CITROEN DS3 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 221 of 393

219Praktische informatie
ZekeringAmpèreFuncties
F1230 ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F1
340 AVoeding BSI (+ na contact).
F1
430 AVoeding Valvetronic (VTi)
F15 10
AGrootlicht rechts.
F1
610 AGrootlicht links.
F1715 ADimlicht links.
F1
815 ADimlicht rechts.
F1
915 ALambdasondes en elektrokleppen (VTi), elektrokleppen
(Diesel), EGR-elektroklep (Diesel).
F20 10
APompen, gestuurde thermostaat (VTi), elektroklep nokkenas(THP), sensor water in brandstof (Diesel).
F2
15 AVoeding bediening koelventilator, ABS / ESP, turbopomp (THP).

Page 222 of 393

Overzicht hoofdzekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
MF1*60 A Koelventilator.
MF2*30 A ABS-/ESP-pomp.
MF3 * 30 A ABS-/ESP-elektrokleppen.
MF4 * 60 A
Voeding BSI.
MF5 * 60 A
Voeding BSI.
MF6 * 30 A
Extra koelventilator (THP).
MF7 *80 A
Zekeringkast interieur.
MF
8 *- Niet gebruikt.
*

De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.

Page 223 of 393

221Praktische informatie










Accu Procedure voor het opladen van de accu en het gebruik van een hulpaccu voor het starten van de motor met behulp van startkabels.
De accu bevindt zich in de motorruimte.Toegang tot de accu:
)
open de motorkap met de hendel in het
interieur en deblokkeer vervolgens de
veiligheidshaak via de buitenzijde,) bevestig de motorkapsteun,)
beweeg de kunststof afdekkap van de (+)pool omhoog.


Toegang tot de accu
)
Sluit de rode kabel aan op de (+) pool van de ontladen accu Aen vervolgens op de (+)
pool van de hulpaccu B.


Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels


Na het monteren van de accu door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats duurt heteven voordat het Stop & Star t-systeem weer zal werken, hoe lang dit duur tis afhankelijk van klimatologischeomstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Deze sticker hoort bij het Stop &Start-systeem en geeft aan dat er eenspeciale 12V-loodaccu is gebruikt die alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door een dealer van het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het negeren van deze aanwijzing kaner toe leiden dat de accu vroegtijdig aanver vanging toe is.
)
Sluit de groene of zwar te kabel aan op de(-) pool van de hulpaccu B
. )
Sluit het andere uiteinde van de groene
of zwar te kabel aan op het afzonderlijkemassapunt (-) van uw auto.

Page 224 of 393

)Start de stroomgevende auto. )Stel de startmotor van de auto met
ontladen accu in werking en laat de motor draaien.)Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.



Laden met behulp van een
acculader

Accu's bevatten schadelijke stof fen,zoals zwavelzuur en lood. Accu's moeten volgens de wettelijkevoorschriften worden afgevoerd en mogen in geen geval bij het huisvuilterechtkomen.
Lever lege batterijen en accu's in bijeen speciaal afvalstoffendepot.
)
Volg de aanwijzingen van de fabrikant van de acculader.
Koppel de accu niet los om deze op teladen.
Het aanduwen van een auto met de EGS-versnellingsbak om de motor te starten is niet toegestaan.

Page 225 of 393

223Praktische informatie







Eco-modus
De eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal
30 minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk wordenbeperkt als de accuspanning laag is.
Als de accu ontladen is, kan demotor niet gestart worden (zie de desbetreffende paragraaf).
Als u op het moment dat de eco-moduswordt ingeschakeld aan het telefonerenbent via het audio-/navigatiesysteem MyWay, wordt de verbinding na10 minuten verbroken.
Inschakelen van
de eco-modus
Na deze tijdsduur geeft een melding op het
multifunctionele display aan dat de eco-modusis ingeschakeld. De actieve functies worden in de ruststand gezet.

Uitschakelen van de
eco-modus

Deze functies worden automatisch weer ingeschakeld als de motor gestart wordt. )
Start om de functies direct weer te kunnen gebruiken de motor en laat deze gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid. Deze tijd
zal echter altijd tussen de 5 en 30 minuten bedragen.

Page 226 of 393









Wisserblad vóór of achter vervangen De ruitenwisserbladen kunnen zonder gereedschap worden vervangen.

Voordat u een wisserblad
demonteert
) Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact om de ruitenwissers in de verticale stand te
plaatsen.
Dit is de aanbevolen stand om beschadi
ging
van de ruitenwissers en de motorkap te
v
oorkomen.

Demonteren
)
Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.)
Maak het wisserblad los en ver wijder het.



Monteren
)Controleer bij de ruitenwissers vóór de lengte van het wisserblad, omdat het kortste blad aan de passagierszijde van deauto gemonteerd moet worden. )Breng het nieuwe wisserblad aan en klikhet vast.)Zet de ruitenwisserarm voorzichtig terug.



Na het monteren van een
wisserblad vóó
r
)Zet het contact aan.)Bedien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om deruitenwissers in de ruststand te zetten.







Spaarfase De spaarfase stuur t de elektrische functies vande auto aan om het ontladen van de accu tevoorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies(airconditioning, achterruitver warming, ...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatischingeschakeld zodra de laadtoestand van deaccu dit toelaat.

Page 227 of 393

Praktische informatie





Slepen van uw auto
U kunt uw auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het sleepoog.


Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
)open de achterklep,)til de vloerplaat op,)ver wijder de polystyreen opbergbak, )neem het sleepoog uit de houder.



To egang tot het
gereedschap
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op. Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept. De bestuurder van de auto die wordt gesleept moet achter het stuur blijven zitten. Tijdens het slepen mag geen gebruik worden gemaakt van de autosnelweg. Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;touwen en riemen zijn verboden.Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiginguitgeschakeld.Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf :- bij stranding met de auto op de autosnelweg,- als het niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te ontgrendelen of de handrem los te zetten,- bij takelen met slechts twee wielen op de grond, - bij het ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...

Page 228 of 393

)Maak het klepje in de voorbumper los door
op de onderkant er van te drukken. )Draai het sleepoog vast tot de aanslag. )Bevestig de sleepstang.)Zet de versnellingshendel in de neutraalstand (stand Nbij de
EGS -versnellingsbak of automatische
versnellingsbak).
)Maak het klepje in de achterbumper los
door op de onderkant ervan te drukken.)Draai het sleepoog vast tot de aanslag. )Bevestig de sleepstang.)Schakel de alarmknipperlichten van beideauto's in. )Rijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject beperkt.

Slepen van uw
auto
Sle
pen van een andere auto
Het niet opvolgen van dit advies
kan er toe leiden dat bepaalde onderdelen van het remsysteem of de versnellingsbak beschadigd raken endat de rembekrachtiger na het star ten mogelijk niet meer werkt.
)
Ontgrendel de stuurinrichting door de sleutel in het contact één stand teverdraaien en zet de handrem vrij.)
Schakel de alarmknipperlichten van beide auto's in.)
Rijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.

Page 229 of 393

Praktische informatie





Trekken van een aanhanger, ...


De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van een
aanhanger en een elektrische aansluiting voor
de verlichting en signalering.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Wij raden u aan gebruik te maken van een speciaal door CITROËN getesteen goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats te laten monteren. Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het CITROËN-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd.
Het ri
jden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.

Adviezen


Gewichtsverdeling
)
Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men opgrotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische gegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn.

Zijwind
)
Houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.

Page 230 of 393

De parkeerhulp wordt automatischuitgeschakeld als bij het aankoppelen van een aanhanger een origineleCITROËN-trekhaak wordt gebruikt.

Koeling
Het trekken van een aanhanger op een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistof temperatuur.
D
e koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van het motortoerental.)Pas uw snelheid aan om het toerental tebeperken.Het maximale aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistof temperatuurmeter.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen over verhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.

Banden
)
Controleer de bandenspanning van de auto en de aanhanger en breng deze indien
nodig op de juiste waarde.


Verlichting
)
Controleer de verlichting van de
aanhanger.
) Als het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie methet waarschuwingslampje STOP , Pstop dan zo snel mogelijk en zetde motor af.



Tr e k h a a k R AC I N G
Het is niet mogelijk uw auto uit te rusten met een trekhaak. Door de uitvoeringvan het sportuitlaatsysteem is demontage ervan niet mogelijk.

Page:   < prev 1-10 ... 181-190 191-200 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 ... 400 next >