sensor CITROEN DS3 2014 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 14 of 356

Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.
Stuurkolomschakelaar autoradio.3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Parfumeur.5.
Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7. Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.9. Zonnesensor.
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Handrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15.
Bovenste en onderste opbergvakken. 16.
Autoradio of eMyWay. 17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.

Page 69 of 356

67
Comfort











Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en


Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.Zorg er voor dat de aanjagersnelheidvoldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververstwordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
airconditioning
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur deuitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroostersen overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven.)
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. )
Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in per fecte staat te houden. )
Controleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiekver vangen. Wij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde specialeactieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en eenschoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).)
Laat om de perfecte werking van de airconditioning te garanderen het systeemregelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.)
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.

Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.

Page 89 of 356

87
Comfort





Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende dag-/nachtstand
Verstellen
)
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.

Dag-/nachtstand
)
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.) Duw het hendeltje naar voren om despiegel terug te zetten in de dagstand.

Dankzi
j een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Automatisch dimmende binnenspiegel


Zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in dedagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.

Om veiligheidsrdenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.

Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter de auto.
De binnenspiegel is voorzien van eennachtstand waardoor de spiegel donkerder
wordt en de bestuurder minder hinder
onder vindt van de koplampverlichting
van achteropkomend verkeer, zon ...
(antiverblindingsstand).

Page 114 of 356

automatisch ingeschakeld als de lichtsterkte
van de omgeving onvoldoende is of in
bepaalde gevallen dat de ruitenwissers worden
ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer voldoende is
of nadat het wissen is gestopt.
Automatische verlichting
Inschakelen
)
Draai de ring in de stand "AU TO "
. Het inschakelen wordt bevestigd door een
melding op het display.


Uitschakelen
)
Draai de ring in een andere stand dan destand "AUTO"
. Het uitschakelen wordt
bevestigd door een melding op het display.



Gekoppeld aan de automatische follow me home verlichting

De koppeling van de automatische follow
me home verlichting aan de automatische
verlichting biedt de volgende extra
mogelijkheden:


- keuze van de duur van de follow me home
verlichting (15, 30 of 60 seconden) via de
instellingen in het configuratiemenu van de
auto (uitgezonderd monochroom display A
waarbi
j de duur onveranderlijk is: 60 s),

- automatische inschakeling van de follow
me home verlichting als de automatische
verlichting is ingeschakeld.

Storing

Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden,
wordt dit pictogram weergegeven op het
instrumentenpaneel en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie met een geluidssignaal.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.

Als de lichtsensor bij mist of sneeuwvoldoende licht waarneemt, wordt de verlichting niet automatischingeschakeld.
Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor, diezich in het midden van de voorruitachter de binnenspiegel bevindt, niet af, aangezien de aan de sensor gekoppelde functies dan niet meer
bediend kunnen worden.

Page 118 of 356

Automatische ruitenwissers
vóór
De ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de sensor achter debinnenspiegel regen detecteert. De snelheid
van de ruitenwissers wordt aangepast aan dehoeveelheid neerslag.
Inschakelen
Dit gebeurt handmatig door de hendel Anaar de stand "AU TO "te bewegen.
Dit wordt bevesti
gd door het branden
van dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel en een meldingop het multifunctionele display.

Uitschakelen

Beweeg de hendel A
omhoog en vervolgens in de stand "0"
om de ruitenwissers handmatig te
bedienen.
Dit wordt bevesti
gd door een melding op het multifunctionele
display; het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel dooft.
Als het contact meer dan 1 minuut afgezet is geweest, moet de automatische werking van de ruitenwissers opnieuw worden geactiveerd door de hendel A
kort omlaag te bewegen. A

Page 119 of 356

11 7Zicht

Storing
In het geval van een storing in de automatische
werking van de ruitenwissers werken deze in de intervalstand.
Laat het systeem controleren door hetCITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de ruitenwissers na de werkzaamheden weer in de ruststandte zetten. Voor een langdurige doeltreffende werking van de flat-blade ruitenwissers raden wij u aan:


- voorzichtig met de ruitenwissers om te gaan,

- de ruitenwissers regelmatig te reinigenmet zeepsop,

- de ruitenwissers niet te gebruiken om een stuk karton op de voorruit te houden,

- de ruitenwissers te ver vangen zodra zesporen van slijtage gaan ver tonen.

Dek de regensensor, die zich gecombineerd met de lichtsensor in het midden van de voorruit achter debinnenspiegel bevindt, niet af. Schakel de automatische werking vande ruitenwissers uit als de auto wordtgewassen in een wasstraat.
Wacht 's winters met het inschakelen van de automatische ruitenwissers totde voorruit ontdooid is.


Al
s de ruitenwisserschakelaar binnen één
minuut nadat het contact is afgezet wordt
bediend, gaan de ruitenwissers in de verticalestand staan.Deze stand kan worden gebruikt voor 's wintersparkeren en het ver vangen of het reinigen vande ruitenwisserbladen zonder dat daardoor demotorkap wordt beschadigd.
Verticale stand van de
ruitenwissers voor

Page 156 of 356

Airbags
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvu
lling op de werking vande veiligheidsgordels met spanbegrenzers (behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de
frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
- bij een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af om de inzittenden van de auto (uitgezonderd de middelste passagier achter) te helpen beschermen. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas snel uit de airbags, zodat het zicht niet wordtbelemmerd en de inzittenden de autoeventueel kunnen verlaten,
- bij een minder ernstige aanrijding of eenaanrijding van achteren en in bepaalde gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in dezesituaties voldoende te beschermen.
De airbags werken alleen als het contact aan is.De airbags werken slechts eenmaal. Als er een tweede aanrijdingplaatsvindt (tijdens hetzelfde of een volgend ongeval), worden de airbagsniet meer opgeblazen.

Registratiezones voor een aanrijding
A.Impactzone vóór.
B.Impactzone opzij.
Het activeren van de airbags gaat gepaard met wat rook en een knal, als gevolg van de activering vande pyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan voor personen die hier gevoelig voor zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordtgeproduceerd, kan het gehoor gedurende een kor te periode enigszins verminderen.

Page 184 of 356






Parkeerhulp achter
Dit systeem bestaat uit vier parkeerhulpsensoren die zijn aangebracht in deachterbumper.
Het systeem waarschuwt de bestuurder voor elk obstakel (persoon, auto, boom, hek, …) dat
zich achter de auto bevindt.
Het systeem waarschuwt echter niet voor objecten die zich direct onder de bumper bevinden. Paaltjes, pionnen bij wegwerkzaamheden of gelijksoortige voor werpen worden waargenomenbij aanvang van de manoeuvre, maar niet meer wanneer de auto te dicht genaderd is.
De parkeerhulp is een hulpmiddelvoor de bestuurder die desondanks waakzaam moet blijven en verantwoordelijk is. Het systeem wordt geactiveerd zodra u de
achteruitversnelling inschakelt. Dit wordt
aangegeven door een geluidssignaal. De
a
fstand tot het obstakel wordt aangegeven door:


- geluidssignalen die elkaar sneller opvolgen
naarmate de de auto dichter bij het obstakel
komt,

- een grafische weergave (volgens uitvoering) op het multifunctionele display, met blokjes
die steeds dichter bij de auto komen.


Inschakelen
Als de achterzijde van de auto minder dan 30 centimeter van het obstakel ver wijderd is, is het
geluidssignaal continu hoorbaar en verschijnt het
symbool "Gevaar" op het multifunctionele display.
Het systeem wordt gedeactiveerd als de
versnellingsbak in een andere stand wordt geschakeld.

Page 185 of 356

183Rijden

Instellen Storing
Als er een storing is opgetreden,
zal bij het achteruitrijden ditwaarschuwingslampje gaan branden op het instrumentenpaneel in combinatie met eengeluidssignaal (kor t piepje) en een melding op U kunt het s
ysteem via het configuratiemenu
van het multifunctionele display in- of
uitschakelen. Bij het afzetten van het contact
wor
dt de status van het systeem opgeslagen.
Raadpleeg, voor meer informatie over de
toegang tot het menu van de parkeerhulp
de rubriek "Configuratie van de auto" of
"Parameters van de auto" die overeenkomt met het multifunctionele display in uw auto.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld bij het trekken van een aanhangwagen of de montage van eenfietsendrager (auto uitgerust met eendoor CITROËN goedgekeurde trekhaak of fietsendrager).
het multifunctionele display. Zorg ervoor dat de sensoren in dewinter of bij slecht weer niet bedekt zijnmet modder, ijs of sneeuw.

Page 225 of 356

223Praktische informatie
ZekeringAmpèreFuncties
F
820 AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/navigatiesysteem, alarmcomputer, sirene inbraakalarm.
F
930 A12V- aansluiting, voeding steun por table navigatiesysteem.
F10 15
AStuurkolomschakelaars.
F1
115 AContactslot, diagnose-aansluiting, computer automatische
versnellingsbak.
F1
215 ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F1
35 AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F1415 AComputer parkeerhulp, airbagcomputer,
instrumentenpaneel, automatische airconditioning, USB Box, hifi-versterker.
F15
30 AVergrendeling.
F1
6-Niet gebruikt.
F1740 A Achterruit- en buitenspiegelver warming.
S
H-Shunt tijdens opslag.

Page:   1-10 11-20 next >