BMW Z4 2020 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 191 of 348

InderijmodusECOPROkanhetinsommigegevallenbovenofonderdeingesteldesnelheid
komen,bijvoorbeeldophellingen.
Actievesnelheidsregeling metStop&Go-functieACC
Principe
Metditsysteemkanviadetoetsenophetstuurj
wieleengewenstesnelheideneenafstandtot
eenvoorliggerwordeningesteld.
Bijvrijewegwordtdegewenstesnelheiddoor
hetsysteemaangehouden.Deautoversneltof
remtautomatisch.
Bijeenvoorliggerpasthetsysteemdeeigen
snelheidzoaan,datdeingesteldeafstandtotde
voorliggeraangehoudenwordt.Deaanpassing
vandesnelheidvindtplaatsbinnendemogelijke
grenzen.
Algemeen
Omvoorliggersteherkennen,zijnindevoorj
bumpereenradarsensorenbijdebinnenspiegel
eencameraaangebracht.
Afhankelijkvandevoertuiginstellingkandekaj
rakteristiekvandesnelheidsregelingopbej paaldepuntenveranderen.Zoisdeacceleratiein
derijmodusECOPRObijvoorbeeldmindersnel.
Deafstandkaninmeerderestappeningesteld
wordenenisomveiligheidsredenenafhankelijk vandeactuelesnelheid.
Alshetvoorliggendevoertuigtotstilstandafremt ennakortetijdweerwegrijdt,kanhetsysteemditbinnenhetgegevenkadervolgen.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdeverkeerssituatiejuist
inteschatten.Wegenssysteembeperkingen kanhetsysteemnietinalleverkeerssituaties
zelfstandigopgepastewijzereageren.Erbej
staatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverj keerssituatieaanpassen.Verkeerssituatieobj
serverenenindebetreffendesituatiesactief ingrijpen.
WAARSCHUWING
Eenonbeveiligdvoertuigkanvanzelfinbewej gingkomenenwegrollen.Erbestaatgevaar
voorongevallen.Deautovoorhetverlatentej genwegrollenbeveiligen.
Omervoortezorgendatdeautotegenwegrolj lenbeveiligdis,hetvolgendeinachtnemen:
'xParkeerrembedienen.'xOphellingendevoorwieleninderichting
vandestoepranddraaien.'xOphellingendeautoextrabeveiligen,bijj voorbeeldmeteenwielkeg.
WAARSCHUWING
Deingesteldesnelheidkanabusievelijkverj
keerdingesteldofopgeroepenworden.Erbej
staatgevaarvoorongevallen.Ingesteldesnelj
heidaandeverkeerssituatieaanpassen. Verkeerssituatieobserverenenindebetrefj
fendesituatiesactiefingrijpen.
WAARSCHUWING
Gevaarvoorongevallendoortegrotesnelj
heidsverschillent.o.v.anderevoertuigen,bijj voorbeeldindevolgendesituaties:
Seite191RijhulpsystemenBEDIENING191
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 192 of 348

'xSnelvanachterennaderenvaneenlangj
zaamrijdendvoertuig.'xPlotselinguitwijkendvoertuignaardeeij
genrijbaan.'xSnelnaarstilstaandevoertuigentoerijden.
Erbestaatkansopletseloflevensgevaar.Verj
keerssituatieobserverenenindebetreffende
situatiesactiefingrijpen.
Overzicht
Toetsenopstuurwiel
ToetsFunctieSnelheidsregelingaan/uit,ziepaj
gina 193.Snelheidopslaan/handhaven,ziepaj
gina 193.
SpeedLimitAssist:voorgestelde
snelheidovernemen,ziepagina 198.Snelheidsregelingonderbreken,zie
pagina 193.Snelheidsregelingmetlaatsteinstelj
lingvoortzetten,ziepagina 194.Afstandvergroten,ziepagina 194.Afstandverkleinen,ziepagina 194.Tuimelschakelaar:
Snelheidinstellen,ziepagina 193.Radarsensor
Deradarsensorbevindtzichvooraanindebumj
per.
Radarsensorschoonenvrijhouden.
Camera
Decamerabevindtzichbijdebinnenspiegel.Voorruitvoordebinnenspiegelschoonenvrij
houden.
Toepassingsgebied
Hetoptimaletoepassingsgebiedzijngoedingej
richtestraten.
Deminimaalinstelbaresnelheidbedraagt 30km/h.
Demaximaalinstelbaresnelheidisbegrensden
bijv.afhankelijkvandeautoendeuitrusting.
Nahetoverschakelenopsnelheidsregelingzonjderafstandsregelingkunnenookhogeregewenjsterijsnelhedenwordengekozen.
Hetsysteemkanookinstilstandwordengeactij
veerd.
Seite192BEDIENINGRijhulpsystemen192
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 193 of 348

Snelheidsregelingin-/
uitschakelenenonderbreken
Inschakelen Toetsophetstuurwielindrukken.
Decontrolelampjesophetinstrumentenpaneel brandenendemarkeringopdesnelheidsmeter
wordtopdehuidigesnelheidgezet.
Desnelheidsregelingisactief.Demomenteel
geredensnelheidwordtaangehoudenenopgej
slagenalsgewenstesnelheid.
DedynamischestabiliteitscontroleDSCwordt
evt.ingeschakeld.
Uitschakelen Bijuitschakeleninstilstandtegelijkertijdderem
indrukken.
Toetsophetstuurwielindrukken.
Deweergavenverdwijnen.Deopgeslagengej
wensterijsnelheidwordtgewist.
Handmatigonderbreken Bijgeactiveerdetoestandtoetsinhetstuurwielindrukken.
Bijonderbrekeninstilstandtegelijkertijdderem
indrukken.
Automatischonderbreken Dewerkingvanhetsysteemwordtindevoljgendesituatiesautomatischonderbroken:'xAlsdebestuurderremt.'xWanneeruitdekeuzehendelstandDnaareenanderestandgeschakeldwordt.'xAlsdedynamischetractiecontroleDTCwordt
geactiveerdofdedynamischestabiliteitsconj troleDSCwordtgedeactiveerd.'xAlsdeDynamischeStabiliteitscontroleDSC
regelt.'xAlsbijstilstaandeautodeveiligheidsgordel
enhetbestuurdersportierwordengeopend.'xAlshetsysteemreedslanggeenobjecten herkent,bijvoorbeeldopweinigberedenroujteszonderrandbegrenzing.'xWanneerhetdetectiegebiedvanderadar
verstoordis,bijvoorbeelddoorvuilofhevige
neerslag.'xNaeenlangerestilstand,wanneerdeauto
doorhetsysteemtotstilstandisafgeremd.
Snelheidinstellen
Snelheidhandhavenenopslaan
Schakelaarinonderbrokentoestandéénkeer
naarbovenofonderduwen.
Bijingeschakeldsysteemwordtdeactuelesnelj heidgehandhaafdenalsgewensterijsnelheid
opgeslagen.
Deopgeslagensnelheidwordtindesnelheidsj
meterenevt.kortophetinstrumentenpaneel weergegeven,ziepagina 195.
DedynamischestabiliteitscontroleDSCwordt
evt.ingeschakeld.
Desnelheidkanookdoortoetsbedieningworden
opgeslagen.
Toetsindrukken.
Seite193RijhulpsystemenBEDIENING193
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 194 of 348

Snelheidwijzigen
Zovaakopdetuimelschakelaarnaarbovenof
onderdrukken,totdegewensterijsnelheidisinj
gesteld.
Inactievetoestandwordtdeweergegevensnelj
heidopgeslagenenbereiktvoorzoverdeverj
keerssituatiedittoelaat.
'xDrukkenvandetuimelschakelaartothet drukpuntverhoogtofverlaagtdegewenste
rijsnelheidtelkensmet1km/h.'xDrukkenopdetuimelschakelaardoorhet
drukpuntheenverandertdegewenstesnelj
heidtelkenstothetvolgendetientalvande
km/h-weergaveopdesnelheidsmeter.
Tuimelschakelaarindebetreffendestandhouj denomdebetreffendeactieteherhalen.
Afstandinstellen
Algemeen
Deinstellingvandeafstandwordtopgeslagen voorhetmomenteelgebruiktebestuurdersproj
fiel.
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemontslaatunietvanuweigenverj
antwoording.Inverbandmetsysteembeperkinj genkanpaslaatafgeremdworden.Erbestaat
kansopeenongevalofschade.Verkeerssituaj tiealtijdgoedindegatenhouden.Deafstandaandeverkeers-enweersomstandigheden
aanpassenendevoorgeschrevenveiligheidsafjstandeventueeldoorremmenaanhouden.
Afstandverkleinen Toetszovaakindrukkentotdegewenjsteafstandisingesteld.
Gekozenafstand,ziepagina 195,wordtinhet
instrumentenpaneelweergegeven.
Afstandvergroten Toetszovaakindrukkentotdegewenj
steafstandisingesteld.
Gekozenafstand,ziepagina 195,wordtinhet
instrumentenpaneelweergegeven.
SnelheidsregelingvoortzettenEenonderbrokensnelheidsregelingkandooropj
roepenvandeopgeslagensnelheidhervatworj den.
Voorhetoproepenvandeopgeslagensnelheid
controleren,dathetverschiltussendeactuele
snelheidendeopgeslagensnelheidniettegroot
is.Anderskandeautoongewenstafremmenof
accelereren.
Bijonderbrokensysteemdetoetsinj
drukken.
Desnelheidsregelingwordtvoortgezetmetde
opgeslagenwaarden.
Indevolgendegevallenwordtdeopgeslagen
snelheidswaardegewistenkandezenietmeer
wordenopgeroepen:'xBijhetuitschakelenvanhetsysteem.'xBijhetuitschakelenvanrijden-stand-by.Seite194BEDIENINGRijhulpsystemen194
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 195 of 348

Omschakelentussen
snelheidsregelingmet/zonder
afstandsregeling
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Hetsysteemreageertnietopvoorliggendverj keer,maarhoudtdeopgeslagensnelheidaan.Erbestaatkansopeenongevalofschade.Gej
wensterijsnelheidaandeverkeerssituatieaanjpasseneneventueelremmen.
Omschakelennaar
snelheidsregelingzonder
afstandsregeling
Tijdenshetrijdenmetgeactiveerdesnelheidsrej
gelingkandeafstandregelingwordenuit-eninj geschakeld.
Toetsingedrukthouden.
Toetsingedrukthouden.
Omterugteschakelennaarsnelheidsregeling
metafstandsregeling,toetsnogmaalsindrukken.
NahetomschakelenwordteenCheck-Control-
meldingweergegeven.
Weergaveninhet
instrumentenpaneel
Algemeen
Afhankelijkvandeuitvoeringkunnendeweergaj
venophetinstrumentenpaneelverschillen.
Statusweergave
Dewaardevandegeselecteerdegewenstesnelj
heidwordtpermanentophetinstrumentenpaj
neelweergegeven.
Voertuigafstand
Degekozenafstandtothetvoorliggendevoerj tuigwordtweergegeven.SymboolBeschrijvingAfstand1.Afstand2.Afstand3.
Komtovereenmetcircadehelft
vandewaardevandekm/h-
weergaveinmeters.Isnade
eerstekeerinschakelenvanhet
systeemingesteld.Afstand4.Systeemonderbroken.Geenweergavevandeafj
standsregelingomdathetgasj
pedaalbediendwordt.Seite195RijhulpsystemenBEDIENING195
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 196 of 348

HerkendvoertuigSymboolBeschrijvingSymboolgroen:
Voorliggergedetecteerd.Het systeemhoudtdeingesteldeafj
standtotdevoorliggeraan.
Zodrahetherkendevoertuigisweggereden,bej weegthetvoertuigsymboolindeafstandsindicaj
tiezichweg.
Omteaccelereren,ACCactiverenbijvoorbeeld
doorkortgastegevenofdetuimelschakelaarin
tedrukken.
Controle-enwaarschuwingslampjes
SymboolBeschrijvingVoertuigsymboolknippert:
Aandevoorwaardenvoorhet
gebruikvanhetsysteemwordt
nietmeervoldaan.
Hetsysteemisgedeactiveerd,
maarremttotdeactieveoverj
namedoorhetindrukkenvande
remofhetgaspedaal.Voertuigsymboolenafstandsj
balkknipperenroodenerklinkt
eensignaal:
Remmenenevt.uitwijken.
Alternatieveweergaven Afhankelijkvandeuitvoeringkunnendeweergajvenophetinstrumentenpaneelvariërenenalsvolgtwordenweergegeven:
SymboolBeschrijvingAutosymboolwit:
Geenweergavevandeafj
standsregelingomdathetgasj
pedaalbediendwordt.Symboolgroen:
Voorliggergedetecteerd.
Hetvoertuigsymboolverdwijnt
wanneergeenvoorliggendvoerj
tuigwordtherkend.
Autosymboolknippertgroen:
Devoorliggendeautoisvertrokj
ken.Symboolgrijs:
Systeemonderbroken.Hetsymboolknippertgrijs:
Aandevoorwaardenvoorhet
gebruikvanhetsysteemwordt
nietmeervoldaan.
Hetsysteemisgedeactiveerd,
maarremttotdeactieveoverj
namedoorhetindrukkenvande
remofhetgaspedaal.Hetvoertuigsymboolknippert
roodenerweerklinkteensigj
naal:
Remmenenevt.uitwijken.
WeergaveninhetHead-Up
Display
Gewenstesnelheid
Eendeelvandeinformatieoverhetsysteemkan ookwordenweergegevenophetHead-UpDisjplay.
Hetsymboolwordtweergegevenalsde
ingesteldesnelheidbereiktis.
Seite196BEDIENINGRijhulpsystemen196
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 197 of 348

AfstandsinformatieHetsymboolwordtweergegeven,alsdeafstandtotdeautodievoorurijdttegejringis.
Deafstandsinformatieisindevolgendegevallen
actief:'xActievesnelheidsregelinguitgeschakeld.'xWeergaveinhetHead-UpDisplaygeselecj teerd,ziepagina 148.'xAfstandtekort.'xSnelheidbovencirca70km/h.
Grenzenvanhetsysteem
Detectiegebied
Hetdetectievermogenvanhetsysteemenhet
automatischeremvermogenzijnbeperkt.
Tweewielerswordenbijvoorbeeldmogelijkniet
waargenomen.
Vertraging Hetsysteemvertraagtnietindevolgendesituj
aties:
'xBijvoetgangersofdergelijkelangzameverj
keersdeelnemers.'xBijrodeverkeerslichten.'xBijkruisendverkeer.'xBijtegemoetkomendverkeer.Invoegendevoertuigen
Eenvoorliggerwordtpasherkend,alsdezezich volledigopdeeigenstrookbevindt.
Bijhetplotselinguitwijkenvaneenvoorliggerop
uwrijstrookkanhetsysteemdeingesteldeafj standsomsnietmeerzelfstandigherstellen.De
gekozenafstandkanonderomstandighedenook
bijgrotesnelheidsverschillentenopzichtevan
voorurijdendeauto'sniethersteldworden,bijj
voorbeeldbijhetsnelnaderenvaneenvrachtj
auto.Hetsysteemverzoektuombijeenmetzej kerheidgedetecteerdevoorliggerintegrijpendoorafteremmeneneventueeluittewijken.
Rijdeninbochten
Alsdeingesteldesnelheidtehoogisvooreen
bocht,wordtdesnelheidindebochtietsverminj
derd.Aangezienbochtenevt.nietopvoorhand
wordenherkend,moetdebochtmetaangepaste snelheidwordeningereden.
Hetsysteemheefteenbeperktdetectiegebied.
Inscherpebochtenkunnensituatiesoptreden
waarbijeenvoorliggernietoftelaatwordtherj
kend.
Seite197RijhulpsystemenBEDIENING197
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 198 of 348

Bijhetnaderenvaneenbochtkanhetsysteeminverbandmetdekrommingvandebochtkortjstondigreagerenopvoertuigendiezichopde
andererijstrookbevinden.Eeneventuelevertraj gingvandeautodoorhetsysteemkanworden
verholpendoorkortteaccelereren.Nahetloslaj
tenvanhetgaspedaalishetsysteemweeractief enwordtdesnelheidweerautomatischgerejgeld.
Wegrijden Deautokanbijvoorbeeldinvolgendesituatiesnietautomatischwegrijden:
'xBijsteilehellingen.'xVoorverhogingeninhetwegdek.
Indezegevallenhetgaspedaalbedienen.
Weersomstandigheden Bijongunstigeweers-oflichtomstandigheden
kunnendevolgendebeperkingenoptreden:
'xSlechtereherkenningvanvoertuigen.'xKortstondigeonderbrekingbijreedsherj kendevoertuigen.
Voorbeeldenvoorweers-oflichtomstandighej
den:
'xNatweer.'xSneeuwval.'xSmeltendesneeuw.'xMist.'xTegenlicht.
Oplettendrijdenenzelfreagerenopdeheerj sendeverkeerssituatie.Evt.actiefingrijpen,bijj
voorbeelddoorremmen,sturenofuitwijken.
Motorvermogen
Deingesteldesnelheidwordtookbijafdalingen
aangehouden.Ophellingenkandegewenste snelheidmogelijknietaangehoudenwordenwanneerhetmotorvermogenniettoereikendis.
InderijmodusECOPROkandeautoinsomj
migegevallendoelgerichtbovenofonderdeinj gesteldesnelheidkomen,bijvoorbeeldophellinj
gen.
Storing
Radarsensor
Hetsysteemkannietwordengeactiveerdalsde radarsensornietcorrectisgericht,veroorzaaktbijvoorbeelddooreenparkeerschade.
ErwordteenCheck-Control-meldingweergegej
venalshetsysteemisuitgevallen.
HetsysteemdooreenServicePartnervandefaj brikantofeenanderegekwalificeerdeServicePartnerofspecialistlatencontroleren.
Hetsysteemkanwordenbeperktwanneerhetherkenningsbereikvandewielsensorgedeeltelijk
wordtbedekt,bijv.doordenummerplaathouder.
Camera Defunctievoorhetherkennenenreagerenbij
hetnaarstilstaandevoertuigentoerijdenkanin devolgendesituatiesbeperktzijn:'xTijdensdekalibratieprocedurevandecamera
directnaafleveringvandeauto.'xBijuitvalofverontreinigingvandecamera.Er
wordteenCheck-Control-meldingweergej geven.
SpeedLimitAssist
Principe
Alsdesystemeninhetvoertuig,bijv.SpeedLijmitInfo,eenwijzigingvandesnelheidsbeperkingophettrajectherkennen,kandezenieuwesnelj
Seite198BEDIENINGRijhulpsystemen198
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 199 of 348

heidswaardevoorvolgendesystemenwordenovergenomen.'xHandmatigesnelheidsbegrenzer.'xSnelheidsregeling.'xActievesnelheidsregelingmetStop&Go-
functie
Desnelheidswaardewordtalsnieuwegewenste snelheidvoorgesteld.Omdesnelheidswaardeovertenemen,moethetbetreffendesysteem
geactiveerdzijn.
Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
Hetsysteemontlastunietvanpersoonlijkeverj
antwoordelijkheidomdeverkeerssituatiejuist
inteschatten.Wegenssysteembeperkingen
kanhetsysteemnietinalleverkeerssituaties
zelfstandigopgepastewijzereageren.Erbej
staatgevaarvoorongevallen.Rijstijlaandeverj
keerssituatieaanpassen.Verkeerssituatieobj
serverenenindebetreffendesituatiesactief
ingrijpen.
WAARSCHUWING
Deingesteldesnelheidkanabusievelijkverj
keerdingesteldofopgeroepenworden.Erbej
staatgevaarvoorongevallen.Ingesteldesnelj
heidaandeverkeerssituatieaanpassen. Verkeerssituatieobserverenenindebetrefj
fendesituatiesactiefingrijpen.
Overzicht
ToetsenopstuurwielToetsFunctieVoorgesteldesnelheidovernemen,zie
pagina 198.Snelheidinstellen,ziesnelheidsregej
ling.
In-/uitschakeleneninstellen
ViaiDrive:
1.Mijnauto2.Autoinstellingen3.Snelheidsassistent4.Aanwijz.m.b.t.snelheidslimieten
Gewensteinstellingselecteren:'xhandmatigovernemen:herkendesnelj
heidslimietkanmanueelovergenomen worden.'xAnticiperendrijdenweergeven:herj
kendesnelheidslimietenwordenzonder
overtenemenophetinstrumentenpaneel weergegeven.'xUit:SpeedLimitAssistwordtuitgeschaj
keld.
Weergaveninhet
instrumentenpaneel
Inhetinstrumentenpaneelverschijnteenmelj
ding,alshetsysteemendesnelheidsregeling
geactiveerdzijn.
Seite199RijhulpsystemenBEDIENING199
OnlineEditionforPartno.01405A040C1-II/20

Page 200 of 348

SymboolFunctieControlelampjebrandtgroen,
samenmethetsymboolvoor
eensnelheidsregelingsysj
teem:
SpeedLimitAssistisactiefen
herkendesnelheidslimieten
kunnenmanueelvoorhet
weergegevensysteemoverj
genomenworden.Onmiddellijketoepassingvan
nieuwherkendesnelheidslij
miet.
Eenafstandsvermeldingachj
terhetsymboolsignaliseert
evt.eenteverwachtenveranj
deringvandesnelheidsbej
grenzing.Controlelampjebrandtgroen:
deherkendesnelheidslimiet
kanmetdeSET-knopoverj
genomenworden.
Zodradesnelheidslimietis
overgenomen,verschijnter
eengroenvinkje.
Voorgesteldesnelheid
overnemen
DrukopdeknopzodrahetSET-symj
boolbrandt.
Snelheidsaanpassinginstellen Erkanwordeningesteldofdesnelheidsbegrenjzingexactovergenomenwordt,ofmeteentolejrantie.
ViaiDrive:
1.Mijnauto2.Autoinstellingen3.Snelheidsassistent4.Snelheidslim.aanpass.Gewensteinstellingdoen.
Grenzenvanhetsysteem
SpeedLimitAssistisgebaseerdophetsysteemSpeedLimitInfo,daaromookdesysteemgrenjzenvanSpeedLimitInfo,ziepagina 143,inacht
nemen.
Afhankelijkvanhetbetreffendelandkunnen snelheidsbegrenzingennietofslechtsbeperkt overgenomenworden,bijvoorbeeldbijsneljheidsinformatievanhetnavigatiesysteem.
ParkDistanceControlPDC
Principe PDChelptbijhetinparkeren.Langzaamnaderenvaneenobjectv

Page:   < prev 1-10 ... 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 ... 350 next >