CITROEN DS3 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 81 of 356

79Comfort








Vo or stoelen
De zitting, de rugleuning en de hoofdsteun zijn verstelbaar voor een optimale zitpositie.

Handmatig verstellen

Verstelling in lengterichting
)Til de beugel op en schuif de stoel in degewenste stand.
Hoogteverstelling
)
Trek de hendel omhoog of duw deze
omlaag tot de gewenste stand bereikt is.

Rugleuningverstelling
)
Duw de handgreep naar achteren.

Page 82 of 356

Aanvullende instellingen
Hoogteverstelling hoofdsteun
)Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger
te zetten.)Druk op de pal A
en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te ver wijderen.)Steek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in de openingen van de rugleuning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft. )Druk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun om deze lager te zetten.

Voor de veiligheid is het frame van de hoofdsteun gekarteld om te voorkomen dat de hoofdsteun zakt in het geval vaneen aanrijding.De juiste stand van de hoofdsteun isals de bovenzijde van de hoofdsteunzich ter hoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn ver wijderd. De hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.

Bediening stoelverwarming

Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar. )Met de draaiknop naast de voorstoel kan
de stoelverwarming ingeschakeld wordenen kan een ver warmingsstand worden geselecteerd: 0
: Uit. 1: Laag.2
: Gemiddeld.
3
: Hoog.

Page 83 of 356

81Comfort
Toegang tot de achterbank
)Trek de hendel omhoog om de rugleuningnaar voren te klappen en schuif de stoel
vooruit.
Zorg ervoor dat het terugschuivenvan de stoel in de oorspronkelijke stand niet wordt gehinderd; dezestand is noodzakelijk om de stoel te vergrendelen in de lengterichting. Let erop dat de gordel volledig isopgerold, zodat de achterpassagiersongehinderd kunnen in- en uitstappen.


Handgreep

De ergonomische handgreep in de zijbekleding
heeft de volgende functies:


- houvast voor de achterpassagiers op de
buitenste zitplaatsen tijdens het rijden,

- houvast voor de achterpassagiers bij hetinstappen,

- houvast voor de achterpassagiers bij het
uitstappen.


Lukt dit niet, duw dan gelijktijdig dehendel voor de rugleuningverstelling (onder aan de rugleuning) en de rugleuning zelf naar achteren.

Gebruik uitsluitend de desbetreffende hendel aan de bovenzijde van de rugleuning.
)
Duw de rugleuning naar achteren om de stoel weer in de oorspronkelijke stand tezetten.

Page 84 of 356















Voorstoelen RACING U kunt de zitting en de rugleuning verstellen voor een optimale zitpositie.
Handmatig verstellen
Verstelling in lengterichting
)Til de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren.


Hoogteverstelling
)
Trek de hendel omhoog om de stoel te
verhogen of duw deze omlaag om de stoel
te verlagen, totdat de gewenste standbereikt is.


Rugleuningverstelling
)Duw de handgreep naar achteren en kantelde stoel naar voren of naar achteren.

Page 85 of 356

83Comfort
Aanvullende instellingen


To egang tot de achterbank )Tr e k d e h a n dgreep naar voren om derugleuning naar voren te klappen en schuif de stoel vooruit.
Als de stoel wordt teruggeduwd, komt dezeautomatisch weer in de oorspronkelijke stand terug.
Handgreep
De ergonomische handgreep boven aan dezijbekleding heeft de volgende functies:
- houvast voor de achterpassagiers op debuitenste zitplaatsen tijdens het rijden,
- houvast voor de achterpassagiers bij het instappen,
- houvast voor de achterpassagiers bij het uitstappen.

Zorg er voor dat het terugschuiven in de oorspronkelijke stand niet wordtverhinderd; deze stand is noodzakelijkom de stoel te vergrendelen in de lengterichting.
Let erop dat de autogordel niet blokkeert om de toegang tot de
achterbank niet te belemmeren.

Page 86 of 356











Achterbank
)Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.)Houd de veiligheidsgordel naast derugleuning. )Zet de hoofdsteunen in de laagste stand.
Neerklappen van de rugleuning van de achterbank
)
Trek de hendel 1
naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen. )
Klap de rugleuning 2op de zitting.

)Zet de rugleuning 2
rechtop en vergrendel deze.)Controleer of de rode markering bij dehendel 1
niet meer zichtbaar is.

Terugplaatsen van de
rugleuning van de achterbank

Let erop dat bij het terugplaatsen van de rugleuning van de achterbank deveiligheidsgordels niet klem komen te zitten.

Page 87 of 356

85
Comfort
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand (hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen ook worden
ver wijderd.Verwijderen van een hoofdsteun: )ontgrendel de rugleuning met de hendel 1,)kantel de rugleuning 2 enigszins naar
voren, )trek de hoofdsteun omhoog tot aan deaanslag, )druk vervolgens de pal A in.


Hoofdsteunen achter

Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijnver wijderd; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.









Stuurwielverstelling
)Zorg dat de auto stilstaat
en trek aan de hendel om het stuur wiel te ontgrendelen.)
Verstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.) Druk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om veiligheidsredenen uitsluitend uit bijstilstaande auto.

Page 88 of 356






Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle straat.
Ontwaseming - ontdooiing
Als uw auto voorzien is vanspiegelver warming, kunt u deze inschakelen door bij draaiendemotor op de toets van deachterruitverwarming te drukken (zie paragraaf “Ontwaseming - Ontdooiing achterruit”).

Verstellen
)
Zet de knop A
naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren. ) Duw de knop B
in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen. )
Zet de knop A
weer in het midden.
Buitenspiegels
De waargenomen objecten in de buitenspiegels lijken verder af dan ze in gjgj
werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening wordengehouden om de afstand ten opzichtegg
van achteropkomend verkeer goed inte schatten.




Inklappen
)Van buitenaf: vergrendel de auto met deafstandsbediening of de sleutel. )Vanuit het interieur: trek bij aangezetcontact de schakelaar Avanuit de middelste stand naar achteren.


Uitklappen
)Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel. )Vanuit het interieur: trek bij aangezetcontact de schakelaar Avanuit de middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulpvan de schakelaar A, worden ze niet automatischuitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Treknogmaals de schakelaar A
naar achteren om deAbuitenspiegels uit te klappen.

Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan wordengedeactiveerd door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats.
Klap de elektrisch bediende spiegels nooit handmatig in of uit.

Page 89 of 356

87
Comfort





Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Verstellen
)
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.

Dag-/nachtstand
)
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.) Duw het hendeltje naar voren om despiegel terug te zetten in de dagstand.

Dankzi
j een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Automatisch dimmende binnenspiegel


Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in dedagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.

Om veiligheidsrdenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.

Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van eennachtstand waardoor de spiegel donkerder
wordt en de bestuurder minder hinder
onder vindt van de koplampverlichting
van achteropkomend verkeer, zon ...
(antiverblindingsstand).

Page 90 of 356

004
Toegang tot de auto
Dit hoofdstuk behandelt de werking van uw afstandsbediening, de elektrische ruitbediening, het centraal vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren en de achterklep en de toegang tot de brandstoftank.

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 121-130 ... 360 next >