BMW X7 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 231 of 490

Algemeen
Warmtebeeld
Dewarmteuitstralingvanobjecteninhetgej zichtsveldvandecamerawordtweergegeven.
Warmeobjectenwordenlichtweergevenen koudeobjectendonker.
Deherkenbaarheidhangtafvanhettemperaj
tuurverschilmetdeachtergrondenvande
warmtediehetobjectuitstraalt.Objectenmet
geringtemperatuurverschiltenaanzienvande
omgevingofmetgeringewarmteuitstralingzijn
beperktherkenbaar.
Omveiligheidsredenenwordthetbeeldvanaf circa5km/hengeringehelderheidvandeomgej
vingalleenbijingeschakelddimlichtweergegej
ven.
Metbepaaldeintervallenwordtgedurendeeen fractievaneensecondeeenstilstaandbeeldweergegeven.
Herkenningvanpersonenendieren
Deobjectherkenningen-waarschuwingwerktalj
leeninhetdonker.
Objectenmeteenmenselijkevormenvolj
doendewarmteuitstralingwordenherkend.
Daarnaastherkenthetsysteemookdierenvanaf
eenbepaaldegrootte,bijvoorbeeldreeën.
WeergaveophetControlDisplaybijingeschajkeldwarmtebeeld:'xDoorhetsysteemherkendepersonen:inheljdergeel.'xDoorhetsysteemherkendedieren:indonjkergeel.
Reikwijdtevandeobjectherkenningbijgoedeomgevingsomstandigheden:
'xPersoonsherkenning:totcirca100m.'xHerkenningvangroteredieren:totcirca
150m.'xHerkenningvanmiddelgrotedieren:totcirca 70m.
Invloedenvanhetmilieukunnendebeschikbaarj
heidvandeobjectherkenningbeperken.
Wanneerdevoertuigsystemenherkennendatde
autozichineenbebouwdekombevindt,wordt
deherkenningvandierentijdelijkuitgeschakeld.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
Seite231VeiligheidBEDIENING231
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 232 of 490

aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht Toetsenindeauto
IntelligentSafety
Warmtebeeld
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:
'xInfraroodcamera.
Bijlagebuitentemperaturenwordtdecameraauj
tomatischverwarmd.
Bijingeschakeldeautoverlichtingwordtbijhet
bedienenvanderuitensproeierinstallatiehetcaj meraobjectiefopgezettetijdenmeegereinigd.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
Inschakelen
Automatischinschakelen Hetsysteemwordtbijvertrekinhetdonkerautojmatischgeactiveerd.
WarmtebeeldinschakelenAanvullendopdewaarschuwingsfunctiekanop
hetControlDisplayhetwarmtebeeldvande NightVision-camerawordenweergegeven.Dezefunctieheeftgeeninvloedopdeobjectherkenj
ning.
Toetsindrukken.
HetbeeldvandecamerawordtophetControl
Displayweergegeven.
Warmtebeeldinstellen Bijingeschakeldwarmtebeeldkunnenhelderheid
encontrastingesteldworden.1.Helderheidofcontrastselecteren:'xHelderheid.'xContrast.2.Steldegewenstewaardein.
Waarschuwingsfunctie
Weergave
SymboolBetekenisPersoonswaarschuj
wing.Dierwaarschuwing.Symboolbrandtrood.Vooralarm.Symboolknippert
roodenerklinkteen
signaal.Acutewaarschuwing.Seite232BEDIENINGVeiligheid232
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 233 of 490

Hetweergegevensymboolkanvariërenengeeftdezijdevanhetwegdekaanwaardepersoonofhetdierisherkend.
Waarschuwingbijgevaarvoor
personenofdieren
Alsereenbotsingmeteenwaargenomenander
persoonofdierdreigt,wordtinhetinstrumenj tenpaneeleninhetHead-UpDisplayeenwaarjschuwingssymboolweergegeven.
Hoewelvormenwarmteuitstralingwordengeëj valueerd,kanloosalarmnietwordenuitgesloten.
Waarschuwingsbereikvoordeauto
Hetwaarschuwingsbereikvoordepersoonsj waarschuwingbestaatuittweedelen:
'xCentraalgebied,pijl1,directv

Page 234 of 490

Dynamischemarkeringsverlichting
Algemeen
Naastdewaarschuwingwordenherkendeobjecjtenmetdedynamischemarkeringsverlichting
beschenen.
Dedynamischemarkeringsverlichtingisvanaf
circa20km/hbeschikbaar.
Hetobjectwordtzolangbeschenen,tothetzich nietmeerinhetwaarschuwingsgebiedbevindt.
Metdedynamischemarkeringsverlichtingbrandt hetcontrolelampjevoorgrootlicht.
Dedynamischemarkeringsverlichtingisbej
standdeelvandeLED-oflaservoorlichten.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
'xAutomatischeverlichtingsregelingisactief.'xHetdimlichtofgrootlichtbrandt.'xGeenlichtbronnenofverlichteverkeersdeelj
nemersinhetwaarschuwingsgebied.
Activeren/deactiveren
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.DynamischmarkeringslichtTijdelijkuitschakelen
Tijdenshetbrandenvandedynamischemarkej
ringsverlichtinghetlichtsignaalbedienen.Dedyj namischemarkeringsverlichtingwordtvoordeactuelewaarschuwinguitgeschakeld.
LaneDepartureWarning
Principe
HetLaneDepartureWarning-systeemwaarj
schuwtwanneerdeautodreigtvandewegof rijstrookaftegeraken.
Algemeen Ditsysteemmetcamerawaarschuwtvanafeenminimumsnelheid.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Waarschuwingenwordenviatrillingeninhet stuurgegeven.Desterktevandestuurtrillingen
kanwordeningesteld.
Hetsysteemwaarschuwtnietwanneervoorhet verlatenvanderijstrookdeovereenkomstige
richtingwordtaangegeven.
Afhankelijkvandeuitrusting:alsinhetsnelheidsj
bereiktot210km/ueenrijbaanbegrenzingwordt
overschreden,grijpthetsysteemnaastdetrilling ookindooreenkorteactievestuuringreep.Het
systeemondersteuntdebestuurderomdeauto
binnenderijbaantehouden.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomhetwegverloopende
verkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaat gevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverkeersj
situatieaanpassen.Verkeerssituatieobserveren enindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Seite234BEDIENINGVeiligheid234
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 235 of 490

Bijwaarschuwingenhetstuurwielnietonnodigheftigbewegen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
DerijbaanbegrenzingenmoetendoordecamerawordenherkendopdathetLaneDepartureWarj
ning-systeemwerkt.
Overzicht Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen DeLaneDepartureWarningwordtopnieuwauj
tomatischgeactiveerdnahetvertrek,alsde functiebijbeëindigingvandelaatsteeinderitinjgeschakeldwas.
Afhankelijkvandelanduitvoeringishetsysteem
naelkvertrekautomatischactief.Daarbijwordt debasisinstellinggeactiveerd.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.Seite235VeiligheidBEDIENING235
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 236 of 490

AlleIntelligentSafety-systemenwordenuitgej
schakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xBeperkt:afhankelijkvandesituatieworj denbepaaldewaarschuwingenonderj
drukt,bijvoorbeeldbijhetinhalenzonder richtingaantegevenofbijhetbewustrijj
denoverrijlijneninbochten.'xUit:ervindengeenwaarschuwingen
plaats.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Stuuringreepin-/uitschakelen Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Rijstrookverlatenwaarschuw.6.Stuuringreep
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhet momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Weergaveinhet instrumentenpaneel
Hetsymboolbrandtgroen:tenminste
aanéénkantvandeautowerdereenrijj
baanbegrenzingherkendenwaarschuj
wenismogelijk.
Waarschuwingsfunctie
Bijhetverlatenvanderijbaan
Alsdeautoderijstrookverlaatenalsereenrijj baanbegrenzingwordtherkend,trilthetstuurafj
hankelijkvandeinstellingvandestuurtrilling.
Alsvoorhetveranderenvanrijbaanderichtingj
aanwijzerindeovereenkomstigerichtingwordt
ingeschakeld,wordtergeenwaarschuwinggej
geven.
Stuuringreep
Afhankelijkvandeuitvoering:alsinhetsnelj
heidsbereiktot210km/ueenrijbaanbegrenzing wordtoverschreden,dangrijpthetsysteem
naastdetrillingookindooreenkorteactieve
stuuringreep.Destuuringreephelptdeautobinj
Seite236BEDIENINGVeiligheid236
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 237 of 490

nenderijbaantehouden.Destuuringreepisin
hetstuurwielvoelbaarenkanopelkmoment handmatigoverstuurdworden.Bijeenactieve
stuuringreepknippertdeweergaveophetinstruj mentenpaneel.
Waarschuwingsgeluid
Afhankelijkvandeuitrusting:alshetsysteem binnen3minutenmeermaalsactiefmoetingrijj
penindebesturingzonderdatdebestuurderhet
stuuroverneemt,klinktereenwaarschuwingsgej
luid.Bijde2estuuringreepklinktereenkort
waarschuwingsgeluid.Vanafde3eingreepklinkt
ereenlangerwaarschuwingsgeluid.
BovendienwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
WaarschuwingsgeluidenCheck-Control-melj
dinggebiedendebestuurderombeteropde rijstrookteletten.
Bijhetrijdenmeteen
aanhangwagen
Alshetstopcontactvandeaanhangwageningej
bruikisofdeaanhangwagenmodusisgeactij
veerd,bijvoorbeeldalsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld,vindtgeenstuurj ingreepplaats.
Onderbrekingvandewaarschuwing Dewaarschuwingwordtbijv.indevolgendesituj
atiesgeannuleerd:'xAutomatischnaenkeleseconden.'xBijterugkeernaardeeigenrijbaan.'xBijkrachtigremmen.'xBijrichtingaangeven.'xAlsdeDynamischeStabiliteitscontroleDSC
regelt.Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj geren.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtj bare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordtereventueel
eenCheck-Control-meldingweergegeven.
Seite237VeiligheidBEDIENING237
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 238 of 490

Rijstrookwisselmelding
PrincipeDerijstrookwisselmeldingherkentvoertuigenin
dedodehoekofwanneervoertuigenopde naastgelegenrijstrookvanachterennaderen.Indezesituatieswordteenwaarschuwinginverj
schillendefasesgegeven.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimumj
snelheidhetgebiedachterennaasthetvoertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Hetsysteemlaatzienwanneerzichvoertuigenin dedodehoekbevinden,pijl1,ofopdenaastgej
legenrijstrookvanachterennaderen,pijl2.
Hetlampjeindebuitenspiegelgaatgedimd
branden.
Bijveranderenvanrijbaanmetingeschakelde
richtingaanwijzerwaarschuwthetsysteeminde
eerdergenoemdesituaties.
Hetlampjeindebuitenspiegelknippertenhet
stuurwieltrilt.
Autometwaarschuwingssysteemvoorzijdej
lingseaanrijdingen:bijsnelhedentot210km/h
kanhetsysteemmeteenkorteactievestuurbej
wegingingrijpenenzohelpenomdeautoterug
opderijstrooktebrengen.Destuuringreep
wordtpasvanafeenminimalesnelheiduitgej
voerd.Dezeminimalesnelheidwordtophet
ControlDisplayinhetmenuvoorstuuringrepen
weergegeven.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Seite238BEDIENINGVeiligheid238
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 239 of 490

Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen Dewaarschuwingrijbaanwisselenwordtopjnieuwautomatischgeactiveerdnahetvertrek,
alsdefunctiebijbeëindigenvandelaatsteritinj geschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemenafzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen
Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingstijdstipinstellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat'xUit:bijdezeinstellingwordtergeen waarschuwinggegeven.
Deinstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenj
teelgebruiktebestuurdersprofiel.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.Seite239VeiligheidBEDIENING239
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 240 of 490

DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Auto'smetwaarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij:stuuringreepin-
ofuitschakelen
Destuuringreepkanafzonderlijkvoorrijstrookj
wisselmeldingenLaneDepartureWarningworj
denin-enuitgeschakeld.1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Inhaalwaarschuwing6.Stuuringreep
Deinstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenj
teelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Vooralarm
Hetgedimdelampjeindebuitenspiegelgeeft
aandatzichvoertuigenindedodehoekbevinj
denofvanachterennaderen.
Acutewaarschuwing
Alsderichtingaanwijzerwordtingeschakeldterj wijlerzicheenautoinhetkritiekegebiedbej
vindt,gaathetstuurwielkorttrillenenbeginthet
lampjeindebuitenspiegelfelteknipperen.
Dewaarschuwingwordtbeëindigdwanneerde
andereautohetkritiekegebiedheeftverlatenof
wanneerderichtingaanwijzerwerduitgeschaj
keld.
Auto'smetwaarschuwingsysteem
voorzijdelingseaanrijdingen
Alsbijsnelhedentot210km/hnietwordtgereaj geerdopdetrillingeninhetstuurwielendeautoderijstrookverlaat,grijpthetsysteemevt.indooreenkorteactievestuurbeweging.Destuurinj
greephelptdeautonaarderijbaanterugte brengen.Destuuringreepisinhetstuurwielvoeljbaarenkanopelkmomenthandmatigoverjstuurdworden.
Opflitsenvanhetlampje
Hetopflitsenvanhetlampjebijhetontgrendelen
vandeautodientvoordezelftestvanhetsysj teem.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Bovenstesnelheidsgrens
Bijsnelhedenbovencirca250km/hwordthet
systeemtijdelijkgedeactiveerd.
Bijsnelhedenonderongeveer250km/hreageert
hetsysteemweerzoalsingesteld.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
Seite240BEDIENINGVeiligheid240
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page:   < prev 1-10 ... 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 ... 490 next >