stop start CITROEN C3 PICASSO 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 135 of 290

9
Rijden
133








Stop & Start-systeem
Het Stop & Start-systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestar t(STA R T- s t a n d) als u weer weg wilt rijden. Het starten gebeur t direct, snel en stil.
Het Stop&Start-systeem is per fect afgestemd op stadsgebruik en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffen en een
aangename rust in het interieur tijdens het wachten.

Werking


Overgang naar de STOP-stand
Het controlelampje "ECO"op het instrumentenpaneel gaat branden
en de motor wordt in de STOP-stand gezet:


- als u,
bij een EGS 6-versnellingsbak,bij een snelheid lager dan 8 km/h het rempedaal intrapt of de selectiehendel inde stand N
zet.

Een teller telt de duur van demomenten dat de motor afgezet
is, op. Elke keer als u het contact
opnieuw aanzet, wordt deze
teller op
0 gezet.


Bijzonderheden: STOP-stand nietbeschikbaar

De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:


- het bestuurderportier geopend is,

- de autogordel van de bestuurder
losgemaakt is,

- de auto sinds de laatste start met de sleutelniet sneller dan 10 km/h heeft gereden,

- de klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,

- de voorruitontwaseming is ingeschakeld,

- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motor temperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur...
).
Het controlelampje "ECO"knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Deze werking van het systeem is volkomen
normaal.
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem in de STOP-stand isgezet. Zet in dat geval altijd het contact af en neem de sleutel uit het contactslot.
Het systeem werkt de eerste10 seconden na het inschakelen van deachteruitversnelling niet. Als de motor door het systeem in deSTOP-stand wordt gezet, blijven alle andere componenten zoals de remmenen de stuurbekrachtiging normaalfunctioneren.

Page 136 of 290

Rijden
134
Overgang naar de START-stand
Het controlelampje "ECO"
gaat uit ende motor wordt automatisch gestart(EGS-versnellingsbak):
- met de selectiehendel in de stand A
of M ,
wanneer u het rempedaal loslaat,
- m
et de selectiehendel in de stand N
en hetrempedaal niet ingetrapt, wanneer u de selectiehendel in de stand A
of Mzet,
- of wanneer u de achteruitversnellinginschakelt.


Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
Uit veiligheids- of comfor tover wegingen kan
de START-stand automatisch wordengeactiveerd als:


- het bestuurderportier wordt geopend,

- de autogordel van de bestuurder wordt losgemaakt,

- de snelheid van de auto hoger is dan
11 k m
/h (EGS-versnellingsbak),

- er bepaalde bijzondere omstandigheden
zijn (laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, instelling
airconditioning...).
Het controlelamp
je "ECO"
knippert
een paar seconden en gaat
ver volgens uit.
Dat onder deze omstandigheden de START-stand wordt geactiveerd, is volkomen
normaal.

Uitschakelen

U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"inte drukken.
Het controlelampje in de schakelaar gaatbranden en er verschijnt een melding op het
display.

Als het systeem in de STOP-standwordt uitgeschakeld, dan wordt de motor direct weer gestart.

Page 137 of 290

9
Rijden
135
Storingen
Bij een storing in het systeem gaat hetcontrolelampje in de schakelaar "ECO OFF"knipperen en ver volgens constant branden. Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de
STOP-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat. Alle lampjes ophet instrumentenpaneel gaan dan branden. Zet in dat geval het contact af en start de auto dan
met behulp van de sleutel.


Onderhoud

Dit systeem heeft specifieke kenmerkenen maakt gebruik van een speciale accu(raadpleeg voor meer informatie het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door CITROËN voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.

Schakel omwille van de veiligheid het Stop & Star t-systeem altijd uit als u handelingen onder de motorkap wiltuitvoeren.


Het Stop & Star t-systeem maakt gebruikvan geavanceerde technologie. Laat eventuele werkzaamheden aan dit type accu uitvoeren door het CITROËN-netwerkof door een gekwalificeerde werkplaats.

Druk nogmaals op de schakelaar "ECO OFF".

Het systeem is dan weer ingeschakeld; hetcontrolelampje in de schakelaar gaat uit en er
wordt een melding op het display weergegeven.
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld zodra u het contactopnieuw aanzet.



Inschakelen

Page 152 of 290

Onderhoud
150
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter ver vuild is, wordtu hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje incombinatie met een melding op het multifunctionele display.

Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar keer dat het roetfilter geregenereerd wordt een brandluchtruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheidwordt gereden of de motor langdurigstationair draait, kan bij gasgeven soms rook uit de uitlaat waargenomen worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor het milieu.








Controles
12V- accu

De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam omregelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bi
j warm weer en in de winter.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat de filters periodiek ver vangen
volgens de in het onderhoudsboekje
aangegeven intervallen.
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsboekje
voor het ver vangingsinterval. Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, de bladzijden in het onderhoudsboekje die betrekking hebben op de motoruitvoering van uw auto voor het laten
controleren van bepaalde onderdelen volgens het onderhoudsschema van de constructeur.
Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemtde rubriek "12V-accu" voor meer informatieover de te nemen voorzorgsmaatregelen.
Deze sticker, die hoort bij het
Stop &Start-systeem, geeft aan dat er een speciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats. Als de om
geving (veel stof...) en het gebruik (veel stadsverkeer...) daar toe aanleidinggeven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen. Een verstopt interieurfilter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Ga om het roetfilter te re
genereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60 km/h rijden tot het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg deparagraaf "Niveau brandstofadditief".

Page 182 of 290

Praktische informatie
180










Accu


To egang tot de accu
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
)Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+) pool van de hulpaccu B
. )Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B . )Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwar te kabel aan op het afzonderlijkemassapunt (-) van uw auto. )Start de stroomgevende auto. )Stel de startmotor van de auto met
ontladen accu in werking en laat de motor
draaien.
)Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
D
e accu bevindt zich in de motorruimte.
To egang tot de accu: )
open de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer ver volgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,) bevestig de motorkapsteun,)
beweeg de kunststof afdekkap van de (+)
pool omhoog.

Deze sticker hoort bij het Stop &Start-systeem en geeft aan dat er eenspeciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of ver vangen mag worden door een dealer van het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kan er toe leiden dat de accu vroegtijdig aanver vanging toe is.
Na het monteren van de accu door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats duurt heteven voordat het Stop & Start-systeem weer zal werken, hoe lang dit duurt is afhankelijk van klimatologische omstandigheden en de laadtoestand vande accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).

Page 212 of 290

210
04
Selecteer en bevestig " Bestemming kiezen", selecteer " GPS-coördinaten"en bevestig uw keuze.

Voer de
GPS-coördinaten in en bevestiguw invoer met " OK" om het navigeren
te starten.
Druk op NAVv
oor het menu
" Navigatie
".
NAVIGATIE
GPS-COÖRDINATEN ALS BESTEMMING INVOEREN NAAR EEN PUNT OP DE KAART
Druk, als de kaart op het scherm wordt
w
eergegeven, op OKom naar hetcontextmenu te gaan. Selecteer dan " Kaart verplaatsen" en bevestig uw keuze.
Druk op OK
v
oor het contextmenu van de functie " Kaart verplaatsen
".
Selecteer " Als bestemming kiezen" of " Als tussenstop kiezen
" en bevestiguw keuze.

Verplaats de cursor op het scherm
met de navigatietoets om een
bestemmingspunt te kiezen.

Page 230 of 290

228
06TELEFONEREN
Druk 2 keer op PHONE.
Selecteer " Bellen" en bevestig uwkeuze.
Selecteer " Contacten
" en bevestig uw keuze.
Toets het nummer in op het virtuele
toetsenbord door de cijfers te selecteren en daarna te bevestigen
Bevestig met "OK" om het ingevoerde
t
elefoonnummer te bellen.Druk o
p TEL of 2 keer op PHONE.


EEN NUMMER BELLEN EEN CONTACT BELLEN
Selecteer het
gewenste contact enbevestig uw invoer.

Als u het contact via de toets PHONEhebt opgevraagd, selecteert u " Bellen
" en bevestigt u uw keuze.
Selecteer het nummer en bevestig uwkeuze om het bellen te starten
BELLEN Gebruik de telefoon liever niet onder het rijden. Stop op een veilige plaats om te bellen als u gelegenheid hebt en gebruik bij voorkeur
de toetsen op het stuur.

Page 279 of 290

.
277 Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
Navigatiesysteem........................207,208, 215Niveaus controleren............................148,149Niveaus en controles...........................146-149Noodbediening achterklep............................75Noodbediening por tieren ..............................74Noodoproep gelokaliseerd.........................200
Oliefilter.......................................................r150Oliefilter (vervangen) .................................. 150Olieniveau.............................................33, 148Oliepeilstok...........................................33, 148Onderhoudsadviezen..................................146Onderhoudscontroles...................................20Onderhoudsintervalindicator........................r31Onderhoudsintervalindicator resetten..........32Ontdooien......................................................52Ontgrendelen ................................................66Opberglade...................................................95Opbergvak.....................................................93Opbergvakken.................................93, 97, 100Opschakelindicator.....................................r127
N
O
Motorolieniveau, controle.............................33Motorolieniveaumeter...........................r33, 148Motorruimte ......................................... 146, 147MP3 (CD)....................................................261Multifunctioneel display (met autoradio)........................................37,40, 43Multifunctioneel display (zonder autoradio).....35Multimediaspelers.......................................236
Panoramadak................................................76Par fumeur.....................................................r58Parfumeur (element) .....................................58Parkeerhulp achter......................................r140Parkeerlichten...............................80, 166, 169Passagiersairbag uitschakelen...................122Plafonniers............................................90, 171Portieren .......................................................72Portieren openen....................................66, 72Portieren sluiten......................................66, 72
P
Radio..........................................233,234, 259Regelmatig onderhoud.................................20Regeneratie roetfilter..................................r150Rembekrachtigingsysteem.........................115Remblokken................................................151Remlichten..................................................169Remmen ......................................................151Remschijven................................................ 151Remvloeistofniveau.....................................148Reservewiel................................................157Richtingaanwijzers..............................114, 169Risicozones (update)..................................212Roetfilter..............................................r149, 150Ruitbediening................................................70Ruitbediening resetten..................................70Ruitensproeier achter...................................r88Ruitensproeierreservoir..............................r149Ruitensproeiers.............................................88Ruitensproeiervloeistofniveau....................149Ruitenwisser achter......................................r88Ruitenwisserbladen vervangen............89,183Ruitenwissers ..........................................87, 89Ruitenwisserschakelaar...........................r87-89
R
Schakelen elektronisch bediende
versnellingsbak ........................126, 128, 151Serienummer auto......................................198Sjorogen......................................................100Skiluik............................................................99Slepen van een auto...................................184Sleutel met afstandsbediening.........66, 67, 69Sneeuwkettingen........................................ 190Snelheidsbegrenzer....................................r136Snelheidsregelaar.......................................r138Snelmenu's..................................................206Spaarfase....................................................181Spiegel naar achterpassagiers.....................94Spraaksynthese..........................................218Startblokkering, elektronische................67, 69Starten van de auto...............................67, 128Stilzetten van de auto ...........................67, 128Stoelen verstellen ...................................59,62Stoelverwarming...........................................61Stoelverwarming, schakelaars .....................61Stop Start..........49, 56,77,133, 14 4, 150, 180Streaming audio Bluetooth.................240,267Stuurslot........................................................67Stuurverstelling.............................................65Stuurwiel (verstellen)....................................65Synchroniseren afstandsbediening ..............68
S
Ta f e l tje...........................................................61Tafeltjes .........................................................97Ta n k b e v e i l i g i ng.............................................79Technische gegevens.................191, 193,195Telefoon...............................................224,228Te l l e r..............................................................r22Tijd instellen................................35, 37,40,43TMC (verkeersinformatie)...........................221To e r e n t e l l e r...................................................r22Trekhaak......................................................186
T

Page:   < prev 1-10 11-20