BMW X7 2019 Instructieboekjes (in Dutch)

SymboolBetekenis
Telefoon:
Bluetooth-audio.
WLAN-hotspot.
Apple
CarPlay.
Screen
Mirroring.
Apparaat
configurerenFuncties
kunnen
bij
aangemelde
of
verbonden
apparaat
worden
geactiveerd
of
gedeactiveerd.
Wordt
een
functie
toegewezen
aan
een
apparaat,
dan
wordt
dit
eventueel
bij
een
al
verbonden
apj
paraat
geactiveerd
en
het
apparaat
wordt
afgej
meld.
De
aanwijzingen
op
het
Control
Display
in
acht
nemen.
Via
iDrive:
1.COM2.Mob.
apparaten3.Gewenste
apparaat
selecteren.4.Gewenste
instelling
selecteren.'xApparaat
loskoppelen
Het
apparaat
blijft
aangemeld
en
kan
weer verbonden
worden.'xApparaat
verbinden
De
functies
die
voor
het
loskoppelen
van
het
apparaat
zijn
toegewezen,
worden
bij
het
opnieuw
verbinden
aan
het
apparaat toegewezen.
Bij
een
reeds
verbonden
apj
paraat
worden
deze
functies
eventueel
gedeactiveerd.'xApparaat
wissen
Het
apparaat
wordt
losgekoppeld
en
uit
de
apparatenlijst
gewist.
Telefoonprioriteit
Als
er
twee
mobiele
telefoons
zijn
verbondenmet
de
auto,
kan
de
prioriteit
waarmee
mobiele
telefoons
opnieuw
worden
verbonden
worden vastgelegd.
Via
iDrive:1.COM2.Mob.
apparaten3.Controller
naar
rechts
kantelen.4.Instellingen5.Prioriteiten
voor
telefonie6.Gewenste
apparaat
selecteren.7.Aan
de
controller
draaien
om
de
prioriteit
voor
de
geselecteerde
mobiele
telefoon
te
bepaj
len.
De
gewenste
prioriteit
selecteren
door
te
verj
schuiven.
Autoconfiguratie
resetten
Alle
individuele
instellingen
kunnen
bij
uitgeschaj kelde
rijden-stand-by
worden
gereset
tot
de
fajbrieksinstellingen.
Via
iDrive:
1.CAR2.Instellingen3.Algemene
instellingen4.Autogegevens
terugzetten5.Autogegevens
terugzetten
Als
de
in
een
bestuurdersprofiel
opgeslagen
inj
stellingen
met
een
ConnectedDrive-account
worden
gesynchroniseerd,
blijven
die
instellingen
behouden
op
de
ConnectedDrive-account.
Seite
81Algemene
instellingenBEDIENING81
Online
Edition
for
Part
no.
01402720878
-
II/19

Openen
en
sluitenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Afstandsbediening
Algemeen
Afhankelijk
van
de
uitrusting
zijn
in
de
leveringsj omvang
twee
afstandsbedieningen
of
een
afj standsbediening
en
de
BMW
Display-sleutel,
ziepagina
87,
inbegrepen.
Elke
afstandsbediening
heeft
een
vervangbare
batterij,
zie
pagina
85.
Afhankelijk
van
de
uitrusting
en
de
landsvarianj
ten
zijn
voor
de
functies
van
de
toetsen
verschilj
lende
instellingen,
zie
pagina
110,
mogelijk.
Aan
een
afstandsbediening
kan
een
bestuurderj sprofiel,
zie
pagina
104,
met
persoonlijke
instelj
lingen
worden
toegewezen.
Voor
informatie
over
de
onderhoudsbehoefte worden
de
servicegegevens
in
de
afstandsbediej
ning,
zie
pagina
415,
opgeslagen.
Neem
de
afstandsbediening
altijd
mee
als
u
de auto
uitstapt
om
te
voorkomen
dat
de
ze
in
de
auto
blijft
liggen
en
de
auto
zichzelf
vergrendelt.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Personen
of
huisdieren
in
de
auto
kunnen
de
portieren
van
binnenuit
vergrendelen
en
zichj zelf
insluiten.
De
auto
kan
in
dat
geval
niet
vanbuitenaf
worden
geopend.
Er
bestaat
kans
op
letsel.
Afstandsbediening
meenemen,
zodat
de auto
van
buitenaf
kan
worden
geopend.
WAARSCHUWING
Bij
sommige
landuitvoeringen
is
het
ontgrendej
len
van
binnenuit
alleen
mogelijk
met
speciale kennis.
Verblijven
personen
gedurende
langere
tijd
in
de
auto
en
ontstaan
hierdoor
extreme
temperaj turen,
dan
is
er
risico
op
lichamelijk
letsel
of
lej
vensgevaar.
De
auto
niet
van
buitenaf
vergrenj
delen
als
zich
daarin
personen
bevinden.
WAARSCHUWING
Kinderen
of
dieren
die
zonder
toezicht
in
de auto
worden
achtergelaten
kunnen
de
auto
inbeweging
zetten
en
zichzelf
of
het
verkeer
in
gevaar
brengen,
bijvoorbeeld
door
de
volgende
handelingen:
'xIndrukken
van
de
start/stop-knop.'xParkeerrem
vrijzetten.'xPortieren
of
ruiten
openen
en
sluiten.'xKeuzehendelstand
N
inschakelen.'xUitrustingen
van
de
auto
bedienen.
Er
bestaat
gevaar
voor
ongevallen
of
kans
op letsel.
Kinderen
of
dieren
niet
zonder
toezicht
in
de
auto
laten.
Bij
het
verlaten
van
de
auto
de
afj
standsbediening
meenemen
en
de
auto
verj
grendelen.
Seite
82BEDIENINGOpenen
en
sluiten82
Online
Edition
for
Part
no.
01402720878
-
II/19

Overzicht1Ontgrendelen2Vergrendelen3Achterklep
openen/sluiten4Functie
instelbaar:'xThuiskomverlichting'xAchterklep
openen/sluiten
Ontgrendelen
Algemeen
Het
gedrag
van
de
auto
bij
het
contactloos
ontj
grendelen
en
vergrendelen
hangt
af
van
de
volj
gende
instellingen,
zie
pagina
110:
'xOf
alleen
het
bestuurdersportier
en
de
tankj
dopklep
of
alle
ingangen
van
de
auto
wordenontgrendeld
wanneer
u
op
de
knop
drukt.'xOf
het
ontgrendelen
van
de
auto
met
een
lichtsignaal
of
geluidsignaal
wordt
bevestigd.'xOf
bij
het
ontgrendelen
de
begroetingsverj
lichting,
zie
pagina
191,
ingeschakeld
wordt.'xOf
bij
het
ver-
en
ontgrendelen
de
buitenj
spiegels
automatisch
open-
en
dichtgeklapt
worden.
De
via
comfortsluiten
ingeklapte
buitenspiej
gels
moeten
met
comfortopenen
worden
uitj
geklapt.
Auto
ontgrendelen
Toets
van
de
afstandsbediening
indrukj
ken.
Als
omwille
van
de
instellingen
alleen
het
bej stuurdersportier
en
de
tankdopklep
worden
ontjgrendeld,
druk
dan
opnieuw
op
de
knop
van
de
afstandsbediening
om
de
andere
ingangen
van
de
auto
te
ontgrendelen.
Daarnaast
worden
de
volgende
functies
uitgej
voerd:'xAls
aan
de
afstandsbediening
een
bestuurj
dersprofiel,
zie
pagina
104,
werd
toegewej
zen,
wordt
dat
bestuurdersprofiel
geactiveerd
en
worden
de
instellingen
die
erin
zijn
opgej slagen
overgenomen.'xDe
interieurverlichting
wordt
ingeschakeld,als
deze
niet
handmatig
uitgeschakeld
werd.
Interieurverlichting
manueel
in-/uitschakelen,
zie
pagina
196.'xMet
diefstalbeveiliging:
De
diefstalbeveiliging
wordt
uitgeschakeld.'xMet
alarminstallatie:
De
alarminstallatie,
zie
pagina
113,
wordt
uitgeschakeld.
Na
het
openen
van
een
voorportier
is
de
auto
gej
bruiksklaar,
zie
pagina
49.
De
verlichtingsfuncties
zijn
eventueel
afhankelijk
van
de
omgevingslichtsterkte.
Comfortopenen Toets
afstandsbediening
na
ontgrendejlen
ingedrukt
houden.
De
ruiten
en
het
glazen
dak
worden
geopend
zoj lang
de
toets
op
de
afstandsbediening
wordt
injgedrukt.
De
via
comfortsluiten
ingeklapte
buitenspiegels worden
uitgeklapt.
Vergrendelen Algemeen
Het
gedrag
van
de
auto
bij
het
vergrendelen
met de
afstandsbediening
hangt
af
van
de
volgende
instellingen,
zie
pagina
110:
'xOf
het
vergrendelen
van
de
auto
met
een
lichtsignaal
of
geluidsignaal
wordt
bevestigd.Seite
83Openen
en
sluitenBEDIENING83
Online
Edition
for
Part
no.
01402720878
-
II/19

'xOf
bij
het
ontgrendelen
en
vergrendelen
debuitenspiegels
automatisch
worden
open-
endichtgeklapt.'xOf
bij
het
vergrendelen
de
thuiskomverlichjting,
zie
pagina
191,
geactiveerd
wordt.
Auto
vergrendelen
1.Het
bestuurdersportier
sluiten.2.

Toets
van
de
afstandsbediening
indrukj
ken.
De
volgende
functies
worden
uitgevoerd:
'xAlle
portieren,
de
achterklep
en
de
tankdopj
klep
worden
vergrendeld.'xMet
diefstalbeveiliging:
De
diefstalbeveiliging
wordt
ingeschakeld.
Daardoor
wordt
voorkoj
men
dat
de
portieren
via
de
vergrendelingsj
knoppen
of
de
portieropeners
ontgrendeld kunnen
worden.'xMet
alarminstallatie:
De
alarminstallatie,
zie
pagina
113,
wordt
ingeschakeld.
Is
rijden-stand-by
bij
vergrendelen
nog
ingeschaj
keld,
dan
claxonneert
de
auto
tweemaal.
In
dit
geval
de
rijden-stand-by
via
de
start-/stop-toets uitschakelen.
Comfortsluiten
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij
het
comfortsluiten
kunnen
lichaamsdelen worden
ingeklemd.
Er
bestaat
kans
op
letsel.Bij
het
comfortsluiten
erop
letten
dat
het
bewejgingsgebied
vrij
is.
Sluiten
Toets
afstandsbediening
na
vergrendeling
ingedrukt
houden.
De
ruiten,
het
glazen
dak
en
het
voorste
zonnej scherm
worden
gesloten
zolang
de
toets
van
de
afstandsbediening
wordt
ingedrukt.
De
buitenspiegel
worden
ingeklapt.
Bij
ingeschakelde
waarschuwingsknipperlicht
worden
de
buitenspiegels
niet
ingeklapt.
Interieurverlichting
en
buienverlichting
inschakelen
Toets
van
de
afstandsbediening
bij
verj
grendelde
auto
indrukken.
In
de
eerste
10
seconden
na
het
vergrendelen
is
de
functie
niet
beschikbaar.'xDe
interieurverlichting
wordt
ingeschakeld, als
deze
niet
handmatig
uitgeschakeld
werd.
Interieurverlichting
manueel
in-/uitschakelen,
zie
pagina
196.'xAfhankelijk
van
de
instellingen
wordt
dee
buij
tenverlichting,
zie
pagina
191,
ingeschakeld.
De
verlichtingsfuncties
zijn
eventueel
afhankelijk
van
de
omgevingslichtsterkte.
Achterklep
Algemeen
De
afstandsbediening
niet
in
de
bagageruimte leggen
om
mogelijk
insluiten
van
de
afstandsbej
diening
te
vermijden.
Voor
de
bediening
van
de
achterklep
met
de
afj
standsbediening
zijn
de
volgende
instellingen,
zie
pagina
111,
mogelijk:
'xOf
met
de
afstandsbediening
alleen
de
boj
venste
of
de
bovenste
en
de
onderste
achj
terklep
samen
worden
geopend.'xOf
bij
het
openen
van
de
achterklep
met
de
afstandsbediening
ook
de
portieren
worden ontgrendeld.'xOf
met
de
knop
van
de
afstandsbej
diening
de
achterklep
kan
worden
bediend.Seite
84BEDIENINGOpenen
en
sluiten84
Online
Edition
for
Part
no.
01402720878
-
II/19

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij
de
bediening
van
de
achterklep
kunnen
lij
chaamsdelen
worden
ingeklemd.
Er
bestaat kans
op
letsel.
Bij
het
openen
en
sluiten
eropletten
dat
het
bewegingsgebied
van
de
achterj
klep
vrij
is.
WAARSCHUWING
De
achterklep
zwenkt
uit
bij
het
openen.
Er
bej staat
kans
op
letsel
of
schade.
Bij
het
openen
en
sluiten
erop
letten
dat
het
bewegingsgebied van
de
achterklep
vrij
is.
OPMERKING
Scherpe
of
spitse
voorwerpen
kunnen
tijdens
de
rit
tegen
de
ruiten
en
de
verwarmingsdraden
stoten.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Randen
afdekken
en
erop
letten
dat
spitse
voorwerpen
niet
tegen
de
ruiten
stoten.
Openen
Toets
van
de
afstandsbediening
circa
1
seconde
ingedrukt
houden.
Of: Toets
van
de
afstandsbediening
circa
1
seconde
ingedrukt
houden.
Sluiten Toets
van
de
afstandsbediening
ingej
drukt
houden.
Of: Toets
van
de
afstandsbediening
ingej
drukt
houden
tot
de
achterklep
gesloten
is.
Loslaten
van
de
toets
stopt
de
sluitcyclus.
Als
de
portieren
niet
werden
ontgrendeld,
wordt
de
achterklep
weer
vergrendeld
zodra
deze
wordt
gesloten.
Thuiskomverlichting
inschakelen
Voor
de
toets
van
de
afstandsbediening
moet
de
functie
Thuiskomverlichting
zijn
ingesteld.
Instelj
lingen,
zie
pagina
113.
Toets
van
de
afstandsbediening
circa 1
seconde
ingedrukt
houden.
De
duur
van
de
functie
Thuiskomverlichting,
zie
pagina
191,
kan
worden
ingesteld.
Batterij
vervangen1.Ge

4.Batterij
van
type
CR
2032
met
de
pluskant
naar
boven
plaatsen.5.Deksel
terugdrukken.
Oude
batterijen
door
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij ceerde
Service
Partner
of
specialist
laten
afvoeren
of
op
een
verzamelpunt
afgeven.
Extra
afstandsbedieningen
Extra
afstandsbedieningen
zijn
bij
een
Service
Partner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij ceerde
Service
Partner
of
specialist
verkrijgbaar.
Verlies
van
afstandsbedieningen
Een
verloren
afstandsbediening
kan
worden
gej blokkeerd
en
vervangen
door
een
Service
Partj
ner
van
de
fabrikant
of
een
andere
gekwalifij
ceerde
Service
Partner
of
specialist.
Als
er
aan
de
afstandsbediening
die
kwijt
is
gej
raakt
een
bestuurdersprofiel,
zie
pagina
104,
was
toegewezen,
dan
moet
de
verbinding
met
deze
afstandsbediening
ongedaan
worden
gej
maakt.
Dan
kan
het
bestuurdersprofiel
worden toegewezen
aan
een
nieuwe
afstandsbediening.
Storing
Algemeen
Er
wordt
een
Check-Control-melding,
zie
paj
gina
172,
weergegeven.
De
herkenning
van
de
afstandsbediening
door
de
auto
kan
o.a.
door
de
volgende
omstandighej
den
worden
verstoord:
'xDe
batterij
van
de
afstandsbediening
is
leeg.
Batterij
vervangen,
zie
pagina
85.'xStoring
in
de
verbinding
door
zendmasten
of
andere
installaties
met
een
hoog
zendvermoj
gen.'xAfscherming
van
de
afstandsbediening
door metalen
objecten.
De
afstandsbediening
niet
samen
met
metaj
len
voorwerpen
vervoeren.'xStoring
in
de
verbinding
door
mobiele
telej foons
of
andere
elektrische
toestellen
in
deonmiddellijke
omgeving
van
de
afstandsbej
diening.
De
afstandsbediening
niet
samen
met
elekj
tronische
apparaten
vervoeren.'xStoring
van
de
signaaloverdracht
door
het
opladen
van
mobiele
apparaten,
bijvoorbeeld een
mobiele
telefoon.'xDe
afstandsbediening
bevindt
zich
vlakbij
hetWireless
Charging
opbergvak.
De
afstandsbediening
op
een
andere
plek
neerleggen.
In
geval
van
storing
kan
de
auto
met
de
ge

Wanneer
de
afstandsbediening
niet
wordt
herjkend:
de
positie
van
de
afstandsbediening
ietsveranderen
en
de
procedure
herhalen.
Veelgestelde
vragen
Welke
maatregelen
kunnen
worden
genomen
om
ervoor
te
zorgen
dat
een
auto
ondanks
een
per
ongeluk
ingesloten
afstandsbediening
kan
worden
geopend 'xDe
Remote
Services
van
de
BMW
Connecj ted
App
bieden
onder
andere
de
mogelijkj
heid
om
een
auto
te
vergrendelen
en
ontj
grendelen.
Daarvoor
moet
een
actief
BMW
Connectedj Drive-contract
aanwezig
zijn
en
de
BMW
Connected
App
moet
op
een
smartphone
ge

Er
bestaat
gevaar
voor
ongevallen
of
kans
opletsel.
Kinderen
of
dieren
niet
zonder
toezicht
in
de
auto
laten.
Bij
het
verlaten
van
de
auto
de
afj
standsbediening
meenemen
en
de
auto
verj
grendelen.
Overzicht1Achterklep
openen/sluiten2Ontgrendelen3Functie
instelbaar:'xThuiskomverlichting'xAchterklep
openen/sluiten4Vergrendelen5Display6Terug7Display
in-/uitschakelen8Micro-USB
laadaansluiting
Ontvangstbereik
Het
aantal
beschikbare
functies
van
de
displayj
sleutel
hangt
af
van
de
afstand
tot
de
auto.
'xIn
het
ontvangstbereik
in
de
buurt
van
de auto
zijn
alle
functies
van
de
displaysleutelbeschikbaar.'xIn
het
uitgebreide
ontvangstbereik
kan
de
statusinformatie
worden
opgeroepen.
Met
interieurvoorverwarming:
de
interieurj
voorverwarming
kan
worden
bediend.
Zonder
interieurvoorverwarming:
de
interieurj
voorventilatie
kan
worden
bediend.'xBuiten
het
ontvangstbereik
kan
de
laatst
van de
auto
overgedragen
statusinformatie
worj
den
afgebeeld.


Het
symbool
wordt
op
het
display
weergegej
ven
als
een
van
de
toetsen
buiten
het
ontvangstj
bereik
wordt
ingedrukt.
Display
Algemeen Het
display
is
ingedeeld
in
de
bovenste
statusj
balk
het
informatiegedeelte
en
de
onderste
staj
tusbalk.
Bovenste
statusregel In
de
bovenste
statusbalk
wordt
de
volgende
inj
formatie
afgebeeld:
'x

Auto
beveiligd.


Auto
onbeveiligd.
'xTijdsinstelling
in
de
auto.'x

Laadtoestand
van
de
batterij
van
de
disj
playsleutel.
Informatiegebied
In
het
informatiegedeelte
kan
de
informatie
worj
den
opgeroepen
en
kunnen
de
extra
functies
worden
ingeschakeld.
Als
het
informatiegedeelte
meer
dan

Onderste
statusregelIn
de
onderste
statusbalk
wordt
afgebeeld
of
de
displaysleutel
zich
in
het
ontvangstbereik,
zie
paj gina
88,
bevindt.'xVerbonden:
de
displaysleutel
bevindt
zich
binnen
het
ontvangstbereik.'xGeactual.:
de
displaysleutel
bevindt
zich
buiten
het
ontvangstbereik.
Er
wordt
aangej
geven
wanneer
de
laatste
gegevensoverj dracht
met
de
auto
heeft
plaatsgevonden.
Uit-/inschakelen
Om
ontladen
van
de
accu
te
voorkomen
wordt
de
schermweergave
na
korte
tijd
automatisch uitgeschakeld.
Weergave
op
de
display
handmatig
uitschakelen: Toets
aan
de
linkerzijde
van
de
displaysleutel
inj
drukken.
Overzicht,
zie
pagina
88.
Schermweergave
activeren:
1.Toets
aan
de
linkerzijde
van
de
displaysleutel
indrukken.2.Met
de
vinger
van
onder
naar
boven
vegen
om
de
beeldschermblokkering
op
te
heffen.
Display
uitschakelen
om
de
looptijd
van
de
accu te
verhogen:
1.Evt.
schermblokkering
opheffen.2.Toets
aan
de
linkerzijde
van
de
displaysleutel
langer
dan
4
seconden
ingedrukt
houden.3.OK
Display
inschakelen:
Toets
aan
de
linkerzijde
van
de
displaysleutel
inj
drukken.
Bedieningsprincipe
Vanuit
de
volgende
hoofdmenu's
kunnen
deze
submenu's
worden
geopend:
HoofdmenuInformatie/functieInfo
veiligheid

/



Status
van
de
portieren.
Status
van
de
alarminstallatie.
Na
activering
van
het
alarm:
datum,
tijd
en
reden
voor
de
activering
van
het
alarm.

Status
van
de
ruiten.
Status
van
het
glazen
dak.Instapniveau

Hoogtecontrole
Wagenj
hoogte
instellen,
zie
paj
gina
298.Info
autoOnderhoudsintervalmelding
van
de
Condition
Based
Serj
vice
CBS,
zie
pagina
415.
Status
van
de
parkeerlichten.Info
actieradiusActieradius
met
de
beschikj
bare
brandstof.Instelling
klimaatMet
interieurvoorverwarming:
interieurvoorverwarming
bej
dienen,
zie
pagina
316.
Zonder
interieurvoorverwarj
ming:
Interieurvoorventilatie
bedienen,
zie
pagina
316.
Batterij
van
de
displaysleutel
Algemeen
De
volgende
aanwijzingen
in
acht
nemen:
'xAls
de
laadtoestand
van
de
batterij
van
de
displaysleutel
minder
wordt,
wordt
het
display automatisch
uitgeschakeld.
De
batterij
moet
geladen
worden
voordat
het
display
weer
kan
worden
ingeschakeld.
De
werking
van
de
standaardtoetsen
blijft
zo
lang
intact,
totdat
de
batterij
geheel
leeg
is.'xBatterij
minimaal
drie
uur
opladen,
voordat
de
displaysleutel
voor
de
eerste
keer
gebruiktSeite
89Openen
en
sluitenBEDIENING89
Online
Edition
for
Part
no.
01402720878
-
II/19

wordt
of
als
de
sleutel
een
langere
periode
niet
gebruikt
is.'xDe
displaysleutel
kan
tijdens
het
opladen
via de
usb-aansluiting
gebruikt
worden.Als
de
batterij
volledig
is
ontladen,
kan
het
enige
tijd
duren
voordat
de
displaysleutel
weer
gebruikt
kan
worden.'xIn
verband
met
de
grote
keuze
aan
verkrijgj bare
USB-laadapparaten
kan
probleemlozewerking
niet
voor
elk
laadapparaat
worden
gewaarborgd.
De
laadduur
is
afhankelijk
van
het
gebruikte
laadapparaat.'xTijdens
het
opladen
via
de
usb-aansluiting
kunnen
het
laadapparaat
en
de
displaysleutel warm
worden.
Tijdens
het
opladen
in
het
Wireless
Charj
ging-vak
kunnen
het
vak
en
de
displaysleutel warm
worden.
Bij
hogere
temperaturen
kan
de
laadstroom afnemen
door
de
displaysleutel,
in
uitzondej
ringsgevallen
wordt
het
laadproces
tijdelijk onderbroken.'xAls
u
de
Display
Key
in
het
Wireless
Charjging-vak
legt,
let
er
dan
op
dat
er
geen
voorj
werpen
tussen
de
Display
Key
en
de
Wireless Charging-vak
liggen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij
het
laden
van
een
apparaat
met
Qi-stanj
daard
in
de
Wireless
Charging-houder
kunnen de
metalen
voorwerpen
die
zich
tussen
het
apj
paraat
en
de
houder
bevinden
zeer
warm
worj
den.
Als
er
zich
chipkaarten,
geheugenkaarten of
kaarten
met
magneetstrook
tussen
het
apjparaat
en
het
oplaadvak
liggen,
kan
dat
de
werking
van
de
kaart
schaden.
Er
bestaat
kans
op
letsel
of
schade.
Bij
het
laden
van
mobiele
apparaten
erop
letten
dat
er
geen
voorwerpen
tussen
de
mobiele
telefoon
en
de
Wireless Charging-houder
liggen.
Opladen
Via
usb
De
displaysleutelvia
de
micro-USB-laadaansluij ting
op
een
USBjaansluiting
aansluiten.
In
het
Wireless
Charging-opbergvak1.Afdekking
van
het
opbergvak
openen.2.Displaysleutel
in
het
midden
de
Wireless
Charging-houder
voor
de
linkse
cupholder
leggen.
Let
erop
dat
het
display
naar
boven
wijst.3.Afdekking
van
het
opbergvak
sluiten.
Met
thermobekerhouder:
in
het
Wireless Charging-vak
1.Afdekking
van
het
opbergvak
openen.2.Displaysleutel
vlak
in
de
uitsparing
van
het
Wireless
Charging-vak
leggen.
Let
erop
dat
het
display
naar
boven
wijst.3.Afdekking
van
het
opbergvak
sluiten.Seite
90BEDIENINGOpenen
en
sluiten90
Online
Edition
for
Part
no.
01402720878
-
II/19