display CITROEN C-ZERO 2017 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 12 of 174

10
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
InstrumentenpaneelDe klokken en controlelampjes op het instrumentenpaneel geven informatie over de werking van de auto.
1.
I
ndicator laadtoestand tractiebatterij.
W

eergave stand selectiehendel.
2.
V

erbruiks-/energieopwekkingsindicator.
3.
Sn

elheidsmeter.


V
erklikkerlampje tijdelijk verminderde
motorremwerking. A.
Ki

lometerteller.
B.
D

agteller (Traject A of B).
C.
D

immer dashboardverlichting.
D.
O

nderhoudsindicator (in kilometers tot
de volgende onderhoudsbeurt).
E.
O

nderhoudsindicator (in tijd tot de
volgende onderhoudsbeurt).
F.
B

andenspanningscontrolesysteem.
G.
A

ctieradiusindicator.
4.
Di

splay.
5.
B

edieningsknop display.
A

chtereenvolgens weergeven van de
verschillende functies.
N

ulstelling van de geselecteerde functie
(dagteller of onderhoudsindicator).
I

nstellen van de lichtsterkte van de
verlichting.
KlokkenDisplay
Instrumentenpaneel

Page 23 of 174

21
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Display op instrumentenpaneelAls het contact in de stand "ON" staat, kunt u, door een paar keer achter elkaar op de knop A te drukken, de volgende gegevens op het display weergeven.
Kilometerteller
Systeem om de totaal afgelegde afstand door
de auto tijdens de levensduur te meten.
Druk op de knop A.
De totale kilometerstand wordt weergegeven
op het display.Nulstelling
Houd de knop, ter wijl het contact aan is en het
gewenste traject A of B wordt weergegeven,
gedurende minstens 2


seconden ingedrukt.
Dagteller (Traject A of B)
Van twee verschillende trajecten kan de
afstand sinds de laatste nulstelling worden
bijgehouden.
Druk op de knop A om het ene of het andere
traject te kiezen.
1
Instrumentenpaneel

Page 25 of 174

23
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De aanduiding "---" die betekent dat
een onderhoudsbeurt al uitgevoerd had
moeten worden, verandert na verloop
van een bepaalde tijd en een bepaald
aantal verreden kilomters automatisch
in de resterende tijd tot de volgende
onderhoudsbeurt.
Nulstelling van de onderhoudsindicator
Na elke beurt moet de onderhoudsindicator
op 0 gezet worden.
Voer hiervoor de volgende procedure uit:
F

Z
et het contact af (contact in stand LOCK
of ACC).
F

D
ruk een paar keer op de resetknop A tot
de onderhoudsindicator op het scherm
wordt weergegeven.
F

D
ruk op de resetknop en houd deze
enkele seconden ingedrukt tot de
onderhoudssleutel op het display
begint te knipperen .
F

D
ruk op de resetknop als de sleutel
knippert om de aanduiding "---" te laten
veranderen in " CLEAR".
V

ervolgens wordt de resterende
afstand (of tijd) tot de eerstvolgende
onderhoudscontrole weergegeven.
1
Instrumentenpaneel

Page 26 of 174

24
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Deze functie geeft een schatting van het
aantal kilometers dat u nog kunt rijden tot
de accu leeg is, daarbij rekening houdend
met de omstandigheden (rijstijl, gebruik van
verwarming, airconditioning…).
Actieradiusindicator
Als de actieradius te klein is geworden,
wordt er "---" op het display aangegeven.
Bandenspanningscontrolesysteem
Keuze van de gemonteerde set
banden
Als u vooraf een tweede set banden met
sensoren in het systeem hebt geregistreerd,
moet u, na het ver wisselen van de wielen, de
juiste set selecteren via het display van het
instrumentenpaneel.
Doe dit op de volgende manier.
F
D
ruk op de knop A om de functie te
selecteren.
F

D
ruk nogmaals op de knop A en houd
deze langer dan 10 seconden ingedrukt
om van bandenset 1 over te schakelen op
bandenset 2 of andersom.
Na het aanpassen van de bandenspanning
van een of meer banden en na het verwisselen
van een of meer wielen moet u het
bandenspanningscontrolesysteem resetten.
Doe dit op de volgende manier.
F

D

ruk op de knop A om de functie te
selecteren.
F

D

ruk nogmaals op de knop A en houd deze
minimaal 3


seconden ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal en
het waarschuwingslampje van het
bandenspanningscontrolesysteem knippert tot
het resetten is voltooid.
Instrumentenpaneel

Page 41 of 174

39
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
12V-aansluiting
F Verwijder het afdekkapje en sluit een geschikte adapter aan als u een
12V-accessoire wilt aansluiten (max. 120
W).
Vloermat
Om te voorkomen dat de pedalen blokkeren:- maak uitsluitend gebruik van matten die op de reeds in de auto
aanwezige bevestigingen passen.
Het gebruik van deze bevestigingen
is verplicht.
-

l
eg nooit meerdere matten boven
op elkaar.
Om de vloermat aan de bestuurderszijde
te verwijderen: schuif de bestuurdersstoel
zo ver mogelijk naar achteren en neem de
bevestigingen los.
Leg de vloermat weer terug op de pennen en
klem de bevestigingen vast. Controleer of de
vloermat goed bevestigd is.
De zonnekleppen kunnen naar voren worden
geklapt, en naar de zijkant wanneer ze zijn
losgeklikt.
Ze zijn voorzien van een make-upspiegel en
een opbergvakje voor tickets.
Zonnekleppen
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door CITROËN is
goedgekeurd, zoals een lader met USB-
aansluitingen, kan leiden tot storingen
in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een
slechte radio-ontvangst of storingen in
de weergave van de displays.
3
Ergonomie en comfort

Page 49 of 174

47
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Afstandsbediening*
Met de afstandsbediening kunnen op afstand
de volgende functies worden bediend:
-
C
ontrole van de laadtoestand van de auto.
-

P
rogrammeren van het laden: begintijdstip
en laadduur.
-

A
ctiveren van de functies t.b.v. de
klimaatbeheersing (verwarming,
airconditioning, ontwaseming).
Om het laden te kunnen programmeren
moet aan de volgende voor waarden
worden voldaan.
-

Z
et de selectiehendel in de stand P .
-

Z
et het contact in de stand LOCK .
-

S
luit de auto aan met het normale
laadsnoer.Toetsen Display
1. AAN/UIT, gegevensoverdracht.
2. M
ODE: hiermee kan een keuze worden
gemaakt uit de beschikbare functies (begin
laden, laadduur, thermisch comfort).
3.
D

irect beginnen met laden van de auto
(de geprogrammeerde waarden worden
gereset).
4.
I

nstellingen. 1.
I

ndicator status gegevensoverdracht.
2.
L

aadindicator.
3.


Storingsindicator.
4.
I

ndicator laadtoestand tractiebatterij.
5.
I

ndicator status te programmeren functies
t.b.v. het laden.
6.
In

dicator resterende laadtijd.
7.
I

ndicator status functie thermisch comfort.
De afstandsbediening heeft een bereik
van ongeveer 100 m.
* Volgens uitvoering.
3
Ergonomie en comfort

Page 74 of 174

72
C-Zero_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende
portierpaneel. De zijairbags beschermen de bestuurder en
de voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
Detectiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp actzone opzij.
Window-airbags
De window-airbags beschermen de bestuurder
en passagiers bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op hoofdletsel te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding. Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij
over de kop slaan, kan het zijn dat de
airbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding wordt de airbag niet
geactiveerd.
Activering
De window-airbag wordt bij een ernstige
zijdelingse aanrijding gelijktijdig met de
zijairbag aan dezelde zijde opgeblazen binnen
(een gedeelte van) de impactzone opzij (
B),
haaks op de lengteas van de auto en van
buiten naar binnen gericht.
De window-airbags worden opgeblazen tussen
de ruiten en de inzittenden vóór en achter.
Als dit controlelampje gaat branden en een
melding verschijnt op het display van het
instrumentenpaneel, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
In het geval van een storing
Veiligheid

Page 92 of 174

90
C-Zero_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
P. Parking (Parkeerstand).
De auto kan in deze stand worden gestart.
Trap het rempedaal in als u de selectiehendel
in een andere stand dan de stand P wilt zetten.
R. Reverse (Achteruitversnelling).
N. Neutral (Neutraalstand).
D. Drive (Vooruitversnelling).
Selectiehendel
Standen van de selectiehendel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
Weergave op het instrumentenpaneel
Als de motor gebruiksklaar is, wordt P
weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel.
F

T
rap het rempedaal in om een andere
stand dan de stand P te selecteren.
F

Sel
ecteer de vooruitversnelling ( D) of de
achteruitversnelling ( R).
F

Z
et de parkeerrem vrij.
F

L
aat het rempedaal los. De auto zet zich nu
langzaam in beweging, wat gemakkelijk is
bij bijvoorbeeld parkeermanoeuvres.
F

T
rap het gaspedaal in om sneller vooruit of
achteruit te rijden.
F

O
p het display van het instrumentenpaneel
wordt "D" of "R" weergegeven.
Starten van de auto
Rijden

Page 96 of 174

94
C-Zero_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
De waarschuwing voor een te lage
bandenspanning is alleen betrouwbaar
als het systeem wordt gereset op het
moment dat de vier banden de juiste
spanning hebben.Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren of monteer na
een lekke band het wiel met de originele
velg, dat is voorzien van een sensor.
U kunt het systeem resetten via het display van
het instrumentenpaneel, bij aangezet contact
en stilstaande auto.
F

D

ruk op de knop A om de functie te
selecteren.
F

H

oud vervolgens de knop A minimaal
3 seconden ingedrukt om het
bandenspanningscontrolesysteem te
resetten.
Het knipperen van het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat het systeem
wordt gereset.
Als u vervolgens ongeveer 100 meter hebt
gereden, dooft het verklikkerlampje.
Storing
Als het verklikkerlampje "te lage bandenspanning"
knippert en vervolgens permanent brandt, duidt
dit op een storing in het systeem.
In dat geval wordt de bandenspanning niet
meer gecontroleerd.
Deze waarschuwing wordt ook weergegeven als:
-

e
en of meer wielen niet zijn voorzien van
een sensor,
-

d
raadloze apparatuur die gebruikmaakt
van dezelfde golflengte zich in de buurt van
de auto bevindt,
-

s
neeuw of ijs zich heeft opgehoopt in de
wielkasten of op de velgen,
-

d
e spanning van de batterij van het
bandenspanningscontrolesysteem
onvoldoende is,
-

d
e identificatiecodes van de druksensoren
van de velgen niet zijn opgeslagen door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Alle reparaties aan een wiel dat met dit
systeem is uitgerust en het vervangen
van een band moeten worden
uitgevoerd door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Wanneer de tweede in het systeem
opgeslagen set banden is gemonteerd,
wordt de waarschuwing voor een
storing weergegeven zolang de tweede
set niet in het configuratiemenu is
geselecteerd.
Rijden

Page 97 of 174

95
C-Zero_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Selecteren van de set
banden
Via het display van het instrumentenpaneel
kunt u, bij aangezet contact en stilstaande auto,
de desbetreffende set banden selecteren.
Controleer na de montage van de
nieuwe set banden of de banden de
juiste spanning hebben (vermeld op
de bandenspanningssticker). Breng
de banden indien nodig op de juiste
spanning.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
identificatie van de auto. De spanning van de banden van de nieuwe
set wordt door het systeem automatisch
als referentiespanning opgeslagen (het
verklikkerlampje te lage bandenspanning
knippert tijdens deze bewerking).
Als u een tweede set banden in het systeem
hebt laten opslaan door het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats, moet u
elke keer dat een set banden (winterbanden
bijvoorbeeld) is gewisseld, de set die zojuist
is gemonteerd in het configuratiemenu
selecteren.
F

D
ruk op de knop A om de functie te
selecteren.
F

H
oud vervolgens de knop A langer dan
10 seconden ingedrukt om in plaats van
de set banden nummer 1 de set banden
nummer 2 te selecteren, of omgekeerd.
6
Rijden

Page:   1-10 11-20 next >