CITROEN DS3 CABRIO 2013 Instructieboekjes (in Dutch)

Page 341 of 421

7Toegang tot de auto

Automatisch
)Dak in positie 3
: druk op de schakelaar om het dak te laten sluiten.


Als het dak volledig is geopend, ligt deachterruit op de hoedenplank. Plaats geen voor werpen op deachterruit.


Als het dak zich tijdens het automatischsluiten in de zone A(tussen positie A2
en 1)bevindt, kan het dak worden stilgezet door de schakelaar in te drukken.
Het volledig sluiten van het dak tussenpositie 1en 0
is alleen handmatig
mogelijk. Houd de schakelaar ingedrukt tot u het dakhoort vergrendelen. Als het dak niet goed is vergrendeld,beweegt het enkele centimeters terug.Probeer het dak bij draaiende motor nogmaals te sluiten. Raadpleeg als dit probleem zich blijft voordoen het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats.
)
Laat de schakelaar los: het sluiten van
het dak gaat door tot het dak de positie 2bereikt.
)
Dak tussen positie 2
en 1
: als u deschakelaar door het zware punt heen
indrukt, wordt het dak automatisch gesloten
tot aan de positie 1.) Dak tussen positie 1
en 0: druk op deschakelaar en houd deze ingedrukt tot het
dak volledig is gesloten.
Als het dak beweegt in de zone B, is het stilzetten van het dak niet mogelijk. Als in dat geval op de schakelaar wordt gedrukt, ongeacht aan welke zijde, wordt de bewegingsrichting van het dak
omgekeerd.
Deze "antipaniekfunctie" zorgt ervoor dat in een noodsituatie de bewegingsrichtingvan het dak snel kan worden omgekeerd.

Page 342 of 421

8Toegang tot de auto
Windscherm
Openen en sluiten van het
dak tijdens het rijden
Als het openen of sluiten van het dak is gestart
bij een snelheid lager dan ongeveer 120 km/hen nog bezig is ter wijl deze snelheid wordt
overschreden, gebeurt afhankelijk van de
beweging het volgende:


- als het dak beweegt in de zone A
, stopt debeweging,

- als het dak opengaat in de zone B
, wordt
de beweging voltooid,
Bedien om veiligheidsredenen de schakelaar voor het openen en sluiten van het dak nooit bij een wagensnelheid hoger dan ongeveer 120 km/h.
Om het comfort van de inzittenden te
verbeteren wordt bij het openen van het
dak een windscherm uitgeklapt waarmee de luchtturbulenties in het interieur worden
verminderd. Bij het sluiten van het dak wordt het
windscherm automatisch weer ingeklapt.
) Als het dak is geopend, kan dit windscherm
handmatig worden ingeklapt en in het
midden worden vastgemaakt: druk de
handgreep aan de bovenzijde van het
windscherm omlaag en zet hem vast in de uitsparing. ) Druk om het windscherm handmatig uit teklappen de handgreep omlaag om hemlos te maken uit de uitsparing en trek de
handgreep iets naar u toe.

Page 343 of 421

9Toegang tot de auto
Gebruiksvoorschriften
Plaats beslist geen voor werpen op het dak als dit is geopend of gesloten.
Wanneer u de auto voor een langere periode buiten parkeert, is het raadzaam het dak te beschermen met een hoes.
Open het dak niet bij sneeuw of ijzel, om te voorkomen dat het dak hierdoor beschadigd raakt. Gebruik geen scherp gereedschap om ijs of sneeuw van het dak te ver wijderen. Gebruik geen ijskrabber of spuitbus met ruitontdooier om ijs van de achterruit te ver wijderen. Schakel de achterruitverwarming niet in als het dak volledig is geopend (om oververhitting te voorkomen).
Om blijvende vouwlijnen in het cabriodak te voorkomen, is het raadzaam het dak nietgedurende lange periodes geopend te houden.Het wordt afgeraden de airconditioning van de auto te gebruiken als het dak is geopend.
Het is beslist niet toegestaan om op de daktraverse te zitten en om er voor werpen op te plaatsen als het dak is geopend.
Het is raadzaam het dak te sluiten als u de auto parkeer t en verlaat. Ook als het dak is gesloten, is het beter om geen waardevolle spullen in de auto achter te laten. Haal de sleutel uit het contact als u de auto verlaat, om te voorkomen dat het dakongewenst in beweging wordt gezet.

Als uw auto is voorzien van functies met spraakcommando's, werken deze mogelijk minder goed als het dak is geopend.
Bescherming van de elektromotoren voor het openen en sluiten van het dak: als het dak inkorte tijd veelvuldig wordt geopend en gesloten, kunnen de elektromotoren oververhit raken waardoor het dak stilvalt. Wacht in dat geval 10 minuten met het bedienen van het dak om de elektromotoren te laten afkoelen.

-
als het dak sluit in de zone B
, stopt deze
beweging en wordt automatisch de
bewe
gingsrichting omgekeerd tot het dak
volledi
g is geopend tot aan de positie 3 ,

- als het dak opengaat of sluit in de zone Bna het bedienen van de "antipaniekfunctie",
wordt de beweging voltooid.


Zolang de wagensnelheid hoger blijft dan ongeveer 120 km/h, is het nogmaalsbedienen van het dak niet meer mogelijk. Een melding op het displaywijst u erop dat het bedienen van het dak niet mogelijk is (snelheid te hoog).

Page 344 of 421

Toegang tot de auto
Als het dak tot stilstand komt in de zone B
,
wordt u door een melding op het displayverzocht het openen of sluiten onmiddellijk te
voltooien. )Houd de schakelaar ingedrukt:
- in de richting voor het openen tot het dakde positie 3bereikt,
- in de richting voor het sluiten tot het dakde positie 2bereikt.



Resetten

Laat de schakelaar tijdens de procedure voor het resetten niet los.

Noodloopfunctie
Mechanisch openen en
sluiten
Deze procedure moet altijd bijdraaiende motor worden uitgevoerd.r
Open het dak niet in de zone Bals het kofferdeksel is geopend.

In het geval van een storing kan het dakhandmatig worden geopend en gesloten. Als de automatische bedienin
g van het dak niet
meer werkt, moet deze functie worden gereset. ) Houd de schakelaar ingedrukt in de richting
v
oor het sluiten van het dak.) Na ongeveer 5 seconden sluit het dak
volledig tot aan de positie 0 en beweegt het
ver volgens enkele millimeters terug.
De bediening van het dak is dan gereset.
)Steek een 4 mm inbussleutel (nietmeegeleverd) zo ver mogelijk in de zeskant
via de opening in de bekleding aan de bovenzijde van de bagageruimte. )Het dak kan vervolgens worden geopendof gesloten door de inbussleutel in de
desbetreffende richting te draaien.



Het is niet toegestaan te rijden als het dak tot stilstand is gekomen in de zone B.

Page 345 of 421

11Toegang tot de auto











Kof ferdeksel


Openen
)Ontgrendel de auto met deafstandsbediening of de sleutel, druk op de
knop voor het openen van het kofferdeksel en beweeg het omhoog.
Sluiten
) Beweeg het kofferdeksel omlaag door op het midden van de sierlijst de duwen.
Als het kofferdeksel niet goed is gesloten:
-
bij draaiende motor
gaat r
dit controlelampje branden incombinatie met een meldingop het multifunctionele displaygedurende enkele seconden,
-tijdens het rijden
(snelheid hoger dan
10 km/h) gaat dit controlelampje brandenin combinatie met een geluidssignaal eneen melding op het multifunctionele displaygedurende enkele seconden.
Duw niet aan één kant van het kofferdeksel om het te sluiten.
Als het kofferdeksel niet goed isgesloten, is het openen van het dak inde zone Bniet mogelijk. Controleer of het kofferdeksel goed isgesloten.

Page 346 of 421

12Toegang tot de auto
Als het dak zich tijdens het openen in de zone Bbevindt en de schakelaar voor het openen van
het kofferdeksel wordt bediend, dan wordt het dak weer gesloten. Het kofferdeksel gaat open als het dak de positie 2
heeft bereikt. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.
Voorwaarden voor het openen van het kofferdeksel met het dak in de zone B
Om te voorkomen dat het kofferdeksel en het dak elkaar in de zone B raken, is demogelijkheid om het kofferdeksel te openen afhankelijk van de positie van het dak.

Als het dak zich tijdens het sluiten in de zone B
bevindt en de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel wordt bediend, dan heeft dit geen gevolgen voor de beweging van het dak. Het kofferdeksel gaat echter pas open als het dak de positie 2
heeft bereikt. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.

Als het dak zich bij het openen of sluiten in de zone B
bevindt na het gebruik van de "antipaniekfunctie", werkt de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel niet. De bedieningvan de schakelaar werkt weer zodra het dak de positie 2
of de positie 3heeft bereikt.

Als het dak zich in de positie 3
bevindt, wordt het dak bij het bedienen van de schakelaar voor het openen van het kofferdeksel gesloten tot aan de positie 2
. Zodra het dak deze positie heeft bereikt, wordt het kofferdeksel geopend. U kunt het kofferdeksel vervolgens volledig openen.

Page 347 of 421

13Toegang tot de auto
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele storing in de centrale vergrendeling het
kofferdeksel mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
Noodbediening
) Steek een kleine schroevendraaier in de
opening A van de beide sloten aan de
zijkant om het kofferdeksel te ontgrendelen.

)
Klap de achterbank naar voren om bij de
twee sloten in de bagageruimte te komen.
Controleer voordat u het kofferdeksel opent of het dak zich niet in de zone B
bevindt.

Page 348 of 421

14Voor zieningen
De hoedenplank kan niet worden ver wijderd .





Hoedenplank


Controleer voordat u het dak volledig opent of zich geen voor werpen op dehoedenplank bevinden.


Als het dak volledig is geopend, ligt deachterruit op de hoedenplank. Plaats geen voor werpen op de achterruit.

Page 349 of 421

15
Praktische informatie




























Lampen vervangen
1.3D parkeerlicht met leds.2.Remlicht/parkeerlicht met leds.3.Contourlicht met leds.4.Richtingaanwijzer (PY21W,amberkleurig) .5.Mistachterlicht links (H21W, rood)Achteruitrijlicht rechts (H21W).
Toegang tot de lampen
)
Open het kofferdeksel. )
Verwijder het luikje in de bekleding aan de
desbetreffende zijkant.) Draai de vlindermoer voor de bevestigingvan de lampunit los. )
Neem de stekker van de lampunit los. )
Ver wijder voorzichtig de lampunit door
hem in een rechte beweging naar buiten te
trekken.
Vervangen van de lamp van de richtingaanwijzers (4) en van het mistachterlicht of achteruitrijlicht (5)
)
Draai de lamp een kwart omwenteling omhem te ver wijderen en ver vang de lamp.


Vervangen van de parkeerlichtenen remlichten met leds

Raadpleeg als deze ledverlichting moet worden
ver vangen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.

3D achterlichten
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Zor
g er voor dat de lampunit in de geleiderskomt door de lampunit goed in de lengteas van de auto te houden.
Rode of amberkleurige lampen, zoals de richtingaanwijzers of hetmistachterlicht, moeten vervangenworden door lampen met dezelfde specificaties en kleur.

Page 350 of 421

16Praktische informatie
Zekeringen vervangen
)Maak de bekleding aan de bovenzijde van de bagageruimte los door deze omlaag te trekken, te
beginnen aan de linkerzijde. )Ver wijder de bekleding door deze omlaag te kantelen. )Vervang de zekeringen.Voer deze handelingen in de omgekeerde volgorde uit om de bekleding weer aan te brengen, begin daarbij achter in de bagageruimte.
Zekering in de motorruimte
(hoofdzekering)
ZekeringAmpèreFuncties
-20 ACabriodak
-20 ACabriodak

Als het dak zich in de zone Bbevindt en een of meer van deze zekeringen raakt defect, kan het kofferdeksel niet worden geopend. Om het kofferdeksel te kunnen openen en de zekering(en) te vervangen, moet u het dak eerst handmatig sluiten vanuit de bagageruimte (bereikbaar door de achterbank is neer te klappen).

Er zijn drie specifieke zekeringen voor het cabriodak.
Zekeringen onder de hoedenplank
ZekeringAmpèreFuncties
MF0
840 A Cabriodak
De hoofdzekerin
gen zorgen voor een extra
beveiliging van de elektrische installatie.
Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen
dienen door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te
worden.

Page:   < prev 1-10 ... 301-310 311-320 321-330 331-340 341-350 351-360 361-370 371-380 381-390 ... 430 next >