stop start CITROEN DS3 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 6 of 393

VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
158Parkeerrem
15 9Handgeschakelde 6-versnellingsbak
160Opschakelindicator
161 EGS -versnellingsbak
166Automatischeversnellingsbak
170Stop & Start-systeem
173 Hill Start Assist
174Snelheidsbegrenzer
176 Snelheidsregelaar
178Parkeerhulp achter
142 Richtingaanwijzers
142 Alarmknipperlichten
14 3Claxon
14 3Urgence-oproep of
Assistance-oproep
144 Hulpsystemen bij hetremmen
145 Stabiliteitscontrolesystemen
147 Veiligheidsgordels
150 Airbags
130Kinderzitjes
136 ISOFIX-kinderzitjes
122Voorzieningen interieur
126 Voorzieningen bagageruimte
008008009009006006007007

Page 10 of 393

Buitenzijde
Stickerset voor persoonlijke styling
Deze bestickering maakt deel uit van een
divers gamma aan leverbare stickersets
voor de buitenkant, waarmee u uw auto kunt verfraaien en een persoonlijk tintje kunt geven
Follow me home-verlichtin
Na het afzetten van het contact blijvende koplampen nog enkele seconden
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.

Parkeerhulp achter

Deze functie waarschuwt u tijdens het
achteruitrijden voor obstakels achter de auto.
111
aratieset
ete set, bestaande uit een compressor en een flacon met afdichtmiddel,
kunt u een noodreparatie aan een band uitvoeren.
1
94
Stop & Start-systeem
Dit systeem zet de motor tijdelijk af (STOP-stand) als de auto stilstaat(bij rood licht, opstoppingen enz.). Demotor wordt automatisch weer gesta(START-stand) als u weer weg wiltrijden. Het Stop & Start-systeem zorgvoor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van schadelijke stoffeen een lager geluidsniveau in het interieur tijdens het wachten.
170

Page 13 of 393

11Eerste kennismaking
Cockpit
1.
Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer. 2.Koplampverstelling. 3.Hendel stuurwielverstelling.4.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers.
5. Instrumentenpaneel.
6.Airbag bestuurder.
Claxon. 7. Versnellingspook.8.12V- aansluiting.
USB-/Jack-aansluitingen.9. Schakelaar stoelverwarming.10.Hendel motorkapontgrendeling.11.
Schakelaars buitenspiegels.
Schakelaars ruitbediening. 12. Zekeringkast. 13.Schakelaar Stop & Start-systeem.
Schakelaar elektronischstabiliteitsprogramma (ESP/ASR). 14 .Zijruitontwaseming. 15.Luidspreker (tweeter). 16. Voor r uitont waseming.

Page 20 of 393

Controle tijdens het rijden
Wanneer u het contact aanzet, slaan alle meters uit en keren ver volgens terug naar de
"0"-stand.A. Als het contact wordt aangezet, moeten de
blokjes die het resterende brandstofniveau
weergeven, gaan branden.B.Bij draaiende motor moet hetcontrolelampje laag brandstofniveau uitgaan. C.Als het contact wordt aangezet, moet de
motorolieniveaumeter enkele seconden de melding "OIL OK"
weergeven.
Ga indien nodig tanken of vul olie bij.
Instrumentenpanelen
28, 30
1.Als het contact wordt aangezet,
gaan de oranje en rode controle- en
waarschuwin
gslampjes branden.
2. Bij draaiende motor moeten deze lampjes
weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.


Controlelampjes
32, 37 Het branden van een controlelamp
je geeft aan of
de bijbehorende functie is in- of uitgeschakeld.
A.Uitschakeling ESP/ASR.

Schakelaars

146
B.Uitschakeling Stop & Start-systeem.
17
1

Page 24 of 393

Onder het rijden
Stop & Start-systeem
Overgang naar de STOP-stand van de motor
170
Het controlelamp
je "ECO"
op het
instrumentenpaneel gaat branden en
de motor wordt automatisch afgezet (STOP-stand):
-auto met een handgeschakelde
versnellingsbak : wanneer u bij snelheden lager dan 20 km/h de versnellingsbak inzijn vrij zet en de koppeling loslaat,


Overgang naar de START-standvan de motor

Uit-
/inschakelen

U kunt deze functie op elk willekeurig moment uitschakelen door de schakelaar "ECO OFF"in
te drukken; het controlelampje in de schakelaar gaat branden.
17
1
171
Het systeem wordt automatisch opnieuw ingeschakeld zodra u het contact weer aanzet.

Zet tijdens het tanken en als uhandelingen onder de motorkap wilt uitvoeren, altijd het contact af en neemde sleutel uit het contactslot.
Het controlelampje "ECO"
gaat uit en de
motor wordt automatisch weer gestart:


- auto met een handgeschakelde versnellingsbak:wanneer u het koppelingspedaal helemaal
intrapt,
-auto met een EGS 5- of
6-versnellingsbak: wanneer u bij snelheden lager dan 8 km/h het rempedaal intrapt of deselectiehendel in de stand Nzet.
-
auto met een EGS 5- of
6-versnellingsbak:


wanneer u het rempedaal loslaat terwijlde selectiehendel in de stand Aof Mstaat,


of wanneer u, ter wijl het rempedaal niet
is ingetrapt, de selectiehendel vanuit destand Nin de stand Aof M
zet,


of wanneer u de achteruitversnelling
inschakelt.
Onder bepaalde omstandigheden is de STOP-stand niet beschikbaar; het controlelampje"ECO"knipper t dan een paar seconden engaat vervolgens uit. Onder bepaalde omstandigheden wordt de STA R T- s t a n d a u t o m a t i s c h geactiveerd; het controlelampje "ECO"
knipper t dan een paar
seconden en gaat vervolgens uit.

Page 36 of 393

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen


Voorgloeiendieselmotor

permanent. Het contactslot staat in de tweedestand (Contact). Wacht met star ten tot het controlelampje uitgaat.
De wachttijd is afhankelijk van de
weersomstandigheden (in extreme gevallen
30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact
af. Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw
tot het lamp
je uitgaat voordat u de motor start.
Handrem

permanent. De handrem is aangetrokken of nietgoed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat;
trap het rempedaal in.
Houd u aan de veili
gheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer informatieover de handrem.


Stop & Startpermanent. Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de STOP-stand
gezet(verkeerslicht, stopbord,
opstopping, enz.).
Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden.
kni
ppert enkeleseconden en gaat dan uit.De
STOP-stand is nu nietbeschikbaar.of
De motor wordt automatisch in de STA R T- s t a n d geschakeld. Raadplee
g het hoofdstuk "Rijden - § Stop & Start-systeem" voor bijzonderheden van de Stop- enStart-stand.

Page 50 of 393

Boordcomputer
Monochroom display A
Weergave van de informatie
)Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om de verschillende informatie van de
boordcomputer weer te geven.
De boordcomputer kan de volgende informatie
weergeven:


- actieradius,

- momenteel brandsto
fverbruik,

- de teller van het
Stop & Start-systeem,

- a
fgelegde afstand,

-
gemiddeld brandstofverbruik,
-
gemiddelde snelheid.
)Druk nogmaals op de toets om terug tekeren naar de oorspronkelijke weergave.
De boordcomputer
geeft actuele informatie over het rijden (actieradius, brandstofverbruik...).


Op 0 stellen
)Druk langer dan 2 seconden op de toets
om de afgelegde afstand, het gemiddelde
brandstofverbruik en de gemiddelde snelheid op 0 te zetten.

Page 51 of 393

49Controle tijdens het rijden





Monochroom display C


Weergave van de informatie
)Druk herhaaldelijk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaarom de verschillende standen van de
boordcomputer weer te geven:- D
e momentele informatie:

actieradius,

momenteel
brandstofverbruik,

nog af te leggen afstand
of de teller van het Stop & Start-systeem.

- Het tra
ject "1":

afgelegde afstand,

gemiddeld
brandstofverbruik,

gemiddelde snelheid
voor het eerste traject.
-
Het traject "2":●
afgelegde afstand,

gemiddeld
brandstofverbruik,

gemiddelde snelheid
voor het tweede traject.
) Druk nogmaals op de toets om terug te keren naar het vorige scherm.


Kleurendisplay 16 x 9 (MyWay)


Tr aject op nul zetten
)
Druk de knop op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar langer dan
2 seconden in zodra het gewenste
traject wordt aangegeven.
De trajecten "1"
en "2"
zijn onafhankelijk en
hebben dezelfde eigenschappen.
Traject "1"
kan bijvoorbeeld gebruikt worden
voor een dagelijks verbruik en traject "2"voor een maandelijks verbruik.

Page 52 of 393

Enkele definities...

Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, berekend op basis
van het gemiddelde verbruik over de laatsteafgelegde kilometers.
Momenteel verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde brandstofverbruik over de laatste seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)Dit is het gemiddelde
verbruik sinds de laatste nulstelling van de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph) Dit is de gemiddelde snelheid sinds
de laatste nulstelling van de boordcomputer
(contact aan).


Afgelegde afstand
(km of miles)
Deze afstand wordt
berekend sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer.
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of uren/minuten) Als uw auto is uitgerust met Stop & Star t,
registreert een teller hoelang deSTOP-stand tijdens een traject is geactiveerd. De teller wordt, elke keer als u het contact met de sleutel aanzet, weer op nul gezet.

Deze waarde kan variëren door een gewijzigde rijstijl of het rijden op een helling, waardoor het momentelebrandstofverbruik aanzienlijk kanwijzigen.

Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden de streepjes continu worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weergegevenbij snelheden vanaf 30 km/h.

Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de actieradius opnieuw berekend en weergegeven als deze meer dan 100 km bedraagt.
Nog af te leggenafstand
(km of mijlen)
Dit is de nog af te leggen afstand tot de eindbestemming. Deze afstand kan door degebruiker worden ingevoerd.
Als de afstand niet wordt ingevoerd,
verschijnen er streepjes in plaats van cijfers.

Page 75 of 393

73Comfort

















Automatische airconditioning
De airconditioning werkt bij draaiende motor en, bij auto’s met een Stop & Start-systeem, ook in de STOP-stand.


Automatische werking


1. Automatisch programma
Comfort
Druk op de toets “AU TO”.Het symbool “AUTO”
wordt
weergegeven.

Het is raadzaam deze stand te gebruiken:het systeem regelt de temperatuur, de
luchtopbrengst, de luchtverdeling naar de luchtroosters en de luchtrecirculatie
automatisch en optimaal aan de hand van de
door u in
gestelde waarde.Het systeem kan tijdens alle seizoenen effectief gebruikt worden, mits de ruiten zijn gesloten.
Met het oog op uw comfor t wordende instellingen van de airconditioningde volgende keer dat de auto wordt gestart, gehandhaafd. Om bij koude motor de toevoer vankoude lucht te beperken, wordt deventilatie geleidelijk op het optimale niveau gebracht.
2. Temperatuurregeling
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfor tniveau en niet op de werkelijke temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit.
Als de temperatuur in de auto bij het instappen veel lager of hoger is dan de ingestelde waarde, heefthet geen zin om voor een optimaletemperatuur de ingestelde waarde tewijzigen. Het systeem compenseer t automatisch en zo snel mogelijk het temperatuurverschil.
Druk o
p de toetsen " "en "
"omdeze waarde te wijzigen. Instellingop ongeveer 21biedt een optimaalcomfor t. Desgewenst kunt u een
andere waarde instellen, waarbijhet raadzaam is deze niet lager dan
18 en niet hoger dan 24 in te stellen.

3. Automatisch programma Zicht
In sommige gevallen kan het
automatisch programma Comfort niet
toereikend blijken om de voorruit en
zijruiten snel condens- en ijsvrij te
maken (vocht, veel inzittenden, vorst...).
Kies dan het automatisch programma Zicht. Het controlelampje in de toets 3gaat branden.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning en de luchtopbrengst en zorgt
voor een optimale luchttoevoer naar de voorruit
en zijruiten. De luchtrecirculatie 5wordt door het systeem automatisch uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets 3
of op “AUTO”
omdit programma af te sluiten. Het controlelampje
in de toets gaat uit en het symbool “AUTO”wordt weergegeven.
Bij auto’s met een Stop & Star t-systeem geldt dat zolang de voorruitontwaseming in werking is, deSTOP-functie niet beschikbaar is.

Page:   1-10 11-20 21-30 next >