CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 101 of 324

99Toegang tot de auto











Achterklep


Openen
)Ontgrendel de auto met deafstandsbediening of de sleutel, trekaan de handgreep en trek de achterklep
omhoog.

Sluiten
)
Trek de achterklep omlaag met behulp van
de handgreep aan de binnenzijde.
Als de achterklep niet
goed is gesloten:
-bij draaiende motorgaat het rverklikkerlampje branden in combinatie met een melding
op het multifunctionele display gedurende enkele seconden,
- tijdens het rijden(snelheid hoger dan
10 km/h) gaat het verklikkerlampje branden
in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display gedurende enkele seconden.
Hiermee kan bi
j een lege accu of een eventuelestoring in de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Noodbediening

Ontgrendelen
)
Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen,)
Steek een kleine schroevendraaier in de
opening A
van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.

Page 102 of 324


























Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 50 liter (benzine) of 46 liter (diesel); (Afhankelijk van de uitvoering: ongeveer 30 liter (benzine of diesel)).
Waarschuwing brandstofniveau
Ta n k e n
Op een label aan de binnenzijde van de
tankklep staat de voorgeschreven soor t
brandstof voor uw auto aangegeven.
Voor een juiste weergave van de
brandstofmeter is het raadzaam minimaal5 liter brandstof te tanken.
Zolang de brandstoftankdop niet is vastgedraaid, kan de sleutel niet uit dedop worden verwijderd.Bij het openen van de brandstoftankdop kan een aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is normaal en komt doordat de afdichting van het brandstofcircuit een onderdruk veroorzaakt.
Veilig tanken:)zet altijd de motor af,) open de brandstoftankklep,)
steek de sleutel in de dop en draai de sleutel linksom,
)ver wijder de dop en bevestig deze aan dehaak aan de binnenzijde van de klep, )u kunt de auto aftanken, maar laat het
vulpistool nooit meer dan 3 keer
afslaan
. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden.

Na het tanken: )breng de dop aan,)draai de sleutel naar rechts en verwijder
deze vervolgens uit de dop,
)sluit de brandstoftankklep.
Als dit controlelamp
je gaat branden,is het minimale niveau in de
brandstoftank bereikt. Op het momentdat het lampje gaat branden, bevindt zich nogongeveer 5 liter brandstofin de tank. fGa zo snel mogelijk tanken om te voorkomen
dat u met een lege tank strandt.
Raadpleeg indien u strandt met een lege tank(Diesel) het hoofdstuk "Controles-Niveaus".
Tank nooit als de motor door het Stop& Start-systeem is afgezet; zet indat geval altijd het contact af met de sleutel.

Page 103 of 324

101Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen vanhet type E10 (deze bevatten 10% ethanol) die
voldoen aan de Europese richtlijnen EN 228 enEN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen meteen ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.

Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren

Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloosrijden op biobrandstoffen die aan de huidige
en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn EN 590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden (met een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften striktworden nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke
olie, stookolie ...
) is nadrukkelijk verboden(kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).

Page 104 of 324


*
Volgens land van bestemming.
















Vulpistoolrestrictie * Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om benzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren,
ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die in de tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandsto
ftankdop ver wijder t.
Werking
Wanneer u bij een dieseluitvoering een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit te
gengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus niet getankt kan worden. Probeer in dat geval niet toch te tanken maar kies een dieseltankpistool.
Het vullen van de brandstoftank met behulp van een jerrycan is wel mogelijk. Houd de tuit van de jerrycan rechten druk deze niet tegen de klep van de vulpistoolrestrictie, om ervoor tezorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.

Deze uitrusting zal in de loop van het jaar beschikbaar zijn.



Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tankenvan Diesel per land kunnen verschillen, kan de aanwezigheid van eentankbeveiliging op de auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is. Wij adviseren u daarom voordat u naar het buitenland afreist bij het CITROËN-netwerk te informeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.

Page 105 of 324

103Toegang tot de auto

Page 106 of 324

005
Zicht
In dit hoofdstuk wordt de bediening van de verlichting en de ruitenwissers,
de koplampafstelling en de verschillende interieur verlichtingsfuncties
beschreven, zoals de sfeer verlichting en in het bijzonder deLED-dagrijverlichting waarmee uw auto zich onderscheidt vanalle andere.

Page 107 of 324

Page 108 of 324















Lichtschakelaar Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en inschakelen.
D
e lichtschakelaar heeft verschillende standen
om de zichtbaarheid van de auto en het zicht
van de bestuurder aan te passen aan de
om
geving:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder medeweggebruikers.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke zichtomstandigheden:
- één mistachterlicht om van afstand gezien
te worden,- mistlampen vóór voor nóg beter zicht,
- LED-dagrijverlichting om overdag gezien te
worden.

Aanvullende verlichting

Het verlichtingssysteem heeft verschillende
extra automatische functies, afhankelijk van deuitvoering van uw auto:


- follow-me-homeverlichting,

- automatische verlichting.

Instellingen
Onder bepaalde weersomstandigheden(lage temperatuur, vochtigheid) kan zicheen laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de koplampen.

Page 109 of 324

107
Zicht


Uitvoering zonder automatischeinschakeling




Uitvoering met automatischeinschakeling


Handbediende functies
De lichtschakelaar bestaat uit de ring Aen dehendel B.
Automatische verlichting.
B
. Ver lichtingshendel: trek de hendel naar u
toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of alleen deparkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal geven door de hendel naar u toe te
trekken.
A. Ring voor de selectie van de stand van de
hoofdverlichting: draai aan de ring om hetsymbool van de gewenste stand tegenover
het merkteken te zetten.
Li
chten uit.
Alleen
parkeerlicht.
Dimlicht of
grootlicht.


Controlelampjes

Een controlelampje op het instrumentenpaneelgeeft aan dat de geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht;er is dus geen verband tussen de verlichting
van het instrumentenpaneel en het inschakelen
van de verlichting.

Page 110 of 324

C.Ring voor de selectie van de mistverlichting.
De mistverlichtin
g werkt in combinatie met
dimlicht en grootlicht.
Verdraai rin
g C
: )
één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen, ) twee standen naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen, ) één stand naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen ,) twee standen naar achteren om de
mistlampen voor uit te schakelen.
Uitvoering met mistlampen vóór en mistachterlicht
Vergeten verlichting

Als u het contact afzet, worden alle lichten automatisch uitgeschakeld, behalve als de automatische follow me home-verlichting is geactiveerd.
Als u handmatig de follow me home-verlichting inschakelt terwijlhet contact is afgezet en een van devoorportieren wordt geopend, klinkteen geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt.

Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts, zijn de mistlampen vóór en het mistachterlichtverblindend voor medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Vergeet niet de mistlampen uit te zettenzodra ze niet meer nodig zijn. Mistlampen vóór en mistachterlicht

Als de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en hetparkeerlicht branden. ) Draai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen. Het
parkeerlicht wordt dan ook uitgeschakeld.

Page:   < prev 1-10 ... 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 ... 330 next >