brake sensor CITROEN C4 2021 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 132 of 244

130
Rijden
– U rijdt in een rechte lijn of in een flauwe bocht.
– Uw auto trekt geen aanhanger of caravan enz.
Werkingslimieten



In de volgende gevallen wordt er geen
waarschuwing gegeven:

W
anneer stilstaande objecten (zoals
geparkeerde auto's, vangrails, lantaarnpalen)
aanwezig zijn.


Bij tegemoetkomende voertuigen.



Op kronkelige wegen of bij scherpe bochten.



Bij het inhalen of ingehaald worden door een
erg lang voertuig (zoals een vrachtwagen, bus)
dat wordt gedetecteerd in een dode hoek aan de
achterzijde en dat tegelijkertijd aanwezig is in het
gezichtsveld van de bestuurder

.


Bij een snelle inhaalmanoeuvre.



Bij erg druk verkeer: de voertuigen die voor en
achter worden gedetecteerd, worden aangezien
voor een vrachtwagen of een stilstaand object.



W
anneer de functie Park Assist wordt
ingeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit
waarschuwingslampje op het
instrumentenpaneel gaat branden en wordt er
een melding weergegeven.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onder bepaalde weersomstandigheden
(zoals regen, hagel) werkt het systeem
mogelijk tijdelijk niet goed.
Vooral het rijden op een nat wegdek of het
van een droog wegdek op een nat wegdek
terechtkomen kan tot een vals alarm leiden
(zo kan een wolk waterdruppels in de dode
hoek worden aangezien voor een voertuig).
Let er bij slecht weer en in de winter altijd op
dat de sensoren niet met modder, sneeuw of
ijs bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere voorwerpen op
het gedeelte van de buitenspiegels waar het
waarschuwingsgebied zich bevindt of op de
detectiezones op de voor- en achterbumper,
omdat de dodehoekbewaking dan mogelijk
niet goed werkt.
Active Safety Brake met Collision Risk
Alert en Intelligente
noodremassistentie
Lees voor meer informatie de algemene
adviezen over het gebruik van de
rij- en parkeerhulpsystemen.


Dit systeem:
– waarschuwt de bestuurder wanneer er
een risico bestaat op een aanrijding met een
voorligger, een voetganger of, afhankelijk van de
uitvoering, een fietser.
– vermindert de snelheid van de auto om een
aanrijding te voorkomen of de zwaarte van de
aanrijding te beperken.
De snelheid wordt verlaagd met
maximaal 20 km/h (uitvoeringen met
alleen camera) of met maximaal 50 km/h
(uitvoeringen met camera en radar).
Het systeem houdt tevens rekening met
motorfietsen.
Dit systeem heeft drie functies:
– Collision Risk Alert.

Page 240 of 244

238
Trefwoordenregister
Opschakelindicator 102–103
Overzicht motoren ~ Motorenoverzicht
196
Overzicht van het verbruik

27
Overzicht zekeringen ~
Zekeringentabel

183, 186
P
Park Assist 141
Parkeerhulp achter
135
Parkeerhulp achter met grafische
weergave en geluidssignalen

135
Parkeerhulpsystemen (algemene
adviezen)

107
Parkeerhulp vóór

135
Parkeerhulp zijkant

136
Parkeerlichten

61–62, 62, 181–182
Persoonlijke instellingen

9
Plafonniers

58–59
Portieren

35
Portieren sluiten

31–32, 35
Post Collision Safety Brake

73
Profielen

229
Programmeerbare verwarming

27, 54
Proximity Keyless Entry and Start

30
Pyrotechnische gordelspanners

76
R
Radar (waarschuwingen) 108
Radio
200–202, 223
Radiozender 200–201, 223–224
RDS
201, 223
Recuperatief remmen (vertragen door
remmen op de motor)

100–101
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager,
regeling

51–52
Regeling luchtverdeling ~
Luchtverdeling

51–52
Regelmatige controles ~ Controles

166–167
Regelmatig onderhoud

108, 166, 168
Regeneratie roetfilter

167
Reinigen (adviezen)

148, 171
Rembekrachtigingsysteem

72–73
Remblokken

167
Remlichten

182
Remmen

167
Remmen

101
Remschijven

167
Remvloeistof

165
Reservewiel

167, 173–174, 177
Reservoir ruitensproeiers ~
Ruitensproeierreservoir

166
Resetten
bandenspanningscontrolesysteem

106
Resetten van het traject

23
Richtingaanwijzers

61, 61–62, 181, 181–182
Rijadviezen

7, 88–89
Rijden

88–89
Rijhulpcamera (waarschuwingen)

108
Rijhulpsystemen (algemene adviezen)

107
Rijstanden

101
Rijstrookcontrolesystemen

72
Rijverlichting

60, 63Roetfilter 167
Ruitensproeiers
66
Ruitensproeiers vóór

66
Ruitenwisserbladen (vervangen)

67–68
Ruitenwisserbladen vervangen

67–68
Ruitenwissers

65
Ruitenwisserschakelaar

65–66
Ruitenwissers vóór

66
S
Schakelaar 90–91
Schakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars

44
Schuif-/kanteldak

39–40
SCR (Selective Catalytic Reduction)

20, 168
SCR-systeem

20, 168
Selectiehendel

97, 99–100
Selectiehendel (elektrische auto)

100
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen elektronisch
bediende versnellingsbak

97
Sensoren (waarschuwingen)

108
Serienummer auto

197
Set voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset

173–176
Sfeerverlichting

58
Signalering onoplettendheid

134
Slepen

190–192
Slepen van de auto

190–191
Slepen van een auto

190, 192
Sleutel

28, 30, 33–34