alarm CITROEN C3 AIRCROSS 2019 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 152 of 308
150
Er wordt geen waarschuwingssignaal 
afgegeven in de volgende situaties:
- 
v
 oor stilstaande objecten (geparkeerde 
auto's, vangrails, lantaarnpalen, borden...),
-
 b
ij tegemoetkomend verkeer,
-
 
b
 ij rijden over bochtige wegen of in zeer 
scherpe bochten, -
 
b
 ij het inhalen van of ingehaald worden 
door een zeer lang voertuig (vrachtwagen, 
autobus enz.) die én in de dode hoek 
achter wordt gedetecteerd én zich in het 
gezichtsveld van de bestuurder bevindt,
-
 b
ij snelle inhaalmanoeuvres,
-
 
b
 ij erg druk verkeer: de voertuigen die voor 
en achter worden gedetecteerd, worden 
aangezien voor een vrachtwagen of een 
stilstaand object.
Storing
Bij een storing in het systeem knippert 
dit waarschuwingslampje op het 
instrumentenpaneel enkele ogenblikken 
in combinatie met het branden van 
het verklikkerlampje SERVICE en de 
weergave van een melding.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een 
gekwalificeerde werkplaats om de systemen te 
laten controleren.
Bij slechte weersomstandigheden (zware 
regenval, hagel enz.) kan het systeem 
tijdelijk minder nauwkeurig werken.
Vooral het rijden op een nat wegdek of 
de overgang van een droog naar een nat 
wegdek kan tot een vals alarm leiden (zo 
kan opstuivend water in de dode hoek 
worden aangezien voor een voertuig).
Houd de sensoren bij slecht of winters 
weer vrij van modder, ijs of sneeuw.
Plak geen stickers of andere zaken 
op het gedeelte van de buitenspiegels 
waar de verklikkerlampjes zitten 
of op de detectiezones op de 
voor- en achterbumper, omdat de 
dodehoekbewaking dan mogelijk niet 
goed werkt. 
Rijden  
Page 187 of 308
185
Reparatiemethode
F Parkeer het voertuig zonder het verkeer te belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F
 
V
 olg de veiligheidsinstructies 
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek, 
dragen van een reflecterend veiligheidsvest, 
enz.) met betrekking tot de regels die gelden 
in het land waar u zich bevindt.
F
 
Z
 et het contact af.
F
 
R
 ol de slang uit die onder de compressor is 
opgeborgen.
Toegang tot de set
Deze set bevindt zich in de opbergbak onder de 
vloerplaat van de bagageruimte.
Beschikbaar gereedschap
1. Bandenreparatieset.
De compressor bevat een patroon met 
afdichtingsproduct voor het tijdelijk 
repareren van een band en kan ook 
gebruikt worden voor het aanpassen van 
de bandenspanning.
2. Dop voor de slotbouten (in het 
dashboardkastje of gereedschapskist) 
(afhankelijk van de uitvoering).
Hiermee kunt u met behulp van de 
wielsleutel de speciale slotbouten 
verwijderen.
3. Afneembaar sleepoog.
4. Platte schroevendraaier.
Biedt de mogelijkheid om de afdekkap 
op de voor- of achterbumper te openen 
om het ver wijderbare sleepoog 3 erin te 
draaien.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het slepen van de auto 
en het gebruik van het afneembare sleepoog.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor, met geïntegreerde 
manometer.
2. Flacon met afdichtmiddel, en ingebouwde 
slang.
3. Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in 
het interieur, in het gezichtsveld van de 
bestuurder, worden geplakt om hem/haar 
te herinneren aan het feit dat de band 
tijdelijk is gerepareerd.
Rijd na het repareren van een band met 
de bandenreparatieset niet sneller dan 
80
 
km/h.
8 
Storingen verhelpen  
Page 202 of 308
200
Onderste zekeringkastjeZekeringN r.Stroomsterkte (A)Functies
F3 5Voeding aanhanger.
F4 15Claxon.
F5 – F6 20Ruitensproeierpomp voor en achter.
F7 1012V-aansluiting achter.
F8 20Achterruitwisser.
F10 – F11 30Vergrendelen/ontgrendelen van de portieren en de 
brandstofvulklep.
F14 5Alarmsysteem, telematica-eenheid.
F27 5Alarm (voorbereiding).
F29 20Audio-/telematicasysteem.
F31 15Radio (montage achteraf).
F32 1512V-aansluiting vóór. 
Storingen verhelpen  
Page 208 of 308
206
Algemene aanwijzingen 
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de 
trekkende auto hoger is dan van de auto 
die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van 
de gesleepte auto blijven zitten. Deze 
persoon moet beschikken over een geldig 
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de 
grond altijd een goedgekeurde sleepstang; 
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet 
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met 
uitgeschakelde motor, werken ook de rem- 
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een 
professioneel bergingsbedrijf in:
-
 
a
 ls de auto is gestrand op een 
autosnelweg of autoweg,
-
 
b
 ij auto's met vier wielaandrijving,
-
 
a
 ls het niet mogelijk is de 
versnellingsbak in de neutraalstand te 
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of 
de parkeerrem los te zetten,
-
 
b
 ij takelen met slechts twee wielen op 
de grond,
-
 
b
 ij het ontbreken van een 
goedgekeurde sleepstang.
Als dit voorschrift niet wordt opgevolgd, 
kunnen bepaalde onderdelen 
(remsysteem, transmissie enz.) 
beschadigd raken en werkt de 
rembekrachtiger na het starten van de 
motor mogelijk niet meer.
F
 
O
ntgrendel de stuurinrichting en zet de 
parkeerrem vrij.
F
 
S
chakel de alarmknipperlichten van de twee 
auto's in.
F
 
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel de 
snelheid als de af te leggen afstand 
beperkt.
Slepen van een andere auto
F Maak op de achterbumper vanaf de  onderkant het afdekplaatje los met de platte 
schroevendraaier 1 .
F
 
D
 raai het sleepoog 2 erin totdat het volledig 
vast zit.
F
 
Be
 vestig de sleepstang.
F
 
S
 chakel de alarmknipperlichten van de twee 
auto's in.
F
 
R
 ijd voorzichtig weg en houd zowel de 
snelheid als de af te leggen afstand 
beperkt.
F
 Z
et bij een handgeschakelde 
versnellingsbak de versnellingshendel in de 
neutraalstand.
F
 
Z
et bij een automatische transmissie de 
selectiehendel in de stand N . 
Storingen verhelpen  
Page 293 of 308
213
180° zicht naar achteren ........................15 4 -15 5
A
Aanhanger............................................. 11 9, 171
Aanhangergewichten  .................................... 207
Aanjager, regeling
 ..................................... 6
6-69
Aansluiten MirrorLink
 
............................17, 11 -12
Aansluiting 12V
 
.................................... 71-72, 76
ABS
 ........
......................................................... 93
Accessoires ............................................. 90, 123
Accu
 
...................................... 172, 178 , 202 , 204
Accu laden
 
............................................ 203-204
Achterklep openen
 
........................42- 43, 48-49
Achterklep sluiten
 
............................... 42, 48-49
Achterlichten
 ...............................
..................195
Achterruitverwarming
 
...............................63, 70
Achteruitrijcamera
 
.................................. 15 4 -15 5
Actief dodehoekbewakingssysteem
 ............... 21
Ac
tieradius AdBlue
® .................................. 2 8-29
Active Safety Brake.......................... 14, 142-145
AdBlue
® ................................ 18,  28-29, 18 0 -182
Afmetingen  .................................................... 210
Afstandsbediening
 .................................... 41
- 4 5
Afstandsbediening, batterij vervangen
 
...........46
Afzetten van de motor
  ................................... 120
Afzonderlijk massapunt
 
................................ 175
Airbags
 ...............................
.............16, 102 , 10 6
Airbags vóór
 
................................... 102-104, 107
Airconditioning
 
.......................................... 67- 6 9
Airconditioning (automatisch)
 
.............65, 67- 6 9
Airconditioning (handbediend)
 
.................65 - 67
Alarmknipperlichten
 ........................................ 91
A
larmsysteem
 ............................................ 51
- 5 2
Algemeen menu
 
................................................ 4
Allesdragers ........................................... 173 -174
Antiblokkeersysteem (ABS)  ............................93
Antispinregeling (ASR)
 
..................15 -16, 93-95
Apple CarPlay
®-verbinding  ....................... 16, 12
Apple®-speler  ...................................... 24, 10 , 10
Armsteun achter .............................................. 75
Armsteun vóór
 ........................................... 71, 
74
ASR
 ........
......................................................... 93
Audio-aansluitingen
 
........................................ 73
Audiokabel
 
.................................................. 23, 9
Automatische ruitenwissers
 
......................87- 8 9
Automatische transmissie
 ............. 1
25 -131, 18 0
Automatisch inschakelen  alarmknipperlichten
 
...................................... 91
Automatisch noodremsysteem
 
........14, 142-145
Automatische verlichting ...........................82- 83
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom ...3,  3, 2-3
AUX-aansluiting 
...................................... 23, 9, 8
B
Bagageruimte  ...................................... 48-49, 70
Bagageruimteverlichting  .........................70, 197
Banden
 ................
.......................................... 2 11
Banden, noodreparatie
 
.................18 4 -185, 187
Bandenreparatieset
 
......................18 4 -185, 187
Bandenspanning
 
................................... 188, 2 11
Bandenspanningscontrole  (met set)
 
...................................... 18 4 -185, 187
Bandenspanningscontrolesysteem ...15 ,  161, 188
Bandenspanning te laag (detectie)  ............... 161
BAS
 
................................................................. 93
Batterij afstandsbediening
 
........................ 45-46
Bekerhouder
 ..............................
............... 71, 75
Benzinemotor
 
........................................ 165, 175
Binnenspiegel  ................................................. 64
BlueHDi  ..................................... 28-29, 18 0, 18 4
Bluetooth (handsfree set)
 
...25 -26 , 13 -14 , 1 0 -11
Bluetooth (telefoon)
 
.........................25 -27, 13 -15
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
 
.....14
Bluetooth-verbinding
 
...........19, 25 -27 , 13 -15, 11
Bochtverlichting
 
.............................................. 85
Bochtverlichting, statisch
 
................................86
Boordcomputer
 
.......................................... 37- 3 9
Boordgereedschap
 
................................. 77, 185
Brandstof
 
....................................................... 165
Brandstofniveaumeter
 
............................166 -167
Brandstoftank
 
................................. 166 -167, 167
Brandstof tanken
 
.................................... 165 -167
Brandstoftank leeg (diesel)
 
...........................18 4
Brandstofvuldop
 ..................................... 16
6 -167
Brandstofvulklep ........................................ 166 -167Buitenspiegels................................. 63, 14 9 -15 0
C
CD  ..................................................... 23 -24, 9, 9
CD MP3   ............................................. 23 -24, 9, 9
CD-/MP3 -speler
 ......................................... 23, 
9
Centrale vergrendeling
 
.......................43-44, 49
CITROËN Connect Nav
 
....................................1
CITROËN Connect Radio
 ................................. 1
C
laxon
 
 ............................................................. 91
Configuratie van de auto
 
..........................3
2-36
Contact
 
...................................... 69, 121 , 123 , 28
Contact aangezet
 
.......................................... 123
Controlelampjes
 
......................................... 1 0 -11
Controles
 ........................................ 17
5, 178 -18 0
. 
Trefwoordenregister