CITROEN C-CROSSER 2012 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 71 of 244

II
COMFORT
69
INDELING VAN HET INTERIEUR
A
CHTER

Armsteun achter
Trek de armsteun naar voren om deze
neer te klappen.

Bekerhouder
Open het deksel A
aan het uiteinde van
de armsteun en houd de zijkant tegen
met uw hand.
Flessenhouder
In elk achterportier bevindt zich een
fl essenhouder.

Handgreep
Trek de handgreep omlaag om deze te
gebruiken.
Kledinghaak
De handgreep links achter is voorzien
van een kledinghaak.

Page 72 of 244

II
70
INDELING BAGAGERUIMTE



1.
12 V-aansluiting (max. 120 W).

2.
Open opbergvak.

3.
Afgesloten opbergvak aan
rechterzijde.

4.
Opbergvak in de vloer. *

5.
Sjorogen.

6.
Opbergvak aan linkerzijde of
audio-installatie.

7.
Bagageafdekking.


*
Alleen bij uitvoeringen met 5 zitplaat-
sen.

Page 73 of 244

II
!
COMFORT
71
*
Alleen in de 5-persoonsuitvoering. Til de bodem van de bagageruimte op
voor toegang tot dit opbergvak.



Opbergvak zijpaneel rechts
In dit opbergvak bevindt zich het ge-
reedschap dat nodig is om een wiel te
verwisselen.


Opbergvak in de vloer *







12V-aansluiting (maximaal 120 W)
In de bagageruimte bevinden zich
vier sjorogen om bagage stevig vast
te zetten:


- twee sjorogen op de vloer van de
bagageruimte,

- twee sjorogen aan de zijpanelen
van de bagageruimte.

Deze aansluiting werkt alleen wanneer
het contact in de stand "ON" of "ACC"
staat.
Open het klepje om de aansluiting te
gebruiken.
Controleer of het elektrische ap-
paraat werkt op 12 V, en of het
maximum vermogen niet meer
dan 120 W bedraagt.
Bij langdurig gebruik van een elek-
trisch apparaat zonder dat de motor
draait, kan de accu ontladen raken.







Sjorogen

Page 74 of 244

II
!
COMFORT
72
Alternatieve
bevestigingsmogelijkheid.
De bagageafdekking kan op twee ver-
schillende plaatsen B
worden beves-
tigd, om de rugleuningen van de stoelen
op de 2e zitrij neer te kunnen klappen.


1.
Rol de bagageafdekking op.

2.
Duw één van de geleiders C
richting
het interieur van de auto en plaats
de metalen staaf D
in de bevesti-
gingsopening.
Verplaats de geleider aan de ande-
re zijde op dezelfde wijze.

3.

Controleer na het verplaatsen of de
bagageafdekking goed vergrendeld is.



Verwijderen van de
bagageafdekking.


1.
Rol de bagageafdekking op.

2.
Duw één van de geleiders C
rich-
ting het interieur van de auto en til
deze op.
Maak de geleider aan de andere
zijde op dezelfde wijze los.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om
de bagageafdekking te plaatsen.






Bagageafdekking
Rol de bagageafdekking uit en plaats
deze in de railsteun A
.
Berg de bagageafdekking op door
deze uit de railsteun te nemen en op
te rollen.
Plaats nooit zware voorwerpen
op de uitgerolde bagageafdek-
king.
De bagageafdekking kan worden
opborgen langs het onderste deel
van de achterklep, mits daar geen
audioapparatuur is ingebouwd.

Page 75 of 244

III
73
Uitklappen van de sleutel


)
Druk eerst op de knop A
om de
sleutel uit te klappen.



Openen van de auto



)
Druk op het geopende
hangslot om de auto te
ontgrendelen.
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
U kunt om de auto te ontgrendelen of
vergrendelen de centrale vergrendeling
bedienen met de sleutel in het portier-
slot of met de afstandsbediening. De
buitenspiegels worden automatisch in-
en uitgeklapt en de elektrische ruiten
gesloten. Daarnaast kan de auto ermee
worden gestart en is de auto beschermd
tegen diefstal.
Sluiten van de auto

Ontgrendelen met de sleutel


)
Draai de sleutel rechtsom in het slot
van het bestuurdersportier
om de
auto te ontgrendelen.



)
Druk op het gesloten
hangslot om de auto te
vergrendelen.
Als een van de portieren of de ach-
terklep geopend is, werkt de centrale
vergrendeling niet. Na het ontgrendelen van de auto knip-
peren de richtingaanwijzers tweemaal

en wordt de binnenverlichting inge-
schakeld gedurende 15 seconden.
Als u binnen 30 seconden na het ont-
grendelen van de auto tweemaal ach-
ter elkaar
op het geopende hangslot
drukt, worden de buitenspiegels uitge-
klapt.

Vergrendelen met de sleutel


)
Draai de sleutel linksom in het slot
van het bestuurdersportier
om de
auto te ontgrendelen. Na het vergrendelen van de auto knip-
peren de richtingaanwijzers éénmaal
.
Wanneer u binnen 30 seconden na het
vergrendelen van de auto tweemaal
achter elkaar
op het gesloten hang-
slot klikt, worden de buitenspiegels in-
geklapt.
Wanneer u binnen 30 seconden na het
vergrendelen van de auto het gesloten
hangslot lang indrukt
, kunnen de elek-
trische ruiten automatisch worden ge-
sloten.
Vergrendelen met de
afstandsbediening

Page 76 of 244

III
TOEGANG TOT DE AUTO
74 Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder
dat binnen 30 seconden een portier
wordt geopend, wordt de auto auto-
matisch weer vergrendeld.
De tijdsduur voordat de auto auto-
matisch weer vergrendeld wordt, kan
worden ingesteld in het menu "Uit-
rusting" op het kleurendisplay.

Inklappen van de sleutel


)
Druk op de knop A
om de sleutel in
te klappen.
Elektronische startblokkering
De contactsleutel bevat een elektro-
nische chip met een speciale code.
Tijdens het aanzetten van het contact
moet deze code herkend worden om de
auto te kunnen starten.
De elektronische startblokkering ver-
grendelt het motorcontrolesysteem
kort nadat het contact is uitgeschakeld,
waardoor de motor bij inbraak in de
auto niet gestart kan worden.
Diefstalbeveiliging
Neem zo snel mogelijk contact op met
het CITROËN-netwerk als uw auto niet
start.

Page 77 of 244

III
TOEGANG TOT DE AUTO
75
Auto starten


)
Steek de sleutel in het contactslot.

)
Start de motor door de sleutel in de
stand 4
te draaien ( START
).

)
Laat de sleutel los zodra de motor
draait. Het contactslot keert auto-
matisch terug naar stand 3
( ON
).



Auto stoppen



)
Breng de auto tot stilstand.

)
Draai de sleutel terug naar stand 1

( LOCK
).

)
Neem de sleutel uit het contactslot.


Batterij vervangen
Batterij ref.: CR1616 / 3 V.


)
Open het batterijcompartiment met
behulp van een muntstuk.

)
Verwijder de lege batterij.

)
Schuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.

)
Sluit het batterijcompartiment.


Waarschuwingssignaal sleutel

Als het bestuurdersportier wordt ge-
opend terwijl de sleutel nog in het
contact steekt, klinkt er een geluids-
signaal.

Page 78 of 244

III
!
TOEGANG TOT DE AUTO
76








Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Sleutels

Noteer de sleutelnummers zorgvuldig. De sleutelcode is als streepjescode aangegeven op het label bij de sleutel.
Het CITROËN-netwerk kan bij verlies voor nieuwe sleutels zorgen.


Afstandsbediening

De radiografi sche afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de
afstandsbediening te spelen om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening
kan dan onbruikbaar worden.
De afstandsbediening functioneert niet als de sleutel in het contactslot zit, ook niet als het contact uitstaat.

Vergrendelen van de auto

Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening mee als u de auto verlaat, zelfs
al is dit voor korte duur.


Diefstalbeveiliging

Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering, dit kan tot storingen leiden.


Bij het aanschaffen van een gebruikte auto

Laat uw sleutels door het CITROËN-netwerk in het elektronische geheugen opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de
in uw bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.

Page 79 of 244

III
TOEGANG TOT DE AUTO
77 De ruitbediening kan worden inge-
steld in het menu "Uitrusting" van het
kleurendisplay.
Na het afzetten van het contact kun-
nen de ruiten nog ongeveer 30 se-
conden worden bediend. De ruit van
het bestuurdersportier kan, nadat
deze is geopend, nog 30 seconden
langer worden bediend.
Nadat het bestuurdersportier is ge-
sloten kunnen de ruiten niet meer
worden geopend of gesloten.
De ruiten van de achterportieren
gaan niet helemaal omlaag.
RUITBEDIENING



1.
Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde.


2.
Schakelaar ruitbediening
passagierszijde.


3.
Schakelaar ruitbediening
rechts achter.


4.
Schakelaar ruitbediening
links achter.


5.
Blokkeerschakelaar
elektrisch bedienbare ruiten
passagierszijde en achter
.
Als de ruit bijvoorbeeld bij vorst niet
wil sluiten, dient u de ruitbediening te
resetten (zie de desbetreffende para-
graaf).
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit automatisch sluit en tegen
een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat
deze weer open.
Als het contact is aangezet, hebt u twee
mogelijkheden:


- handmatige bediening


)
Druk of trek de schakelaar tot het
zware punt. De ruit stopt zodra u
de schakelaar loslaat.



- automatische bediening


)
Druk of trek de schakelaar tot
voorbij het zware punt. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent
of sluit de ruit volledig.

)
Druk opnieuw op de schakelaar
of trek opnieuw aan de schake-
laar om het openen of sluiten te
stoppen.

U kunt de ruiten handmatig of automa-
tisch volledig openen en sluiten. De rui-
ten met eentrapsbediening zijn voorzien
van een beveiliging tegen beknellen en
de elektrisch bedienbare ruiten achter
kunnen worden geblokkeerd voor de vei-
ligheid van kinderen op de achterbank.

Page 80 of 244

III
!
TOEGANG TOT DE AUTO
78

Blokkering van de ruitbediening aan
passagierszijde en achter
Resetten van de ruitbediening

Nadat de accukabels los zijn geweest
of driemaal de beveiliging tegen beknel-
len is geactiveerd, moet de beveiliging
tegen beknellen worden gereset:


)
sluit het portier, open de ruit volle-
dig en sluit hem weer. Elke keer dat
de schakelaar wordt ingedrukt, gaat
de ruit enkele centimeters omhoog.
Blijf de schakelaar indrukken tot de
ruit volledig is gesloten,

)
houd nadat de ruit volledig is geslo-
ten de schakelaar nog ten minste
1 seconde ingedrukt. Neem bij het verlaten van de auto,
zelfs voor een korte periode, altijd
de sleutel uit het contact.
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer wor-
den geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet deze
ervan verzekerd zijn dat niets het cor-
recte sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste ma-
nier gebruik maken van de elektrische
ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.

)
Druk, voor de veiligheid van uw kin-
deren, op de schakelaar 5 om de
ruitbediening aan passagierszijde
en achter, ongeacht de stand van
de ruiten, te blokkeren.
Als de schakelaar omlaag staat, is de
ruitbediening geblokkeerd.
Als de schakelaar omhoog staat, is de
ruitbediening niet geblokkeerd.
Als de schakelaar omlaag staat, kunt
u alle ruiten openen of sluiten met de
schakelaars van het bestuurderspor-
tier.
Tijdens deze handelingen is de be-
veiliging tegen beknellen uitgescha-
keld.

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 250 next >