CITROEN C-ZERO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 171 of 177

8
Praktische informatie
83
Raak de metalen uiteinden van het stopcontact en van de laadkabel niet aan (kans op elektrocutie en/of storingen).
)Druk de borglip 2opzij om de afdekkap vande stekkeraansluiting te openen.
)
Controleer of er geen vuil of vreemde delen
in de stekkeraansluiting op de auto zitten.) Verwijder de beschermkap van de stekker
van de laadkabel. ) Steek de speciale laadstekker in de
aansluiting op de auto tot deze vastklikt,
raak de knop aan de bovenzijde niet aan.


Gebruik het meegeleverde koord voor het ophangen van het controlepaneel, zodat er geen druk wordt uitgeoefend op de stekker van het stopcontact (kans op beschadiging van de laadkabel of de stekker).
)
Controleer of het
laadstroomcontrolelampje op
het instrumentenpaneel en het
groene lampje CHARGINGop het controlepaneel van destekkeraansluiting constantbranden.


Bij het begin van het laden kan er wat lucht afgeblazen worden. Dit is volkomen normaal.


Het laden kan tussentijds onderbroken worden door de speciale laadstekker los te nemen van de laadaansluiting van de auto.
Als dat niet het geval is, is het laden nog niet
begonnen; voer de hele procedure opnieuw uit en controleer of alle aansluitingen in orde zijn.
Het laadniveau van de tractiebatterij wordt
weergegeven op het instrumentenpaneel. Het aantal brandende segmenten neemt toe
naarmate het laden vordert.
Als u het laden moet onderbreken door de laadkabel los te koppelen van hetstopcontact, moet u vooraf op de knop Manual Stop
van het controlepaneeldrukken.
U mag nooit met natte handende kabel of de specifieke laadstekker aansluiten of loskoppelen (kans op elektrocutie).

Page 172 of 177

Praktische informatie
84
Het paneel is voorzien van vier lampjes:-STOP
: rood lampje. Dit betekent dat het laden is onderbroken door
het indrukken van de knop Manual Stop.
Deze knop moet worden in
gedrukt voordatu de laadkabel tijdens het laden loskoppelt
van het stopcontact.
-POWER
: groen lampje. Dit betekent dat alles correct en veilig is
aangesloten. Controleer alle aansluitingen
als dit lampje niet brandt. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als het probleem blijft bestaan.

- FAU LT
: rood lampje.TDit betekent dat er een storing isgeconstateerd. Controleer alle
aansluitingen als dit lampje blijft branden.Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het lampje
niet dooft.
-
CHARGING: groen lampje. Dit betekent dat het laden bezig is. Controleer
alle aansluitingen als dit lampje niet brandt.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als het
probleem blijft bestaan. Dit t
ype controlepaneel is voorzien van eenherkenningssysteem voor het stopcontact (afhankelijk van het land). Het systeem
detecteert de stroomsterkte die uw stopcontact
kan verwerken en kiest de meest geschikte stroomsterkte voor het veilig laden van de
tractiebatterij:
-14 A (FAST): wanneer uw elektrische
installatie dit kan verwerken.
-
8 A(NORMAL): wanneer u over eenstandaard elektrische installatie beschikt.

Page 173 of 177

8
Praktische informatie
85

Als de laadkabel op de aansluiting in de auto is aangesloten, is het starten van de motor om veiligheidsredenen nietmogelijk. Als u de motor toch probeert te starten, zal de laadprocedure afgebroken worden. U moet in dat geval de stekker van de
kabel losnemen en opnieuw op de autoaansluiten om het laden te hervatten.

Controleer na het laden altijd of de afdekkap en het klepje van het laadsysteem goed dicht zitten.
Let er goed op dat er geen stof of water in de laadstekkeraansluiting op de autoof de stekker van de kabel terechtkomt (kans op brand of elektrocutie).
Het doven van het laadstroomcontrolelampje
op het instrumentenpaneel en het knipperen
van het groene verklikkerlampje CHARGINGduiden erop dat het laden is voltooid. )Druk op de knop om de speciale
laadstekker los te kunnen nemen.)Plaats de beschermkap op de aansluiting
van de laadkabel.)Sluit de afdekkap van de laadstekkeraansluiting in de auto en sluit dan het klepje. )Neem de stekker uit het stopcontact vanhet elektriciteitsnet. )Berg de laadkabel op in het daar voor
bestemde tasje.



Als de 12V-accu is ontladen, kan de tractiebatterij niet meer wordenopgeladen.


Als u een pacemaker of andereelektrische medische apparatuur draagt, is het raadzaam niet in of in denabijheid van de auto te blijven tijdens
het laden. Neem in dat geval ook contact op met uw behandelend arts voor adviezen en volg deze op.

Voer tijdens het laden nooit handelingenuit in de motorruimte van de auto,want zelfs bij afgezet contact kan deventilator worden ingeschakeld (kans op letsel). Wacht na afloop van de laadprocedure minimaal één uur voordat u werkzaamheden aan de auto gaatuitvoeren: sommige onderdelen kunnen heet zijn (kans op brandwonden).


Laat de laadkabel niet in hetstopcontact zitten als u de laadstekker hebt losgekoppeld van de auto (kans op
kortsluiting of elektrocutie als de kabel nat wordt of in water terechtkomt).

Page 174 of 177

Praktische informatie
86
Laad de tractiebatterij eens in de14 dagen helemaal op; hiermee zorgtu voor een optimale levensduur van de tractiebatterij.Volg de procedure voor normaalladen om de batterij (via het gewonelichtnet) helemaal op te laden tot
het systeem zichzelf automatischuitschakelt (laadstroomlampje op hetinstrumentenpaneel uit). Daarnaast dient u elke 3 maanden de tractiebatterij vanaf een laadniveauvan maximaal 2 segmenten volledig op te laden.

Auto staat lange tijd stil
Laad de tractiebatterij eens in de drie maanden helemaal op (normale
laadprocedure) als u de auto langere tijd niet gebruikt.
Controleer eerst of de 12V-accu aangesloten is en of deze niet leeg is.Als dat wel het geval is, ga dan naar het gedeelte "12V-accu" voor informatieover het aansluiten en bijladen van dezeaccu.


Bij een aanrijding of een schok tegen de onderzijde van de auto (hoog trottoir,paaltje, straatmeubilair, enz.), kan het elektrische circuit of de tractiebatterij beschadigd zijn geraakt. Laat uw autocontroleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Raak nooit de 300V-componenten of deoranje kabels aan.


Raak de vloeistof niet aan die eventueel uit een ernstig beschadigdetractiebatterij lekt.Bij contact met de vloeistof moet u de betrokken lichaamsdelen met ruimwater afspoelen en zo snel mogelijk eenarts raadplegen.

Page 175 of 177

8
Praktische informatie
87


Gebruik van een openbaar laadpunt voor normaal laden


Bepaalde openbare laadpunten zijn voorzien van een laadkabel.
Gebruik in dat geval de kabel van het laadpunt. Er bestaan meerdere t
ypen stopcontacten voor het opladen van uw auto.
Bekijk het onderstaande schema om te bepalen om welk stopcontact het gaat en pak de desbetreffende laadkabel alvorens de laadprocedure te starten.

Standaard sto
pcontactStopcontact "mode 3 - Type 2" Stopcontact "mode 3 - Type 3"
Kabel "mode 2"
(meegeleverd met de auto) Kabel "mode 3 - Type 2"
(verkrijgbaar als
accessoire) Kabel "mode 3 - Type 3"
(verkrijgbaar als
accessoire)

Page 176 of 177

Technische gegevens
122
*
Afhankelijk van het lokale elektriciteitsnet.
**
Tijd gemeten bij een buitenluchttemperatuur tussen 20 en 25°C.











Motortype en tractiebatterij
Type variant uitvoering:1NZKYZ
ElektromotorY51
TechnologieSynchrone elektromotor met permanente neodymium magneten
Maximum vermo
gen: EU (kW)49

Toerental bij maximum vermogen (tr/min)4000 - 8800

Maximum koppel: EU (Nm) 19 6

Toerental bij maximum koppel (tr/min)

0 - 300
TractiebatterijLithium-Ion

Capaciteit (kWh) 14,5
Normaal laads
ysteem
Spanning (V) AC
230

Laadti
jd (
* )(
** ):


- 16 A

- 14 A

- 10 A

- 8 A
5 uur en 30 minuten
6 uur
8 uur
11 uur
Snellaads
ysteem
Spanning (V) DC 300

Laadti
jd (80% van max. capaciteit) **
30 minuten
De actieradius van de auto is a
fhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van elektrische uitrustingen,
de frequentie van het laden (normaal en snelladen) en de leeftijd van de tractiebatterij.

Page 177 of 177

10
Technische gegevens
123
ElektromotorY51
TractiebatterijLithium-Ion
Type variant uitvoering:1 N ZK Y Z
Ledig gewicht 1065

Ledig gewicht rijklaar 1140

Maximaal technisch toegestane massa totaal (MTAC)
1450

Maximaal toe
gestaan treingewicht (MTRA) ----
Maximaal toegestane daklast
(inclusief allesdragers) 43

Montage van een trekhaak op deze auto is niet mogelijk. Het trekken van een aanhanger is niet mogelijk.







Gewichten (in kg)

Page:   < prev 1-10 ... 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180