sensor CITROEN DS3 2011 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 14 of 324

Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.
Stuurkolomschakelaar autoradio.3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Parfumeur.5.
Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7. Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.9. Zonnesensor.
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Parkeerrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15.
Bovenste en onderste opbergvakken. 16.
MyWay of Autoradio.17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.

Page 67 of 324

65
Comfort











Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning


Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.Zorg er voor dat de aanjagersnelheidvoldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververstwordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur deuitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroostersen overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. )
Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. )
Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiekvervangen (zie het hoofdstuk "Controles"). Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het toegevoegde specialeactieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en eenschoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).)
Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in hetonderhoudsboekje, om het systeem in per fecte staat te houden.)
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.

Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.

Page 87 of 324

85
Comfort





Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende
dag-/nachtstand
Verstellen
)
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.

Dag-/nachtstand
)
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.) Duw het hendeltje naar voren om despiegel terug te zetten in de dagstand.

Dankzi
j een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Automatisch dimmende
binnenspiegel


Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in dedagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.

Om veiligheidsrdenen moeten de speiegels zo zijn ingesteld dat de "dodehoek" zo klein mogelijk is.

Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van eennachtstand waardoor de spiegel donkerder
wordt en de bestuurder minder hinder
onder vindt van de koplampverlichting
van achteropkomend verkeer, zon ...
(antiverblindingsstand).

Page 112 of 324

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)
Draai de ring Ain de stand "AUTO"
. Hetinschakelen wordt bevestigd door een
melding op het multifunctionele display.

Uitschakelen
)
Draai de ring Ain een andere stand dan de stand "AUTO". Het uitschakelen
wordt bevestigd door een melding op het
multifunctionele display.



Koppeling met de automatische follow me home-verlichting

De koppeling van de automatische follow me
home-verlichting aan de automatische verlichtingbiedt de volgende extra mogelijkheden:


- instellen van de duur van de follow me
home-verlichting (15, 30 of 60 seconden)via het configuratiemenu van de auto op
het multifunctionele display (uitgezonderd
monochroom display A waarbij de duur
onveranderlijk is: 60 s),

- automatische inschakeling van de follow
me home-verlichting als de automatische
verlichting is ingeschakeld.

Storing

Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden,
wordt dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het multifunctionele display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatischingeschakeld.
Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor, diezich in het midden van de voorruitachter de binnenspiegel bevindt, niet af, aangezien de aan de sensor gekoppelde functies dan niet meer
bediend kunnen worden.

Page 116 of 324

vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter debinnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan dehoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel Anaar de stand "AU TO "te bewegen.
Dit wordt bevesti
gd door het branden
van dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel en een meldingop het multifunctionele display.

Uitschakelen

Beweeg de hendel A
omhoog en vervolgens in de stand "0"
om de ruitenwissers handmatig te
bedienen.
Dit wordt bevesti
gd door een
melding op het multifunctionele
display; het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel dooft.
Als het contact meer dan 1 minuut afgezet is geweest, moetde automatische werking van deruitenwissers opnieuw worden geactiveerd door de hendel A
kortomlaag te bewegen.

Page 117 of 324

115
Zicht

Storing

In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Voor een langdurige doeltreffendewerking van de flat-blade ruitenwissersraden wij u aan:


- voorzichtig met de ruitenwissersom te gaan,

- de ruitenwissers regelmatig te reinigen met zeepsop,

- de ruitenwissers niet te gebruiken om een stuk karton op de voorruitte houden,

- de ruitenwissers te ver vangenzodra ze sporen van slijtage gaanvertonen.

Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking vande ruitenwissers uit als de auto wordtgewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers totde voorruit ontdooid is.


Al
s de ruitenwisserschakelaar binnen één
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, gaan de ruitenwissers in de verticalestand staan.Deze stand kan worden gebruikt voor 's wintersparkeren en het ver vangen of het reinigen vande ruitenwisserbladen zonder dat daardoor demotorkap wordt beschadigd.Zet het contact aan en bedien deruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na de werkzaamheden weer in de ruststand tezetten.
Verticale stand van de
ruitenwissers voor

Page 150 of 324

Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige aanrijdingen te verbeteren. Ze vormen
een aanvulling op de werking van de
veiligheidsgordels met spanbegrenzers (behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de
frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding gaan deairbags onmiddellijk af om de inzittenden
van de auto (uitgezonderd de middelste passagier achter) te beschermen. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas snel uit de airbags, zodat het zicht niet wordtbelemmerd en de inzittenden de autoeventueel kunnen verlaten,
- bij een minder ernstige aanrijding of eenaanrijding van achteren en in bepaalde gevallen waarbij de auto over de kop slaat,
treden de airbags niet in werking. De
ve
iligheidsgordels zorgen in deze situaties
voor een afdoende bescherming.
De airbags werken alleen als het contact aan is.De airbags werken slechts eenmaal. Als er een tweede aanrijdingplaatsvindt (tijdens hetzelfde of een volgend ongeval), worden de airbagsniet meer opgeblazen.

Registratiezones voor een aanrijding
A.Impactzone vóór.
B.Impactzone opzij.
Het activeren van de airbags gaat gepaard met wat onschadelijke rook eneen knal, als gevolg van de activering van de pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd. De rook is niet schadelijk, maar kan voor personen die hier gevoelig voor zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordtgeproduceerd, kan het gehoor gedurende een kor te periode enigszins verminderen.

Page 175 of 324

173Rijden





Parkeerhulp achter

Dit systeem bestaat uit vier parkeerhulpsensoren die zijn aangebracht in de
achterbumper.
Het s
ysteem waarschuwt de bestuurder voor elk obstakel (persoon, auto, boom, hek, …) dat
zich achter de auto bevindt.
Het systeem waarschuwt echter niet voor objecten die zich direct onder de bumper bevinden. Paaltjes, pionnen bij wegwerkzaamheden of gelijksoortige voor werpen worden waargenomenbij aanvang van de manoeuvre, maar niet meer wanneer de auto te dicht genaderd is.
De parkeerhulp is een hulpmiddelvoor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven en verantwoordelijk is. Het systeem wordt geactiveerd zodra u de
achteruitversnelling inschakelt. Dit wordtaangegeven door een geluidssignaal. Deafstand tot het obstakel wordt aangegeven door:- geluidssignalen die elkaar sneller opvolgen naarmate de de auto dichter bij het obstakel komt, - een grafische weergave (volgens uitvoering)op het multifunctionele display, met blokjes die steeds dichter bij de auto komen.
Inschakelen
Als de achterzijde van de auto minder dan30 centimeter van het obstakel ver wijderd is, is het geluidssignaal continu hoorbaar en verschijnt hetsymbool "Gevaar" op het multifunctionele display.
Het systeem wordt gedeactiveerd als de
versnellingsbak in een andere stand wordt geschakeld.

Page 176 of 324

Instellen
Storing
Als er een storing is opgetreden,
zal bij het achteruitrijden dit
waarschuwingslampje gaan branden op het
instrumentenpaneel in combinatie met een
geluidssignaal (kor t piepje) en een melding op
het multifunctionele display. U kunt het s
ysteem via het configuratiemenu
van het multifunctionele display in- of
uitschakelen. Bij het afzetten van het contact
wor
dt de status van het systeem opgeslagen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
toegang tot het menu van de parkeerhulp,
in het hoofdstuk "Multifunctionele displays"het gedeelte over configuratie / parameters
instellen van de auto dat overeenkomt met het
display in uw auto.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld bij het trekken van eenaanhangwagen of de montage van eenfietsendrager (auto uitgerust met eendoor CITROËN goedgekeurde trekhaak of fietsendrager).
Zorg er voor dat de sensoren in dewinter of bij slecht weer niet bedekt zijn met modder, ijs of sneeuw.

Page 214 of 324

ZekeringAmpèreFuncties
F
820 A Multifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F
930 A
12V- aansluiting, voeding steun por table navigatiesysteem.
F1
015 A Stuurkolomschakelaars.
F1
115 A Contactslot, diagnose-aansluiting, computer automatische
versnellingsbak.
F12 15 A
Regen-
/lichtsensor, trekhaakmodule.
F1
35 A Hoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15 A Computer parkeerhulp, airba
gcomputer,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning, USB
Box, hifi-versterker.
F1
530 A
Vergrendeling.
F1
6- Niet gebruikt.
F1740 A Achterruit- en buitenspiegelver warming.
S
H- Shunt tijdens opslag.

Page:   1-10 11-20 next >