CITROEN C5 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 161 of 333

IX
159
RIJDEN
ELEKTRONISCHGESTUURDE VERING
HYDRACTIVE III +
De vering past zich onmiddellijk au-
tomatisch aan uw rijstijl en het pro-
fi el van de weg aan en zorgt zo voor
een optimaal comfort en een perfec-
te wegligging.
Het veersysteem heeft het voordeel
om afwisselend soepel en stug te
zijn, waardoor een voortdurend sa-
menspel van maximaal comfort en
hoge veiligheid mogelijk is. De ve-
ring verzorgt ook de automatische
wagenhoogteregeling, afhankelijk
van de belading en de rijomstandig-
heden.
Bovendien kunt u met de vering
Hydractive III + kiezen uit twee stan-
den van de vering.
De stand van de vering kan zowel
rijdend als bij stilstaande auto wor-
den gewijzigd door op de toets A
te
drukken.

Weergave op het
instrumentenpaneel
De geselecteerde stand van de ve-
ring wordt weergegeven op het dis-
play van het instrumentenpaneel.

Normale stand
Deze stand zorgt dankzij de
soepele demping voor een
optimaal comfort.
Indien de voor een bepaalde
stand toegestane snelheid
wordt overschreden, keert de auto
automatisch terug naar de normale
wagenhoogte.

Stand SPORT
Deze stand is meer geschikt
voor een dynamische rijstijl.
Het controlelampje van de
bedieningsknop A
gaat
branden en er wordt een
melding weergegeven op het dis-
play van het instrumentenpaneel.
Wanneer de motor wordt afgezet,
blijft de vering in de stand SPORT

staan.



Standen van de wagenhoogte


De wagenhoogte kan alleen bij
draaiende motor versteld worden.

Dankzij de verstelbare wagenhoogte
kunt u elke situatie het hoofd bieden.
Behoudens enkele uitzonderingen
moet altijd in de normale rijstand ge-
reden worden.


)
Druk één keer op een van de be-
dieningsschakelaars.
De verandering van de wagenhoogte
wordt aangegeven door een melding
op het display van het instrumenten-
paneel.

Page 162 of 333

IX
160
RIJDEN

Niet toegestane wagenhoogte
Het display van het instrumentenpaneel
geeft tijdelijk een melding dat de gekozen
wagenhoogte niet mogelijk is.
De wagenhoogte blijft in de toegestane
stand; deze stand wordt op het display van
het instrumentenpaneel aangegeven.


Automatische aanpassing van de
hoogte


- Als op een goed wegdek de wa-
gensnelheid boven de 110 km/uur
uitkomt, wordt de wagenhoogte
automatisch verlaagd. Op een
slechter wegdek of wanneer de
snelheid onder de 90 km/uur zakt,
keert de wagenhoogte automa-
tisch terug in de normale stand.

- Op een slechter wegdek wordt
bij lagere of gemiddelde snelheid
de wagenhoogte automatisch
verhoogd. Zodra de omstan-
digheden het toelaten, keert de
auto terug in de normale stand.

- Wanneer u het contact afzet,
zakt de wagenhoogte naar de
parkeerstand.




Omwille van uw eigen veiligheid is het
verplicht om uw auto met goedgekeurde
blokken of assteunen te stutten, wan-
neer u ingrepen onder de auto verricht.



Normale stand
Indien de voor een bepaalde stand
toegestane snelheid wordt over-
schreden, keert de auto automatisch
terug naar de normale stand.


Laagste stand
Handig bij het in- of uitladen van ba-
gage.
Deze stand wordt gebruikt voor con-
troles in de werkplaats.
Niet gebruiken om mee te rijden (niet
mogelijk bij snelheden > 10 km/h).

Hoogste stand
Niet mogelijk bij snelheden > 10 km/h.
Gebruik deze stand voor het verwis-
selen van een wiel.

Verhoogde stand
Geeft een grotere bodemvrijheid (niet
mogelijk bij snelheden > 40 km/h).
Voor gebruik op slechte wegen en bij
het in- en uitrijden van bijvoorbeeld
een parkeergarage. Rijd in deze
stand altijd met lage snelheid.

Page 163 of 333

X
161
ONDERHOUD

Partners in prestaties en respect
voor het milieu

Innovatie voor nog betere
prestaties
Sinds meer dan 40 jaar ontwikkelen de
Research & Development-teams van TOTAL
voor CITROËN smeermiddelen die geschikt
zijn voor de nieuwste technologieën die in
auto’s van het merk CITROËN worden toe-
gepast, zowel voor wedstrijddoeleinden als
gebruik in het dagelijkse leven.
Zo kunt u rekenen op de beste prestaties
van de motor.

Een optimale bescherming
van uw motor
Het gebruik van TOTAL smeer-
middelen bij het onderhoud van
uw CITROËN zorgt voor een
langere levensduur en betere
prestaties van de motor, waarbij
tevens het milieu wordt geres-
pecteerd.

prefereert

Page 164 of 333

!
162
ONDERHOUD
MOTORKAP

Openen


)
Til de hendel B
op en open de
motorkap.

)
Neem de motorkapsteun C
uit
de houder en klap hem uit om de
steun in de met een gele pijl aan-
gegeven uitsparing D
te kunnen
plaatsen.

)
Bevestig de motorkapsteun in de
uitsparing om de motorkap ge-
opend te houden.

Sluiten



)
Haal de motorkapsteun uit de
uitsparing.

)
Bevestig de motorkapsteun in de
houder.

)
Laat de motorkap zakken en
druk deze aan het einde van de
slag in het slot.

)
Trek aan de motorkap om te
controleren of deze goed is ver-
grendeld.

Als de motor heet is, let dan goed op. De
hendel en de motorkapsteun kunnen in
dat geval ook heet zijn (brand uw han-
den niet).
De plaats van de ontgrendelingshendel
in het interieur zorgt ervoor dat de mo-
torkap niet geopend kan worden als het
portier aan bestuurderszijde is gesloten.
Verricht deze handeling uitsluitend bij
stilstaande auto.
Mijd het openen van de motorkap bij
harde wind.



)
Open het linker voorportier.

)
Trek de hendel A
aan de onder-
zijde van het portierkader naar u
toe.





Schakel het Stop & Start-sy-
steem altijd uit als u hande-
lingen onder de motorkap wilt
uitvoeren, om letsel door het auto-
matisch activeren van de START-
stand te voorkomen.

Page 165 of 333

AFTAPPEN VAN HET
BRANDSTOFFILTER

Afdekkap


Afdekkap verwijderen


Aftappen van water uit het
brandstoffilter
Tap het systeem regelmatig af (bij
elke keer dat de motorolie wordt
ververst).
Draai de aftapplug of de sensor wa-
ter in brandstof aan de onderzijde
van het brandstoffi lter los om het
water weg te laten lopen.
Laat het water geheel weglopen.
Draai vervolgens de aftapplug of
de sensor water in brandstof weer
vast.

HDi 115-, HDi 160- en V6 HDi 240-
motor



)
Trek de afdekkap omhoog om
deze te verwijderen.

HDi 140-motor



)
Verwijder de afdekkap door deze
eerst bij punt 3
los te maken en
vervolgens bij punt 1
en 4

.


)
Maak de kap bij punt 2
los door
deze naar u toe te trekken en
vervolgens op te tillen.
Terugplaatsen


)
Maak de kap als eerste bij punt
2
weer vast.

)
Beweeg de kap omlaag en ge-
lijktijdig naar het midden toe.

)
Maak de kap bij de punten 3
en
4
vast door deze omlaag en iets
naar achteren te drukken.

)
Maak de kap bij punt 1
vast door
deze omlaag te drukken.


ONDERHOUD
163
ONDERHOUD

Page 166 of 333

!
X
BRANDSTOFPECH (DIESEL)


HDi 115-motor



)
Maak de afdekkap los om toe-
gang te krijgen tot de brandstof-
opvoerpomp.




HDi 140- en HDi 160-motor



)
Maak de afdekkap los om toe-
gang te krijgen tot de brandstof-
opvoerpomp.



Ontluchten van het
brandstofcircuit
In geval van brandstofpech:


)
Vul de brandstoftank met mini-
maal 5 liter brandstof en verwij-
der de afdekkap. Bedien ver-
volgens de opvoerpomp tot u
weerstand voelt.

)
Start de motor terwijl u het gas-
pedaal iets intrapt, totdat de mo-
tor loopt.

In de HDi-motoren is veel hoogwaar-
dige technologie toegepast.
Laat werkzaamheden aan deze motoren
daarom altijd over aan het personeel van
het CITROËN-netwerk, dat daar speciaal
voor is opgeleid, of aan een gekwalifi ceer-
de werkplaats die over het benodigde ge-
reedschap beschikt.


V6 HDi 240-motor met elektrische
pomp
In geval van brandstofpech:


)
Zet het contact in de stand M
na-
dat u brandstof hebt bijgevuld en
wacht enkele seconden.

)
Bedien de startmotor tot de mo-
tor aanslaat.
Mocht de auto na meerdere pogin-
gen nog niet aanslaan, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats. Indien de motor niet bij de eerste
poging wil aanslaan, wacht dan vijf-
tien seconden alvorens opnieuw te
starten.
Als de motor na enkele pogingen
nog niet aanslaat, bedien dan op-
nieuw de opvoerpomp en probeer
vervolgens weer te starten.
Geef, terwijl de motor stationair
draait, iets gas om het ontluchten te
voltooien.
ONDERHOUD
164
ONDERHOUD

Page 167 of 333

X
BENZINEMOTOREN
Dit overzicht is een hulpmiddel bij
het controleren van de verschillende
vloeistofniveaus en het vervangen
van bepaalde onderdelen.


1.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.

2.
Reservoir vloeistof stuurbekrachti-
ging of reservoir vloeistof stuurbe-
krachtiging/LHM.

3.
Reservoir koelvloeistof.

4.
Oliepeilstok.

5.
Motorolie (bij)vullen.

6.
Reservoir remvloeistof.

7.
Accu.

8.
Luchtfi lter.
1.6i THP


1.6i VTi

165
ONDERHOUD

Page 168 of 333

X
!
166
ONDERHOUD
Auto's met de 2.0i 16V
-motor
kunnen zijn voorzien van een
conventioneel veersysteem.
In dat geval wijkt het reservoir van
de stuurbekrachtigingsvloeistof af.
2.0i 16V


1.
Reservoir vloeistof ruiten- en
koplampsproeiers.

2.
Reservoir stuurbekrachtigings-
vloeistof of reservoir stuurbe-
krachtigingsvloeistof/LHM.

3.
Koelvloeistofreservoir.

4.
Oliepeilstok.

5.
Motorolie (bij)vullen .

6.
Remvloeistofreservoir.

7.
Accu.

8.
Luchtfi lter.

Page 169 of 333

X
!
167
ONDERHOUD
DIESELMOTOREN
Dit overzicht is een hulpmiddel bij
het controleren van de verschillende
vloeistofniveaus, het vervangen van
bepaalde onderdelen en het ont-
luchten van het brandstofcircuit.


1.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiers.

2.
Reservoir vloeistof stuurbe-
krachtiging of reservoir vloeistof
stuurbekrachtiging/LHM (afhan-
kelijk van de uitvoering).

3.
Reservoir koelvloeistof.

4.
Oliepeilstok.

5.
Motorolie (bij)vullen.

6.
Luchtfi lter.

7.
Reservoir remvloeistof.

8.
Accu.
Het brandstofcircuit staat on-
der hoge druk: werkzaam-
heden aan dit circuit zijn niet
toegestaan.
Auto's met de HDi 140
-motor kun-
nen zijn voorzien van een conven-
tioneel veersysteem. In dat geval
wijkt het reservoir van de stuurbe-
krachtigingsvloeistof af.
HDi 115

/e-HDI 115


HDi 140

Page 170 of 333

X!
168
ONDERHOUD

Motor HDi 160 HDi 200
(met roetfilter)



1.
Reservoir ruiten- en koplamp-
sproeiervloeistof.

2.
Reservoir vloeistof stuurbe-
krachtiging en vering.

3.
Koelvloeistofreservoir.

4.
Oliepeilstok.

5.
(Bij)vullen motorolie.

6.
Luchtfi lter.

7.
Remvloeistofreservoir.

8.
Accu
.

Het brandstofcircuit staat onder
hoge druk:


- Werkzaamheden aan dit circuit
zijn niet toegestaan.

- In de HDi-motoren is veel hoog-
waardige technologie toegepast.
Laat werkzaamheden aan deze mo-
toren daarom altijd over aan het per-
soneel van het CITROËN-netwerk,
dat daar speciaal voor is opgeleid.
HDi 160


HDi 200

Page:   < prev 1-10 ... 121-130 131-140 141-150 151-160 161-170 171-180 181-190 191-200 201-210 ... 340 next >