordt toej
gekend. Dit kan worden gebruikt om instellinj
gen aan de auto te kunnen uitvoeren zonder de
persoonlijke bestuurdersprofielen te wijzigen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Zodat voor de bestuurder een passend bejstuurdersprofiel kan worden ingesteld, moet de toewijzing van de herkende afstandsbediej
ning en bestuurder eenduidig zijn.
Het is eenduidig als aan de volgende voorj waarden is voldaan:'yDe bestuurder draagt de afstandsbediej
ning bij zich.'yDe bestuurder ontgrendelt de auto.'yDe bestuurder stapt via de bestuurdersj portier in de auto.
Instellingen
De instellingen van de volgende systemen en
functies worden opgeslagen in het geactij
veerde profiel. De omvang van de instellingen die worden opgeslagen is afhankelijk van landen uitvoering.
'yOntgrendelen en vergrendelen.'yLicht.'yKlimaatregeling.'yRadio.'yInstrumentenpaneel.'yVoorkeuzetoetsen.'yVolume, klank.'yControl Display.'yNavigatie.'yTV.'yPark Distance Control PDC.'yAchteruitrijcamera.'ySide View.'yTop View.'yHead-Up Display.'yM Drive: configuraties.'yStoelpositie, spiegelpositie, evt. stuurwielj
stand.
De via het stoelgeheugen opgeslagen poj
sities en de laatst ingestelde positie worj den opgeslagen.'yIntelligent Safety.'yRijstrookwisselmelding.'yNight Vision.
Profielbeheer
Bestuurdersprofielselecteren Ongeacht de momenteel gebruikte afstandsjbediening kan een ander bestuurdersprofielworden opgeroepen. Daardoor wordt oproejpen van de persoonlijke instellingen voor deauto mogelijk, ook als de auto niet met de eij
gen afstandsbediening is ontgrendeld.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.4."OK"Seite 63OpenenensluitenBediening63
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 64 of 305

'yDe in het opgeroepen bestuurdersprofiel
opgeslagen instellingen worden automaj
tisch uitgevoerd.'yHet opgeroepen bestuurdersprofiel wordt
toegewezen aan de momenteel gebruikte
afstandsbediening.'yAls het bestuurdersprofiel reeds aan een
andere afstandsbediening is toegewezen,
geldt dit bestuurdersprofiel voor beide afj
standsbedieningen.
Gastprofielgebruiken
Met het gastprofiel kunnen individuele insteljlingen worden uitgevoerd die in geen van dedrie persoonlijke bestuurdersprofielen zijn opj
geslagen.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3."Gewoon gaan rijden (gast)"4."OK"
De naam van het gastprofiel kan niet worden
gewijzigd. Het wordt niet toegewezen aan de momenteel gebruikte afstandsbediening.
Bestuurdersprofielhernoemen Om te voorkomen dat de bestuurdersprofielen
worden verwisseld, kan aan het momenteel gebruikte bestuurdersprofiel een persoonlijkenaam worden gegeven.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
De naam van het met dit symbool gej
markeerde bestuurdersprofiel kan worden
gewijzigd.
4."Naam bestuurdersprofiel wijzigen"5.Profielnaam invoeren.6. Symbool selecteren.Bestuurdersprofielterugzetten
De instellingen van het momenteel gebruikte
bestuurdersprofiel worden teruggezet op de fabrieksinstellingen.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden teruggezet.
4."Bestuurdersprofiel terugzetten"5."OK"
Bestuurdersprofielexporteren
De meeste instellingen van het momenteel gej bruikte bestuurdersprofiel kunnen worden gejexporteerd.
Het exporteren is handig bij het opslaan en herstellen van persoonlijke instellingen, bijj voorbeeld voor onderhoud in de werkplaats.De opgeslagen bestuurdersprofielen kunnenworden meegenomen naar een andere auto.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Het met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan worden geëxporteerd.
4."Bestuurdersprofiel exporteren"5.Medium voor de export van het bestuurj
dersprofiel selecteren.'y"USB-apparaat"
Eventueel USB-opslagapparaat, zie paj
gina 39, selecteren.'yOnline.
Bestuurdersprofielimporteren
Bestaande instellingen van het momenteel gejbruikte bestuurdersprofiel worden overschrej
Seite 64BedieningOpenenensluiten64
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 65 of 305

ven met de instellingen van het ge

Page 66 of 305

3."Portieren/sleutels"4. "Achterklep" of "Achterklep
en portier(en)"5.Gewenste instelling selecteren:'y"Achterklep"
De achterklep wordt geopend.'y"Achterklep en portier(en)"
De achterklep wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
Laatstestoel-,spiegel-en
stuurwielstandinstellen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Bestuurdersprofielen"3.Bestuurdersprofiel selecteren.
Voor met dit symbool gemarkeerde bej
stuurdersprofiel kan de instelling worden uitgevoerd.
4."Laatst opgeslagen stoelpositie"
Bij het ontgrendelen van de auto worden de
laatst ingestelde standen van bestuurdersstoel
en buitenspiegels ingesteld. Na inschakelen
van rijden-stand-by wordt het stuurwiel in de
laatst ingestelde positie gezet.
De laatste positie is onafgankelijk van de via
het stoelgeheugen opgeslagen posities.
Bevestigingssignalenvandeauto
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Knipperen bij ver-/ontgrendelen"
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
tweemaal knipperen, het vergrendelen
door eenmaal knipperen.Automatischvergrendelen
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4.Gewenste instelling selecteren:'y"Automatisch vergrendelen"
Na een korte tijd wordt de auto autoj
matisch vergrendeld als na het ontj
grendelen geen portier wordt geopend.'y"Vergrendelen bij wegrijden"
Na het wegrijden wordt automatisch vergrendeld.
Automatischontgrendelen
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Auto instellingen"3."Portieren/sleutels"4."Na einde van de rit ontgrendelen"
Na het uitschakelen van de motor door het
indrukken van de start-stop-toets wordt de
vergrendelde auto automatisch ontgrenj deld.
Alarminstallatie
Algemeen
De alarminstallatie reageert bij een vergrenj
delde auto op de volgende veranderingen:
'yOnbevoegd openen van een portier, de motorkap of de achterklep.'yBewegingen in het interieur.'yVeranderen van de hellingshoek van de
auto, bijvoorbeeld bij een poging van diefj stal van de wielen of bij het wegslepen.'yOnderbreking van de accuspanning.'yOndeskundig gebruik van de contactdoos
voor de On-Board Diagnose.Seite 66BedieningOpenenensluiten66
Online Edition for Part no. 01402985028 - X/17

Page 67 of 305

Deze veranderingen signaleert de alarminstaljlatie optisch en akoestisch:'yAkoestisch alarm.
Afhankelijk van de wettelijke bepalingen
wordt het akoestische alarm eventueel onj derdrukt.'yInschakelen van de waarschuwingsknipjperlichtinstallatie.
In-/uitschakelen
Tegelijkertijd wordt met het ontgrendelen en vergrendelen van de auto via de afstandsbejdiening of via het comforttoegangssysteem de
alarminstallatie uit- en ingeschakeld.
Portierenopenenbijingeschakelde
alarminstallatie
De alarminstallatie gaat af bij het openen van
een portier, als deze met de ge

Page 68 of 305

'yAan het tankstation: als de auto na het bejgin van het tanken wordt vergrendeld.
Voor dergelijke situaties kunnen de hellingsjhoeksensor en interieurbeveiliging worden uitj
geschakeld.
Hellingshoeksensoren
interieurbeveiliginguitschakelen
Toets van de afstandsbediening binnen
10 seconden opnieuw indrukken, zodra
de auto vergrendeld is.
Controlelampje brandt circa 2 seconden en
gaat daarna knipperen.
Hellingshoeksensor en interieurbeveiliging zijn
totdat de auto opnieuw wordt ont- en vergrenj deld uitgeschakeld.
Alarmbe

Page 69 of 305

Sluiten via het comforttoegangssysteem, ziepagina 56.
Nahetuitschakelenvanhetcontact
De ruiten kunnen nog worden bediend:'yIn standby-modus van de radio gedurende
langere tijd.'yBij uitgeschakeld contact gedurende circa
1 minuut.
Inklembeveiliging
Algemeen
Overtreft de sluitkracht bij het sluiten van een
ruit een bepaalde waarde, dan wordt het sluij ten onderbroken.
De ruit wordt een beetje geopend.
Veiligheidsaanwijzing WAARSCHUWING
Accessoires op de ruiten, bijvoorbeeld
antennes, kunnen de inklembeveiliging nadelig
be

Page 70 of 305

rijden niet openen wanneer de zonneschermengesloten zijn.'

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 ... 310 next >