stop start CITROEN BERLINGO MULTISPACE 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 57 of 292
55
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
Het Stop & Start-systeem 
maakt gebruik van een speciale 
12V-accu. Laat eventuele 
werkzaamheden aan dit type 
accu uitsluitend uitvoeren door 
het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats.
Zie rubriek 8, gedeelte "Accu", voor 
meer informatie over de 12V-accu.
Gebruiksvoorschrift: stoppen Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje 
voorgloeien dieselmotor
Als de motor voldoende 
op temperatuur is, gaat 
het lampje na minder dan 
1
  seconde uit en kunt u de 
motor direct starten.
Wacht bij koud weer tot dit lampje 
uitgaat en zet vervolgens de startmotor 
in werking (stand "Starten") tot de 
motor aanslaat.
Verklikkerlampje geopend portierControleer als dit lampje brandt 
of de portieren, achterdeuren, 
schuifdeuren en de motorkap 
goed zijn gesloten!
Ontzien van de motor en de 
versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact 
afzet enkele seconden draaien om 
het toerental van de turbocompressor 
(dieselmotor) te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het 
contact.
Het inschakelen van alleen een 
versnelling bij het parkeren van de 
auto is niet afdoende.
STARTEN EN   AFZETTEN
Stand "AAN" en "Accessoires".
Verdraai terwijl u de contactsleutel 
omdraait het stuurwiel iets (zonder 
te forceren) om het stuurslot te 
ontgrendelen. In deze stand kunnen 
verschillende accessoires functioneren.
Stand "Starten".
De startmotor wordt in werking gezet. Laat de 
sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Draai het 
stuurwiel tot het stuurslot wordt 
vergrendeld. Haal de sleutel uit het 
contact.
Openen van de motorkap
Schakel omwille van uw veiligheid het 
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens 
werkzaamheden onder de motorkap uit 
te voeren om verwondingen als gevolg 
van het automatisch inschakelen van 
de START-stand te voorkomen.
Rijden op een overstroomde weg
Schakel het Stop & Start-systeem uit 
wanneer u over een overstroomde weg 
moet rijden.
Raadpleeg voor meer adviezen over 
met name het rijden op overstroomde 
wegen de desbetreffende rubriek. 
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3 
Stop & Start  
Page 58 of 292
56
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
HILL START  A SSIST
Deze aan de dynamische 
stabiliteitscontrole gekoppelde functie 
(ook bekend onder de naam HHC (Hill 
Holder Control)) vereenvoudigt het 
wegrijden op een helling. Het systeem 
wordt geactiveerd onder de volgende 
omstandigheden:
-
 de auto moet stilstaan met draaiende
 
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
 
de hellin
 g moet steiler zijn dan 5%,
-
 
bij het omhoog rijden op een 
hellin
g moet de versnellingsbak 
in de neutraalstand staan of 
moet een andere versnelling 
dan de achteruitversnelling zijn 
ingeschakeld,
-
 
bij het afdalen van een helling moet de 
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Start Assist is een voorziening om het 
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt 
worden als elektrisch bediende handrem.
Werking
Als u het rempedaal en het 
koppelingspedaal hebt ingetrapt, 
hebt u zodra u het rempedaal loslaat 
ongeveer 2   seconden de tijd om, 
zonder dat de auto de helling af begint 
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie 
automatisch gedeactiveerd door de 
remdruk geleidelijk te laten afnemen. 
Gedurende deze fase is het mogelijk 
dat de remmen hoorbaar zijn, het 
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill Start Assist wordt 
gedeactiveerd onder de volgende 
omstandigheden:
-
 
als u het koppelingspedaal laat 
opkomen,
-
 
als de handrem wordt 
aangetrokken,
-
 
als de motor wordt afgezet,
-
 
als de motor afslaat.
In het geval van een storing 
in het systeem gaat dit 
verklikkerlampje branden 
in combinatie met een 
geluidssignaal en een melding 
ter bevestiging op het display. Laat het 
systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. 
Starten en stoppen  
Page 59 of 292
57
Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap03_Pret-a-partir_ed02-2016
RIJADVIEZEN
Houd u altijd aan de verkeersregels en 
let onder alle omstandigheden goed 
op.
Richt uw aandacht op het verkeer en 
houd uw handen op het stuurwiel, 
zodat u snel kunt reageren op 
onverwachte situaties.
Om veiligheidsredenen moet de 
bestuurder handelingen die veel 
aandacht vergen alleen uitvoeren als 
de auto stilstaat.
Las tijdens een lange rit om de twee 
uur een pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem 
eerder af en houd meer afstand tot uw 
voorligger.
Rijden op een overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde 
wegen zo veel mogelijk te vermijden, 
want het water kan de motor, 
versnellingsbak en het elektrische 
systeem van uw auto ernstig 
beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd 
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
- kijk of het water niet meer dan 
15  cm diep is, houd daarbij 
rekening met golven die door 
andere weggebruikers kunnen 
worden veroorzaakt,
-
 
schakel het Stop & Start-systeem 
uit,
-
 
rijd zo langzaam mogelijk zonder 
de motor te laten afslaan. Rijd in 
elk geval niet sneller dan 10 km/h,
-
 
zet de auto niet stil en zet de motor 
niet af.
Als u het overstroomde weggedeelte 
achter u hebt gelaten, rem dan, 
zodra de verkeerssituatie dat toelaat, 
meerdere keren licht af om de 
remschijven en remblokken te drogen.
Als u twijfels hebt over de staat 
van uw auto, neem dan contact op 
met het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats. Rijd nooit met aangetrokken 
handrem - kans op oververhitting 
en beschadiging van het 
remsysteem!
Kans op brand!
Het uitlaatsysteem van uw auto wordt 
erg warm en blijft ook na het afzetten 
van de motor nog enige tijd warm. 
Parkeer daarom uw auto niet en zet uw 
auto niet met draaiende motor stil op 
een plaats waar brandbaar materiaal 
(gras, afgevallen blad enz.) in contact 
kan komen met het uitlaatsysteem.
Laat de auto nooit onbewaakt 
met draaiende motor achter
. Als 
u uw auto met draaiende motor 
moet verlaten, trek dan de parkeerrem 
aan en zet de versnellingsbak in 
de neutraalstand of in de stand
  N 
of P, afhankelijk van het type 
versnellingsbak.
Belangrijk! 
VOORDAT u GAAT RIJDEN
3 
Starten en stoppen  
Page 61 of 292
 59
Berlingo2VP_nl_Chap04_Ergonomie_ed02-2016
LED-DAGRIJVERLICHTING
Mistachterlichten 
(amberkleurig, draai de ring 
2  standen naar voren).
Mistlampen vóór (groen, draai 
de ring 1
  stand naar voren). 
Deze worden ingeschakeld door 
deze ring naar voren te draaien 
en uitgeschakeld door de ring 
naar achteren te draaien.
 Het branden van de mistlampen
 
wordt aangegeven door 
een verklikkerlampje op het 
instrumentenpaneel.
Vergeet niet de mistlampen uit te 
zetten zodra ze niet meer nodig zijn.
De automatische verlichting schakelt 
het mistachterlicht uit, maar de 
mistlampen vóór blijven branden.
Draai de ring twee 
standen naar achteren 
om achtereenvolgens 
het mistachterlicht en de 
mistlampen vóór te doven.
Automatisch inschakelen van de verlichting
Bij mist of sneeuwval kan de 
lichtsensor voldoende licht 
waarnemen.
 Hierdoor zullen de lichten niet 
automatisch worden ingeschakeld. 
Schakel indien nodig het dimlicht 
handmatig in.
Dek de lichtsensor
, die zich achter 
de binnenspiegel op de voorruit 
bevindt, niet af. Deze sensor dient 
voor de regeling van de automatische 
verlichting en ruitenwissers.
Inschakelen
Het parkeerlicht en 
het dimlicht worden 
automatisch ingeschakeld 
als de lichtsterkte van de 
omgeving onvoldoende 
is en als de ruitenwissers wissen. De 
verlichting wordt uitgeschakeld als 
de lichtsterkte van de omgeving weer 
voldoende is of het wissen is gestopt.
Als de motor wordt gestart, wordt de 
dagrijverlichting automatisch ingeschakeld.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of 
grootlicht handmatig of automatisch 
wordt ingeschakeld, gaat de 
dagrijverlichting uit.
Programmeren
Voor landen waar het voeren van 
verlichting overdag niet wettelijk 
verplicht is, kunt u de functie in- of 
uitschakelen via het configuratiemenu.
Als in de daarop volgende 
30
 
minuten
 
niet wordt ingegrepen, 
treedt de eco-mode in werking. om 
te
 
voorkomen dat de accu leeg raakt. 
De functies komen dan in een standby-
stand en het acculampje knippert.
De eco-mode heeft geen effect op het 
branden van de parkeerlichten.
Bij helder of regenachtig weer, zowel 
overdag als 's nachts, is het mistachterlicht 
verblindend voor medeweggebruikers en 
daarom niet toegestaan.
Zie in rubriek 8 het gedeelte 
"Accu".
Mistlampen vóór/mistachterlicht
Deze branden in combinatie met 
parkeer- en dimlicht.
Draai de ring in de stand 
AUTO. Bij het 
inschakelen van de functie verschijnt 
een melding op het display.
Uitschakelen
Draai de ring naar voren of naar 
achteren. Bij het uitschakelen van de 
functie verschijnt een melding op het 
display. Deze functie is niet mogelijk in 
combinatie met dagrijverlichting. 
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE en COMFORT
4  
Page 172 of 292
170
Berlingo2VP_nl_Chap08_Aide-rapide_ed02-2016
ACCU
Wacht 2 minuten na het uitzetten 
van het contact alvorens u de accu 
loskoppelt.
Maak de accupoolklemmen niet los bij 
draaiende motor
.
Laad de accu niet op zonder de 
accukabels los te nemen.
Zet, elke keer nadat de accukabels 
weer zijn aangesloten, het contact AAN 
en wacht 1
  minuut alvorens de motor 
te starten, zodat de elektronische 
systemen geïnitialiseerd kunnen 
worden. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde 
werkplaats als er zich na deze 
handeling toch nog problemen 
voordoen.
Wacht ongeveer 3
  minuten na het 
vervangen van een lamp alvorens u de 
accu aansluite
Het is raadzaam de accu los te 
koppelen als uw auto langer dan 
een maand buiten gebruik is.
Laden met behulp van een 
acculader
- Maak de accupoolklemmen los.
-  
V
 olg de aanwijzingen van de 
fabrikant op de acculader.
-
 
Sluit de accukabels weer aan, te 
beginnen met de (-) kabel.
-
 
Controleer of de accupolen en 
de klemmen schoon zijn. Indien 
ze bedekt zijn met een (witte of 
groene) oxidatielaag, neem dan de 
accukabels los en reinig de polen 
en de klemmen.
Starten met een hulpaccu
- Sluit eerst de rode kabel aan op de 
(+) polen van de beide accu's.
-
 
Sluit de groene of zwarte kabel aan 
op de (-) pool van de hulpaccu.
-
 
Sluit het andere uiteinde van de 
groene of zwarte kabel aan op 
een zo ver mogelijk van de accu 
verwijderd massapunt van de te 
starten auto.
-
 
Stel de startmotor in werking en 
laat de motor draaien.
-
 
W
 acht tot de motor stationair draait 
en neem dan de kabels los.
Deze sticker geeft aan dat er 
een speciale 12V-loodaccu is 
gebruikt die alleen losgekoppeld 
en/of vervangen mag worden bij 
het CITROËN-netwerk of bij een 
gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan 
ertoe leiden dat de accu vroegtijdig 
aan vervanging toe is.
Na het monteren van de accu 
kan het, afhankelijk van de 
weersomstandigheden en de 
laadtoestand van de accu, enkele uren 
(tot ongeveer 8
 
uur) duren voordat het 
Stop & Start-systeem weer zal werken.
Voor het opladen van de accu van 
het Stop & Start-systeem hoeven 
de accukabels niet losgenomen te 
worden. 
Accu  
Page 201 of 292
 199
Berlingo2VP_nl_Chap09_Caract-technique_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap09_Caract-technique_ed02-2016
Motoren/gewichten (diesel)
5 zitplaatsenMotor Versnellingsbak Inhoud motorcarter, 
met vervangen filter  (liter) Aanhanger 
ongeremd (kg) Aanbevolen 
kogeldruk (kg)
1.6 HDi 75 pk Handgeschakeld,  
5 versnellingen -
600 70
1.6 HDi 75 pk FAP Handgeschakeld,  
5 versnellingen -
715 70
BlueHDi 75 pk  
Euro 6Handgeschakeld,   5 versnellingen -
720 70
1.6 HDi 90 pk Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
735 70
1.6 HDi 92 pk FAP Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
715 70
1.6 e-HDi 92 pk FAP Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
690 70
1.6 BlueHDi 100 pk  Euro 6 Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
600 70
1.6 BlueHDi 100  S&S Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75600
70
Elektronisch gestuurd,  6 versnellingen 600
70
1.6 HDi 115 pk FAP Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
735 70
1.6 BlueHDi 120 pk  Euro 6 Handgeschakeld,  
6 versnellingen 3,75
600 70
FAP: roetfilter.
e-HDi: uitvoering met Stop & Start. 
TECHNISCHE GEGEVENS
9 
Gewichten  
Page 202 of 292
200
Berlingo2VP_nl_Chap09_Caract-technique_ed02-2016Berlingo2VP_nl_Chap09_Caract-technique_ed02-2016
7 zitplaatsenMotor Versnellingsbak Inhoud motorcarter, 
met vervangen filter  (liter) Aanhanger 
ongeremd (kg) Aanbevolen 
kogeldruk (kg)
1.6 HDi 92 pk FAP Handgeschakeld 3,75750 70
1.6 BlueHDi 100 pk  Euro 6 Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
600 70
1.6 BlueHDi 100 pk  Euro 6 S&S Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
600 70
1.6 HDi 115 pk FAP Handgeschakeld,  
5 versnellingen 3,75
750 70
1.6 BlueHDi 120 pk  Euro 6 Handgeschakeld,  
6 versnellingen 3,75
600 70
FAP: roetfilter.
e-HDi: uitvoering met Stop & Start. 
Gewichten  
Page 211 of 292
 209
Berlingo2VP_nl_Chap10a_SMEGplus_ed02-2016
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Instellingen Navigatie Bestemming invoeren
Weergeven van de meest recente bestemmingen.
Berekeningscriteria Snelste
De navigatiecriteria kiezen.
Op de kaart wordt het aan de hand van de criteria 
gekozen traject weergegeven.
Kor tste
Tijd/afstand
Ecologisch
To l
Veer bot
Verkeer
Exact-Dichtb.
Zie route op de kaart
De kaart weergeven en de routegeleiding starten.
Bevestigen De opties opslaan.
Huidie locatie opslaan Het actuele adres opslaan.
De navigatie stoppen De navigatie-informatie uitschakelen.
Spraakweergave Het stemvolume en het opnoemen van 
straatnamen instellen.
Route omleiden Afwijken van de oorspronkelijke route met een 
bepaalde afstand.
Navigatie Weergeven als tekst.
Inzoomen.
Uitzoomen.
Weergeven op volledig scherm.
De kaart verplaatsen met de pijlen.
Kaart tweedimensionaal weergeven. 
Audio en telematica 
TOEGEPASTE TECHNOLOGIE
10  
Page 218 of 292
216
Berlingo2VP_nl_Chap10a_SMEGplus_ed02-2016
Navigatie - routebegeleiding
Een bestemming kiezen
Selecteer "Bestemming invoeren ".Selecteer "
Opslaan" om het adres 
als item op te slaan.
U kunt maximaal 200   items opslaan.
Selecteer " Bevestigen ".
Druk op " Zie route op de kaar t " om 
de navigatie te starten.
Selecteer "
Adres".
Kies het " Land:" in de 
weergegeven lijst en 
vervolgens op dezelfde manier 
de " Plaats: " of de postcode, 
de " Straat: ", het "N°:".
Druk elke keer op Bevestigen. Selecteer "
Navigeren".
Kies de overige criteria: " To l", 
" Veerboot ", "Verkeer ", "Exact ", 
" Dichtb. ".
Kies de navigatiecriteria: "
Snelste" 
of "
ko
r tste" of "Tijd/afstand " of 
" Ecologisch ". Druk om de navigatie-informatie te 
wissen op "
Instellingen ".
Druk op " De navigatie stoppen ".
Druk om de navigatie te hervatten op 
" Instellingen ".
Druk op " De navigatie hervatten ".
Druk op Navigatie
 om de 
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Naar een nieuwe bestemming
Of 
Audio en telematica