sensor CITROEN DS3 2017 Instructieboekjes (in Dutch)
Page 159 of 521
157
DS3_nl_Chap06_securite_ed02-2015
Active City Brake
Active City Brake is een rijhulpfunctie die
beoogt een frontale aanrijding te voorkomen
of de snelheid van een frontale aanrijding te
verminderen wanneer de bestuurder niet of
onvoldoende ingrijpt (onvoldoende intrappen
van het rempedaal).Dit systeem is ontwikkeld om de
veiligheid te verbeteren.
De bestuurder moet zelf altijd het
verkeer in de gaten blijven houden
en de afstand tot en de snelheid
van andere weggebruikers blijven
inschatten.
Active City Brake is slechts een
hulpsysteem; de bestuurder moet altijd
attent blijven.
Bekijk de lasersensor nooit met een
optisch instrument (vergrootglas,
microscoop enz.) op een afstand van
minder dan 10
cm: kans op oogletsel.
Dit automatische noodremsysteem remt later
af dan de bestuurder normaal gesproken zou
doen. Het systeem grijpt dus alleen in als de
kans op een aanrijding groot is.
Werkingsprincipe
Dit systeem detecteert met een lasersensor
boven aan de voorruit voertuigen die in
dezelfde richting rijden of die vóór de auto
stilstaan.
Indien noodzakelijk remt de auto automatisch
af om een aanrijding met de voorligger te
voorkomen.
Voorwaarden voor activering
Active City Brake werkt als aan de volgende
voorwaarden wordt voldaan:
●
h
et contact is aangezet,
●
d
e auto rijdt vooruit,
●
d
e snelheid ligt tussen ongeveer 5 en
30
km/h,
●
d
e remhulpsystemen (ABS, EBD, BAS)
zijn niet defect,
●
d
e stabiliteitscontrolesystemen (ASR, ESP)
zijn niet uitgeschakeld of defect,
●
d
e auto maakt geen scherpe bocht,
●
h
et systeem is de laatste 10 seconden niet
in werking getreden.
Veiligheid
Page 162 of 521
DS3_nl_Chap06_securite_ed02-2015
Storingen
Als de voorruit ter hoogte van de
sensor beschadigd is, schakel het
systeem dan uit en neem contact op
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om de
voorruit te laten vervangen.
Ver wijder de sensor niet, stel de sensor niet af
en test de sensor niet.
Werkzaamheden aan de sensor mogen
alleen door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Bij het trekken van een aanhanger of
als uw auto wordt gesleept, moet het
systeem worden uitgeschakeld.
Plak of bevestig geen voor werpen op
de voorruit vóór de sensor.
Storing van de sensor
De werking van de lasersensor kan worden
gehinderd door vuil op de voorruit of door het
beslaan van de voorruit. In dat geval wordt een
melding weergegeven om u te waarschuwen.
Schakel de voorruitontwaseming in en reinig de
voorruit ter hoogte van de sensor regelmatig.
Storing van het systeem
Bij een storing van het systeem wordt u door
een geluidssignaal en de weergave van de
melding "Storing automatisch remsysteem"
gewaarschuwd.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onder zeer slechte
weersomstandigheden (zware
regenval, sneeuw, mist, hagel enz.)
neemt de remweg toe waardoor het
systeem minder efficiënt een aanrijding
kan voorkomen.
De bestuurder moet dus altijd bijzonder
oplettend blijven.
Laat nooit sneeuw op de motorkap liggen,
voor werpen boven de motorkap uitkomen
of voor werpen op het dak naar voren
uitsteken: ze zouden in het gezichtsveld
van de sensor kunnen komen en de
detectie van voertuigen kunnen hinderen.
Page 166 of 521
DS3_nl_Chap06_securite_ed02-2015
Airbags
Algemeen
De airbags zijn speciaal ontworpen om de
veiligheid van de inzittenden (uitgezonderd
de middelste passagier achter) bij ernstige
aanrijdingen te verbeteren. De airbags
vormen een aanvulling op de werking van
de veiligheidsgordels met spanbegrenzers
(behalve bij de middelste passagier achter).
De elektronische schoksensoren registreren
de frontale en zijdelingse aanrijdingen waaraan
de registratiezones voor een aanrijding worden
blootgesteld:
-
b
ij een ernstige aanrijding gaan de airbags
onmiddellijk af om de inzittenden van de
auto (uitgezonderd de middelste passagier
achter) te helpen beschermen. Direct
na de aanrijding ontsnapt het gas snel
uit de airbags, zodat het zicht niet wordt
belemmerd en de inzittenden de auto
eventueel kunnen verlaten,
-
b
ij een minder ernstige aanrijding of een
aanrijding van achteren en in bepaalde
gevallen waarbij de auto over de kop
slaat, treden de airbags niet in werking.
De veiligheidsgordels helpen u in deze
situaties voldoende te beschermen. De airbags werken slechts eenmaal.
Als er een tweede aanrijding
plaatsvindt (tijdens hetzelfde of een
volgend ongeval), worden de airbags
niet meer opgeblazen.
Registratiezones voor een aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Imp
actzone opzij.
Het activeren van (een van) de airbags
gaat gepaard met wat rook en een
knal, als gevolg van de activering van
de pyrotechnische lading die in het
systeem is geïntegreerd.
De rook is niet schadelijk, maar kan
voor personen die hier gevoelig voor
zijn, irriterend zijn.
De knal die bij het afgaan wordt
geproduceerd, kan het gehoor
gedurende een korte periode enigszins
verminderen.
De airbags werken alleen als het
contact aan is.
Page 224 of 521
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Zekering AmpèreFuncties
F8 20
AMultifunctioneel display, autoradio, autoradio/
navigatiesysteem, elektronische eenheid alarm, sirene
inbraakalarm.
F9 30
A12V-aansluiting, voeding steun portable navigatiesysteem.
F10 15
AStuurkolomschakelaars.
F11 15
AContactslot, diagnoseaansluiting, elektronische eenheid
automatische transmissie.
F12 15
ARegen-/lichtsensor, trekhaakmodule.
F13 5
AHoofdremlichtschakelaar, servicecentrale motor.
F14 15
AElektronische eenheid parkeerhulp, Elektronische eenheid
airbags, instrumentenpaneel, automatische airconditioning,
USB Box, hifi-versterker.
F15 30
AVergrendeling.
F16 -Niet gebruikt.
F17 40
AAchterruit- en buitenspiegelverwarming.
SH -Shunt tijdens opslag.
Page 227 of 521
225
DS3_nl_Chap08_info-pratiques_ed02-2015
Zekering AmpèreFuncties
F12 30
ALage/hoge snelheid ruitenwissers vóór.
F13 40
AVoeding BSI (+ na contact).
F14 30
AVoeding Valvetronic (benzine)
F15 10
AGrootlicht rechts.
F16 10
AGrootlicht links.
F17 15
ADimlicht links.
F18 15
ADimlicht rechts.
F19 15
ALambdasondes en elektrokleppen (benzine), elektrokleppen
(diesel), EGR-elektroklep (diesel).
F20 10
APompen, gestuurde thermostaat (benzine), elektroklep
nokkenas (THP), sensor water in brandstof (diesel).
F21 5
AVoeding bediening koelventilator, ABS / ESP, turbopomp
( THP).
Praktische informatie