BMW X7 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 241 of 490

'xRadarsensoren,ziepagina45.'xBijvoertuigenmetzijdelingsebotsingwaarj
schuwing:camerass,ziepagina 43.
Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xAlsdebumpervuil,metijsofeenstickerof
ietsdergelijksbedektis.
Bijauto'smetwaarschuwingvooreenaanrijding vanopzijkandestuuringreepbijvoorbeeldindevolgendesituatiesbeperktzijn:
'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xBijbelemmeringvandecamera.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Alsdecontactdoosvooraanhangwagensingej
bruikisofdeaanhangwagenmodusingeschaj
keldis,bijvoorbeeldbijhetrijdenmeteenaanj
hangwagenoffietsendrager,kanhetsysteem
nietwordeningeschakeld.ErwordteenCheck-
Control-meldingweergegeven.
Weergavenvandewaarschuwingen
Afhankelijkvandegeselecteerdeinstellingvoor
dewaarschuwingen,bijvoorbeeldhetmoment vanwaarschuwing,kunnenmeerofminderwaarj
schuwingenwordenweergegeven.Ditkanook
eentoenamevanhetaantalvroegtijdigewaarj
schuwingenvoorkritischesituatiesbetekenen.
Waarschuwingvooreen
aanrijdingvanopzij
Principe Hetsysteemhelptomaanrijdingenvanopzijte
vermijden.
Algemeen
Radarsensorenbewakenvanafeenminimale snelheidtotca.210km/hhetgebiednaasthet
voertuig.
Deminimumsnelheidislandspecifiekenwordtin
hetmenuvandeIntelligentSafety-systemen weergegeven.
Eenfrontcamerabepaaltdepositievanderijj
baanbegrenzingen.
Alsnaastdeautobijv.eenandereautowordt
herkendwaarmeeeenaanrijdingvanopzijdreigt,
helpthetsysteemomeenaanrijdingtevoorkoj
men.Daarvoorwaarschuwthetsysteemdoor
eenknipperendeLEDindebuitenspiegeleneen trillendstuur.Evt.grijpthetsysteeminmeteen
actievestuurbeweging.
Seite241VeiligheidBEDIENING241
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 242 of 490

Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Derijbaanbegrenzingenmoetendoordecamera
herkendwordenomhetwaarschuwingssysteem
voorzijdelingseaanrijdingenmetstuuringreepte
activeren.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:'xCamerassachterdevoorruit.'xRadarsensorenzijdelingsvoor.'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Automatischinschakelen DeWaarschuwingvooreenaanrijdingvanopzij
wordtautomatischgeactiveerdnahetvertrek,als
defunctiebijbeëindigingvandelaatsteeinderit
ingeschakeldwas.
Handmatiginschakelen Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivijdueleinstellingenwordengeactiveerdenopgejslagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurjdersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden basisinstellingengeactiveerd.
Seite242BEDIENINGVeiligheid242
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 243 of 490

INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Sterktevandestuurwieltrillingen
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Retourmeld.ophetstuurwiel5.Trillingssterkte6.Gewensteinstellingselecteren.
DeinstellingwordtovergenomenvooralleIntellij
gentSafety-systemenenopgeslagenvoorhet
momenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampjeinbuitenspiegel
Acutewaarschuwing
Bijaanrijdingsgevaarknipperthetlampjeinde
buitenspiegelentrilthetstuurwiel.
TegelijkertijdwordteenCheck-Control-melding
weergegeven.
Ervindtevt.eenactievestuuringreepplaatsom debotsingtevermijdenendeautoveiligopde
eigenrijbaantehouden.
Destuuringreepisinhetstuurwielvoelbaaren
kanopelkmomenthandmatigoverstuurdworj den.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan
hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.'xRadarsensoren,ziepagina 45.Seite243VeiligheidBEDIENING243
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 244 of 490

Beperktewerking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijn:'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xInscherpebochtenofopsmallewegen.'xBijontbrekende,afgesleten,moeilijkzichtjbare,samen-ofuiteenlopendeofonduidej
lijkerijbaanbegrenzingen,zoalsbijvoorbeeld bijwegwerkzaamheden.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijnmet
sneeuw,ijs,vuilofwater.'xAlsrijbaanbegrenzingennietwitzijn.'xAlsrijbaanbegrenzingenbedektzijndoorobj
jecten.'xBijdichtachterhetvoorliggendevoertuigrijj den.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.
Alsdewerkingisbeperkt,wordteenCheck- Control-meldingweergegeven.
Alsdecontactdoosvooraanhangwagensingej
bruikisofdeaanhangwagenmodusingeschaj
keldis,bijvoorbeeldbijhetrijdenmeteenaanj
hangwagenoffietsendrager,kanhetsysteem
nietwordeningeschakeld.ErwordteenCheck-
Control-meldingweergegeven.
Preventieaanrijdingvan achteren
Principe
Hetsysteemreageertopvoertuigendievanachj
terennaderen.
Algemeen
Radarsensorenbewakendehetgebiedachter hetvoertuig.
Alservanachtereneenautometeenovereenj
komstigesnelheidnadert,reageerthetsysteem alsvolgt:
'xOmhetachteropkomendeverkeertewaarj
schuwenwordtbijeendreigendeaanrijding vanachterendealarmlichtinstallatieingej
schakeld.'xActiveProtection:alseenaanrijdingonverj mijdbaarblijkt,wordenPreCrash-functiesgej
activeerd.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
Seite244BEDIENINGVeiligheid244
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 245 of 490

aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenindebetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren
aangestuurd:'xRadarsensorenzijdelingsachter.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen
Hetsysteemwordtbijvertrekautomatischgeacj
tiveerd.
Hetsysteemwordtindevolgendesituatiesautoj
matischgedeactiveerd:
'xBijachteruitrijden.'xAlshetstopcontactvandeaanhangwagenin
gebruikisofdeaanhangwagenmodusisgej
activeerd,bijv.alsereenaanhangwagenof
fietsendragerisaangekoppeld.
Grenzenvanhetsysteem
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xRadarsensoren,ziepagina 45.
Beperktewerking
Dewerkingkanindevolgendevoorbeeldsituaj
tiesbeperktzijn:
'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuig aanzienlijkhogerisdandeeigensnelheid.'xAlsdesnelheidvanhetnaderendevoertuigzeerlaagis.Voorrangswaarschuwing
Principe
Hetsysteemhelptinsituatieswaarbijvolgensde verkeersbordenof-lichtenvoorrangverleend moetworden.
Algemeen Hetsysteemanalyseertmetbehulpvaneencajmeradeverkeersbordenen-lichten.
Hetnavigatiensysteemleidtinformatieoverhet
tracédooraanhetsysteem.
Erwordtbijvoorbeeldeenwaarschuwinggegej
venalsdebestuurderhetvoorrangsbordmogej lijknietheeftgezien,bijv.indevolgendesitujaties:
'xBijeenkruising.'xBijeenoverweg.'xBijeenuitrit.'xBijeenrotonde.'xBijroodlicht.
Hetsysteemwaarschuwtvanafeenvariabelemij
nimalesnelheidtotca.75km/h.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden
endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Er bestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemj
beperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
Seite245VeiligheidBEDIENING245
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 246 of 490

gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendevoorrangssituatiemoetonjmiskenbaaraangegevenzijndoorverkeersborjdenofverkeerslichten.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Devoorrangswaarschuwingwordtautomatisch
geactiveerdnahetvertrek,alsdefunctiebijbej eindigingvandelaatsteeinderitingeschakeld
was.
Handmatiginschakelen
Toetsindrukken.
HetmenunaardeIntelligentSafety-
systemenwordtweergegeven.
AlsalleIntelligentSafety-systemenuitgeschaj
keldzijn,wordennuallesystemeningeschakeld.
INDIVIDUALconfigureren:afhankelijkvande
uitvoeringkunnendeIntelligentSafety-systemen afzonderlijkgeconfigureerdworden.Deindivij
dueleinstellingenwordengeactiveerdenopgej
slagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurj
dersprofiel.Zodrainhetmenueeninstelling
wordtgewijzigd,wordenalleinstellingenvanhet
menugeactiveerd.
Toetsherhaaldelijkindrukken.
Erwordttussendevolgendeinstellinj
gengewisseld:
ALLON:alleIntelligentSafety-systemenworj deningeschakeld.Voordesubfunctiesworden
basisinstellingengeactiveerd.
INDIVIDUAL:deIntelligentSafety-systemen
wordenovereenkomstigdeindividueleinstellinj
geningeschakeld.
EnkeleIntelligentSafety-systemenkunnenniet afzonderlijkuitgeschakeldworden.
Manueeluitschakelen Toetsingedrukthouden.
AlleIntelligentSafety-systemenworden
uitgeschakeld.ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.Seite246BEDIENINGVeiligheid246
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 247 of 490

Waarschuwingstijdstipinstellen1.CAR2.Instellingen3.Bestuurdersassistent4.Veiligheidenwaarschuwingen5.Voorrangswaarschuwing6.Gewensteinstellingselecteren:'xVroeg'xGemiddeld'xLaat:erwordenalleenacutewaarschuj
wingenweergegeven.'xUit:erwordtgeenwaarschuwingweerj gegeven.
Degekozeninstellingwordtopgeslagenvoorhetmomenteelgebruiktebestuurdersprofiel.
Waarschuwingsfunctie Algemeen
Hetsysteemwaarschuwtoptweeniveaus:
'xVoorwaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neel.'xAcutewaarschuwing:optischdooreenwaarj
schuwingssymboolophetinstrumentenpaj neeleneengeluidssignaal.
Hetmomentvandewaarschuwingenvarieert
daarbijenisafhankelijkvandeactuelerijsituatie enhetingesteldemomentvanwaarschuwing.
Devoorwaarschuwinghoudtrekeningmetde
volgendeverkeerstekens:
TekensBetekenisVoorrangsborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwinggej
geven.Stopborden:
Voordezebordenwordt
eenvoorwaarschuwingen
eenacutewaarschuwing
gegeven.Bijrodeverkeerslichtenis
ereenvoorwaarschuwing
eneenacutewaarschuj
wing.
Vooralarm
Alsdebestuurdereenvoorrangsborddreigtte
negeren,wordtophetinstrumentenpaneeleen vandevolgendesymbolenweergegeven:
SymboolBetekenisVoorrangverlenen.Stop.Roodlicht.
Bijeenvoorwaarschuwinginovereenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remmen.
Seite247VeiligheidBEDIENING247
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 248 of 490

Acutewaarschuwing
Alsdebestuurderdevoorrangnietverleent,
wordtophetinstrumentenpaneeleenvande volgendesymbolenweergegeven:SymboolBetekenisStop.Roodlicht.
Bijeenacutewaarschuwingonmiddellijkinoverj
eenstemmingmetdesituatieingrijpen,bijv.remj
men.
WeergaveinhetHead-UpDisplay
Afhankelijkvandeuitrustingwordtdewaarschuj wingwordtgelijktijdiginhetHead-UpDisplayen
inhetinstrumentenpaneelweergegeven.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof
schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvan hetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijvoorbeeldnietinde
volgendesituaties:
'xBijvoorrangssituatieszondervoorrangs-,
stopbordenofrodeverkeerslichten.'xBijkruispuntenmetverkeerslichtendieoranje
ofgroenaangeven.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.
Functiebeperking
Dewerkingkanbijvoorbeeldindevolgendesituj atiesbeperktzijn:
'xBijonduidelijkemarkeringenofverkeerslichj
ten.'xBijvolledigofgedeeltelijkafgedekteofverj
vuildeverkeersbordenofverkeerslichten.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeersborj denofverkeerslichten.'xBijtekleineoftegroteverkeersbordenof
verkeerslichten.'xAlsverkeerstekensnietovereenkomenmet
denorm.'xBijherkenningvanverkeersbordendievoor
eenuitkomendeofparallellestraatgelden.'xBijlandspecifiekebebordingenoftracés.'xBijkruispuntenmetknipperendeverkeersj lichten.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.inbepaaldelandennietofslechtsgedeeltelijkbeschikbaarzijn.
Waarschuwingspookrijden
Principe
Hetsysteemwaarschuwtalsdebestuurderdeverkeerderichtingdreigtinterijden,bijv.opauj
Seite248BEDIENINGVeiligheid248
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 249 of 490

tosnelwegen,kruiselingsverkeereneenrichj
tingsstraten.
Eenwaarschuwingverschijntophetinstrumenj tenpaneelenevt.ophetControlDisplayenin
hetHead-UpDisplayenerklinkteengeluidssigj naal,zodraeenwegindetegengestelderichtingwordtingereden.
Algemeen
Afhankelijkvandeuitrustingcontroleerthetsysj
teemdeverkeerssituatieaandehandvannavij gatiegegevensenverkeersborden.
Hetsysteemhoudtbijv.rekeningmetdevolj
gendeverkeersborden:'xInrijdverbod.'xRotonde.'xRichtingspijlen:voorgeschrevenvoorrangbij
smalledoorgangen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdezichtomstandigheden endeverkeerssituatiejuistinteschatten.Erbestaatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaande
verkeerssituatieaanpassen.Verkeerssituatie
observerenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Weergavenenwaarschuwingenontslaanuniet vanuweigenverantwoording.Doorsysteemjbeperkingenkunnenwaarschuwingenofreacj
tiesvanhetsysteemniet,telaat,onjuistofonj
gegrondwordenafgegeven.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Rijstijlaandeverkeerssituatie
aanpassen.Verkeerssituatieobserverenenin debetreffendesituatiesactiefingrijpen.
Voorwaardenvooreencorrecte
werking
Devooruitliggendewegmoeteenduidiggesigj
naliseerdzijndoorverkeersborden.
Overzicht
Toetsindeauto
IntelligentSafety
Sensoren
Hetsysteemwordtviadevolgendesensoren aangestuurd:
'xCamerassachterdevoorruit.
Meerinformatie:
Sensorenvanhetvoertuig,ziepagina 43.
In-/uitschakelen Automatischinschakelen Dewaarschuwingvoorspookrijdenisautomaj
tischactiefnaiedervertrek.
Manueeluitschakelen
AlsalleIntelligentSafety-systemensamenviade
knopwordenuitgeschakeld,wordtdewaarschuj
wingvoorspookrijdenookuitgeschakeld.
Toetsingedrukthouden.
Dewaarschuwingvoorspookrijdenen
alleIntelligentSafety-systemenwordenuitgej
schakeld.
Seite249VeiligheidBEDIENING249
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page 250 of 490

ToetsStatusToetsbrandtgroen:alleIntelligentSaj
fety-systemenzijningeschakeld.Knopbrandtoranje:enkeleIntelligent
Safety-Systemenzijnuitgeschakeldof momenteelnietbeschikbaar.Toetsbrandtniet:enkeleIntelligent
Safety-systemenzijnuitgeschakeld.
Waarschuwingsfunctie
Erverschijnteenwaarschuwingophet
instrumentenpaneelenevt.ophetHead-
UpDisplayenerklinkteengeluidssigj
naal,zodradeautobijv.eenautosnelweg,kruij sendverkeerofeeneenrichtingstraatin
tegengestelderichtingdreigtinterijden.
Grenzenvanhetsysteem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemkandoorbeperkingenvanhet
systeemniet,telaat,onjuistofongegrondreaj
geren.Erbestaatkansopeenongevalof schade.Deaanwijzingenoverdegrenzenvanhetsysteeminachtnemeneneventueelactief
ingrijpen.
Geenwaarschuwing
Hetsysteemwaarschuwtbijv.nietbijstraten
zonderverkeersborden.
Systeembeperkingenvande
sensoren
Meerinformatie:
'xCamerass,ziepagina 43.Beperktewerking
Defunctiekanbijvoorbeeldindevolgendesituj
atiesbeperktzijnenerwordtevt.geenofeen
verkeerdewaarschuwingvoorspookrijdengegej
ven:'xBijniet-eenduidigemarkeringen.'xBijgeheelofdeelsbedekteofvervuildeverj keerstekens.'xBijslechtzichtbareofgedraaideverkeerstej
kens.'xBijtekleineoftegroteverkeerstekens.'xAlsverkeerstekensnietovereenkomenmet
denorm.'xBijherkenningvanverkeersbordendievoor
eenuitkomendeofparallellestraatgelden.'xBijlandspecifiekebebordingenoftracés.'xTot10secondennahetstartenvandemotor
viadestart-/stopknop.'xBijongeldige,verouderdeofnietbeschikbare navigatiegegevens.'xHetsysteemkanevt.nietinallelandengej
bruiktworden.
Bijuitrustingmet
noodstopassistent
Principe Alsdebestuurdernietmeerinstaatisomde
autotebesturen,helpthetsysteemomdeauto
veiligtotstilstandtebrengen.
Algemeen
Denoodstopfunctiewordtnietautomatischgej
activeerd.Denoodstopfunctiekanalleenhandj
matigdoordeinzittendenwordengeactiveerd.
Alshetsysteemactiefis,wordtdeautometrijj
baanassistentieopheteigenrijvaktotstilstand
gebracht.
Afhankelijkvandeuitrustingendelanduitvoering bevathetsysteemeenrijstrookwisselfunctie.
Seite250BEDIENINGVeiligheid250
OnlineEditionforPartno.01405A1F003-X/20

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 490 next >