CITROEN C-ELYSÉE 2016 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 330

159
MattenDe matten zijn uitneembaar en beschermen de vloerbedekking van de auto.
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bevestigingen uit het bijgeleverde zakje.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
BevestigenVerwijderenTerugplaatsen
om te voorkomen dat de pedalen
blijven hangen:
-

g
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen
is verplicht.
-

g
ebruik nooit meer dan één mat per
plaats.
bi

j gebruik van niet door c
It
ro
Ën

goedgekeurde matten kan de
bediening van de pedalen worden
gehinderd en kan de werking van de
snelheidsregelaar/-begrenzer negatief
worden beïnvloed.
Ver wijderen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F

z

et de stoel in de achterste stand,
F

m

aak de bevestigingen los,
F

v

erwijder vervolgens de mat.
te

rugplaatsen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F

l

eg de mat goed op zijn plaats,
F

d

ruk de bevestigingen vast,
F

c

ontroleer of de mat goed vastzit.
9
Praktische informatie

Page 162 of 330

160
Allesdragers
uit veiligheidsoverwegingen en om te
voorkomen dat het dak beschadigd raakt, moet
u voor uw auto geschikte allesdragers met een
onderdeelnummer van het merk gebruiken.bevestig de allesdragers uitsluitend op de vier
verankeringspunten op het dakframe. Deze
punten zijn niet zichtbaar als de portieren zijn
gesloten.
De bevestigingen van de allesdragers zijn
voorzien van een tapeind dat in de opening van
het verankeringspunt moet worden gestoken.
Houd u aan de montagevoorschriften en
de gebruiksvoor waarden die zijn vermeld
in de handleiding die met de allesdragers is
meegeleverd. Maximaal toegestane daklast op de
allesdragers: 75


kg.
Pas bij een belading hoger dan 40
cm
de rijsnelheid aan de rijomstandigheden
aan om schade aan de allesdragers en
de bevestigingspunten op het dak te
voorkomen.
ra

adpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het vervoeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto.
Praktische informatie

Page 163 of 330

161
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
totAL & cIt roËn
Partners in prestaties en
respect voor het milieu
Innovatie voor nog betere prestaties
sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de re search &
Development-teams van totA L voor cIt roËn
smeermiddelen die geschikt zijn voor de nieuwste
technologieën die in auto’s van het merk
c
It
ro
Ën

worden toegepast, zowel voor wedstrijddoeleinden als
gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties van de motor.
Een optimale bescherming
van uw motor
Het gebruik van totA L smeermiddelen
bij het onderhoud van uw cIt roËn
zorgt voor een langere levensduur en
betere prestaties van de motor, waarbij
tevens het milieu wordt gerespecteerd.
prefereert
10
onderhoud

Page 164 of 330

162
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
Motorkap
Sluiten
F Haal de motorkapsteun uit de uitsparing.
F b evestig de motorkapsteun in de houder.
F

L
aat de motorkap voorzichtig zakken en
laat deze aan het einde van de slag in het
slot vallen.
F
t
r
ek aan de motorkap om te controleren of
deze goed is vergrendeld.
F
n
e
em de motorkapsteun uit de houder.
F b
e
vestig de motorkapsteun in de uitsparing
om de motorkap geopend te houden.
op

en de motorkap niet als het stormt.
Wees voorzichtig bij het losmaken
van de veiligheidshaak en de
motorkapsteun als de motor warm is
(kans op brandwonden).
Openen
F Duw de veiligheidshaak naar links en til de motorkap op.
F
t
r

ek de hendel aan de onderzijde van het
dashboard naar u toe.
De motorkap biedt toegang tot de motorruimte,
zodat u de verschillende niveaus kunt
controleren.
In verband met de aanwezigheid
van elektrische uitrustingen in de
motorruimte wordt geadviseerd om
blootstelling aan water (regen,
wassen, ...) te beperken.
onderhoud

Page 165 of 330

163
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
benzinemotoren
1. reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. re servoir koelvloeistof.
3.


Luchtfilter.
4.


r
e
servoir remvloeistof.
5.


Accu
6.


Zekeringkast.
7.
ol

iepeilstok.
8.
M

otorolie (bij)vullen.
Gebruik nooit een hogedrukreiniger
voor het reinigen van de motorruimte in
verband met de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem.
10
onderhoud

Page 166 of 330

164
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
Gebruik nooit een hogedrukreiniger
voor het reinigen van de motorruimte in
verband met de kans op beschadiging
van het elektrisch systeem.
Dieselmotor
1. reservoir ruitensproeiervloeistof.
2. re servoir koelvloeistof.
3.


Luchtfilter.
4.


r
e
servoir remvloeistof.
5.


Accu
6.


Zekeringkast.
7.
ol

iepeilstok.
8.
M

otorolie (bij)vullen.
9.


Handopvoerpomp.
Onderhoud

Page 167 of 330

165
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
niveaus controleren
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan handmatig
worden gecontroleerd met de
oliepeilstok onder de motorkap.
ra
adpleeg hiervoor de rubriek o
n
der
de motorkap.
Controle met de peilstok
raadpleeg de rubriek on der de motorkap voor
de locatie van de peilstok in de motorruimte
van uw auto.
F
t
r
ek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F

V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
s
t
eek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt. Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken A
of onder het merkteken B
ligt, star t de motor
dan niet .
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
co

ntroleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij,
tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het c
It
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Het is normaal dat u tussen twee
onderhoudsbeurten door olie moet
bijvullen.
c
It

ro
Ën

adviseert u om elke
5000

km het olieniveau te controleren
en, indien nodig, olie bij te vullen.
om

een betrouwbare meting te garanderen
moet de auto op een vlakke ondergrond staan
en moet de motor ten minste 30

minuten niet
hebben gedraaid. -

A
ls het oliepeil
boven het merkteken
MAXI ligt (kans op
motorschade), neem
dan contact op met het
cIt

ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde
werkplaats.
-

A
ls het oliepeil lager is
dan het merkteken MINI ,
vul dan altijd motorolie
bij.
10
onderhoud

Page 168 of 330

166
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
Motorolie bijvullen
Eigenschappen van de olie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen
motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
ra
adpleeg de rubriek o
n
der de motorkap om
te zien waar de olievuldop zich bevindt in de
motorruimte van uw auto.
F

D
raai de dop van de vulopening.
F

G
iet de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F

W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F

V
ul indien nodig nog olie bij.
F

D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht.
Olie ver versen
raadpleeg het onderhoudsschema van de
f abrikant voor het verversingsinterval voor uw
auto.
Gebruik om een verminderde betrouwbaarheid
van de motor en de emissieregeling te
voorkomen, nooit additieven in de motorolie.
Onderhoud

Page 169 of 330

167
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden, maar mag
beslist niet hoger zijn.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1

uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2

omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij.Aftappen van het systeem
Deze koelvloeistof hoeft niet ververst te
worden.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur
van de koelvloeistof geregeld door de
koelventilator.
De koelventilator kan ook nog gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator.
Het remvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MAXI" te bevinden.
c
o

ntroleer indien
dit niet het geval is of de remblokken
van uw auto zijn versleten.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
raadpleeg het onderhoudsschema van
d e fabrikant voor het voorgeschreven
verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.
10
Onderhoud

Page 170 of 330

168
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
C-Elysee_nl_Chap10_verifications_ed01-2014
Type vloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen,
wordt het (bij)vullen van het reservoir met water
afgeraden.
Gebruik onder winterse omstandigheden
vloeistof op ethanol- of methanolbasis.
Niveau
ruitensproeiervloeistof
Vul het reservoir bij wanneer dit
nodig is.Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het
c
It
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afgewerkte producten
Bijvullen
Laat het bijvullen zo spoedig mogelijk uitvoeren
door het
cIt roËn- netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Niveau brandstofadditief
(diesel met roetfilter)
een te laag additiefniveau wordt aangegeven
door het verklikkerlampje se rvice in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het
display (volgens uitvoering).
Onderhoud

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 330 next >