BMW X7 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Bij
onderbreking
van
de
rit
met
ingeschakeldewisinstallatie
voor:
wordt
de
rit
voortgezet,
dan
wissen
de
wissers
in
de
vooraf
ingestelde
stap.
Uitschakelen
en
kort
wissen
De
hendel
naar
beneden
drukken.
'xUitschakelen:
de
hendel
naar
onder
duwen,
tot
de
basispositie
werd
bereikt.'xKort
wissen:
hendel
vanuit
de
basisstand
naar beneden
drukken.
Na
het
loslaten
keert
de
hendel
in
de
basisj
stand
terug.
Regensensor
Principe De
regensensor
stuurt
de
wisserwerking
autoj
matisch
afhankelijk
van
de
regenintensiteit.
Algemeen
De
sensor
bevindt
zich
aan
de
voorruit,
direct
voor
de
binnenspiegel.
Veiligheidsaanwijzing
OPMERKING
In
wasstraten
kunnen
de
wissers
ongewild
gaan bewegen
als
de
regensensor
geactiveerd
is.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Regensensor
in wasstraten
deactiveren.
Activeren
De
hendel
uit
de
basisstand
eenmaal
naar
bovendrukken,
pijl
1.
Een
wisprocedure
wordt
gestart.
De
LED
in
ruitenwisserschakelaar
brandt.
Bij
vorst
wordt
het
wissen
mogelijk
niet
gestart.
Uitschakelen De
hendel
terug
in
de
basisstand
drukken.
Gevoeligheid
regensensor
instellen
Aan
de
gekartelde
knop
draaien
om
de
gevoeligjheid
van
de
regensensor
in
te
stellen.
Naar
boven:
hoge
gevoeligheid
van
de
regensenj sor.
Naar
beneden:
geringe
gevoeligheid
van
de
rej
gensensor.
Seite
171RijdenBEDIENING171
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Ruitreinigingsinstallatie
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Bij
lage
temperaturen
kan
de
sproeiervloeistof
op
de
ruit
bevriezen
en
het
zicht
beperken.
Er bestaat
gevaar
voor
ongevallen.
Wasstraten
aljleen
gebruiken
als
het
bevriezen
van
de
sproeijervloeistof
uitgesloten
is.
Indien
nodig
antivries
gebruiken.
OPMERKING
Als
het
ruitensproeierreservoir
leeg
is,
kan
de
sproeierpomp
niet
zoals
bedoeld
werken.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Ruitensproeiers
niet
gebruiken
als
het
ruitensproeierreservoir
leeg
is.
Voorruit
reinigen
Aan
de
hendel
trekken.
Sproeiervloeistof
wordt
op
de
voorruit
gesproeid
en
de
wissers
worden
kort
ingeschakeld.
Ruitensproeiermonden
De
ruitensproeiermonden
worden
bij
ingeschaj kelde
gereedheid
automatisch
verwarmd.
Achterruitenwisser
Overzicht
Inschakelen
De
buitenste
schakelaar
naar
boven
draaien.
'xRustpositie
van
de
wisser,
stand
0.'xIntervalstand,
pijl
1.
Bij
ingeschakelde
achterj uitversnelling
vindt
continuwerking
plaats.
Achterruit
reinigen
De
buitenste
schakelaar
in
de
gewenste
richting
draaien.
'xIn
ruststand:
de
schakelaar
naar
onderen draaien,
pijl
3.
Na
het
loslaten
keert
de
schajkelaar
terug
naar
de
ruststand.'xIn
intervalmodus:
de
schakelaar
verderdraaien,
pijl
2.
Na
het
loslaten
keert
de
schajkelaar
terug
naar
de
intervalstand.
Bij
laag
vulpeil
van
het
sproeiervloeistofreservoirwordt
de
functie
gedeactiveerd.
Uitgeklapte
stand
van
de
ruitenwissers
PrincipeIn
de
opklapstand
kunnen
de
wissers
van
de
voorruit
worden
opgeklapt.
Algemeen
Belangrijk
voor
bijvoorbeeld
het
vervangen
van
de
wisserbladen
of
voor
het
uitklappen
bij
vorst.
Seite
172BEDIENINGRijden172
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Als
de
wissers
zich
in
beweging
zetten
wanj
neer
ze
uitgeklapt
zijn,
kunnen
lichaamsdelen worden
ingeklemd
of
delen
van
de
auto
wordenbeschadigd.
Er
bestaat
kans
op
letsel
of
schade.
Erop
letten
dat
het
contact
is
afgezet
als
de
wissers
worden
opgeklapt
en
dat
de
wisj
sers
bij
het
inschakelen
zijn
neergeklapt.
OPMERKING
Bij
vastgevroren
wissers
kunnen
de
wisserblaj den
bij
het
inschakelen
losscheuren
of
kan
de
wissermotor
oververhit
raken.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Voor
het
inschakelen
van
de
wisj
sers
de
ruit
ontdooien.
Wissers
opklappen
1.Gereedheid
inschakelen.2.Ruitenwisserschakelaar
naar
omlaag
gedrukt houden,
tot
de
wissers
ongeveer
verticaal
staan.3.Wissers
volledig
optillen
van
de
voorruit
uitj klappen.
Wissers
inklappen
Na
het
inklappen
van
de
wissers
moet
de
ruitenj
wisserinstallatie
opnieuw
worden
geactiveerd.
1.Ruitenwissers
volledig
tegen
voorruit
aanj
klappen.2.Gereedheid
inschakelen
en
ruitenwisser
opj nieuw
naar
onder
gedrukt
houden.3.De
ruitenwissers
gaan
in
de
rustpositie
en
zijn
weer
gebruiksklaar.
Steptronic
transmissie
Principe
De
Steptronic-versnellingsbak
combineert
de
functies
van
een
automatische
transmissie
met
de
mogelijkheid
om
indien
gewenst
handmatig te
schakelen.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Een
onbeveiligd
voertuig
kan
vanzelf
in
bewej ging
komen
en
wegrollen.
Er
bestaat
gevaar
voor
ongevallen.
De
auto
voor
het
verlaten
vastj
zetten
tegen
wegrollen,
bijv.
handrem
aantrekj ken.
Seite
173RijdenBEDIENING173
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

KeuzehendelstandenD
keuzestandKeuzehendelstand
voor
normaal
rijden.
Alle
verj
snellingen
voor
het
vooruitrijden
worden
automaj tisch
geschakeld.
R
Achteruit
Keuzehendelstand
R
alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
N
neutraalstand
In
keuzehendelstand
N
kan
de
auto
worden
gej duwd
of
zonder
aandrijving
rollen,
bijvoorbeeld
inwasstraten.
P
parkeerstandAlgemeen
Keuzehendelstand
voor
bijvoorbeeld
het
parkej
ren
van
de
auto.
In
keuzehendelstand
P
worden
afzonderlijke
wielen
door
de
transmissie
geblokj
keerd.
Keuzehendelstand
P
alleen
bij
stilstaande
auto
inschakelen.
P
wordt
automatisch
ingeschakeld Keuzehendelstand
P
wordt
bijv.
in
de
volgende situaties
automatisch
ingeschakeld:'xNa
het
uitschakelen
van
rijden-stand-by,
alskeuzehendelstand
R,
D
of
S
ingeschakeld
is.'xNa
het
uitschakelen
van
de
gereedheid,
alskeuzehendelstand
N
is
ingeschakeld.'xAls
tijdens
stilstand
bij
geselecteerde
keuzej
hendelstand
D,
M/S
of
R
de
gordel
van
de
bestuurder
wordt
afgedaan,
het
bestuurdersj
portier
wordt
geopend
en
de
rem
niet
ingej
trapt
wordt.
Voor
het
verlaten
van
de
auto
controleren
of
de
stand
P
van
de
keuzehendel
is
ingeschakeld.
Anj
ders
kan
de
auto
zich
in
beweging
zetten.
Boj
vendien
de
parkeerrem
bedienen.
Meer
informatie:
Parkeerrem,
zie
pagina
166.
Keuzehendelstanden
inschakelen
Algemeen
Het
rempedaal
indrukken
tot
wordt
weggereden,
anders
beweegt
de
auto
zich
bij
een
ingeschaj
kelde
keuzestand.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Het
wisselen
van
keuzehendelstand
P
naar
een
andere
keuzehendelstand
vindt
pas
plaats
bij
inj
geschakelde
rijden-stand-by
en
ingedrukt
remj
pedaal.
U
kunt
mogelijk
pas
uit
keuzehendelstand
P schakelen
als
aan
alle
technische
voorwaarden
is voldaan.
Keuzehendelstand
D,
N,
R
inschakelen
Een
keuzehendelblokkering
voorkomt
de
voljgende
bedieningsfout:'xHet
abusievelijk
inschakelen
van
keuzehenj
delstand
R.'xHet
abusievelijk
vanuit
keuzehendelstand
P
naar
een
andere
keuzehendelstand
schakej len.1.Veiligheidsgordel
bestuurder
vastklikken.2.Houd
de
knop
ingedrukt
om
de
keuzehendeljblokkering
op
te
heffen.Seite
174BEDIENINGRijden174
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

3.Duw
de
keuzehendel
in
te
gewenste
richting,evt.
over
een
drukpunt.
Na
het
loslaten
keertde
hendel
in
de
middenstand
terug.
Keuzehendelstand
P
inschakelen
Toets
P
indrukken.
Voertuig
laten
rollen
of
duwen Algemeen
In
sommige
gevallen
moet
het
voertuig
zonder aandrijving
een
afstandje
rollen,
bijv.
in
een
wasj
straat
of
om
het
voertuig
voort
te
duwen.
Keuzehendelstand
N
inschakelen
1.Met
ingetrapt
rempedaal
de
rijden-stand-by
inschakelen.2.Eventueel
de
parkeerrem
lossen.3.Evt.
Automatic
Hold
uitschakelen.
Automatic
Hold,
zie
pagina
167.4.Rempedaal
intrappen.5.Keuzehendelblokkering
bedienen
en
keuzej
hendelstand
N
selecteren.6.Rijden-stand-by
uitschakelen.De
gereedheid
blijft
op
deze
manier
ingej
schakeld
en
een
Check-Control-melding
wordt
weergegeven.
De
auto
kan
vrij
rollen.
OPMERKING
Bij
het
uitschakelen
van
de
rijden-stand-by wordt
keuzehendelstand
P
automatisch
ingejschakeld.
Er
bestaat
gevaar
voor
schade.
Rijjden-stand-by
in
wasstraten
niet
uitschakelen.
De
keuzehendelstand
P
wordt
na
ca.
35
minuten
automatisch
ingeschakeld.
Bij
een
defect
kan
de
keuzehendelstand
mogelijk
niet
gewijzigd
worden.
Eventueel
de
parkeervergrendeling
elektronisch ontgrendelen.
Kickdown
Met
kickdown
wordt
een
maximale
rijprestatie
bereikt.
Het
rijpedaal
over
de
weerstand
tot
op
de
volgasj
stand
drukken.
Sportprogramma
M/S PrincipeIn
het
sportprogramma
zijn
de
schakelpunten
en
de
schakeltijden
op
een
sportief
rijgedrag
afgej stemd.
De
transmissie
schakelt
bijvoorbeeld
later
op
en
de
schakeltijden
zijn
korter.
Seite
175RijdenBEDIENING175
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Sportprogramma
activeren
Keuzehendel
uit
keuzehendelstand
D
naar
links
drukken.
Op
het
instrumentenpaneel
wordt
de
ingeschaj kelde
versnelling
weergegeven
bijvoorbeeld
S1.
Het
sportprogramma
van
de
transmissie
is
geacjtiveerd.
Sportprogramma
be

Algemeen
Schakelprocedure De
schakelprocedure
wordt
alleen
bij
een
pasj send
toerental
en
een
passende
snelheid
uitgej
voerd.
Kortstondige
handbediening
In
keuzehendelstand
D
wordt
na
bediening
van
een
schakelpaddle
kortstondig
naar
de
handbej
diening
gewisseld.
De
versnellingsbak
schakelt
terug
naar
de
autoj
matische
bediening,
wanneer
in
de
handbediej
ning
gedurende
een
bepaalde
tijd
voorzichtig wordt
gereden,
niet
wordt
geaccelereerd
en
niet
via
de
schakelpaddles
wordt
geschakeld.
Een
wissel
naar
de
automatische
modus
is
moj
gelijk:'xAan
de
rechtse
schakelpaddle
blijven
trekken
tot
op
het
instrumentenpaneel
D
wordt
weerj gegeven.'xAls
aanvulling
op
de
getrokken
rechtse
schajkelpaddle
ook
aan
de
linkse
schakelpaddle
trekken.
Permanente
handbediening
In
keuzehendelstand
S
wordt
na
bediening
van een
schakelpaddle
permanent
naar
de
handbejdiening
gewisseld.
Bij
een
overeenkomstig
versnellingsbaktype
is
een
wissel
naar
de
automatische
modus
mogej lijk:
'xAan
de
rechtse
schakelpaddle
blijven
trekken
tot
op
het
instrumentenpaneel
S
wordt
weerj
gegeven.'xAls
aanvulling
op
de
getrokken
rechtse
schaj kelpaddle
ook
aan
de
linkse
schakelpaddle
trekken.
Steptronic
Sport
versnellingsbak
Afhankelijk
van
de
versnellingsbakuitvoering
kan
door
gelijktijdig
bedienen
van
de
kickdown
en
de
linker
schakelpaddel
naar
de
laagst
mogelijke
versnelling
teruggeschakeld
worden.
Bij
kortj stondige
handbediening
is
dit
is
niet
mogelijk.
Schakelen'xOpschakelen:
aan
de
rechtse
schakelpaddel trekken.'xTerugschakelen:
aan
de
linkse
schakelpaddel
trekken.'xNaar
de
kleinst
mogelijke
versnelling
terugj
schakelen:
aan
de
linkse
schakelpaddel
blijj ven
trekken.
Op
het
instrumentenpaneel
wordt
kort
de
gekojzen
versnelling
en
vervolgens
de
ingeschakelde versnelling
weergegeven.
Weergaven
in
het
instrumentenpaneel
De
keuzehendelstand
wordt
gej
toond,
bijv.:
P.
Parkeervergrendeling
elektronisch
ontgrendelen
Algemeen
De
parkeervergrendeling
elektronisch
ontgrenj delen
om
de
auto
uit
de
gevarenzone
te
maj
noeuvreren.
Voor
het
ontgrendelen
van
de
parkeervergrendej
ling
de
parkeerrem
aantrekken,
om
te
verhindej
ren
dat
de
auto
wegrolt.
Seite
177RijdenBEDIENING177
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Bij
autoss
met
Mild
Hybrid
technologie
en
overj
eenkomstige
accu
zijn
de
handelingen
voor
de
ontgrendeling
van
de
versnellingsbak
verschilj lend.
Meer
informatie:
Accu,
zie
pagina
442.
Zonder
Mild
Hybrid
technologie:
keuzehendelstand
N
inschakelen
Ontgrendeling
is
alleen
mogelijk
wanneer
destartmotor
de
motor
kan
doordraaien.1.De
rem
intrappen
en
ingetrapt
houden.2.Start-/stopknop
indrukken.
De
starter
moet
hoorbaar
aanslaan.
Start-/stopknop
ingedrukt
houden.3.Met
de
vrije
hand
de
toets
op
de
keuzehenj
del
indrukken,
pijl
1,
en
de
keuzehendel
naar keuzehendelstand
N
drukken
en
vasthouden,pijl
N,
tot
de
keuzehendelstand
N
in
het
injstrumentenpaneel
wordt
weergeven.
Er
wordt
een
Check-Control-melding
weerj
gegeven.4.Start-/stopknop
en
keuzehendel
loslaten.5.Rem
loslaten
zodra
de
startmotor
stopt.6.De
auto
uit
de
gevarenzone
manoeuvreren en
vervolgens
tegen
wegrollen
beveiligen.
Meer
informatie:
Aan-/wegslepen,
zie
pagina
452.
Met
Mild
Hybrid
technologie:
keuzehendelstand
N
inschakelen1.De
rem
intrappen
en
ingetrapt
houden.2.De
start-/stopknop
indrukken
en
ingedrukt
houden.3.Met
de
vrije
hand
de
toets
op
de
keuzehenj
del
indrukken,
pijl
1,
en
de
keuzehendel
naar keuzehendelstand
N
drukken
en
vasthouden,pijl
N,
tot
de
keuzehendelstand
N
in
het
injstrumentenpaneel
wordt
weergeven.
Er
wordt
een
Check-Control-melding
weerj
gegeven.4.Start-/stopknop
en
keuzehendel
loslaten.5.Rem
loslaten.6.De
auto
uit
de
gevarenzone
manoeuvreren en
vervolgens
tegen
wegrollen
beveiligen.
Meer
informatie:
Aan-/wegslepen,
zie
pagina
452.
Launch
Control
Principe Launch
Control
maakt
bij
droge
omgevingsomjstandigheden
een
optimale
acceleratie
op
stroef wegdek
mogelijk.
Algemeen
Het
gebruik
van
Launch
Control
leidt
tot
vroegtijj dige
slijtage
van
onderdelen,
omdat
deze
functie
een
zeer
hoge
belasting
voor
de
auto
vormt.
Launch
Control
niet
tijdens
het
inrijden
gebruij ken.
Bij
het
wegrijden
met
Launch
Control
niet
sturen.
Seite
178BEDIENINGRijden178
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

Meer
informatie:
Inrijden,
zie
pagina
372.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Launch
Control
is
beschikbaar
als
de
motor
op
bedrijfstemperatuur
is.
De
motor
is
na
een
ononj derbroken
rit
van
minstens
10
kilometer
op
bejdrijfstemperatuur.
Wegrijden
met
Launch
Control1.Rijden-stand-by
inschakelen.2.

Toets
indrukken.
Het
instrumentenpaneel
geeft
TRACTION weer
en
het
controlelampje
voor
DSC
OFF
gaat
aan.3.Keuzehendelstand
S
inschakelen.4.Met
de
linkervoet
krachtig
het
rempedaal
inj trappen.5.Rijpedaal
tot
voorbij
de
weerstand
van
de
volgasstand
intrappen
en
ingetrapt
houden,
kickdown.
Op
het
instrumentenpaneel
verschijnt
een vlagsymbool.6.Het
wegrijtoerental
wordt
geregeld.
Kort wachten
tot
het
toerental
van
de
motor
consj
tant
is.
Het
rijpedaal
in
deze
stand
houden.7.Binnen
3
seconden
na
het
oplichten
van
het
vlagsymbool
de
rem
loslaten.
De
auto
accelereert.
Er
wordt
automatisch
naar
een
hogere
verj
snelling
geschakeld,
zo
lang
het
vlagsymbool
weergegeven
en
het
rijpedaal
niet
losgelaten
wordt.
Opnieuw
gebruiken
binnen
een
rit
Nadat
Launch
Control
werd
gebruikt
moet
deversnellingsbak
ongeveer
5
min
afkoelen
voordatLaunch
Control
opnieuw
kan
worden
gebruikt.Launch
Control
stelt
zich
bij
het
opnieuw
gebruijken
op
de
omgevingsomstandigheden
in.
Na
het
gebruik
van
Launch
Control
Ter
ondersteuning
van
de
rijstabiliteit
de
dynamijsche
stabiliteitscontrole
DSC
zo
spoedig
mogej
lijk
weer
inschakelen.
Grenzen
van
het
systeem
Een
geoefende
bestuurder
kan
in
de
modus DSC
OFF
mogelijk
betere
acceleratiewaardenrealiseren.Seite
179RijdenBEDIENING179
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20

WeergavenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Instrumentenpaneel
Principe
De
weergaven
in
het
instrumentenpaneel
zijn
vaj
riabel.
Wanneer
van
programma
wordt
gewisseld via
de
rijbelevingsschakelaar,
past
de
weergaveop
het
instrumentenpaneel
zich
aan
de
betrefjfende
rijmodus
aan.
Algemeen
De
verandering
van
de
weergaven
op
het
instruj
mentenpaneel
kan
afhankelijk
van
de
uitvoering
via
iDrive
worden
gedeactiveerd.
De
weergaven
op
het
instrumentenpaneel
kunj
nen
gedeeltelijk
van
de
afbeeldingen
in
deze
handleiding
afwijken.
Overzicht1Brandstofmeter\_ 189
Actieradius\_ 1922Snelheidsmeter3Centraal
weergavebereik\_ 180
Aanduiding
van
de
navigatie4Naargelang
de
uitrusting:
Driver
Attention
Caj
mera5Toerenteller\_ 189
Keuzelijsten\_ 197
Widgets\_ 182
Dagteller,
zie
ritgegevens\_ 197
ECO
PRO-weergaven\_ 386
Vermogensweergave\_ 190
Status
rijbelevingsschakelaar\_ 164
Versnellingsindicator\_ 1736Motortemperatuur\_1917Buitentemperatuur\_ 1918Check-Control\_1839Speed
Limit
Assist\_ 279
Speed
Limit
Info\_ 194
Tijd\_ 71
Centraal
weergavebereik
Afhankelijk
van
de
uitrusting
en
de
instelling
wordt
in
het
centrale
weergavebereik
van
het
inj
strumentenpaneel
het
volgende
weergegeven:
Seite
180BEDIENINGWeergaven180
Online
Edition
for
Part
no.
01405A1F003
-
X/20