CITROEN C4 CACTUS 2015 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 11 of 328
9
C4-cactus_nl_Chap00c_eco-conduite_ed02-2014
Maak optimaal gebruik van de
versnellingsbak
Als uw auto is voorzien van een handgeschakelde versnellingsbak,
rijd dan rustig weg, schakel zo snel mogelijk de tweede versnelling in
en schakel bij het accelereren bij voorkeur relatief snel over naar een
hogere versnelling.
De schakelindicator adviseert u de versnelling in te schakelen die
het best geschikt is voor de rijomstandigheden: volg het op het
instrumentenpaneel weergegeven schakeladvies zo snel mogelijk op.
Gebruik op slimme wijze de elektrische
voorzieningen
Als bij het instappen blijkt dat de temperatuur in de auto hoog is opgelopen,
open dan alle ruiten en de ventilatieroosters alvorens de airconditioning in te
schakelen.
sl
uit vanaf een snelheid van 50 km/h de ruiten, maar laat de ventilatieroosters
geopend.
Gebruik de voorzieningen in het interieur die de temperatuurstijging kunnen
beperken (blinderingspaneel van het panoramadak, zonneschermen, enz.).
Zet om energie te besparen de temperatuur van de airconditioning niet te laag.
sc
hakel de airconditioning uit zodra de gewenste temperatuur is bereikt
(behalve als de automatische regeling is geselecteerd).
sc
hakel de achterruitver warming en de ontwaseming uit zodra deze niet meer
nodig zijn.
sc
hakel de stoelver warming zo snel mogelijk uit.
schakel de verlichting en het mistachterlicht uit als het zicht voldoende is.
Laat de motor vooral 's winters na het starten niet stationair
warmdraaien, maar rijd zo snel mogelijk weg: uw auto warmt sneller op
als u rijdt.
sl
uit als passagier zo min mogelijk multimedia-apparatuur (DVD-
speler, MP3 -speler, spelcomputer, enz.) op de auto aan om het
elektriciteitsverbruik, en dus het brandstofverbruik, te beperken.
ko
ppel externe apparatuur los als u de auto verlaat.
eco-rijden
Door in de dagelijkse praktijk een aantal aanwijzingen op te volgen kunt u het brandstofverbruik en de Co2-uitstoot van uw auto verminderen.
Als uw auto is voorzien van een elektronisch gestuurde
versnellingsbak, trap dan het gaspedaal niet bruusk of diep in.
Kies voor een soepele rijstijl
Houd afstand van de auto's voor u, rem bij voorkeur af op de motor in
plaats van het rempedaal te gebruiken en trap het gaspedaal geleidelijk
in. Als u deze aanwijzingen naleeft, neemt het brandstofverbruik en de
C o
2-uitstoot af en wordt de geluidsoverlast door het verkeer beperkt.
Als het verkeer goed doorstroomt, gebruik dan vanaf een snelheid van
ongeveer 40
km/h de snelheidsregelaar (indien aanwezig).
.
Eco-rijden
Page 12 of 328
10
C4-cactus_nl_Chap00c_eco-conduite_ed02-2014
Beperk de oorzaken van een hoger
brandstofverbruik
Verdeel het gewicht evenwichtig over de auto: plaats de zwaarste
voor werpen in de bagageruimte, zo dicht mogelijk bij de achterbank.
be
perk de belading en de luchtweerstand (dakdragers, imperiaal,
fietsendrager, aanhanger, enz.) van uw auto. Gebruik liever een
dakkoffer.
Ver wijder na gebruik de dakdragers en het imperiaal.
Vervang na de winter zo snel mogelijk de winterbanden door
zomerbanden.
Houd u aan de onderhoudsvoorschriften
Controleer regelmatig de bandenspanning (bij koude banden), houd u
daarbij aan de bandenspanning die staat vermeld op de sticker op de
portiersponning aan bestuurderszijde.
Controleer de bandenspanning met name:
-
v
oor een lange rit,
-
b
ij de wisseling van de seizoenen,
-
a
ls de auto gedurende langere tijd niet is gebruikt.
Vergeet niet de bandenspanning van het reservewiel en van de wielen
van de aanhanger of de caravan te controleren.
Laat uw auto regelmatig onderhouden (olie verversen, oliefilter,
luchtfilter en interieurfilter vervangen, enz.) en houd u daarbij aan
het in het garantie- en onderhoudsboekje voorgeschreven interval.
Laat bij het tanken het vulpistool niet meer dan drie keer afslaan;
zo voorkomt u dat brandstof uit de tank stroomt.
u
zult bij een nieuwe auto merken dat pas na 3000 km het gemiddelde
brandstofverbruik zich stabiliseert.
Eco-rijden
Page 13 of 328
11
C4-cactus_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2014
Instrumentenpaneel
1. onderhoudsindicator en vervolgens kilometerteller (km of miles).
D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
2.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer. 3. D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
4. I nformatie met betrekking tot de
elektronisch gestuurde versnellingsbak.
Displays
5. schakelindicator. 6. Motorolieniveaumeter.
7.
br
andstofniveaumeter.
1
Controle tijdens het rijden
Page 14 of 328
12
Verklikkerlampjes
Aan de manier van oplichten in
combinatie met de werkingsfase van
de auto valt af te lezen of er sprake is
van een normale situatie of een storing.
bi
j een storing kan het lampje gaan
branden in combinatie met een melding.
ra
adpleeg de volgende tabellen voor
meer informatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder
in het geval van een storing (waarschuwingslampje).Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden de rubriek die betrekking
heeft op dat lampje.
Bijbehorende waarschuwingen
sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding.
Verklikkerlampjes kunnen permanent branden
of knipperen.
Als het contact wordt aangezet, wordt
de weergave van de functies op het
instrumentenpaneel op een dynamische
en geleidelijke manier geactiveerd.
Deze werking is normaal.
Controle tijdens het rijden
Page 15 of 328
13
C4-cactus_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2014
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display.Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
tr
ek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
ra
adpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
1
Controle tijdens het rijden
Page 16 of 328
14
Mistachterlichtpermanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar naar achteren om
het mistachterlicht uit te schakelen.
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
De sleutel staat in de tweede stand
(contact) van het contactslot. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30
seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot
het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet
goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het verklikkerlampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
ra
adpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de handrem.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Controle tijdens het rijden
Page 17 of 328
15
C4-cactus_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2014
Automatische
ruitenwisserspermanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
be
weeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Stop & Star t permanent.
Het stop & st art-systeem heeft de motor
in de stoP -stand gezet (verkeerslicht,
stopbord, opstopping, enz.).Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De
sto
P
-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
stAr
t
-
stand gezet.
ra
adpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de
sto
P
- en st
Ar
t
-
stand de
rubriek "
s
top & s
t
art".
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Airbag
voorpassagie rpermanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "ON".
De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting". Zet de schakelaar in de stand "
OFF" om de
passagiersairbag uit te schakelen.
u
kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting", behalve in het geval van een storing in de
airbags (als het waarschuwingslampje Airbags brandt).
1
Controle tijdens het rijden
Page 18 of 328
16
Airbag
voorpassagier permanent.
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
u
kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in het
airbagsysteem (verklikkerlampje
airbags brandt). Zet de schakelaar in de stand "
ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
be
vestig in dit geval op deze zitplaats een kinderzitje
met de rug in de rijrichting.
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
( CDS/ASR )permanent. De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie CD
s/
A
s
r is
uitgeschakeld.
CD
s
:
dynamische stabiliteitscontrole.
A
s
r
:
antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDs/
As r in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CD
s/
A
s
r wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
na u
itschakelen van het systeem wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50
km/h.
ra
adpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie CD
s/
A
s
r
.
C
ontrolelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.so
ms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding.
Controle tijdens het rijden
Page 19 of 328
17
C4-cactus_nl_Chap01_controle-de-marche_ed02-2014
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een bijbehorende melding wordt
weergegeven.
ra
adpleeg indien nodig het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding. Dit waarschuwingslampje gaat branden
in het geval van een ernstige storing in
het remsysteem, de stuurbekrachtiging,
de elektrische installatie, het
smeersysteem van de motor of het
koelsysteem, of bij een lekke band. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige
plaats, omdat u anders het risico loopt op ernstige
motorschade.
Zet het contact af en raadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Service brandt tijdelijk, in
combinatie met een
melding.
er z
ijn één of meer kleine storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het display.
bep
aalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
ra
adpleeg in andere gevallen, zoals een storing in
het controlesysteem bandenspanning, het CI
tro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding.
er z
ijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp
van de melding op het display en raadpleeg het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is
overschreden.Alleen bij
bl ueHDi uitvoeringen met dieselmotor.
Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
1
Controle tijdens het rijden
Page 20 of 328
18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Zelfdiagnose
motor knippert.
er i
s een storing in het
motormanagementsysteem.
kan
s op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
door een gekwalificeerde werkplaats.
permanent.
er i
s een storing in de
emissieregeling.
Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.raadpleeg het CIt roËn- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Antiblokkeersysteem
(ABS)permanent.er i s een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden.ri
jd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(CDS/ASR) knippert.
De CD
s-
/A
s
r
-
regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip
hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent.
st
oring in het CD
s-
/A
s
r
-
systeem.Laat het systeem controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats.
Remsysteem
permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van CI tro
Ën.
A
ls het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
A
b
s
.
er i
s een storing in de elektronische
remdrukregelaar (
r
e
F
).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het
CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Controle tijdens het rijden