CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 111 of 324

109Zicht
Deze functie zorgt er voor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.

Inschakelen
)Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.)Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de functie uit te schakelen.

Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Handbediende follow me
home-verlichtin
g

Page 112 of 324

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)
Draai de ring Ain de stand "AUTO"
. Hetinschakelen wordt bevestigd door een
melding op het multifunctionele display.

Uitschakelen
)
Draai de ring Ain een andere stand dan de stand "AUTO". Het uitschakelen
wordt bevestigd door een melding op het
multifunctionele display.



Koppeling met de automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow me
home-verlichting aan de automatische verlichtingbiedt de volgende extra mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow me
home-verlichting (15, 30 of 60 seconden)via het configuratiemenu van de auto op
het multifunctionele display (uitgezonderd
monochroom display A waarbij de duur
onveranderlijk is: 60 s),

- automatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichting is ingeschakeld.

Storing

Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden,
wordt dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het multifunctionele display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatischingeschakeld.
Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor, diezich in het midden van de voorruitachter de binnenspiegel bevindt, niet af, aangezien de aan de sensor gekoppelde functies dan niet meer
bediend kunnen worden.

Page 113 of 324

111Zicht





LED-dagrijverlichting
Dagrijverlichting met specifieke lampen die de auto een herkenbare uitstraling geven. Deze
verlichting bestaat uit twee sets van zes LED's die zich in de ver ticale openingen onder iedere
ko
plamp bevinden.

Als de motor wordt gestart, wordt dedagrijverlichting automatisch ingeschakeld als
de lichtschakelaar in de stand "0"of "AUTO"staat.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of grootlichthandmatig of automatisch wordt ingeschakeld,gaat de dagrijverlichting uit.
Voor landen waar het voeren van verlichtingoverdag niet wettelijk verplicht is, kuntu de functie in- of uitschakelen via het configuratiemenu op het multifunctionele
display.





Koplampen
verstellen
Verstel de koplampen afhankelijk van de belading
van uw auto om verblinding van medeweggebruikers
te voorkomen.
0.Alleen bestuurder of bestuurder + voorpassagier.
-. Tussenstand
.1.5 personen.-.
5 personnes + bagage in de koffer. 2. Alleen bestuurder + maximaal toegestane
belading van de koffer. Deze stand voldoet om verblinding van tegenliggers
te voorkomen.
Bij gebruik van een hogere stand wordt de reikwijdte
van de koplamplichtbundel beperkt.
Stand "0": basisinstelling.
Programmeren
In landen waar het wél verplicht isoverdag verlichting te voeren: - is de functie standaard ingeschakeld en kan deze nietworden uitgeschakeld, - branden overdag ook de parkeerlichten en dekentekenplaatverlichting, - wordt de dagrijverlichtinguitgeschakeld zodra het dimlichthandmatig of automatisch wordt ingeschakeld. Bij auto's zonder LED-dagrijverlichtinggaat het dimlicht automatisch branden bij het starten van de motor.

Page 114 of 324

Met behulp van de ruitenwisserschakelaar kunt u de ruitenwissers voor en achter inschakelen
om regen en vuil van de ruit te wissen.
De ruitenwissers voor en achter zorgen
voor een o
ptimaal zicht voor de bestuurder,
ongeacht de weersomstandigheden.








Ruitenwisserschakelaar
Instellen
Afhankelijk van de uitvoering zijn de volgende automatische functies van de ruitenwissers mogelijk:
- automatische werking van de ruitenwissers
vóór,
-
automatisch inschakelen van deruitenwisser achter bij het inschakelen vande achteruitversnelling.



Uitvoering met automatische ruitenwissers
De ruitenwisserschakelaar bestaat uit de hendel A
en de ring B.


Handmatige functies


Ruitenwissers vóór
A. Selecteer de wissnelheid met de hendel:
één keer wissen
(duw de hendel
even omlaag),

automatisch en één keer wissen(zie volgende bladzijde). ho
ge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid
(matige regenval),
interval
(wissnelheid aangepast aan
de wagensnelheid),
u
it,
of


Uitvoering zonder automatisch
wissen

Page 115 of 324

113Zicht
B. Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
Ruitenwisser achter
Schakel de automatische werkingvan de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval of strenge vorst en bij montage van een fietsendrager op de achterklep. Dit kan worden uitgevoerdvia het configuratiemenu van het multifunctionele display. uit,
interval,
wissen en sproeien
(gedurende enige
tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn geactiveerd
op het moment dat u de achteruitversnelling inschakelt, treedt automatisch ook deruitenwisser achter in werking.
Programmeren
Deze functie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd via het configuratiemenu van het
multifunctionele displa
y.
Deze functie is standaard geactiveerd.
Ruitensproeiers voor
Trek de hendel naar u toe: de ruitensproeiers
treden in werking en na enige tijd worden ook
de ruitenwissers ingeschakeld.

Page 116 of 324

vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter debinnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan dehoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel Anaar de stand "AU TO "te bewegen.
Dit wordt bevesti
gd door het branden
van dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel en een meldingop het multifunctionele display.

Uitschakelen

Beweeg de hendel A
omhoog en vervolgens in de stand "0"
om de ruitenwissers handmatig te
bedienen.
Dit wordt bevesti
gd door een
melding op het multifunctionele
display; het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel dooft.
Als het contact meer dan 1 minuut afgezet is geweest, moetde automatische werking van deruitenwissers opnieuw worden geactiveerd door de hendel A
kortomlaag te bewegen.

Page 117 of 324

115
Zicht

Storing

In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Voor een langdurige doeltreffendewerking van de flat-blade ruitenwissersraden wij u aan:


- voorzichtig met de ruitenwissersom te gaan,

- de ruitenwissers regelmatig te reinigen met zeepsop,

- de ruitenwissers niet te gebruiken om een stuk karton op de voorruitte houden,

- de ruitenwissers te ver vangenzodra ze sporen van slijtage gaanvertonen.

Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking vande ruitenwissers uit als de auto wordtgewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers totde voorruit ontdooid is.


Al
s de ruitenwisserschakelaar binnen één
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, gaan de ruitenwissers in de verticalestand staan.Deze stand kan worden gebruikt voor 's wintersparkeren en het ver vangen of het reinigen vande ruitenwisserbladen zonder dat daardoor demotorkap wordt beschadigd.Zet het contact aan en bedien deruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na de werkzaamheden weer in de ruststand tezetten.
Verticale stand van de
ruitenwissers voor

Page 118 of 324

A.PlafonnierB.Kaartleeslampjes











Plafonnier
In deze stand gaat de interieurverlichting geleidelijk branden:


Plafonnier



- als de auto wordt ontgrendeld,

- als de sleutel uit het contact wordt
ver wijderd,

- als een por tier wordt geopend,

- als op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om deauto te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:


- als de auto wordt vergrendeld,

- als het contact wordt aangezet,

- 30 seconden na het sluiten van het laatsteportier.

Permanent uit.
P
ermanent aan.

Als de interieur verlichting permanent is ingeschakeld, blijft deze gedurendeeen bepaalde tijd branden, afhankelijk van de situatie: - bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten, - in de eco-modus: ongeveer 30 seconden, - bij draaiende motor: onbeperkt.



Kaartleeslampjes
)Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.

Page 119 of 324

11 7Zicht








Sfeerverlichting De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.

Inschakelen
Als het buiten donker is, gaan de
beenruimteverlichting en de verlichting van de
opbergruimte in het midden van het dashboard
automatisch branden als de parkeerlichten
worden in
geschakeld.
Uitschakelen
De sfeer verlichting gaat automatisch uit als deparkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden uitgeschakeld met de regelknop van de
dashboardverlichting. ) Druk als de parkeerlichten zijningeschakeld meerdere keren op de linker knop van het instrumentenpaneel om de lichtsterkte van de dashboardverlichting
geleidelijk te verminderen.
) Druk nogmaals op de knop om delichtsterkte tot een minimum te beperken
en de sfeer verlichting uit te schakelen.
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte
wordt geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.





Ver lic ht ing
bagageruimte
De verlichting van de bagageruimte kan verschillende perioden blijven branden:


- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,

- in de eco-modus: ongeveer 30 seconden,

- bij draaiende motor: onbeperkt.

Page 120 of 324

006
Vo or zieningen
In dit hoofdstuk vindt u alle interieur voorzieningen, het dashboardkastje en de middenarmsteun met opbergruimte, de Jack- of USB-aansluiting
voor uw draagbare apparatuur, matten om de bekleding te beschermen,en alle voorzieningen van de bagageruimte.

Page:   < prev 1-10 ... 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 131-140 141-150 151-160 ... 330 next >