dashboard CITROEN DS3 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 49 of 393

47Controle tijdens het rijden
Black-panelfunctie
Met dit systeem kan de verlichting van
bepaalde displays worden uitgeschakeld voor een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten.
Op het instrumentenpaneel blijft uitsluitend
de wagensnelheid en de informatie van
de snelheidsregelaar/-begrenzer (indien
ingeschakeld) verlicht.
De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld
als er een waarschuwingsmelding wordt
doorgegeven en bij het wijzigen van functies of
instellingen.
Inschakelen
) Druk als de verlichting brandt meerdere keren op de linkerknop van het
instrumentenpaneel om de lichtsterkte
van de dashboardverlichtin
g geleidelijk te
verminderen. ) Druk nogmaals op de knop om delichtsterkte tot het minimumniveau tebeperken en de sfeer verlichting uit teschakelen.
)
Druk nogmaals op de knop om deblack-panelfunctie in te schakelen.

Page 69 of 393

67
Comfort











Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning


Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.Zorg er voor dat de aanjagersnelheidvoldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververstwordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur deuitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroostersen overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. )
Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. )
Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiekvervangen (zie het hoofdstuk "Controles"). Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het toegevoegde specialeactieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en eenschoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).)
Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in hetonderhoudsboekje, om het systeem in per fecte staat te houden.)
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.

Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.

Page 79 of 393

77Comfort








Par fumeur
De parfumeur zorgt voor een aangename geur in de auto en kan met een draaiknop naar wens worden ingesteld. Het geurelement is in verschillendegeuren leverbaar.

De regelknop is geïntegreerd in het dashboard.
Met behulp van deze knop kunt u de sterkte
van de geur instellen.
)Draai de knop naar rechts om de geur in de auto te verspreiden.)Draai de knop naar links om de par fumeur af te sluiten.

Regelknop
Het geurelement kan zeer eenvoudig worden
ver vangen. Vervang, als u de par fumeur voor het eerst gebruikt, het afdekkapje door een geurelement.U kunt het geurelement op elk moment
ver wisselen en buiten de auto bewaren, dankzij
de houder waarmee het element kan wordenafgesloten als het reeds is gebruikt.
Bij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats zijn verschillende geuren leverbaar.
Houd de middelste ventilatieroostersgeopend.
De geursterkte is mede afhankelijk vande instellingen van de ventilatie en de airconditioning.
Geurelement
Gooi het originele element niet weg: dit moet worden gebruikt om het systeem af te sluiten als de geurelementen niet worden gebruikt.
Draai de knop voor een langerelevensduur van het geurelement volledig naar links zodra de sterkte van de geur in het interieur voldoende is.
Voer om veiligheidsredenen handelingen met het geurelementuitsluitend uit bij stilstaande auto.
Haal geurelementen niet uit elkaar.
Probeer noch de par fumeur noch de geurelementen bij te vullen.
Ver mijd elk contact met de huid en met de ogen. Houd de geurelementen buiten hetbereik van kinderen en huisdieren.

Page 96 of 393

Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterijvan de afstandsbediening of een storing in deafstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendelden gelokaliseerd worden. )Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel in het slot. )Synchroniseer vervolgens deafstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk hetCITROËN-netwerk als de storing niet is
verholpen.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
)Zet het contact af. )Zet de sleutel in de stand 2 (Contact).)Druk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbediening.)Zet het contact af en ver wijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.


Batterij ver vangen

Batterij ref.: CR1620 / 3 V.)Wip het huis los door een muntstuk in de
opening te steken en dit ver volgens te
v
erdraaien.)Verwijder de lege batterij.)Schuif de nieuwe batterij in de juiste richting op zijn plaats. )Klik eerst het huis vast en daarna het
verchroomde deel.)Synchroniseer de afstandsbediening.
Als de batterij van de afstandsbedieningleeg is, wordt u gewaarschuwd door
dit waarschuwingslampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en een melding op
het multifunctionele display.
) Klap de sleutel uit.)
Ontgrendel het verchroomde deel door ophet nokje A
te drukken. )
Houd het nokje A
ingedrukt en schuif het
verchroomde deel 45° uit.

Page 121 of 393

119Zicht








Sfeerverlichting De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.

Inschakelen
Als het buiten donker is, gaan de
beenruimteverlichting en de verlichting van de
opbergruimte in het midden van het dashboard
automatisch branden als de parkeerlichten
worden in
geschakeld.
Uitschakelen
De sfeer verlichting gaat automatisch uit als deparkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden uitgeschakeld met de regelknop van de
dashboardverlichting. ) Druk als de parkeerlichten zijningeschakeld meerdere keren op de linker knop van het instrumentenpaneel om de lichtsterkte van de dashboardverlichting
geleidelijk te verminderen.
) Druk nogmaals op de knop om delichtsterkte tot een minimum te beperken
en de sfeer verlichting uit te schakelen.
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte
wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.




Ver lic ht ing
bagageruimte
De brandduur van de bagageruimteverlichting hangt af vande situatie:

- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,

- in de eco-modus: ongeveer 30 seconden,

- bij draaiende motor: onbeperkt.

Page 122 of 393

006
Vo or zieningen
In dit hoofdstuk vindt u alle interieur voorzieningen, het dashboardkastje en de middenarmsteun met opbergruimte, de Jack- of USB-aansluiting
voor uw draagbare apparatuur, matten om de bekleding te beschermen,en alle voorzieningen van de bagageruimte.

Page 124 of 393















Voorzieningen interieur
1.Zonneklep(zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 2.Dashboardkastje met verlichting
(zie de volgende bladzijde voor meer informatie) 3.
Por tier vak4.Bovenste opbergvak5.Onderste opbergvak met antislipmat6.USB-/Jack-aansluitingen(zie de volgende bladzijden voor meer informatie)
7.12V- aansluiting(zie de volgende bladzijden voor meer informatie) 8. Middenarmsteun met opbergruimte(zie de volgende bladzijde voor meer informatie) of

Bekerhouder / Flessenhouder

Page 125 of 393

Voor zieningen
De zonneklep kan zowel omlaag als naar opzijworden geklapt en is voorzien van een make-
upspiegel met verlichting. )Open als het contact aan is het afdekkapje.
De verlichting van de make-upspiegel gaat automatisch branden.
De zonneklep bevat tevens een mogelijkheidvoor het opbergen van pasjes.








Zonneklep









Dashboardkastje
met verlichting
In het dashboardkastje kan een fles
mineraalwater worden opgeborgen.
In het deksel is een speciale ruimte
gecreëerd
voor de boorddocumentatie van de auto. ) Tr e k d e h a n dgreep omhoog om het te
openen.
De verlichting van het dashboardkastje treedt inwerking zodra het wordt geopend.In het dashboardkastje bevindt zich de
schakelaar voor het uitschakelen van de airbag
aan passagierszijde A.
In het dashboardkastje zit een ventilatieopeningB, waar dezelfde lucht uitstroomt als de luchtdie uit de ventilatieroosters in het interieur stroomt.








Middenarmsteun


Opbergvakken
)
Toegang tot het afgesloten opbergvak: til
de handgreep op om het deksel op te tillen.) To egang tot het open opbergvak onder de
armsteun: klap de armsteun in zijn geheel naar achteren.
In deze opbergvakken kunt u draagbare
apparatuur (telefoon, MP3 -speler, ...) opbergen
die op de USB-/Jack-aansluiting kan worden
aangesloten of via de 12V-aansluiting van de
middenconsole kan worden opgeladen. Voor het com
fort en als opbergmogelijkheid
voor de bestuurder en voorpassagier.

Page 153 of 393

151Veiligheid
Frontair bags
De frontairbags beschermen de bestuurder en voorpassagier bij een ernstige frontale
aanrijding, om de kans op hoofd- en borstletsel
te verkleinen.
De bestuurdersairbag is geïntegreerd in het stuur wiel en de passagiersairbag in hetdashboard boven het dashboardkastje.
Activering
Bij een zware frontale aanrijding binnen (een gedeelte van) de impactzone vóór, waarbij
de krachten horizontaal in de lengterichting
van de auto en vanaf de voorzijde richtingde achterzijde op de auto inwerken, gaan de airbags tegelijk af, behalve als de frontairbagaan passagierszijde is uitgeschakeld.
De frontairbag wordt opgeblazen tussenhet dashboard en het bovenlichaam van deinzittende voorin, om te verhinderen dat dezenaar voren wordt geslingerd.

Page 157 of 393

155
Veiligheid
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:

Airbags vóór

Houd het stuur wiel niet aan de spakenvast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten. De voorpassagier mag zijn voeten niet op het dashboard laten rusten.
Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijpbrandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet op.


Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnenworden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zich wenden tot het CITROËN-netwerk (zie hoofdstuk "Praktische informatie -§ Accessoires").
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot ver wondingenaan armen of borstkas. Ga niet onnodig dicht tegen het por tierpaneelzitten.
Windowairbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de windowairbagskunnen leiden tot hoofdletsel.Demonteer nooit de handgrepen van het dak (indien aanwezig); deze maken deel uitvan de bevestiging van de windowairbags.

Maak er een gewoonte van om normaal rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgesteldeautogordel. Zorg dat er zich niets bevindt tussende airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goedewerking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw auto de airbagsystemen controleren. Werkzaamheden aan airbagsystemen mogen uitsluitend door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriftenworden nageleefd, blijft de kans bestaanop letsel of lichte brandwonden aan hethoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt ver volgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >