reset CITROEN C3 PICASSO 2015 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 113 of 312

111
C3Picasso_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Het resetten van het systeem moet gebeuren
bij afgezet contact en stilstaande auto via het
configuratiemenu van de auto.
F
D
ruk op de toets MENU om het hoofdmenu
weer te geven.
F

D
ruk op de toets " 5" of " 6" om het menu
" Config. auto " te selecteren en bevestig
uw keuze door op de toets OK te drukken.
F

D
ruk op de toets " 5" of " 6" om " Reset
bandensp " te selecteren en bevestig uw
keuze door op de toets OK te drukken.
F
s electeer " ja" of " nee" en druk op OK.


e
r v
erschijnt een melding waarmee u wordt
gevraagd om uw verzoek te bevestigen.
F
b
e
vestig uw keuze door op de toets OK te
drukken.
F
b
e
vestig en sluit het menu vervolgens. F

D
ruk op de toets MENU om het hoofdmenu
weer te geven.
F

D
ruk op de toets "5" of " 6"om het
menu " Persoonlijke instellingen -
configuratie " weer te geven en bevestig
uw keuze door op de toets OK.
F

D
ruk op de toets "5" of " 6" om het
menu " Configuratie auto instellen " te
selecteren en bevestig uw keuze door op
de toets OK te drukken. De nieuw opgeslagen waarden van de
bandenspanning worden door het systeem
beschouwd als referentiewaarden.
Auto's zonder autoradio of met
navigatiesysteem
Auto's met autoradio
F Druk op de toets "
5" of " 6" om het menu
" Bandenspanning" en vervolgens het
menu " Resetten " te selecteren en bevestig
uw keuze door op de toets OK te drukken.
H

et resetten wordt bevestigd door een
melding.
8
Veiligheid

Page 114 of 312

112
C3Picasso_nl_Chap08_securite_ed01-2014
Storing
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
se

rvice, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het
CI
t

ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Sneeuwkettingen
Het systeem hoeft niet gereset
te worden na het aanbrengen of
verwijderen van sneeuwkettingen.
Het bandenspanningscontrolesysteem
werkt alleen betrouwbaar als bij het
resetten van het systeem de vier
banden de correcte spanning hebben.
Veiligheid

Page 156 of 312

154
C3Picasso_nl_Chap11_informations-pratiques_ed01-2014
F schakel de compressor in door de schakelaar in de stand " I" te zetten en
breng de band op de spanning die is
aangegeven op de bandenspanningssticker
van de auto.


o
m
de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel.
F

Z
et, zodra de gewenste spanning is
bereikt, de schakelaar in de stand " O".
F

V
er wijder de set en berg deze op.
Controlesysteem
bandenspanning
Het verklikkerlampje voor te lage
bandenspanning zal na het repareren
van een wiel blijven branden tot het
systeem is gereset.
ra
adpleeg voor meer informatie de rubriek
"
ban

denspanningscontrolesysteem".
Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet
het controlesysteem van de
bandenspanning worden gereset.
Zie de rubriek
"
ban

denspanningscontrole".
Praktische informatie

Page 205 of 312

01
203
C3Picasso_nl_Chap13b_rt6-2-8_ed01-2014
Lang indrukken: resetten
van het systeem.
toegang tot het menu
"

Telefoon" en weergave van de
laatste gesprekken of inkomend
gesprek accepteren.
BASISFUNCTIES
kort indrukken: selecteren van een opgeslagen
radiozender .
Lang indrukken: in het geheugen opslaan van de
huidige radiozender.
toegang tot het Menu "
MUSIC " en weergave van de tracks
of de afspeellijsten van de CD/MP3/Apple
®-apparatuur.
Lang indrukken: weergave van het paneel met audio-
regelknoppen voor de geluidsbron " MEDIA" (CD/
usb /iPod/
s

treaming/A
u
X).toegang tot het menu "
RADIO " en
weergave van de zenderlijst.
Lang indrukken: weergave van het
paneel met audio-regelknoppen voor de
geluidsbron tuner.

Page 283 of 312

281
C3Picasso_nl_Chap15_index-alpha_ed01-2014
Interieurfilter ................................................ 148
Interieurfilter (vervangen) ...........................148
Interieurindeling
............................................ 83
In

terieur ontgrendelen

..................................63
Interieurverlichting


................................ 8 0, 170
I
s

o
FI
X

........................................................ 103
I
soF

IX (bevestigingen) ............................... 102
I
soF

IX bevestigingen

.................................102
I
soF

IX kinderzitjes

..............................102-104
Haken


...................................................... 90, 92
Handrem


............................................. 123, 149
Handsfree set


...................................... 224, 265
Hill
s
t

art Assist

...............................

............. 129
Hoedenplank


........................................... 92, 93
Hoofdsteunen verstellen


......................... 50, 52
Hoofdsteunen vóór ........................................ 50
Hulpoproep
................................. 1

08, 199, 200
Identificatie auto .......................................... 197
Identificatiegegevens


.................................. 197
Identificatieplaatjes constructeur


............... 197
Identificatie (stickers)
.................................. 19

7
Indeling voor
................................................. 83
I

nstellen van de uitrustingen
....................... 2

4, 26, 29, 33, 270
Instrumentenpaneel
...................................... 10
jA

C
k-
aansluiting
........................ 2

41, 262, 264
ka

artenhouder

.............................................. 86
ka

artentassen

............................................... 87
ka

artleeslampjes

.................................. 8 0, 170
ka

artleeslampjes achter

...............................80
ken

tekenplaatverlichting
............................ 16

8
ki

lometerteller
............................................... 23ki

nderbeveiliging

................................ 101, 10 6
ki

nderen

...................................... 101, 103, 104
ki

nderen (veiligheid)

................................... 10 6
ki

nderen (veiligheidsvoorzieningen)
..... 9

4-96,
101, 103, 104, 119
H
I
J
K
eco-modus .................................................. 182ec
o-rijden (adviezen) ...................................... 8
el

ectronic b
r
ake Force
Distribution (
e

b
D
)

..................................... 113
el

ectronic s
t
ability Program (
esC
)
......1

6 , 114
el

ektronisch gestuurde versnellingsbak ......... 8
eMyWay


...................................................... 201
Flessenhouder


.............................................. 83
Follow-me-home verlichting
......................... 73
F

ollow-me-home-verlichting

...................72, 73
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
......... 10

7
E
F
DG
Dagrijverlichting .................................... 74 , 16 7
Dagteller ........................................................ 23
Dagteller resetten


......................................... 23
Dashboardkastje
...............................

............84
Dashboardverlichting
.................................... 23
D

ashboardverlichting (dimmer)
.................... 23
D

atum instellen

........................... 24, 26, 29, 33
Dieselmotor


................................... 68, 144, 194
Dimlicht
................................................. 7

0, 16 4
Display instrumentenpaneel


.................10, 128 Gereedschap ..............................................
15
5
Gewichten
...................................19 0, 192, 19 4
Gewichten, overzicht
..................19 0, 192, 19 4
Gordelverstelling


.........................................115
GP
s
.............................................................210
Grootlicht


...............................................70, 165
.
trefwoordenregister

Page 284 of 312

282
C3Picasso_nl_Chap15_index-alpha_ed01-2014
oliefilter ....................................................... 148ol
iefilter (vervangen) ..................................148
ol

ieniveau

............................................. 2 2, 145
ol

iepeilstok
..............................
.............2 2, 145
oli

everbruik
................................................. 14

5
ond

erhoudsadviezen
................................. 14

3
ond

erhoudscontroles

..................................... 8
ond

erhoudsintervalindicator

........................20
ond

erhoudsintervalindicator resetten
.......... 21on

tdooien ...................................................... 42
on

tgrendelen

................................................ 56
op

berglade

................................................... 85
opb

ergvak ..................................................... 83
op

bergvakken

................................... 83, 87, 90
op

schakelindicator

..................................... 128
Panoramadak


................................................ 66
Parfumeur
..................................................... 48
P

arfumeur (element)
..................................... 48
P

arkeerhulp achter
..................................... 13

7
Parkeerlichten
............................... 7

0, 165, 168
Passagiersairbag uitschakelen


..................11 9
Plafonniers


............................................ 8 0, 170
Portieren


....................................................... 62
Portieren openen


.................................... 56, 62
Portieren sluiten


...................................... 56, 62
N
O
P
navigatiesysteem........................207, 208, 215niv
eaus controleren .............................145 -147
niv

eaus en controles

...........................143 -147
no

odbediening achterklep

............................65
no

odbediening portieren
.............................. 64
M

enustructuren display

.............
244, 268, 270
Milieu

.........................................................
8, 59
Milieubewust rijden
......................................... 8
M
istachterlicht

.......................................
71, 16 8
Mistlampen vóór

..............................
71, 75, 166
Monochroom display
.................. 2
58, 268, 270
Motoren

.......................................
19 0, 192, 19 4
Motorenoverzicht

........................
19 0, 192, 19 4
Motorkap

.....................................................
141
Motorkap, openen

.......................................
141
Motorkapsteun
...............................
.............
141
Motorolie
...............
......................................
145
Motorolieniveau, controle

.............................
22
Motorolieniveaumeter

...........................
2 2, 145
Motorruimte

.........................................
143, 14 4
M P3 (CD)

....................................................
261
Multifunctioneel display (met autoradio)

................................
26, 29, 33
Multifunctioneel display (zonder autoradio)

......................................
24
Multimediaspelers

.......................................
236
Lampen (vervangen)


...........................
163, 168
Lampen vervangen
............................. 16

3, 168
Lange voorwerpen vervoeren


......................
89
Lekke band


..................................................
150
Lichtschakelaar
............................................. 70
L

okaliseren van de auto


................................
57
LPG
.......

......................................................
192
Luchtfilter


....................................................
148
Luchtfilter (vervangen)


................................
148
Make-upspiegel


............................................ 84
Matten


........................................................... 86
Mat verwijderen
............................................ 86
L
M
kinderzitjes ......................9 4 - 9 6, 10 0, 101, 105ki
nderzitjes (conventioneel) .......................10 0
kl

embeveiliging

............................................. 60
kl

eurcode lak

.............................................. 197
kl

eurendisplay met
kaartweergave D
t ............................ 2

05, 244
ko

elvloeistofniveau

..................................... 147
ko

fferdeksel sluiten

................................56, 65
ko

ffervloer (verwijderbaar)

.....................90, 91
ko

plampen
...............................
...................163
ko

plampverstelling
....................................... 76k

rik

.............................................................. 155
trefwoordenregister

Page 285 of 312

283
C3Picasso_nl_Chap15_index-alpha_ed01-2014
radio .......................................... 233, 234, 259re
gelmatig onderhoud ...................................8
re

generatie roetfilter

..................................148
rem

bekrachtigingsysteem
......................... 11

3
rem

blokken

................................................ 149
reml

ichten

.................................................. 168
rem

men

...................................................... 149
re

mschijven ................................................ 149
rem

vloeistofniveau
.................................... 14

6
re

servewiel

................................................ 155
ri

chtingaanwijzers

..............................107, 168
ri

jstrookcontrolesystemen

.........................114
ri

sicozones (update)

..................................212
ro

etfilter

.............................................. 147, 148
ru

itbediening

................................................ 60
ru

itbediening resetten

..................................60
ru

itensproeier achter

...................................78
ru

itensproeierreservoir

..............................147
ru

itensproeiers
............................................. 78ru

itensproeiervloeistofniveau

....................147
ru

itenwisser achter

...................................... 78
ru

itenwisserbladen (vervangen)

..........79, 183
ru

itenwisserbladen vervangen
............ 7

9, 183
ru

itenwissers
.......................................... 7

7, 7 9
ru

itenwisserschakelaar
........................... 7

7-79
s

chakelen elektronisch bediende
versnellingsbak


................................. 124, 149
s

chakelen elektronisch bediende
versnellingsbak
........................................ 123
R
S
serienummer auto .............................. ........197sjo
rogen ........................................................ 90
sk

iluik

............................................................ 89
sl

epen van een auto ................................... 18 4
sl

eutel met afstandsbediening
......... 5

6, 57, 59
sn

eeuwkettingen

........................................ 162
sn

elheidsbegrenzer

.................................... 13 3
s

nelheidsregelaar

....................................... 13 5
sn

elmenu's

................................................. 206
spa

arfase

.................................................... 182
sp

iegel naar achterpassagiers

.....................84
sp

raaksynthese

.......................................... 218
s

tartblokkering, elektronische
................ 5

7, 5 9
st

arten van de auto............................... 5 7, 1 2 4
st

ilzetten van de auto ...........................5 7, 1 2 4
st

oelen verstellen

................................... 49, 52
st

oelverwarming

........................................... 51
st

oelverwarming, schakelaars

.....................51
s

top s tart

..........39, 46, 67, 130, 141, 148, 179
st

reaming audio b
l
uetooth

.................240, 267
s

tuurslot

........................................................ 57
st

uurverstelling

............................................. 55
s

tuurwiel (verstellen)

.................................... 55
sy

nchroniseren afstandsbediening

..............58
tafe

ltje
................
........................................... 51
tafe

ltjes

......................................................... 87
tan

kbeveiliging
...............................
..............69
te

chnische gegevens

.................19 0, 192, 19 4
up

daten risicozones

...................................212
u

rgence-oproep

..........................108, 199, 200
u

sb
-
aansluiting

..........................241, 262, 264
USB-box


......................................................262
Veiligheidsgordels


.......................1 0 0 , 115 , 118
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen


........................94-96, 103, 104, 119
Ventilatie
...............

........................8, 40, 41, 43
Ventilatieroosters


..........................................40
Vergrendeling van binnenuit
......................... 63
V

erkeersinformatie (
tA
)
.............2

22, 235, 260
Verkeersinformatie (
tM

C)
..................2

21, 222
Verklikkerlampjes
.................................... 11

, 14
Versnellingsbak, automatische
....................... 8
T
U
V
telefoon .............................................. 224, 228t
e l l e r .............................................................. 10
ti

jd instellen

................................ 24, 26, 29, 33
tM

C (verkeersinformatie)

...........................221
to

erenteller
................................................... 10trek

haak

..................................................... 18 6
.
trefwoordenregister

Page 295 of 312

1
Controle tijdens het rijden
3

De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.


De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.

Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5 seconden het volgende
aan :


De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000 km

Voor beeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5 seconden het volgende
aan:

5 seconden na het aanzetten van het contact,
verdwijnt de sleutel
; de teller geeft de
kilometerstand aan.
5 seconden na het aanzetten van het contact
treedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden
om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.


De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display.








Onderhoudsindicator


Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.

Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor heeft de mate van
ver vuiling van de motorolie ook invloed
op de berekening (volgens land van
bestemming).

Page:   < prev 1-10 11-20